REPTIELEN EN AMFIBIEËN
4.13 Park Waaijenstein 1 Conclusie
De natuurwaarden in het deelgebied Park Waaijenstein zijn te beschouwen als een verlengde van die in het Oosterhoutse Bos. In feite hebben we te maken met de overgang van het Ooster- houtse Bos naar het agrarisch, en in de toekomst park of watergebied.
Tijdens de inventarisatie in 2002/2003 werden geen beschermde plantensoorten of soorten van
de Rode Lijst aangetroffen. Van de fauna zijn 3 soorten zoogdieren, 26 soorten vogels en 3 soorten amfibieën aangetroffen.
De natuurwaarden die samenhangen met het Landgoed Oosterhout hoeven geen gevaar te lopen. Een meer op natuurwaarden gericht beheer kan met name de betekenis voor natuur van bosrand en struweel en van grazige vegetaties verhogen.
4.13.2 Het voorkomen van beschermde soorten in het deelgebied 4.13.2.1 Flora
Geen beschermde soorten gevonden.
4.13.2.2 Fauna
De inventarisatie van 2002/2003 leverde 32 beschermde diersoorten op.
Soortgroep Aantal aangetroffen soorten
zoogdieren 3
vogels (broedvogels) 26
vogels (gasten excl. broedvogels) -
reptielen en amfibieën 3
vissen -
Insecten en ongewervelden -
Tabel 36. Aangetroffen beschermde diersoorten zomer 2002/2003 Park Waaijenstein
FAUNA ZOOGDIEREN
Nederlandse naam Flora- en
faunawet Habitatrichtlijn Rodelijst WaaijensteinPark totaal aantalexemplaren Waalsprong
aandeel
(% ex) voorkeur(% ex/ % opp)
gewone dwergvleermuis x IV 2 37 5,4 2,6
haas x 4 75 5,3 2,6
VOGELS
Nederlandse naam Flora- en
faunawet Vogelrichtlijn Rodelijst WaaijensteinPark aantal territoriaWaalsprong aandeel(% ter) voorkeur(% ter/ % opp) boerenzwaluw x x 1 22 4,5 2,2 boomkruiper x x 2 26 7,7 3,7 bosrietzanger x x 4 67 6,0 2,9 grasmus x x 1 60 1,7 0,8 groenling x x 1 35 2,9 1,4
grote bonte specht x x 1 19 5,3 2,5
houtduif x x 4 156 2,6 1,2 huismus x x 5 379 1,3 0,6 kauw x x 1 39 2,6 1,2 kneu x x 1 44 2,3 1,1 koolmees x x 2 113 1,8 0,9 kraai x x 1 24 4,2 2,0 merel x x 8 403 2,0 1,0 patrijs x x x 1 9 11,1 5,4 pimpelmees x x 2 60 3,3 1,6 putter x x 1 27 3,7 1,8 ringmus x x 1 101 1,0 0,5 staartmees x x 1 26 3,8 1,9 tjiftjaf x x 2 110 1,8 0,9 tuinfluiter x x 2 66 3,0 1,5 vink x x 5 140 3,6 1,7 Vlaamse gaai x x 1 16 6,3 3,0 waterhoen x x 1 28 3,6 1,7 wilde eend x x 1 58 1,7 0,8 winterkoning x x 1 125 0,8 0,4 zwartkop x x 1 97 1,0 0,5 REPTIELEN EN AMFIBIEËN
Nederlandse naam Flora- en
faunawet Habitatrichtlijn Rodelijst Park Waaijenstein vindplaatsentotaal aantal Waalsprong aandeel (% vp) voorkeur(% vp/ % opp) bruine kikker x 1 7 14,3 6,9 gewone pad x 1 13 7,7 3,7
groene kikker 'complex' x 1 53 1,9 0,9
* geen beschermde soort
De vleermuizen die werden aangetroffen (gewone dwergvleermuis en laatvlieger; beide habitatrichtlijn soorten) foerageerden langs de bosrand van het Oosterhoutse Bos. Het besloten karakter van het deelgebied maakt het als foerageergebied zeer geschikt.
