• No results found

REPTIELEN EN AMFIBIEËN

4.16 Woenderskamp 1 Conclusie

De natuurwaarden in het deelgebied Woenders- kamp zijn beperkt en komen geheel op conto van het agrarisch cultuurlandschap. Van het oorspronkelijke kleinschalige ‘Betuwe-landschap’ met zijn hoogstamboomgaarden zijn nog in beperkte mate elementen voorhanden; met name een verruigde hoogstamboomgaard en erven met groene tuinen.

Tijdens de inventarisatie in 2002/2003 werden geen beschermde plantensoorten en plantensoorten van de Rode Lijst aangetroffen. Van de fauna betrof het aantal beschermde soorten: 2 soorten zoogdieren (1 soort van de habitatrichtlijn: rosse vleermuis) en 31 soorten broedvogels (1 van de Rode Lijst). In aansluiting op de uiterwaarden wordt het gebied gebruikt door ganzen. Ook de slechtvalk, broedvogel van de energiecentrale van Nijmegen, komt er jagen.

De waarden die samenhangen met het oorspronkelijke kleinschalig agrarische landschap kunnen eveneens goeddeels worden behouden door bestaande erf- beplantingen en lijnvormige beplantingen bij de planvorming te behouden. De hoogstamboomgaard zou kunnen worden ingericht als recreatiegebied, waarbij een deel wordt vrijgesteld van betreding.

De kansen voor verbetering van natuurkwaliteit zijn aanzienlijk. Met name door de nieuw te realiseren natuurelementen: Watersingel en oeverzones en groenelementen.

4.16.2 Het voorkomen van beschermde soorten in het deelgebied 4.16.2.1 Flora

Geen groeiplaatsen van beschermde soorten aangetroffen.

4.16.2.2 Fauna

De inventarisatie van 2002/2003 leverde 33 beschermde diersoorten op.

Soortgroep Aantal aangetroffen soorten

zoogdieren 2

vogels (broedvogels) 31

vogels (gasten excl. broedvogels) 5

reptielen en amfibieën -

vissen -

Tabel 43. Aangetroffen beschermde diersoorten zomer 2002/2003 Woenderskamp

FAUNA ZOOGDIEREN

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Habitatrichtlijn Rodelijst Woenders- kamp

totaal aantal exemplaren Waalsprong

aandeel

(% ex) voorkeur(% ex/ % opp)

haas x 4 75 5,3 1,4

rosse vleermuis x IV 1 5 20,0 5,3

VOGELS

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Vogelrichtlijn Rodelijst Woenders- kamp

aantal territoria

Waalsprong aandeel(% ter) voorkeur(% ter/ % opp) boomkruiper x x 1 26 3,8 1,0 bosrietzanger x x 7 67 10,4 2,7 ekster x x 1 58 1,7 0,5 fazant x x 3 41 7,3 1,9 grasmus x x 5 60 8,3 2,2 groenling x x 2 35 5,7 1,5

grote bonte specht x x 1 19 5,3 1,4

heggemus x x 3 75 4,0 1,1 houtduif x x 5 156 3,2 0,8 huismus x x 14 379 3,7 1,0 kauw x x 1 39 2,6 0,7 kievit x x 1 46 2,2 0,6 kneu x x 2 44 4,5 1,2 koolmees x x 3 113 2,7 0,7 merel x x 8 403 2,0 0,5 patrijs x x x 1 9 11,1 2,9 pimpelmees x x 1 60 1,7 0,4 putter x x 1 27 3,7 1,0 ringmus x x 5 101 5,0 1,3 roodborst x x 1 29 3,4 0,9 scholekster x x 2 14 14,3 3,8 sprinkhaanzanger x x 1 1 100,0 26,3 tjiftjaf x x 3 110 2,7 0,7 tuinfluiter x x 5 66 7,6 2,0 Turkse tortel x x 3 44 6,8 1,8 vink x x 2 140 1,4 0,4 Vlaamse gaai x x 1 16 6,3 1,6 winterkoning x x 3 125 2,4 0,6 witte kwikstaart x x 2 39 5,1 1,3 zanglijster x x 2 64 3,1 0,8 zwartkop x x 3 97 3,1 0,8

In het noordwestelijk deel van het deelgebied werd een rosse vleermuis waar- genomen; deze locatie ligt dicht bij het Oosterhoutse Bos waar de soort meer voorkomt.

Er zijn een reeks van broedvogelsoorten van erven en ruigten in het agrarisch gebied vastgesteld. De meest opmerkelijke soort betrof de sprinkhaanzanger (het enige

territorium in het plangebied). Van de Rode Lijst soorten werd de patrijs aangetroffen.

