• No results found

Eerst kiest de gebruiker de taal en de vaardigheid waarvoor hij een test wil afleggen. Hij kan ook de taal kiezen waarin hij de instructies wil lezen. Dit mag een andere taal zijn dan de taal van de test zelf. Nadien krijgt hij de mogelijkheid om een plaatsingstest (VSPT – Vocabulary Size Placement Test) te maken, die inschat welk taalvaardigheidsniveau de gebruiker beheerst (Baglantzi, 2012). De plaatsingstest werd ontworpen door Paul Meara en de item-schrijvers (Alderson & Huhta, 2005.) Deze test bestaat uit 75 werkwoorden, waarvan er 25 onbestaand zijn. Het is aan de gebruiker om aan te duiden welke werkwoorden bestaand zijn en welke onbestaand. Het doel van de plaatsingstest is de gebruiker een taalvaardigheidstest aan te bieden op maat van zijn niveau. Aan de hand van de resultaten kan de gebruiker in een van de drie verschillende categorieën uitkomen: gemakkelijk, gemiddeld en moeilijk (Zhang &

30 Thompson, 2004). De gebruiker is niet verplicht deze test in te vullen, al is het hem wel aangeraden. Het gebruik van de plaatsingstest beïnvloedt evenmin het uiteindelijke resultaat. Indien de gebruiker de test overslaat, krijgt hij automatisch testen op middelmatig niveau. (Baglantzi, 2012) Volgens Alderson en Huhta (2005) werd de plaatsingstest geïntroduceerd omdat er onzekerheid heerste over de geschiktheid van de zelfevaluatie als schatter van het taalvaardigheidsniveau van de gebruiker. Ontwikkelaars opteerden voor een woordenschattest omdat kennis van woordenschat nodig is voor lezen, luisteren en schrijven. Deze test laat ook toe op korte tijd informatie te verschaffen over de taalvaardigheid van de gebruiker. Na de plaatsingstest volgt de zelfbeoordeling, die gebruik maakt van de Ik kan-uitspraken van het ERK. De gebruikers krijgen 18 uitspraken en moeten aanduiden wat voor hen van toepassing is. De uitspraken verschijnen in de moedertaal van de gebruiker zodat deze alles begrijpt. De zelfbeoordeling is beschikbaar voor lezen, schrijven en luisteren en is ook vrijblijvend. Eens de twee testen zijn ingevuld of overgeslagen, kan de gebruiker een van de vijf taalvaardigheidstoetsen kiezen die elk 30 vragen bevatten. Alderson en Huhta (2005) en Baglantzi (2012) geven aan dat er vier antwoordmogelijkheden zijn: een meerkeuzevraag, een uitklapbaar keuzemenu, een invulvraag of een korte antwoordvraag. Elke vraag moet beantwoord worden om naar de volgende vraag te kunnen overgaan. Eens alle vragen zijn beantwoord, is het resultaat, uitgedrukt in een ERK-niveau, te zien. Dialang geeft geen gemiddelde voor alle vaardigheden samen. Corda (2008) stelt echter dat volgens de principes van het ERK, het niveau van de student gelijk is aan het laagste niveau dat de student behaald op alle onderdelen afzonderlijk.

2.4.4. Voordelen

Takala (2012) refereert naar Dialang als een pionierswerk. Het systeem is taaloverschrijdend aangezien het testen bevat in 14 verschillende Europese talen. Er werd gekozen om de resultaten te koppelen aan de ERK-schalen omdat zij een vergelijking tussen de verschillende talen mogelijk maken, al werd deze doelstelling in het vorige hoofdstuk in vraag gesteld. Bovendien is Dialang gratis te downloaden van het internet wat het voor veel mensen toegankelijk maakt (Van Onna & Jansen, 2008).

