• No results found

3. Methodologie

3.2 Waarderend onderzoek gebaseerd op positieve psychologie

Als onderdeel binnen kwalitatief onderzoek is er gekozen voor waarderend onderzoek. Het is zo dat dit de ondertoon zal vormen doorheen het hele onderzoek.

Whitney en Trosten-Bloom (2010) vertellen dat waarderend onderzoek de studie is van wat het leven geeft aan mensen wanneer ze op hun best functioneren. Vragen en dialoog omtrent sterktes, successen, waarden, hoop en dromen zijn op zich al een aanleiding tot verandering en transformatie. Mensen benaderen vanuit waardering, door het uiten van bevestiging en appreciatie, zal mensen sneller tot verandering brengen. Er zijn enkele overtuigingen die de uitgangspunten vormen van waarderend onderzoek en deze is daar één van: mensen (als individu en in groep) beschikken over unieke talenten, vaardigheden en bijdrages tot het leven (Whitney & Trosten-Bloom, 2010). De methodiek van Portraiture sluit mooi aan bij het opzet van waarderend onderzoek. Het is namelijk zo dat waarderend onderzoek een visie is die zich wil verzetten tegen de onderzoeken die vooral pathologieën wil documenteren en oplossingen voorstellen om tekorten weg te werken.

Als je dit doet, kom je terecht in wat Dewulf (2009) gap-denken noemt. Wat moeten we doen om de kloof met anderen te dichten?

Er zijn inderdaad reeds veel onderzoeken verschenen over IQ-gericht werken, competentiegericht werken of disempowerend onderzoek. Waarderend onderzoek (Appreciative Inquiry), gegrond in de stroming van de positieve psychologie, wil weg van de nadruk op het deficitdenken of op de probleemgerichte aanpak (Cooperrider & Godwin, 2011 ; Tjepkema, z.j.). Het is net gericht op het bevorderen van groei. In het deficitdenken wordt er gekeken naar welke competenties mensen nog missen en wat ze dus nog dienen te ontwikkelen. Zo krijgt men wat men competentiemanagement noemt (van Woerkom, Stienstra, Tjepkema, & Spruyt, 2011). AI is een persoonsgerichte benadering en vormt de basis van talentmanagement, hier kijkt men naar waar mensen goed in zijn, wat hun talenten zijn en hoe ze deze nog kunnen verbeteren (Tjepkema & Verheijen, 2005).

Deze waarderende benadering ontstond in 1980 dankzij David Cooperrider, toen nog student. Hij merkte tijdens een onderzoek dat het vetrekken vanuit tekorten niet werkt bij mensen, dus besloot hij van strategie te veranderen en koos voor een positieve methodiek. Hij kreeg hierbij steun van Srivastva (Bouwen, 2007). Een groot kenmerk van AI is het feit dat het focust op positieve krachten (Barrett, Fry & Wittockx, 2012 ; Seligman & Csikszentmihalyi, 2000). Cooperrider en Whitney (2005) beschrijven de waarderende benadering als het coöperatieve en constructieve zoekproces naar het beste wat er aanwezig is in mensen, in hun organisaties en in de wereld om hen heen (Wittockx, 2007). Een andere term om over waarderende benadering te spreken, is het ‘sterke punten’-

denken (Van Duppen, Neyens, Swinnen, Herygers, Michiels, & Geysen, 2008).

“We zijn ongewild terechtgekomen in een situatie waarin we de wereld bekijken door een bril van tekorten” (Barrett, Fry & Wittockx, 2012, p. 15).

AI streeft niet naar het afschaffen van probleemoplossende technieken, maar wil aantonen dat er alternatieven zijn (Barrett, Fry & Wittockx, 2012, p. 16). Als men mensen waardeert, zullen ze namelijk ook groeien, zo werkt het. Net zoals L. Dewulf (2009) stelt dat talent inherent aanwezig is bij alle mensen, zo stelt AI ook dat het positieve sowieso bestaat en enkel nog ontdekt dient te worden

(Barrett, et al., 2012). Dit is ook de bedoeling binnen dit onderzoek. De beperking naar de achtergrond verschuiven en ruim aandacht schenken aan de talenten van personen. Net daarom is deze manier van werken zo geschikt hier. AI gaat ook vooral over samen onderzoeken (Kabalt & Tjepkema, 2012), iets wat in dit onderzoek duidelijk voorop staat. Samen aan de slag gaan en zoeken naar water leeft bij jezelf en bij anderen.

AI is gestoeld op drie verschillende inspiratiebronnen. Als eerste is het gerond in de positieve psychologie die stelt dat mensen beter functioneren als er gericht wordt op het ontwikkelen van hun positieve eigenschappen en verliest daarnaast ook negatieve gevoelens niet uit het oog (Van Duppen et al., 2008).

