• No results found

wachtlijsten voor sociale woningen, en een kwart van de Leuvenaars besteedt een te groot deel van zijn

inkomen aan wonen.

Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse

Bijna helft Leuvense huishoudens bestaat uit alleenstaanden

Om de woningbehoefte in kaart te brengen moeten we eerst een zicht krijgen op het aantal huis-houdens in Leuven.

In 2007 telde Leuven nog 45.415 huishoudens, in 2017 waren dat er al 49.646, een toename van bijna 9%. Sinds 2010 blijft de huis-houdensgrootte met gemiddeld 2,03 personen vrij stabiel. In 2017 waren er 23.671 alleenstaanden in Leuven, bijna de helft (47,9%) van alle huishoudens1.

De helft van de alleenstaanden woont in deelgemeente Leuven.

Een deel van hen zijn in Leuven gedomicilieerde, voornamelijk buitenlandse studenten.

Zie ook hoofd-stuk Demografie, p. 22

28 29 Niet in de cijfers opgenomen zijn de zowat 35.000 Belgische,

niet-ge-domicilieerde kotstudenten. Zij wonen doorgaans in kamers en studio’s en hebben een grote impact op de woningmarkt.

Alleenstaanden per statistische sector in 20172

20,4% van de huishoudens bestaat uit tweeoudergezinnen met kind(eren), 6,5% uit alleenstaande ouders met kind(eren), en 22,3%

uit koppels zonder kinderen.

Minder eengezinswoningen, meer studio’s en kamers

In 2012 waren er 81.000 wooneenheden in Leuven, in 2018 87.317, een toename van 7,8%3. In 2017 bestond 29% van de wooneenheden uit grondgebonden eengezinswoningen, 27% uit appartementen en de overige 44% uit kamers en studio’s. Het aandeel appartementen bleef de laatste jaren ongeveer gelijk, het aandeel grondgebonden eenge-zinswoningen is afgenomen, en het aandeel studio’s en kamers toe-genomen. In 2012 was nog 35% van het totale aantal woningen een grondgebonden eengezinswoning.

De verspreiding van de woningtypes over de deelgemeentes maakt de invloed van de onderwijsinstellingen duidelijk merkbaar. In deelge-meente Leuven bestaat maar 10% van de wooneenheden uit grondge-bonden eengezinswoningen (in 2012 was dat nog 13%). 67% bestaat uit kamers of studio’s. Dat wijst op een verregaande opdeling van panden in deelgemeente Leuven.

In Heverlee, waar universiteitscampus Arenberg en Gasthuisberg gelegen zijn, maken kamers en studio’s ruim een derde van de woon-eenheden uit. In Wijgmaal (5%), Wilsele (5%) en Kessel-Lo (10%) zijn er opmerkelijk minder kamers en studio’s.

Alleenstaanden wonen meestal in appartement of eengezinswoning

In 2017 woonden de meeste van de 23.671 Leuvense alleenstaanden (47,9% van alle huishoudens) in een appartement (37%) of een grond-gebonden eengezinswoning (25%). 18% betrok een kamer, 14% een studio. Het percentage alleenstaanden dat in een grondgebonden eengezinswoning woont, neemt overigens af. In 2012 was het nog 28%, in 2018 was het gedaald tot 25%.

Hoe ouder de alleenstaande, hoe meer kans dat hij of zij in een grond-gebonden eengezinswoning woont. Bij de 60-plussers is het ongeveer 44% - in 2012 was dat nog 49%. Het grootste deel van de overblijvende alleenstaande 60-plussers woont in een appartement. 60-plussers wonen slechts heel uitzonderlijk in een studio.

In 2018 werd ruim 25% van alle Leuvense grondgebonden eengezins-woningen bewoond door alleenstaanden. In deelgemeente Leuven stijgt dat tot 30%.

WONEN Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse

Een grond-gebonden gezinswoning is een niet-gesta-pelde woning op een eigen perceel, met een eigen voordeur die toegankelijk is vanuit het publiek domein.

