• No results found

Gewenste wijze van aanschaf

6.1.5 Winkelmandje en wensenlijst

Een winkelmandje biedt de mogelijkheid voor afnemers om meerdere dossiers tegelijkertijd te downloaden. Op een wensenlijst kunnen gewenste dossiers even apart gezet worden,

voordat de aankoopbeslissing is genomen. Over de aanwezigheid van een winkelmandje en een wensenlijst op het platform zijn de respondenten van de redacties overwegend neutraal (49% winkelmandje en 36% wensenlijst). Door een derde van de respondenten wordt het winkelmandje (zeer) belangrijk gevonden en 21% vindt het juist (zeer) onbelangrijk. De wensenlijst wordt door 35% als (zeer) belangrijk aangegeven en 29% vindt het (zeer) onbelangrijk.

6.1.6 Structuur

Zowel bij de respondenten van de redacties als bij die van de freelance onderzoeksdossiers wordt in de open antwoorden de vraag gesteld of de dossiers overzichtelijk worden

ingedeeld. Deze overzichtelijkheid komt het gebruiksgemak ten goede en is daarmee een belangrijke succesfactor. De gebruiker moet niet hoeven nadenken over waar iets te vinden is op het platform, de structuur moet logisch en eenvoudig te doorgronden zijn (Krug, 2005). Door te kijken naar de traditionele classificatietheorie is deze structuur in vier stappen te bepalen:

- Doel bepalen: in dit geval is het doel duidelijk, want het platform is alleen bedoeld voor onderzoeksdossiers.

- Begrippen verzamelen: dit gebeurt op basis van de inhoud van de content en welke termen de doelgroep hiervoor zal gebruiken.

- Homogene groepen vaststellen: de content wordt ingedeeld in categorieën. Voor een duidelijke structuur is het van belang dat deze categorieën vanuit eenzelfde invalshoek worden ingedeeld. Bij Myjour is dit bijvoorbeeld goed terug te zien in afbeelding 6.4.

- Volgorde bepalen: het ordenen van de ingedeelde groepen hangt van verschillende factoren af. Dit kan naar belangrijkheid (het meest gedownload), naar leeftijd (nieuw of oud eerst) of, zoals in het voorbeeld van Myjour, op alfabetische volgorde. Deze keuze is vrij, maar het is wel van belang om deze consequent aan te houden (Becker et al, 2010).

Een duidelijk hoofdmenu met submenu’s en een kruimelspoor zorgen voor structuur. Het kruimelspoor geeft weer waar de bezoeker zich binnen het menu van de website bevindt (Oord, 2013). Het menu kan aan de hand van de homogene groepen opgesteld worden, de submenu’s aan de hand van de verzamelde begrippen. Het hoofdmenu geeft de structuur van het hele platform weer en moet op elke pagina zichtbaar blijven (Van der Put, 2006). Blendle geeft de bezoeker de gelegenheid een eigen submenu samen te stellen. Aan de hand van trefwoorden kan de gebruiker de onderwerpen waarin hij of zij geïnteresseerd is aanklikken. Deze komen dan, zoals te zien in afbeelding 6.5, vast te staan in het

persoonlijke submenu van de gebruiker.

Afbeelding 6.5 Blendle-gebruiker stelt zelf het submenu samen

Het is ook mogelijk de bezoeker een keuzelijst te bieden waarin hij of zij bepaalde onderwerpen kan aanklikken, om het aantal mogelijkheden te filteren op die voor hem of haar relevant zijn. Een voorbeeld van dit zogeheten facetzoeken is te zien in afbeelding 6.6. Hier kan de bezoeker van huizenwebsite Funda in de linkerkolom diverse gewenste onderwerpen aanklikken om de resultaten doelgericht te beperken (Becker et al, 2010).

Afbeelding 6.6 Filteren op onderwerp

6.1.7 Navigatie

Voor het maken van een heldere navigatie is het van belang de volgende vragen vanuit de gebruiker in acht te nemen:

- Waar ben ik? - Waar ben ik geweest? - Waar kan ik heengaan? - Hoe kom ik daar?