Tegen de dijk aan zijn nijlganzen en grauwe ganzen foeragerend aangetroffen. De slechtvalk, die broedt in een nestkast aan de pijp van de elektriciteitscentrale van Nijmegen, werd in het gebied jagend gezien.

4.16.3 Waardevolle landschapselementen

Een enigszins verruigde hoogstamboomgaard vertegenwoordigt een ecologisch waardevol element.

Beschrijving van de elementen: 1 = boomgaard

Beschrijving element:

Oude boomgaard met ruigte vegetatie. Van belang voor broedvogels en zoogdieren.

Ecologisch en landschappelijk van vrij grote waarde.

Aangetroffen soorten:

sprinkhaanzanger, bosrietzanger en grasmus.

4.16.4 Risico’s voor het schaden van aanwezige populaties 4.16.4.1 Binnen het deelgebied

Behoud van de soorten van het kleinschalige agrarische landschap hangt geheel samen met de mate waarin bestaande beplanting wordt geïntegreerd in de te ontwikkelen woonwijken.

4.16.4.2 Externe werking

Samenhang met de uiterwaarden is voor het voorkomen van enkele soorten essentieel, met name gasten.

4.16.5 Mogelijkheden ter voorkoming van de aantasting van aanwezige populaties

Voorkomen van schade aan populaties kan op een aantal wijzen worden ingericht. Het betreft met name algemene overwegingen.

Algemeen:

- werkzaamheden niet uitvoeren in de voortplantingsperiode van dieren en de bloeiperiode van planten;

4.16.6 Mitigerende en compenserende maatregelen

De belangrijkste mogelijkheden die er zijn om de natuur te ontzien en eventuele schade te herstellen zijn te vervatten in mitigerende en compenserende maatregelen: Mitigerende maatregelen:

- de oorspronkelijk toestand waar mogelijk terug brengen;

- zorgvuldig herstel van beschadigde vegetaties (keuze plantmateriaal, natuur- technische aanleg).

Compenserende maatregelen:

- gronden voor natuur ter beschikking stellen;

- aanleggen van groenvoorzieningen. Het verdient de voorkeur gebruik te maken van inheems plantmateriaal in combinatie met spontane opslag. Het verdient aanbeveling bij aanplant op landbouwgrond de zode ten dele te plaggen en het plagzode omgekeerd in de vorm van wallen terug te leggen. Hierdoor ontstaat enerzijds een kiembed en anderzijds microreliëf waardoor verschil in vochthuishouding milieudifferentiatie oplevert;

- natuurontwikkeling. Belangrijkste kansen zijn:

ü schrale vegetaties in aansluiting op bermen en slootkanten;

ü aanleg van ruime, min of meer natuurlijke en glooiende oeverzones langs de nieuw te realiseren Watersingel.

4.16.7 Bouwstenen voor pro-actie beleid

Het gericht integreren van de huidige vegetatie elementen; met name de hoogstamboomgaard biedt goede kansen voor natuurbehoud. Het aaneensluitend realiseren van groenvoorzieningen moet een doorgaande structuur van bos en bosmantel/struweel/zoom garanderen.

Tegen de dijkvoet kan de lokale kwel benut worden als basis voor te ontwikkelen natuur in de watersingel.

Tabel 44. Bijdrage deelgebied Woenderskamp aan het ecologische netwerk van De Waalsprong.

huidige betekenis wenselijkheid voor behoud en versterking

habitattype Mate belangrijkste elementen mate belangrijkste elementen opmerkingen

bos Stapsteen, weinig corridor verruigde hoogstamboomgaard, erven

groot Bestaand groen,

nieuwe groenelementen doorgaande structuren realiserenals corridor en stapsteen ivm singels en groenelementen bosrand/struweel/

zoom Stapsteen,beperkte corridor verruigde hoogstamboomgaard, erven groot verruigde hoogstamboomgaard, nieuwe groenelementen

Doorgaande structuren creëren grazige vegetatie vrijwel geen

stapstenen en corridors

Bermen, verruigde

hoogstamboomgaard groot wegbermen enrivierdijk, nieuwe paren en wadi’s

beheer optimaliseren, doorgaande structuren met als achterland uiterwaardgebied

water/oever - - groot nieuw te realiseren

wateren o.a. watersingel doorgaande structuur creëren;moerasvegetatie op oevers met als achterland uiterwaarden

huidige barrièrewerking wenselijkheid voor opheffing

mate belangrijkste elementen mate belangrijkste elementen opmerkingen

4.17 Broodkorf