GE EN ALLE ENST AANDE N MIND E R DAN 1 00

Gezinnen met kinderen wonen meestal in een eengezinswoning

20,4% van de Leuvense huishoudens bestaat uit tweeoudergezinnen met kind(eren).

62% van de gezinnen met één kind woont in een grondgebonden een-gezinswoning, 31% in een appartement.

In deelgemeente Leuven wordt die volgorde omgedraaid: bijna de helft van de gezinnen met één kind woont in een appartement, één op de drie betrekt een grondgebonden eengezinswoning.

Van de gezinnen met meerdere kinderen woont 78% in een grondge-bonden eengezinswoning en 17% in een appartement. Hoe meer kind-eren een gezin telt, hoe kleiner de kans dat het in een appartement woont.

WONEN Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse

Zie ook hoofd-stuk Demografie, p. 22

Eenoudergezinnen en co-ouderschap

Eenoudergezinnen wonen minder vaak in een grondgebonden eenge-zinswoning en vaker in een appartement dan koppels met kinderen.

Op basis van het bevolkingsregister is het echter niet mogelijk om een exacte inschatting te maken van het aantal eenoudergezinnen in Leuven.

Dat geldt ook voor nieuw samengestelde gezinnen. Kinderen in co-ou-derschap wonen in theorie bij de ene ouder bij wie ze gedomicilieerd zijn. In de praktijk wisselen ze af tussen de ouders. Beide ouders heb-ben dus nood aan een betaalbare woning met meerdere slaapkamers.

In 43% van de wooneenheden is niemand gedomicilieerd

Van de 87.317 wooneenheden die Leuven in 2018 telde, waren er bijna 38.000 (43%) waar niemand gedomicilieerd was: 57% van de studio’s, 32% van de appartementen en 8% van de eengezinswoningen. Uiter-aard heeft dat vooral te maken met de vele binnenlandse studenten in Leuven. Die mogen zich niet domiciliëren, maar hebben wel een grote impact op het woningbestand in Leuven. In 82% van de 26.461 kamers4 is niemand gedomicilieerd.

Niet alle wooneenheden waar niemand gedomicilieerd is, worden ove-rigens door studenten betrokken.

Woningtypes zoals opgenomen in het Geografisch Informatiesysteem van stad Leuven (2018)

Aantal wooneenheden

Aandeel wooneenheden zonder domicilie

Grondgebonden gezinswoning 25.325 8%

Appartement 23.533 32%

Studio 9.197 57%

Kamer 26.461 82%

Kamer, studio of duplex 2.801 44%

Totaal 87.317 43%

32 33 Leegstand, ongeschikt en onbewoonbaar

In 2018 werden 307 woongelegenheden op het leegstandsregister van de stad Leuven ingeschreven, ongeveer hetzelfde aantal als in 2017. De eigenaars of houders van het zakelijk recht moeten een heffing betalen als hun woongelegenheid in het register wordt opgenomen.

Evolutie van het aantal leegstaande woongelegenheden in Leuven5

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Woongelegenheden 334 299 224 181 163 265 329 308 307

Eveneens in 2018 werden 705 woongelegenheden in Leuven onge-schikt en onbewoonbaar verklaard, een toename van 33% ten opzichte van 2017. De verklaring ligt waarschijnlijk in de ontvoogding op het vlak van woonkwaliteit: sinds september 2017 kan de stad zonder advies van het Vlaams Gewest zelf woningen ongeschikt en onbewoonbaar verklaren6.

Evolutie van het aantal ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woongelegenheden7

31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018

Adressen 114 109 123 147

Woongelegenheden 457 508 530 705

Sociaal wonen: de wachtlijsten groeien

Leuven telde eind 2017 circa 3.400 sociale huurwoningen, 1.005 sociale koopwoningen en 26 sociale kavels.

In Leuven zijn vier maatschappijen actief op het gebied van sociale huis vesting: Dijledal, SWAL, Volkswoningbouw en sociaal verhuurkantoor SPIT.

