• No results found

Conclusie onderzoek naar taalvaardigheid Engels

2.6. Recente studies naar de taalvaardigheid Engels 1 HISBUS English proficiency testing project

2.6.8. Conclusie onderzoek naar taalvaardigheid Engels

Uit de verschillende onderzoeken naar de taalvaardigheid Engels kunnen we concluderen dat België het goed doet in de rankings. Het onderzoek van EF heeft aangetoond dat België licht is gestegen tegenover het jaar 2012. We staan hier op de 13de plaats. In het onderzoek van GlobalEnglish staan we zelfs op de 5de plaats, wat aantoont dat ons land veel aandacht

8

54 besteedt aan een goede kennis van het zakelijk Engels. Deze goede kennis van het Engels is al van in het Secundair Onderwijs duidelijk. Het Europees vreemdetalenonderzoek heeft aangetoond dat Vlaamse leerlingen uit het vierde jaar goed scoren voor lezen, luisteren en schrijven. Telkens belanden de Vlaamse leerlingen in de top drie van de participerende landen. Verder hebben Kameli (2013) en Papadopoulou (2007) aangetoond dat woordenschat een goede indicator is voor lezen en schrijven.

2.7 Conclusie

Er is al heel wat onderzoek verricht naar het ERK en Dialang. Beide worden vaak gebruikt in het domein van het vreemdetalenonderwijs. De zes ERK-niveaus worden vaak als basis gebruikt bij de ontwikkeling van taaltesten en bij de beoordeling van taalvaardigheid. Zowel het ERK als Dialang hebben voordelen maar men moet zich ervan bewust zijn dat er ook heel wat terechte kritiek geuit is op deze twee werken. Zoals aangegeven in 2.3.11 hebben onderzoekers een eerste stap gezet naar de verbetering van het ERK door te zoeken naar mogelijke oplossingen. Het is wel duidelijk dat nog heel wat onderzoek moet gebeuren, waarbij de verschillende punten van kritiek in acht worden genomen. We hebben aangetoond dat er recent heel wat onderzoek is verricht naar de taalvaardigheid Engels en dat de niveaus die men hanteert vaak de ERK-niveaus zijn. Vele van deze studies vergelijken de taalvaardigheid Engels tussen verschillende landen. Een belangrijk gevolg daarvan is dat overheden maatregelen nemen om hun vreemde talenonderwijs te reguleren en te verbeteren.

Hoewel er heel wat kritiek geuit is op Dialang, hebben we er toch voor gekozen dit programma te gebruiken als meetinstrument voor ons onderzoek. De redenen hiervoor leest u in Hoofdstuk 4, Opzet en uitvoering van het onderzoek.

55 3. Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen

3.1 Onderzoeksdoel

Deze studie is samen met die van Valerie Van den Broeck een onderzoek naar de taalvaardigheid Engels van de studenten uit Toegepaste Taalkunde (TT) en de Master Meertalige Communicatie (MMC) uit de KU Leuven Campus Brussel en van de studenten Office management (OM) en Bedrijfsmanagement Marketing en Logistiek (BMma/lo) uit de Hogeschool Universiteit Brussel. Het gebruikte meetinstrument is de diagnostische test Dialang die gebaseerd is op het Europees Referentiekader. Zowel Dialang als het ERK werden reeds in de literatuurstudie beschreven. Voor dit onderzoek focussen we ons vooral op het meten van het ERK-niveau van de studenten voor de verschillende taalvaardigheden (lezen, luisteren, schrijven, woordenschat en taalstructuren). Daarnaast onderzoeken we ook enkele factoren die mogelijk een invloed hebben op deze taalvaardigheid. Verder gaan we na of de studenten de eindtermen halen die opgelegd zijn door de KUL/HUB en tot slot, vergelijken we de taalvaardigheid Engels met die van Frans, Spaans en Duits, die eerder werden onderzocht in andere meesterproeven.

