• No results found

3. Methodologie

3.4 Portraiture

Portraiture heeft zijn ontstaan te danken aan Sara Lawrence-Lightfoot (Lawrence-Lightfoot, 1986). Later werkte ze samen met samen met Hoffman-Davis aan de doelen, achtergrond en eigenschappen van de methodiek (Lawrence-Lightfoot & Hoffmann Davis, 1997). Het is een descriptieve19 onderzoeksmethode te situeren in een fenomenologische20 onderzoekstraditie (Lawrence-Lightfoot, 2005). Portraiture breekt de grenzen ervan open door de analyse en dataverzameling op hetzelfde moment uit te voeren, empirische en esthetische beschrijving samen te gebruiken en de onderzoeker expliciet te erkennen als een actieve deelnemer in het proces (Lawrence-Lightfoot & Hoffmann Davis,1997).

Deze methodologie probeert met andere woorden bruggen te bouwen tussen kunst en wetenschap. Deze twee verbinden, was revolutionair bij het ontstaan van Portraiture in de jaren ’80 (Lawrence- Lightfoot, 2005 ; Chapman, 2007). Dit is dus ook een belangrijk iets binnen het onderzoek en zal ik samen met de participanten doen aan de hand van een creatieve verwerking rond hoofdtitel, tussentitels en weergave.

Lawrence-Lightfoot en Davis (1997, p. 51) geven een mooie omschrijving van wat portretten maken precies inhoudt:

Portraiture is een methode van kwalitatief onderzoek dat de grenzen vervaagt tussen esthetiek en het empirisme in een poging de complexiteit, dynamieken en subtiliteit van de menselijke ervaring en organisatorisch leven te vatten. Portrettisten proberen de perspectieven en ervaring van de mensen die ze bestuderen op te nemen en te interpreteren, hun stemmen en visies documenteren—hun autoriteit, kennis en wijsheid. Het tekenen van het portret is geplaatst binnen een sociale en culturele context en gevormd door dialoog tussen de portrettist en het subject, elk van hen onderhandelend over het discours en vorm gevend aan het evoluerende beeld.21 (Lawrence-Lightfoot & Davis, 1997, p. 51, eigen vertaling)

Voor de uitwerking van dit onderzoek is gekozen voor de methodiek van Portraiture (Lawrence- Lightfoot & Davis, 1997). Ik heb reeds enige ervaring hiermee, aangezien ik in samenwerking met het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO) (http://www.siho.be/) een beroepsportret22 gemaakt heb in mijn eerste jaar Master voor het vak Disability Studies. Het onderzoek vertrekt vanuit wat mensen te vertellen hebben en niet vanuit wat ik als onderzoeker denk over de werking van een organisatie bijvoorbeeld. De persoonlijke betrokkenheid van Portraiture maakt dat deze methodiek hier ten zeerste geschikt is. Het is namelijk zo dat Portraiture een volledig beeld wil geven van een gebeurtenis of persoon, maar evenzeer een beeld geeft van de onderzoeker of portrettist (Chapman, 20007). Het is dus effectief zo dat je jezelf ook tegenkomt als portrettist tijdens het onderzoek. Maar dit is net het mooie aan Portraiture, dat het puur en eerlijk is. Portraiture is volgens Lawrence-Lightfoot (1983) en Dixson, Thandeka, & Djanna (2005) dan ook de essentie van wat we willen bereiken met onderzoek in de sociale wetenschappen: de participanten (re)presenteren doorheen de subjectieve, empatische en kritische lens van de onderzoeker.

19 Beschrijvend (www.encyclo.nl)

20Beschrijvende manier om een verschijnsel vast te leggen (encyclo.nl)

21“Portraiture is a method of qualitative research that blurs the boundaries of aesthetics and empiricism in an effort to capture the complexity, dynamics, and subtlety of human experience and organizational life. Portraitists seek to record and interpret the perspectives and experience

of the people they are studying, documenting their voices and their visions—their authority, knowledge, and wisdom. The drawing of the portrait is placed in social and cultural context and shaped through dialogue between the portraitist and the subject, each one negotiating the

discourse and shaping the evolving image” (Lawrence-Lightfoot & Davis, 1997, p. 51).