Aantal sociale huurwoningen in Leuven in 20178

  Appartementen Huizen Totaal

Dijledal 2.335 754 3.089

SWAL 19 153 172

Volkswoningbouw 0 23 23

Sociaal verhuurkantoor SPIT 120 120

Totaal sociale huurwoningen     3.404

Het aantal Leuvense kandidaat-huurders op de wachtlijst bij Dijledal9 is gestegen van 2.460 in 2007 naar 4.019 in 2017. Dat is bijna een ver-dubbeling in 10 jaar tijd. Door grote renovatieprojecten moeten 685 bewoners elders een onderkomen krijgen, wat een langere wachttijd betekent voor externe kandidaten.

In 2017 meldden zich bij SWAL10 1.213 kandidaat-huurders aan. Let wel, dat cijfer heeft betrekking op het volledige arrondissement Leuven.

Naast de huurwoningen zorgde SWAL in de loop der jaren ook voor 1.005 koopwoningen en 26 kavels op Leuvens grondgebied.

Sociaal Verhuurkantoor SPIT11 heeft een werkingsgebied van 14 gemeenten, waarvan Leuven er één is. Het had eind 2017 237 hoofd-huurcontracten afgesloten, waarvan 120 in Leuven. Voor elk pand dat SVK SPIT in zijn patrimonium heeft, staan er 8,17 gezinnen of alleen-staanden op de wachtlijst. Die cijfers gelden voor het hele werkings-gebied, dus niet alleen voor Leuven12.

WONEN Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse

Budgetwoningen: stads- en starterswoningen

Voor (jonge) mensen die te veel verdienen voor een sociale woning en te weinig voor een woning op de vrije markt brengt AGSL (Autonoom Gemeentebedrijf Stad Leuven) stadswoningen13 en starterswoningen14 op de markt.

Stadswoningen zijn koopwoningen of -appartementen. Kandidaat- kopers moeten tot een bepaalde doelgroep behoren (bijvoorbeeld jonge gezinnen), hun inkomen mag niet boven een bepaalde grens uitkomen en ze moeten zich voor langere tijd in Leuven willen vesti-gen. Voldoen ze aan die voorwaarden, dan krijgen ze een korting op de marktprijs. Het AGSL heeft al 139 stadswoningen gerealiseerd.

Het AGSL heeft ook huurwoningen of -appartementen voor starters.

Alleenstaanden of gezinnen van wie het inkomen onder een bepaalde grens blijft, kunnen zo’n starterswoning huren tegen marktconforme prijzen. Als ze zich ten laatste drie jaar na de huurperiode definitief in Leuven vestigen (een woning kopen of bouwen), krijgen ze een deel van de huurprijs terug. De voorbije jaren heeft het AGSL 14 starterswo-ningen gerealiseerd, in de loop van 2019 zullen het er 36 worden.

Vraag naar meer woonwagenterreinen in de ruime regio

Momenteel heeft Leuven enkel een residentieel terrein. Er kunnen een 30-tal gezinnen wonen, wat neerkomt op ongeveer 120 mensen.

Het is er echter overbevolkt doordat te veel bezoekers hun woonwa-gen mee op het terrein van hun ouders of familieleden plaatsen. Er is in de ruime regio van Leuven een vraag naar meer terreinen voor woon-wagens15.

Bijna de helft van de Leuvense woningen wordt verhuurd

Van alle woningen in Leuven (exclusief kamers) wordt 48,1%16 verhuurd.

Dat is bijna dubbel zoveel als het percentage huurwoningen in het Vlaams Gewest (24,4%).

Het percentage huurwoningen is het hoogst in deelgemeente Leuven (70,8%) en het laagst in deelgemeentes Wilsele (23,3%) en Wijgmaal (19,6%).

Duurste centrumstad voor woonhuizen, maar niet voor appartementen

Van alle centrumsteden heeft Leuven de duurste woonhuizen. Maar als we kijken naar alle Belgische gemeentes, dan komt Leuven niet eens voor in de top 2017. Die wordt voornamelijk bezet door Brusselse gemeentes en randgemeentes18.

