• No results found

REPTIELEN EN AMFIBIEËN

4.17 Broodkorf 1 Conclusie

De natuurwaarden in het deelgebied Broodkorf zijn beperkt en hangen samen met erfbeplanting en beplating en een bosje langs een zandweg. Deze beplanting sluit aan op de bosstrook langs de A325.

Tijdens de inventarisatie in 2002/2003 werden geen groeiplaatsen van beschermde plantensoorten en plantensoorten van de Rode

Lijst gevonden. Het voorkomen van 1 zoogdierensoort en 29 beschermde broedvogelsoorten werd vastgesteld.

De natuurwaarden die zijn gekoppeld aan de beplanting in het zuidelijk deel van het deelgebied lopen gevaar door de realisatie van de hoofdontsluiting van Lent: de Noord-singel. Gezocht moet worden naar mogelijkheden voor het verzachten van de impact daarvan.

Mogelijkheden voor de realisatie van nieuwe natuurwaarden liggen in te realiseren nieuwe groenvoorzieningen, waaronder de Lentse gracht.

4.17.2 Het voorkomen van beschermde soorten in het deelgebied 4.17.2.1 Flora

Geen groeiplaatsen van beschermde soorten gevonden.

4.17.2.2 Fauna

De inventarisatie van 2002/2003 leverde 30 beschermde diersoorten op.

Soortgroep Aantal aangetroffen soorten

zoogdieren 1

vogels (broedvogels) 29

vogels (gasten excl. broedvogels) 1

reptielen en amfibieën -

vissen -

Insecten en ongewervelden -

Het aantal territoria en vindlocaties in 2002/2003 wordt in onderstaande tabel aangegeven.

Tabel 45. Aangetroffen beschermde diersoorten zomer 2002/2003 Broodkorf

FAUNA ZOOGDIEREN

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Habitatrichtlijn Rodelijst Broodkorf totaal aantalexemplaren Waalsprong

aandeel

(% ex) voorkeur(% ex/ % opp)

konijn x 7 78 9,0 4,5

VOGELS

Nederlandse naam Flora- en

faunawet Vogelrichtlijn Rodelijst Broodkorf Aantal territoriaWaalsprong Aandeel(% ter) Voorkeur(% ter/ % opp) boomkruiper x x 1 26 3,8 1,9 ekster x x 4 58 6,9 3,5 fazant x x 2 41 4,9 2,4 groene specht x x x 1 8 12,5 6,3 groenling x x 1 35 2,9 1,4 heggemus x x 3 75 4,0 2,0 holenduif x x 2 20 10,0 5,0 houtduif x x 5 156 3,2 1,6 huismus x x 23 379 6,1 3,0 kauw x x 4 39 10,3 5,1 koolmees x x 4 113 3,5 1,8 kraai x x 2 24 8,3 4,2 merel x x 11 403 2,7 1,4 pimpelmees x x 1 60 1,7 0,8 ringmus x x 11 101 10,9 5,5 roodborst x x 3 29 10,3 5,2 spreeuw x x 3 39 7,7 3,9 staartmees x x 1 26 3,8 1,9 steenuil x x x 1 4 25,0 12,5 tjiftjaf x x 6 110 5,5 2,7 tuinfluiter x x 1 66 1,5 0,8 Turkse tortel x x 1 44 2,3 1,1 vink x x 6 140 4,3 2,2 Vlaamse gaai x x 1 16 6,3 3,1 winterkoning x x 7 125 5,6 2,8 witte kwikstaart x x 1 39 2,6 1,3 zanglijster x x 3 64 4,7 2,4 zwarte roodstaart x x 1 12 8,3 4,2 zwartkop x x 4 97 4,1 2,1

Twee van de aangetroffen broedvogelsoorten staat op de Rode Lijst: groene specht en steenuil. Met name de broedvogelsoorten die zich ook thuis voelen op erven en in lijnvormige boselementen komen in het deelgebied Broodkorf relatief veel voor; o.a. holenduif, kauw, ringmus, roodborst en zwarte roodstaart. Naast de vele tuinen draagt vooral de beplanting en het bosje langs de zandweg in aansluiting op de beplanting langs de A325 daar aan bij.

4.17.3 Waardevolle landschapselementen

Mede het sterk urbane karakter van het groen geeft geen aanleiding tot het definiëren van ecologisch waardevolle elementen.

