• No results found

DEEL 2 Integriteit

7. Beleving overheidsmedewerkers

7.2 Werkhouding, moreel bewustzijn

Overheidsmedewerkers oordelen positief over moreel bewustzijn collega’s

De geënquêteerde medewerkers in het openbaar bestuur is gevraagd hun mening te geven over het moreel bewustzijn van hun collega’s. Ongeveer zeven op de tien overheidsmedewerkers is van mening dat collega’s met oog voor consequenties van hun gedrag voor anderen handelen. Daarnaast geeft driekwart aan dat collega’s in staat zijn om de gevolgen van hun handelen te overzien. Ook is men positief over de hulp en ondersteuning die men kan vragen en ontvangt. Over het algemeen zijn getuigen van niet-integer gedrag minder positief over deze aspecten dan niet-getuigen.

Tabel 7.3

Stellingen over moreel bewustzijn (% (helemaal) mee eens)39 RIJK

(N=1.184) GEMEENTE

(N=1.052) PROVINCIE

(N=278) WATERSCHAP

(N=242) TOTAAL (N=2.756) Collega’s handelen met voorzorg en met oog voor

consequenties van hun gedrag voor anderen 74% 69% 74% 71% 72%

Collega’s zijn goed in staat om de gevolgen van hun

handelen te overzien 80% 73% 76% 72% 76%

Kan collega’s om hulp vragen als dat nodig is 94% 92% 93% 93% 93%

Krijgt voldoende ondersteuning van collega’s 84% 82% 85% 85% 83%

Figuur 7.2

Moreel bewustzijn (% (helemaal) mee eens) naar getuigenis van niet-integer gedrag (n=2.756)

39 Deze stellingen zijn niet in 2012 en 2014 voorgelegd.

60%

64%

89%

75%

84%

87%

96%

91%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Collega’s handelen met voorzorg en met oog voor consequenties van hun gedrag voor anderen collega’s zijn goed in staat om de gevolgen van hun

handelen te overzien

kan collega’s om hulp vragen als dat nodig is

Krijgt voldoende ondersteuning van collega’s

Getuige niet-integer gedrag Niet-getuige

MONITOR INTEGRITEIT EN VEILIGHEID OPENBAAR BESTUUR 2016 Beleving overheidsmedewerkers 77

Overheidsmedewerkers positief over inzet en eerlijkheid van collega’s, maar zijn minder te spreken over mate waarin deze verantwoordelijkheid nemen voor fouten

De overgrote meerderheid (86 procent) vindt dat collega’s zich inzetten om de taken zo goed mogelijk uit te voeren. Ook vertrouwt men erop dat hun collega’s de waarheid spreken. Net iets meer dan de helft geeft aan dat collega’s hun fouten erkennen en hiervoor de verantwoordelijkheid nemen. Bijna de helft is hier dus niet van overtuigd.

Voor alle drie de bevraagde aspecten geldt dat medewerkers die het niet naleven van regels hebben waargenomen bij collega’s minder positief zijn over de werkhouding.

Tabel 7.4

Integere werkhouding (% (helemaal) mee eens)

RIJK

(N=1.184) GEMEENTE

(N=1.052) PROVINCIE

(N=278) WATERSCHAP

(N=242) TOTAAL (N=2.756) Collega’s zetten zich in om taken zo goed mogelijk

uit te voeren 89% 83% 90% 89% 86%

Collega’s zijn eerlijk/oprecht en je kan erop

vertrouwen dat ze waarheid spreken 73% 65% 70% 67% 69%

Collega’s erkennen fouten en nemen hier

verantwoordelijkheid voor 61% 53% 52% 49% 56%

Figuur 7.3

Integere werkhouding (% (helemaal) mee eens) (n=2.756)

78%

55%

40%

93%

81%

70%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

collega’s zetten zich in om taken zo goed mogelijk uit te voeren

collega’s zijn eerlijk/oprecht en je kan erop vertrouwen dat ze waarheid spreken

collega’s erkennen fouten en nemen hier verantwoordelijkheid voor

Getuige niet-integer gedrag Niet-getuige

MONITOR INTEGRITEIT EN VEILIGHEID OPENBAAR BESTUUR 2016 Beleving overheidsmedewerkers 78

De meerderheid oordeelt positief over aspecten van leiderschap

Over het algemeen zijn medewerkers positief over hun leidinggevende als het gaat om aspecten van leiderschap. Zij geven het vaakst aan dat hun leidinggevende eerlijkheid en integriteit ziet als persoonlijke waarde (73 procent), tegen het gebruik van onethische praktijken om resultaten te verhogen is (72 procent) en medewerkers verantwoordelijk houdt voor ethisch gedrag (68 procent).

Slechts een derde van de medewerkers heeft het gevoel dat de leidinggevende de behoeften van anderen boven het eigen belang plaatst. Getuigen van niet-integer gedrag zijn minder positief over de directe leidinggevende dan niet getuigen. Getuigen van niet-integer gedrag ervaren minder ethisch leiderschap.