De redelijk uitgegroeide houtwallen, direct aansluitend op het Oosterhoutse Bos staan garant voor een rijke broedvogelbevolking van bosvogels met, gezien het beperkte oppervlak van het deelgebied, relatief veel voorkomende soorten als boomkruiper, grote bonte specht en Vlaamse gaai
In het zuidelijk deel, dicht tegen de uiterwaarden aan, werd een territorium van de patrijs vastgesteld (soort van de Rode Lijst).
4.13.3 Waardevolle landschapselementen
Op basis van het voorkomen van planten en dieren kunnen geen landschaps- elementen van speciale betekenis worden benoemd.
4.13.4 Risico’s voor het schaden van aanwezige populaties 4.13.4.1 Binnen het deelgebied
In de Park Waaijenstein staan geen grote veranderingen op til. Een eventuele ontwikkeling tot stadspark zal op de aanwezige dieren slechts in beperkte mate van invloed zijn.
4.13.4.2 Externe werking
Activiteiten aansluitend op de bosrand van het Oosterhoutse Bos moeten worden vermeden, ten einde te voorkomen dat schuwe bosvogels of zoogdieren de wijk nemen. Een versterking van de bosrand middels bosmantel en aangrenzende zoom van ruime omvang zal de dieren van het bos daarentegen juist ten goede komen.
4.13.5 Mogelijkheden ter voorkoming van de aantasting van aanwezige populaties
De mogelijkheden ten aanzien van het voorkomen van schade aan populaties kan op basis van algemene overwegingen en meer specifieke, op de locatie toegesneden, mogelijkheden.
Algemeen:
- werkzaamheden niet uitvoeren in de voortplantingsperiode van dieren en de bloeiperiode van planten;
- verstoring en vergraving tot een minimum beperken. Locatie afhankelijk:
- het inpassen en behouden van bestaande landschapselementen.
4.13.6 Mitigerende en compenserende maatregelen
Aangezien geen belangrijke werken plaats zullen vinden, zijn mitigerende of compenseren maatregelen niet aan de orde.
4.13.7 Bouwstenen voor pro-actie beleid
Pro-actief rekening houden met natuurwaarden in de Park Waaijenstein speelt op twee niveaus:
- de uiteindelijk te realiseren habitats;
- het toekomstige beheer in relatie tot het gebruik.
Over het algemeen zullen bestaande landschapselementen in stand blijven.
Een belangrijke bijdrage aan het habitatnetwerk van bos en bosrand/struweel kan worden geleverd door het versterken van de bosrand van het Oosterhoutse bos middels een brede mantel (>5 m) en een daarop aansluitende zoom (>3 m).
Aan de dijk voet is het zinvol de lokale kwel te benutten als voeding voor ondiepe poelen of af en toe inunderende laagtes. Dit biedt habitat voor amfibieën zoals de rugstreeppad.
Vervolgens is een graslandbeheer, gericht op het realiseren van bloemrijke vegetaties uiterst waardevol voor de entomofauna en daarmee voor foeragerende vogels en vleermuizen. Bloemrijke graslanden worden verkregen bij een redelijk hoge grondwaterstand een extensief maaibeheer (na de bloeitijd van de meeste planten; na half augustus) en het stelselmatig afvoeren van het maaisel. Vooral achter de rivierdijk kan dit, mede door aanvoer van kwelwater, goed worden gerealiseerd. Tabel 37. Bijdrage deelgebied Lent West aan het ecologische netwerk van De Waalsprong.
huidige betekenis wenselijkheid voor behoud en versterking
habitattype mate belangrijkste elementen mate belangrijkste
elementen Opmerkingen
bos stapstenen en
corridors houtwallen groot Houtwallen Goede samenhang met zomin mogelijk onderbrekingen, ook over de grond, garanderen bosrand/struweel/
zoom stapstenen encorridors houtwallen groot Houtwallen enaansluitend op Oosterhoutse Bos
Goede samenhang met zo min mogelijk onderbrekingen, ook over de grond, garanderen grazige vegetatie basisbiotopen en
beperkte mate corridors
Ruig grasland groot Dijkvoet Gebruik kwel achter de dijk
water/oever corridors waterbaan groot Kwelplassen
dijkvoet Gebruik kwel achter de dijk
huidige barrièrewerking wenselijkheid voor opheffing
mate belangrijkste elementen mate belangrijkste
elementen opmerkingen
4.14 Oosterhoutse plas