• No results found

REPTIELEN EN AMFIBIEËN

4.15 Lentse plas 1 Conclusie

De natuurwaarden in het deelgebied Lentse plas zijn aanzienlijk en hangen vooral samen met het Zwarte Gat met haar oeverzone en randbos. Ook beplanting en sloten in het omliggende agrarisch landschap herbergen nog diverse beschermde soorten.

Tijdens de inventarisatie in 2002/2003 werden 3 beschermde plantensoorten aangetroffen. Van de

fauna zijn 6 soorten zoogdieren, 33 soorten broedvogels en 2 soorten amfibieën aangetroffen. Verschillende soorten watervogels bezoeken het deelgebied als gast; daarbij gaat het om bescheiden aantallen.

Onder de aangetroffen soorten bevonden zich 2 soorten uit de habitatrichtlijn: gewone dwergvleermuis en watervleermuis. Onder de broedvogels was 1 Rode Lijst soort: patrijs.

De natuurwaarden hoeven op de lange duur geen gevaar te lopen. Maar in eerste instantie zullen plant- en dierpopulaties verdwijnen. Voor de planten en dieren van opgaande vegetaties, moerassen en wateren dienen zich echter aanzienlijke kansen aan indien pro-actief met de mogelijkheden omgegaan wordt:

- door de bestaande waardevolle locaties (Zwarte Gat), vooral in de aanlegfase van de Lentse plas, te integreren in de nieuw te realiseren natuur;

- door een samenhangend habitatnetwerk als uitgangspunt voor de planning te nemen;

- door bij de uitvoering veel ruimte te laten voor de natuur van tijdelijke habitats en

- door het aanbrengen van voorzieningen voor individuele soorten;

De bijdrage van het deelgebied aan de natuurwaarden van het rivierengebied kan daarmee aanzienlijk vergroot worden.

4.15.2 Het voorkomen van beschermde soorten in het deelgebied 4.15.2.1 Flora

In de bosstrook rond het Zwarte Gat zijn diverse groeiplaatsen van brede wespenorchis en grote kaardenbol gevonden. Op een ruige strook in het oostelijk deel van het deelgebied werd een grote groeiplaats van de grote kaardenbol ontdekt. De aardaker staat op enkele plekken in het zuiden van het deelgebied.

Tabel 40. Aangetroffen beschermde plantensoorten en Rode Lijst plantensoorten zomer 2002/2003 Lentse plas

FLORA

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Habitatrichtlijn Rodelijst Lentseplas groeilocatiesaantal Waalsprong

aandeel

(% loc) voorkeur(% loc/ % opp)

aardaker x 3 7 42,9 8,6

brede wespenorchis x 3 17 17,6 3,5

grote kaardenbol x 9 37 24,3 4,9

Van alle soorten is het deelgebied Lentse plas een relatief belangrijk gebied.

4.15.2.2 Fauna

De inventarisatie van 2002/2003 leverde 41 beschermde diersoorten op.

Soortgroep Aantal aangetroffen soorten

zoogdieren 6

vogels (broedvogels) 33

vogels (gasten excl. broedvogels) 14

reptielen en amfibieën 2

vissen -

Insecten en ongewervelden -

Tabel 41. Aangetroffen beschermde diersoorten zomer 2002/2003 Lentse plas

FAUNA ZOOGDIEREN

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Habitatrichtlijn Rodelijst Lentseplas totaal aantalexemplaren Waalsprong

aandeel

(% ex) voorkeur(% ex/ % opp) gewone dwergvleermuis x IV 3 37 8,1 1,6 haas x 3 75 4,0 0,8 konijn x 9 78 11,5 2,3 mol x 1 7 14,3 2,9 ree x 1 1 100,0 20,1 watervleermuis x IV 1 2 50,0 10,1 VOGELS

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Vogelrichtlijn Rodelijst Lentseplas aantal territoriaWaalsprong aandeel(% ter) voorkeur(% ter/ % opp) boomkruiper x x 1 26 3,8 0,8 bosrietzanger x x 5 67 7,5 1,5 ekster x x 1 58 1,7 0,3 fazant x x 2 41 4,9 1,0 fitis x x 1 14 7,1 1,4 fuut x x 1 1 100,0 20,1 grasmus x x 6 60 10,0 2,0 grauwe gans x x 1 3 33,3 6,7

grote bonte specht x x 3 19 15,8 3,2

grote lijster x x 1 6 16,7 3,4

houtduif x x 5 156 3,2 0,6 kievit x x 4 46 8,7 1,7 kneu x x 2 44 4,5 0,9 koolmees x x 6 113 5,3 1,1 kuifeend x x 2 11 18,2 3,7 matkop x x 1 5 20,0 4,0 meerkoet x x 5 45 11,1 2,2 merel x x 15 403 3,7 0,7 patrijs x x x 2 9 22,2 4,5 pimpelmees x x 3 60 5,0 1,0 rietgors x x 1 2 50,0 10,1 scholekster x x 2 14 14,3 2,9 staartmees x x 1 26 3,8 0,8 tjiftjaf x x 8 110 7,3 1,5 tuinfluiter x x 3 66 4,5 0,9 vink x x 3 140 2,1 0,4 Vlaamse gaai x x 1 16 6,3 1,3 waterhoen x x 2 28 7,1 1,4 wilde eend x x 3 58 5,2 1,0 winterkoning x x 5 125 4,0 0,8 zanglijster x x 1 64 1,6 0,3 zwartkop x x 4 97 4,1 0,8 REPTIELEN EN AMFIBIEËN