Figuur 7.4

Cultuur en leiderschap binnen de organisatie (% (helemaal) mee eens) (n=2.756) Mijn directe leidinggevende...

ziet eerlijkheid en integriteit als belangrijke persoonlijke waarden

is tegen het gebruik van onethische praktijken om resultaten/performance te verhogen houdt werknemers verantwoordelijk voor het

vasthouden aan ethische en morele waarden tijdens hun werk

is eerlijk/oprecht en je kan erop vertrouwen dat hij/zij de waarheid spreekt staat er op te doen wat eerlijk en ethisch is,

ook wanneer dit niet gemakkelijk is erkent fouten en neemt hier

verantwoordelijkheid voor vertoont ethisch voorbeeldgedrag door middel

van zijn/haar acties en beslissingen laat zien veel waarde te hechten aan ethische

en morele waarden

is zo eerlijk en objectief mogelijk in het beoordelen van de performance van werknemers en bij het toekennen van…

plaatst de behoeften van anderen boven eigen belang

Getuige niet-integer gedrag Niet-getuige

Totaal

MONITOR INTEGRITEIT EN VEILIGHEID OPENBAAR BESTUUR 2016 Beleving overheidsmedewerkers 79

Volgens medewerkers is er grote bekendheid met integriteitsbeleid

Acht op de tien medewerkers zeggen bekend te zijn met regelingen, gedragscodes en maatregelen en deze ook toe te passen in het werk op het gebied van integriteit. Men schat zichzelf op dit punt beter in dan hun collega’s. We zien op dit punt nauwelijks verschillen tussen de bestuurslagen. Wel maakt het uit of iemand getuige is geweest van niet-integer gedrag. Getuigen zijn minder positief over de bekendheid en toepassing van regels door collega’s.

Tabel 7.5

Bekendheid met integriteitsbeleid (% (helemaal) mee eens) RIJK

(N=1.184) GEMEENTE

(N=1.052) PROVINCIE

(N=278) WATERSCHAP

(N=242) TOTAAL (N=2.756) Is zelf bekend met aanwezige regelingen,

gedragscodes en maatregelen en past deze toe in

het werk 83% 82% 81% 86% 83%

Collega’s zijn bekend met aanwezige regelingen, gedragscodes en maatregelen en passen deze toe in

het werk 74% 71% 74% 74% 73%

Figuur 7.5

Bekendheid met integriteitsbeleid (% (helemaal) mee eens) (n=2.756)

Verdieping: codes worden heel wisselend uitgedragen in de organisatie Uit het verdiepende onderzoek blijkt dat integriteitsbeleid heel wisselend door organisaties wordt uitgedragen. In sommige gevallen heeft het beleid een statisch karakter en houdt het niet veel meer in dat ergens op intranet een (oude) gedragscodes te vinden is. In andere organisaties wordt het

integriteitsbeleid proactief uitgedragen onder andere in teamvergaderingen en door middel van aparte communicatiedocumenten. Verschillende geïnterviewden wijzen erop dat met name het commitment van de top van de organisatie van invloed is op de mate waarin het onderwerp wordt uitgedragen.

82%

61%

84%

82%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Is zelf bekend met aanwezige regelingen, gedragscodes en maatregelen en past deze toe in

het werk

collega’s zijn bekend met aanwezige regelingen, gedragscodes en maatregelen en passen deze toe in

het werk

Getuige niet-integer gedrag Niet-getuige

MONITOR INTEGRITEIT EN VEILIGHEID OPENBAAR BESTUUR 2016 Beleving overheidsmedewerkers 80

7.3 Samenvatting

Op de vraag aan medewerkers in het openbaar bestuur of ze wel eens integriteitsschendingen zien bij collega’s, antwoordt ongeveer een vijfde dat ze wel eens zien (of menen te zien) dat collega’s misbruik van vertrouwelijke informatie en oneerlijk gebruik maken van personeelsregelingen. Een even grote groep meent dat collega’s zich wel eens schuldig maken aan belangenverstrengeling. Hoewel een één op één vergelijking met 2012 niet mogelijk is, duiden de cijfers op een afname.

De geïnterviewde portefeuillehouders zien binnen hun eigen organisaties geen duidelijke trend. Ze baseren zich op registraties van incidenten en die aantallen waren en zijn erg laag. Wel zien zij twee ontwikkelingen die het risico op integriteitsschendingen vergroten. Door de groeiende mogelijkheden voor thuiswerken is het makkelijker om integriteit te schenden zonder dat het zichtbaar is voor anderen. En gemeenten krijgen door de decentralisaties met steeds meer (nieuwe) gevoelige processen te maken.

Toch zien zij zelf geen afname van het aantal schendingen in hun eigen organisatie. Dit kan verklaard worden doordat zij alleen de meldingen van (mogelijke) schendingen zien. Ook is er de afgelopen jaren steeds meer aandacht voor het onderwerp (en niet alleen op het werk, ook voor wat de medewerkers thuis doen) en zijn de normen aangescherpt. Daarnaast geven de portefeuillehouders aan dat het aantal schendingen altijd al erg laag was.

De organisatieprocessen die als het meest kwetsbaar worden gezien zijn inkoop en aanbesteding en het omgaan met vertrouwelijke informatie. Dit betekent in de praktijk dat er voor deze processen ook meer (beveiligings)maatregelen worden getroffen om de risico’s in te perken.

Over het algemeen vindt men dat de collega’s en de leidinggevende zich bewust zijn van integer gedrag en daar naar handelen. Ook is de bekendheid met de regelingen, gedragscodes en maatregelen en de mate waarin men deze ook toepast in het werk op het gebied van integriteit naar eigen zeggen groot.

MONITOR INTEGRITEIT EN VEILIGHEID OPENBAAR BESTUUR 2016 Beleving integriteit politieke ambtsdragers 81

HOOFDSTUK

Beleving integriteit politieke ambtsdragers

8

MONITOR INTEGRITEIT EN VEILIGHEID OPENBAAR BESTUUR 2016 Beleving integriteit politieke ambtsdragers 82