Het kruimelspoor geeft een duidelijk beeld van de eerste twee vragen. Een home-knop linksboven in het menu zorgt dat de homepage altijd terug te vinden is. Deze homeknop kan ook vervangen worden door een aanklikbaar logo. De overige twee vragen kunnen

beantwoord worden aan de hand van de hoofdnavigatie, ofwel het hoofdmenu zoals in de vorige paragraaf beschreven is. Daarnaast is de aanwezigheid van een lokale navigatie belangrijk voor de betreffende pagina en kan per pagina verschillend zijn (Van der Put, 2006).

6.1.8 Design

Naast toegankelijkheid en structuur, is ook het uiterlijk van het frontend van het platform bepalend voor het succes ervan. “We hebben voor het maken van Myjour heel veel platforms bekeken en hebben veel uit Twitter, Facebook en LinkedIn gehaald. Dat zijn hele sterke platforms die goed werken,” verklaart Bianca Oppelaar (2014). “Qua vormgeving hebben we ook gekeken naar Pinterest. Daarnaast hebben we ook een beetje meegekeken in wat Blendle en eLinea deden.” Ook bij de vormgeving van LocalFocus is gekeken naar voorbeelden uit de praktijk. “In Duitsland is er wel eens iets soortgelijks gestart,” vertelt Jelle Kamsma (2014b). “Dat initiatief was een beetje mislukt, omdat zij er geen technisch platform

bij hadden, denk ik. Dat hebben wij nu wel.” Bij Blendle werd vooral gekeken naar een zo gebruiksvriendelijke en laagdrempelige mogelijke vormgeving, waarbij eenvoud overheerst (Klöpping, 2014b). Een belangrijk aandachtspunt voor het design is dat de opmaak over de hele website hetzelfde is. Bij de keuze van het design moeten de functie en het doel van de website vooropstaan (Oord, 2014).

Schermformaten

Op de vraag met welk device men het Platform voor Onderzoeksdossiers zou willen gebruiken, geven de meeste respondenten de laptop aan (69% redacties, 86% freelance onderzoeksjournalisten), zoals te zien in figuur 6.4. Daarnaast geven ook veel respondenten aan hier de vaste personal computer en de tablet voor te willen gebruiken. Voor de

notebook geldt dit in mindere mate en voor de smartphone het minst.

LocalFocus past zich aan op alle schermformaten. Dit was ook een van de doelen van het platform (Kamsma, 2014b). Ook bij Myjour, eLinea, Blendle en De Correspondent past het platform zich aan aan het schermformaat waarop het bekeken wordt. Bij de Data Store is dit niet het geval, waardoor de bezoeker het op de smartphone zelf moet aanpassen.

Kleur

Kleur heeft een ondersteunende functie en mag niet overheersen (Oord, 2014). Elke kleur heeft een betekenis. Dit is afhankelijk van onder meer cultuur en tijdsgeest. Ook speelt de persoonlijke voorkeur hierbij een rol. Momenteel geldt in de Westerse wereld de volgende algemene betekenis voor kleur:

- Blauw: zakelijk, koel, rustig, betrouwbaar; - Rood: liefde, passie, warmte, energie;

- Geel: optimisme, vrolijkheid, lichtheid, goedkoop; - Groen: hulp, duurzaam, ontspanning, goed;

0% 20% 40% 60% 80% 100% Smartphone Notebook Tablet Personal computer Laptop

Gebruik devices

Redacties Freelance onderzoeksjournalisten

- Oranje: dynamiek, ondersteuning, sportiviteit, kracht; - Bruin: hulpvaardig, degelijk, traditioneel, rust.

Rood en groen hebben een extra signaalfunctie. Rood houdt gevaar, waarschuwing en negativiteit in. Groen daarentegen geeft veiligheid aan en is daarmee stimulerend en positief (Cohen Jehoram & Van Nispen & Huydecoper, 2009).

Het is belangrijk om bij de kleurkeuze het doel en de gebruiker in acht te nemen (Thuijs, 2012). Contrast valt op in menselijke hersenen, daarom is het belangrijk om bepaalde onderdelen van een platform, zoals buttons, een andere kleur te geven. Dat biedt duidelijkheid en structuur (Hassels Mönning, 2013). Ook geeft dit instructie tot actie, met name wanneer de gekleurde buttons een rustige achtergrond hebben (Oord, 2013).