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Habitatrichtlijn Rodelijst Lentseplas vindplaatsentotaal aantal Waalsprong

aandeel

(% vp) voorkeur(% vp/ % opp)

bruine kikker x 1 7 14,3 2,9

groene kikker 'complex' x 2 53 3,8 0,8

Van de zoogdieren komen 2 soorten vleermuizen voor die beiden in aanhangsel IV van de Habitatrichtlijn worden genoemd. Het Zwarte Gat is de enige plaats in het plangebied waar de watervleermuis is aangetroffen.

Met name de broedvogels van waterrijke gebied zijn relatief talrijk in deelgebied Lentse plas. Water- en moerasvogelsoorten die broedend werden aangetroffen betroffen: fuut, grauwe gans, kuifeend, meerkoet, rietgors, waterhoen en wilde eend. Naast de broedvogels zijn ook een aantal gasten waargenomen, waaronder met name de visetende watervogels opvallen: blauwe reiger, aalscholver, dodaars en nonnetje. Ook broedvogelsoorten van het agrarisch gebied komen soms relatief veel voor: grote lijster, kievit, patrijs (Rode Lijst soort) en scholekster.

De oeverzone van het Zwarte Gat is niet erg geschikt voor amfibieën. De aangetroffen soorten bevonden zich dan ook in slootjes.

Figuur 13. Deelgebied Lentseplas - Locatie Zwarte Gat

Plas met riet en moerasbos: broedplaats voor fuut, kuifeend en kleine karekiet en foerageerplek voor de watervleermuis.

4.15.3 Waardevolle landschapselementen

Op basis van het voorkomen van planten en dieren springt het Zwarte Gat er duidelijk als ecologisch zeer waardevol uit.

1 = bos-riet-plas

Beschrijving element:

Grote plas omgeven door bosaanplant van wilgen en eiken. Het element wordt gekenmerkt door een grote dichtheid aan broedvogels.

Ecologisch van zeer grote waarde en landschappelijk van vrij grote waarde.

Aangetroffen soorten:

watervleermuis, fuut, brede wespenorchis en grote kaardenbol.

4.15.4 Risico’s voor het schaden van aanwezige populaties 4.15.4.1 Binnen het deelgebied

In deelgebied de Lentse plas bestaat het voornemen een grote zandwinning te realiseren. Vrijwel het gehele deelgebied zal daartoe worden afgegraven.

Wel ligt het in de bedoeling delen van de Lentse plas voor natuur te bestemmen en/of natuurvriendelijk vorm te geven.

- De plas langs de Zwarteweg zal opgaan in de bij de zandwinning te realiseren Lentse Plas;

- Het agrarisch gebied zal bij de zandwinning worden afgegraven.

In beide drie gevallen zal het leefgebied van aanwezige populaties in eerste instantie voor het overgrote deel verloren gaan.

4.15.4.2 Externe werking

Voor de omgeving zijn geen effecten op beschermde soorten te verwachten.

4.15.5 Mogelijkheden ter voorkoming van de aantasting van aanwezige populaties

De mogelijkheden ten aanzien van het voorkomen van schade aan populaties kan op basis van algemene overwegingen en meer specifieke, op de locatie toegesneden, mogelijkheden.

Algemeen:

- werkzaamheden niet uitvoeren in de voortplantingsperiode van dieren en de bloeiperiode van planten

Locatie afhankelijk:

- het inpassen en behouden van bestaande landschapselementen; met name een deel van de bosstrook rond het Zwarte Gat;

- trachten de werkzaamheden zeer concreet in het veld te begrenzen teneinde enkele belangwekkende groeiplaatsen te behouden.