Deze thesis is wetenschappelijk relevant omdat een studie naar de taalvaardigheid Engels via Dialang van studenten uit de hogeschool en universiteit voor de eerste keer wordt uitgevoerd. Verder is het onderzoek maatschappelijk relevant omdat de deelnemende studenten een idee krijgen van hun taalvaardigheid Engels. Dialang geeft namelijk per vaardigheid een score aan, uitgedrukt in een ERK-niveau. Voor veel studenten was deze testafname een manier om in contact te komen met Dialang en het ERK, die beide belangrijke taalonafhankelijke Europese instrumenten zijn. Verder is deze thesis ook relevant voor de betrokken docenten Engels. Zij kregen een overzicht van de sterke en zwakke punten van hun deelnemende studenten alsook een overzicht over het gemiddelde van hun klas. Daarnaast bleek op het BELTA-congres van 22 maart 2014, een congres in het teken van Engels en didactiek, waar de eerste resultaten van deze studie werden voorgesteld, dat de studie ook belangstelling opwekte bij andere docenten Engels. (Powerpoint in Bijlage 3). Er volgt in de komende maanden een publicatie in De Taalsector. Als laatste is deze studie mogelijk interessant voor curriculumontwikkelaars. Uit de resultaten kunnen zij afleiden welke vaardigheden minder goed gekend zijn en waarop dus meer gefocust moet worden. Ook kunnen ze concluderen of de studenten de eindtermen halen die ze hebben bepaald.

56 De meesterproef past uitstekend in het kader van de Master Meertalige Communicatie aangezien taalbeheersing een belangrijke pijler is in de bachelorjaren.

De uitgevoerde analyse is van exploratieve aard, wat wil zeggen dat de samenhang van de variabelen werd onderzocht.

De onderzoeksdoelen van deze studie zijn grotendeels gebaseerd op de studies van Nobile (2011), Schut (2011), Konanowicz (2012) en Van Maldergem (2012). Het laatste onderzoeksdoel is nieuw omdat er meer studies bestaan naar de taalvaardigheid Engels dan naar andere Europese talen.

Doelstellingen:

1. Inzicht krijgen in de taalvaardigheid Engels (lezen, luisteren, schrijven, woordenschat en taalstructuren) van de studenten Toegepaste Taalkunde, Office Management en Bedrijfsmanagement Marketing en Logistiek aan de KUL en HUB-KAHO op basis van Dialang.

2. Kennis vergaren over het Europees Referentiekader en Dialang.

3. Verklaringen zoeken voor de taalvaardigheid Engels door de factoren te onderzoeken die de taalvaardigheid kunnen beïnvloeden.

4. De resultaten in Dialang vergelijken met het examengemiddelde Engels.

5. De resultaten in Dialang vergelijken met de ERK-niveaus vermeld in het ZER-rapport van de KUL en HUB-KAHO.

6. Vergelijken van vorige studies naar de taalvaardigheid Engels met onze studie.

De onderzoeksvragen zijn grotendeels gebaseerd op het werk van Van Maldergem (2012). Enkele vragen werden echter aangepast of achterwege gelaten vanwege de insignificante resultaten.

In tegenstelling tot de vorige studies, beschikken we over een vrij grote groep schakelstudenten Engels (n= 27) en onderzoeken we of er een significant verschil is tussen de studenten uit het derde jaar TT en de schakelstudenten9. Ook kan voor het eerst in de

9

Schakelstudenten zijn studenten die als vooropleiding een professionele bachelor hebben gevolgd. Zij dienen eerst een schakelprogramma te volgen vooraleer ze mogen beginnen aan de master. Dit schakelprogramma loopt voor Engels grotendeels samen met het derde jaar TT.