Seligman, grondlegger van de positieve psychologie, en Csikszentmihalyi (2000) stellen ook dat er nood is aan een andere bril om onderzoek te verrichten:

Er is een explosie geweest in het onderzoek naar psychische stoornissen en de negatieve effecten van stressfactoren in het milieu, zoals echtscheiding, de dood van dierbaren en fysiek en seksueel misbruik. Beoefenaars spraken over de behandeling van psychische aandoeningen van de patiënten binnen een ziekte kader door herstellen van de schade: beschadigde gewoonten, beschadigde drijfveren, beschadigde jeugd, en beschadigde hersenen. 16( Seligman & Csikszentmihalyi, 2000, p. 6, eigen vertaling)

De speciale editie van het tijdschrift ‘American Psychologist’ gepubliceerd in januari 2000, onder leiding van Seligman en Csiksentmihalyi kan worden beschouwd als stichtende daad van de positieve psychologie, hierin gaven ze hun manier van denken weer (Bernard, Zimmermann & Favez, 2011). De bedoeling van de positieve psychologie is dan ook om een verandering in te voeren van enkel focussen op het herstellen van de ergste zaken in het leven naar ook bouwen aan positieve kwaliteiten (Seligman en Csikszentmihalyi, 2000).

Ook de American Psychological Association (APA) (www.apa.org/), waar Seligman een belangrijk ambt vervulde als president (Seligman, 2002), gaf bij het begin van de Tweede Wereldoorlog reeds mee dat er verscheidene doelstellingen te behartigen zijn:

-behandeling van psychische aandoeningen;

-mensen helpen een vervullend leven te ontwikkelen;

-mensen helpen met hun identificeren van hun sterke en natuurlijke talenten.

Deze werden echter niet meteen vervuld. De universele Verklaring van de Rechten van de Mens, aangenomen door de Verenigde Staten sinds 1948 (Amnesty International, z.j.) zorgde er voor dat er meer aandacht kwam voor de ontwikkeling van het individuele welzijn (Seligman, 2002).

Als tweede is er het oplossingsgericht werken van Shazer en Kim Berg ontwikkeld in de jaren ’70 en ’80. Men wil hierbij niet langer focussen op problemen en richten op aanwezige oplossingen ervoor (Shazer et al., 1986).

16 There has been an explosion in research on psychological disorders and the negative effects of environmental stressors, such as parental divorce, the deaths of loved ones, and physical and sexual abuse. Practitioners went about treating the mental illnesses of patients within a disease framework by repairing damage: damaged habits, damaged drives, damaged childhoods, and damaged brains. (Seligman & Csikszentmihalyi, 2000, p. 6)

Ten slotte is er de theorie van het sociaal constructivisme dat gelooft dat mensen hun (sociale) werkelijkheid construeren via interactie met elkaar en vanuit de achterliggende gedachte dat ieder persoon vertrekt vanuit een eigen subjectiviteit (Simons, 2000).

AI beschikt over zes basisprincipes, waarbij de eerste vijf voor het eerst beschreven zijn door David Cooperrider (Cooperrider & Whitney, 2005), het laatste is er specifiek aan toegevoegd door Barrett, Fry en Wittockx (2012). De principes tonen aan dat AI over een stevige theoretische basis beschikt en beschrijven op welke manier veranderen volgens AI precies werkt (Tjepkema & Verheijen, 2012). -Het constructionistisch principe: creëren van gedeelde betekeniskaders door te converseren en te handelen.

-Het poëtische principe: organisaties zien als een verhaal in wording. -Het principe van de simultaniteit: transformeren door vragen te stellen.

-Het anticiperende principe: de verbeelde toekomst als veroorzaker van het heden.

-Het positieve principe: mogelijkheden scheppen door te kijken naar wat hoop en geluk brengt. -Het narratieve principe: blijvende banden creëren door verhalen te vertellen.

(Barrett et al., 2012, p. 26-32)

Verder volgt het AI-proces een cyclus van vier fasen of activiteiten. In het Nederlands noemen we dit de cyclus van het 4V-proces: Verwonderen (discovery), verbeelden (dream), verankeren (design) en verwerkelijken (destiny) (Barrett et al., 2012, p. 36). Eerst en vooral bepaal je het onderwerp van je onderzoek, de ‘affirmative topic’ genoemd, een positieve focus dus (Tjepkema & Verheijen, 2012).

Figuur 10. Overgenomen van Ilona. (2012, 17 juni) “Verbinding vanuit kracht geeft een energieboost : Appreciative Inquiry.” [Web log post]. Geraadpleegd op http://www.iep.nu/2012/06/17/verbinding- vanuit-kracht-geeft-een-energieboost-appreciative-inquiry/