4.15.6 Mitigerende en compenserende maatregelen

De belangrijkste mogelijkheden die er zijn om de natuur te ontzien en eventuele schade te herstellen zijn te vinden onder compenserende maatregelen:

- gronden voor natuur ter beschikking stellen rond de nieuw aan te leggen Lentse plas. Met name ruime oeverzones met moeras en moerasbos;

- soortbeschermingsmaatregelen;

- aanleggen van groenvoorzieningen. Het verdient de voorkeur gebruik te maken van inheems plantmateriaal in combinatie met spontane opslag;

- natuurontwikkeling. Belangrijkste kansen zijn:

ü meer dan één plas realiseren met verschillende omvang en diepte en ruime oevervegetaties (moeras en moerasbos); handhaven van een deel van de bosstrook bij het Zwarte Gat;

ü aanleg van ruime, min of meer natuurlijke en glooiende oeverzones langs de grotere waterpartijen en waar mogelijk langs sloten; op een aantal locaties spontane opslag van struweel tolereren

4.15.7 Bouwstenen voor pro-actie beleid

Pro-actief rekening houden met natuurwaarden in de Lentse plas speelt hangt vooral samen met de keuze ten aanzien van de uiteindelijk te realiseren habitats.

Met name het water/oever netwerk zal op termijn in de Lentse plas essentieel zijn

met veel oppervlak basisbiotoop. Zeer wezenlijk voor de uiteindelijke natuurwaarden zijn omvang (grootte en diepte) van de nieuw te vormen plassen, de inrichting en vormgeving van de oeverzone en specifieke voorzieningen voor de vestiging van planten en dieren. Het verdient de voorkeur meerdere plassen met tussenliggende natuurzones na te streven (bijvoorbeeld door het handhaven van een deel van de huidige bosstrook bij het Zwarte Gat).

Aangezien planten en dieren van min of meer voedselrijke wateren zich relatief snel vestigen, is het zeer kansrijk een goede uitgangssituatie voor de vestiging te scheppen. Al tijdens de uitvoering van de werkzaamheden kan hieraan voldaan worden. Juist in het plangebied van De Waalsprong is er een bijkomend voordeel dat veel soorten, in de vorm van de uiterwaarden en de Gelderse Poort, een groot achterland hebben van waaruit vestiging in het plangebied mogelijk is. De huidige betekenis van De Waalsprong is voor deze groep van organismen nog zeer beperkt. De bijdrage aan de natuurwaarden van het rivierengebied kan aanzienlijk verhoogd worden. De externe samenhang kan worden gerealiseerd door een goede aansluiting op andere wateren in het plangebied.

Belangrijkste bottlenecks bij de te realiseren habitats in de Lentse plas zijn naar verwachting:

- Het realiseren van meerdere plassen met verschillende omvang en diepte;

- het aanbod aan voldoende moerasvegetatie van voldoende omvang: brede oeverzones, moeraseilanden, moerasbossen;

- het instandhouden van samenhangende groenstructuren ten behoeve van het bos en bosrand netwerk en het netwerk van grazige vegetaties (bos, houtwal, moerasoevers), vooral in de noord-zuid richting en rondom de nieuw te vormen wateren;

- plas-dras pionierstadia in de oeverzone: slikkige en schaars begroeide habitats; Mogelijke voorzieningen voor vogels zijn:

- steile, loodrechte, vers afgekalfde oevers voor de oeverzwaluw – zandig, min. 3 meter hoog en 20 meter breed, vrije aanvliegroute, liefst over water;

- steile, loodrechte, vers afgekalfde oevers voor de ijsvogel – zandig tot lemig, min. 2 meter hoog met overhangende zode en min 5 meter breed en direct grenzend aan het water. Aanwezigheid van zitplaatsen direct bij de oever in de vorm van takken is noodzakelijk;

- rust- en broedeilanden in het water, voor watervogels en visdieven. Op besloten delen van de plassen kunnen ook vlotjes voor zwarte sterns worden uitgelegd. Bij de uitvoering van de werkzaamheden kan er naar gestreefd worden voortdurend plas-dras pionierstadia aan te bieden. Deze worden graag benut door watervogels en amfibieën. Door het voortdurend aanbieden van dergelijke biotopen kan een permanente populatie van dergelijke soorten gebruik maken van het gebied.

Tabel 42. Bijdrage deelgebied Lent West aan het ecologische netwerk van De Waalsprong.

huidige betekenis wenselijkheid voor behoud en versterking

habitattype mate belangrijkste elementen mate belangrijkste

elementen Opmerkingen

bos Basisbiotoop en

corridors Bosstrook ZwarteGat en houtwallen groot BosstrookZwarte Gat en nieuwe bos- oeverstroken

Garandeer een goede samenhang bosrand/struweel/

zoom Basisbiotoop encorridors Bosstrook ZwarteGat en houtwallen groot BosstrookZwarte Gat en nieuwe bos- oeverstroken

Garandeer een goede samenhang grazige vegetatie Beperkte mate

corridors bermen beperkt bermen

water/oever basisbiotopen en beperkte mate corridors

Zwarte Gat zeer groot Aan te leggen

Lentse Plassen oevers glooiend maken;meerdere plassen; veel ruimte voor moerasvegetatie en voorzieningen voor watervogelsoorten

huidige barrièrewerking wenselijkheid voor opheffing

mate belangrijkste elementen mate belangrijkste

elementen Opmerkingen

4.16 Woenderskamp