Gemiddelde verkoopprijs van een appartement en woonhuis in Leuven

In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs voor een appartement in Vlaan-deren € 227.840. Voor de 13 centrumsteden was dat € 213.065. De gemiddelde prijs was het hoogst in Roeselare (€ 269.858). Het minst betaalde je in Sint-Niklaas (€ 184.372), Turnhout (€ 194.329), en Oos-tende (€ 195.709). Leuven was met € 228.897 de vijfde duurste cen-trumstad voor appartementen, na Roeselare, Brugge, Gent en Aalst.

In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs voor een woonhuis in Vlaanderen

€ 228.467. In Leuven was dat bijna € 333.000. Het is daarmee de duur-ste stad voor woonhuizen. In de tweede duurduur-ste stad Gent, betaalde je gemiddeld zowat € 259.000, dat is ruim 70.000 euro minder. In Kortrijk (€ 182.644), Roeselare (€ 196.619) en Aalst (€ 197.115) kosten woonhuizen het minst.

Ten opzichte van 2006 waren de prijzen voor appartementen en woon-huizen in 2016 met ongeveer 50% gestegen. Dat gold zowel voor heel Vlaanderen als voor de 13 centrumsteden. In Gent, Roeselare, Mechelen en Leuven bedroeg de stijging meer dan 50%. In Leuven stegen de prij-zen voor appartementen met 55%, de prijprij-zen voor woningen met 53%.

WONEN Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse

Een residentieel terrein is een terrein waar woonwagen-bewoners vast verblijven.

2006 2012 2018

EURO

36 37 Huurders, alleenstaanden en min-35-jarigen

hebben hoogste woonquote

De woonquote is het percentage van het inkomen dat aan woonlasten besteed wordt. Een woonquote die groter is dan 30% wordt als proble-matisch beschouwd, in het bijzonder voor de lagere inkomens.

Uit de Stadsmonitor blijkt dat in 2017 in de 13 centrumsteden gemid-deld 19% van het gezinsinkomen aan wonen besteed werd. Dat cijfer ligt hoger dan het Vlaamse gemiddelde (15%). In Antwerpen, Gent en Leuven bedroeg de gemiddelde woonquote 20% of meer. De laagste scores vinden we terug in Kortrijk, Roeselare, Aalst en Genk (15%).

23% van de inwoners uit de 13 centrumsteden had een woonquote van meer dan 30%. Alleen in Antwerpen (29%) en Leuven (25%) was dat percentage hoger dan het gemiddelde van de 13 centrumsteden.

De laagste percentages vinden we opnieuw in Kortrijk en Roeselare (beide 16%).

Woonquote van huurders en woningeigenaars

Uit de tabellen blijkt dat 13% van de eigenaars een woonquote van 30%

of hoger hebben. Bij huurders is dat 46%.

Dit is geen Leuvens fenomeen. De percentages komen overeen met die van het Vlaams Gewest.

Het aandeel inwoners per wijkzorggebied met een woonquote van minstens 30%, in 201719

Een woonquote van meer dan 30% vinden we het vaakst bij alleen-staanden zonder kinderen (43%), gevolgd door alleenstaande ouders met kinderen (35%). Dat zijn ook belangrijke risicogroepen voor armoede.

Woonquote van meer dan 30% naar gezinssamenstelling, in 201720

Als we opsplitsen per leeftijdscategorie, komt een woonquote van 30%

of meer het vaakst voor bij mensen onder de 3521.

Woonquote van meer dan 30% naar leeftijd, in 201722

WONEN Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse

Huurders Eigenaars

≤ 30% > 30% ≤ 30% > 30%

Leuven 54% 46% 87% 13%

Vlaams Gewest 53% 47% 88% 12%

LEUVEN CENTRUM

13 CENTRUM- STEDEN 23

35-54 JAAR 55+ TOTAAL

36

GROEN

Groen Groen draagt bij aan een leefbare stad, heeft een