4.17.4 Risico’s voor het schaden van aanwezige populaties 4.17.4.1 Binnen het deelgebied

Bij de realisatie van de hoofdontsluiting, de Noord-singel, kan de beplanting aansluitend op de bosstrook langs de A325 aangetast worden. Het betreft een belangrijke broedplaats voor vele, zij het doorgaans algemene, broedvogels.

4.17.4.2 Externe werking

Het onderbreken van de groenstructuur aansluitend op de bosstrook langs de A325 bij de realisatie van de Noord-singel is enigszins nadelig voor de ecologische infrastructuur van De Waalsprong. Voor deelgebied Broodkorf kan de Noord-singel zelf een grote barrière gaat vormen die het centrumgebied minder toegankelijk maakt voor dieren uit de omgeving.

4.17.5 Mogelijkheden ter voorkoming van de aantasting van aanwezige populaties

Naast een aantal standaard mogelijkheden ter voorkoming van de aantasting van belangwekkende populaties zijn ook een aantal locatie specifieke mogelijkheden aanwezig.

Algemeen:

- werkzaamheden niet uitvoeren in de voortplantingsperiode van dieren en de bloeiperiode van planten;

- verstoring en vergraving tot een minimum beperken. Locatie afhankelijk:

- Bij de realisatie van de Noord-singel dient nagegaan te worden of bestaande groenvoorzieningen gespaard kunnen worden. Mogelijk is ondertunneling mogelijk bij de doorgaande beplanting langs de A325.

- Nagestreefd moet worden de werkzaamheden zeer concreet in het veld te begrenzen teneinde belangwekkende groeiplaatsen te ontzien.

- Bij de uitvoering van de werken dient een terzake deskundige (veldbioloog) ‘mee te lopen’ om onnodige schade te voorkomen. Het markeren van belangrijke plekken kan daarbij helpen.

4.17.6 Mitigerende en compenserende maatregelen

De belangrijkste mogelijkheden die er zijn om de natuur te ontzien en eventuele schade te herstellen zijn te vervatten in mitigerende en compenserende maatregelen: Mitigerende maatregelen:

- aanbrengen van voorzieningen om barrièrewerking van de Noord-singel te voorkomen;

- de oorspronkelijk toestand waar mogelijk terug brengen

- zorgvuldig herstel van beschadigde vegetaties (keuze plantmateriaal, natuur- technische aanleg;

Compenserende maatregelen:

- gronden voor natuur ter beschikking stellen;

- aanleggen van groenvoorzieningen. Het verdient de voorkeur gebruik te maken van inheems plantmateriaal in combinatie met spontane opslag. Het verdient aanbeveling bij aanplant op landbouwgrond de zode ten dele te plaggen en het plagzode omgekeerd in de vorm van wallen terug te leggen. Hierdoor ontstaat enerzijds een kiembed en anderzijds microreliëf waardoor verschil in vochthuishouding milieudifferentiatie oplevert;

- natuurontwikkeling. Belangrijkste kansen zijn:

ü schrale vegetaties in aansluiting op bermen en slootkanten

ü realisatie van een op het grotere netwerk aansluitende natuurtechnische groenvoorziening

4.17.7 Bouwstenen voor pro-actie beleid

De aanwezige doorgaande structuren langs spoordijk en aansluitend op de structuren langs de A325 dienen zoveel mogelijk te worden gehandhaafd en versterkt.

De barrièrewerking van de nieuw te realiseren Noord-singel dient zo gering mogelijk te zijn.

Tabel 46. Bijdrage deelgebied Broodkorf aan het ecologische netwerk van De Waalsprong.

huidige betekenis wenselijkheid voor behoud en versterking

habitattype mate belangrijkste elementen mate belangrijkste

elementen opmerkingen

bos corridor,

stapsteen Bosje en beplatinglangs zandweg groot Bosje enbeplating langs zandweg

doorgaande structuur handhaven bosrand/struweel/

zoom corridor Bosje en beplatinglangs zandweg groot Bosje enbeplating langs zandweg

doorgaande structuur handhaven grazige vegetatie beperkte

corridor bermen groot bermen beheer optimaliseren

water/oever - - beperkt Nieuwe

afwatering glooiende oevers met ruimte voormoerasoeverzone; wadi’s

huidige barrièrewerking wenselijkheid voor opheffing

mate belangrijkste elementen mate belangrijkste

elementen Opmerkingen

barrièrewerking groot in oost-

west richting toekomstig aan teleggen Noord-singel groot Noord-singel ondertunnelen/overbruggingenmet ecologische zone; barrièrewerking Noord-singel zoveel mogelijk beperken (o.a.

4.18 Laauwick en Lentseveld