57 professionele bachelors het verband onderzocht worden tussen de diploma’s ASO, TSO en BSO en de taalvaardigheid Engels. De eindcompetenties liggen voor ASO hoger dan voor TSO en BSO (zie hoofdstuk 1).We gaan ervan uit dat ASO-studenten de eindcompetenties vastgesteld door de Vlaamse Overheid halen en dat ze dus hoger scoren in Dialang dan de niet-ASO-studenten.

Uit het ESLC-onderzoek is gebleken dat de thuistaal een invloed heeft op de taalvaardigheid Engels en Frans. Engelstaligen en Nederlandstaligen scoren het best voor Engels. Franstaligen of tweetaligen waarvan één moedertaal Frans is, scoren het best op Frans. Leerlingen die noch het Nederlands, noch het Frans als moedertaal hebben, scoren significant lager voor alle vaardigheden. In dit onderzoek zetten we moedertaalsprekers Nederlands tegenover niet- moedertaalsprekers Nederlands en onderzoeken we ook het resultaat van de Franstaligen, omdat ze een belangrijke subgroep in de professionele bachelors zijn.

Omdat de professionele bachelors 35.77% anderstaligen hebben tegenover de 9,58% in Toegepaste Taalkunde was het nu ook mogelijk om de invloed van de moedertaal op de taalvaardigheid Engels te meten.

In deze meesterproef wordt de academische opleiding Toegepaste Taalkunde vergeleken met de professionele opleidingen Office Management en Bedrijfsmanagement Marketing en Logistiek. De vergelijking tussen TT en OM wordt gerechtvaardigd door het feit dat beide richtingen zich sterk focussen op talen en dat OM na een schakeljaar mag verder studeren in de Master Vertaler, Meertalige Communicatie en Tolken. De vergelijking met BM/MA en BM/LO is te rechtvaardigen vanuit de optiek dat deze richtingen na een schakeljaar mogen doorstromen tot de Master Meertalige Communicatie. Vanaf september 2014 zal het voor de afstudeerrichting Logistiek niet meer mogelijk zijn om door te stromen naar het schakeljaar voor MMC. Hieronder bevindt zich een tabel met het aantal uren Engels per jaar en per opleiding. Aantal uur Engels TT OM BM/MA BM/LO Eerste jaar 156 100 52 52 Tweede jaar 156 102 52 48

58

Derde jaar 130 54 32 22

Totaal 442 256 136 122

Tabel 1: Antal uur Engels per jaar en per opleiding

Voor elke vraag wordt eerst het gemiddelde van alle testen samen weergegeven en nadien het gemiddelde voor elke vaardigheid apart. Een gemiddelde eindscore berekenen gaat in tegen de geest van het ERK, die stelt dat een taalleerder niet op alle vaardigheden hetzelfde niveau moet scoren. Een taalleerder kan bijvoorbeeld niveau B1 hebben voor lezen maar niveau A1 voor luisteren. Het was echter nodig een algemeen Dialang-gemiddelde te berekenen aangezien er noch in TT, noch voor de professionele bachelors eindtermen worden opgelegd per vaardigheid. Bovendien wilden we de correlatie tussen de taalexamens op school en de Dialang-resultaten berekenen.

Gemiddeldes werden berekend door middel van een formule in SPSS. De cijfers werden afgerond op twee cijfers na de komma. Om een algemeen ERK-niveau aan een student toe te kennen, hebben we alle aparte vaardigheden herleid naar 1, 2, 3, 4, 5 of 6. De gemiddelde eindscores, bv. 4,60 of 4,25 werden dan nog eens herleid naar 4 of niveau B2. Op die manier evalueert ook Dialang elke vaardigheid: een student verhoogt pas van ERK-niveau als hij alle vragen van het vorige niveau + 1 juist beantwoordt. De test maakt geen onderscheid tussen studenten die net B2 halen en zij die net geen C1 halen. Dit wordt verder besproken in Hoofdstuk 4.

3.2 Onderzoeksvragen

3.2.1 Wat is het gemiddelde van de objectieve taalvaardigheidsniveaus Engels van TT1,