CNAVT (2009) bestempelt diagnostische toetsen als ‘low stake toetsen’ m.a.w. toetsen waaraan geen normering of selectie gekoppeld is. Dat zorgt voor een lagere stressfactor bij de leerlingen en daarom zullen ze ook eerlijker zijn over hun eigen sterktes en zwaktes. Docenten kunnen hun leerlingen ook eerst een zelfbeoordeling laten invullen om die achteraf

31 te vergelijken met de diagnostische toets. Deze vergelijking zet de leerlingen aan om na te denken over hun eigen taalverwervingsproces. Verder ontwikkelt het een bewustzijn van hun eigen mogelijkheden en grenzen. Een hoger bewustzijn leidt dan weer tot een versnelling van het taalverwervingsproces en tot een verhoging van de motivatie. Eerder onderzoek in de cognitieve psychologie van Flower en Hayes (1977, geciteerd in Takala, 2012) heeft aangetoond dat effectief leren bestaat uit een aantal processen waaronder de vaardigheid om te plannen en zichzelf te beoordelen. Een effectieve leerder kan plannen hoe hij/zij een taak zal uitvoeren, het proces volgen en beoordelen en eventueel het resultaat bewerken.

Een ander aspect dat Dialang zo innovatief maakt is de feedback op zes verschillende manieren. Na de plaatsingstest krijgen de gebruikers een score tussen 1 en 1000 met een korte beschrijving van de betekenis. Deze beschrijving is echter niet gebaseerd op het ERK (Alderson & Huhta, 2005). Tijdens het maken van een van de taalvaardigheidstesten kan de gebruiker opteren voor directe feedback. Nadat de gebruiker heeft geantwoord, verschijnt er een pop-up waarin de gebruiker kan zien of hij het juiste heeft geantwoord of niet. Indien hij fout had geantwoord, verschijnt er ook het correcte antwoord. Na alle testen kan de gebruiker zijn ERK-niveau bekijken onder ‘uw niveau’. Op dat moment is er ook nog eens de mogelijkheid om de antwoorden te controleren onder ‘antwoorden nakijken’. Als de gebruiker op het nummer van het foute antwoord klikt, krijgt hij, net zoals bij de directe feedback, het juiste antwoord te zien. Een vijfde vorm van feedback is de optie ‘feedback zelfbeoordeling’ waarbij de gebruiker kan nagaan of de zelfbeoordeling overeenkomt met het behaalde niveau. De laatste vorm van feedback is er via ‘advies’ waarbij Dialang het huidige niveau beschrijft en aanbevelingen geeft om een hoger niveau te bereiken. De mogelijkheid om de feedback in je moedertaal te kunnen lezen, maakt de optie nog interessanter. Alderson en Huhta (2005) vermelden dat de verschillende manieren van feedback mogelijk zijn omdat de Dialang-testen op de computer worden afgelegd.

Uit een onderzoek van Yang (2003, geciteerd in Baglantzi, 2012) en Floropoulou (2002, geciteerd in Baglantzi, 2012) is gebleken dat de meest bruikbare vormen van feedback de correcte antwoorden en het advies zijn. Daarnaast heeft het onderzoek van Yang aangetoond dat de verklarende feedback het leerproces vergemakkelijkt, zelfs meer dan een score dat zou doen. Uit het onderzoek van Baglantzi is eveneens gebleken dat de kennis over de fouten en daarnaast de score, de meest bruikbare vormen van feedback waren.

32 Huhta (2010) vermeldt dat Dialang een belangrijke impact heeft gehad op onderzoek naar taaltoetsing. Vóór Dialang waren systematische werken over het diagnostisch testen en beoordelen van de vaardigheid van de tweede en vreemde taal vrij zeldzaam. Dankzij de ontwikkeling van Dialang is de taaltestgemeenschap zich ervan bewust geworden hoe weinig er geweten is over het diagnosticeren van vreemde talen. Dialang speelde ook een rol in de bevordering van de wetenschap rond taalonderwijs. Het is gebruikt als een onderzoeksinstrument in verschillende studies, waarin onderzoekers nood hadden aan een betrouwbare en valide manier om informatie te verzamelen over de taalvaardigheid van leerlingen.

2.5. Kritiek op Dialang

Het programma is uniek in zijn soort en kreeg veel lof, maar elke medaille heeft zijn keerzijde. Er wordt kritiek geuit op verschillende aspecten van het programma en door verschillende experten. Hun commentaren worden weergegeven in de volgende paragrafen.