Portraiture gaat ook over contradicties en paradoxen (Lawrence-Lightfoot, 2005). Hoe laat je bijvoorbeeld de stem van de portretteur voldoende weerklinken en toch zorgen dat het ergens in de marge van het verhaal van de geportretteerde blijft? Joseph Featherstone (1989) stelt ook vast dat deze methodiek de link legt tussen het private, intieme van verhalen en het publieke discours dat het hoopt te bereiken. Dit is meteen een tweede paradox (Featherstone, 1989). Chapman (2007) citeert Lawrence-Lightfoot als volgt:

“De persoon van de onderzoeker- zelfs wanneer krachtig gecontroleerd - is meer evident en meer zichtbaar dan in elke andere onderzoeksvorm”23 ( Lawrence-Lightfoot, 2005, p. 11, eigen vertaling). Een portret van iemand maken is dan ook een soort van “zoektocht naar goedheid”24 (Lawrence- Lightfoot, 1983, p. 23, eigen vertaling). We tonen in een portret hoe mensen samenwerken om momenten van succes en overwinning te creëren en dat is ook exact wat ik in dit onderzoek naar voor wil brengen. Het succes van personen met een verstandelijke beperking op vlak van talenten en andere belangrijke aspecten uit hun leven. Lawrence-Lightfoot en Hoffman-Davis (1997) stellen duidelijk dat Portraiture niet gericht is op het weergeven van falen, het zal zoeken naar wat goed gaat en gezond is, maar steeds aangeven dat er ook imperfecties zijn (Chapman, 2007). Dit komt overeen met wat Disability Studies vooropstelt (Van Hove et al., 2012). Dat is ook de zoektocht naar ‘goodness’ (Lawrence-Lightfoot & Davis, 1997) die aangeeft dat in een onderzoek op zoek wordt gegaan naar de sterke punten en krachten van het individu. Men gaat op zoek naar momenten van voldoening, onderhandeling en uitdagingen overwinnen (Dixson et al., 2005). Het is vooral de bedoeling de participant zelf te laten zoeken naar zijn sterktes, competenties en inzichten (Lawrence- Lightfoot & Davis, 1997). Net daarom wordt in het onderzoek de vraag gesteld aan de participanten wat zij zelf hun grootste talenten vinden.

Een portret wordt als het ware een soort lens waardoor de onderzoeker de processen bekijkt en de data analyseert die verzameld is gedurende het onderzoek (Hackmann, 2002). Je vertrekt vanuit de verhalen van mensen, daarom heeft Portraiture ook niet de bedoeling generaliseerbaar te zijn. Het gaat in dit onderzoek niet om een traditioneel onderzoeksopzet waarbij men start met een hypothese en deze via een dataverzameling en analyse beantwoordt. Daarbij zou generalisatie een belangrijke rol spelen, wat hier ook niet het geval is (Sameshima, Vandermause, Chalmers, & Gabriel, 2009). Hier gaat het eerder om een model waarbij alle kennis, leren en begrip niet compleet is en er nood is aan het integreren van verschillende perspectieven om tot een vollediger begrip te komen. Het eindproduct dat voortkomt uit dergelijk onderzoek dient als middel om te delen, betrekken, provoceren en verder leren. Dit noemen we het Parallaxic Praxis Paradigma (Sameshima et al., 2009).

Portraiture is niet bedoeld om te worden gegeneraliseerd of herhaald. Het doel ervan is een betekenis te geven die een effect kan hebben op het begrip, de

houdingen en handelingen van zijn lezers. Toch geloven wij dat het portret tot op zekere hoogte gerepliceerd en herhaald kan worden. (Bloom & Erlandson, 2003, p. 877, eigen vertaling)25

23"the person of the researcher-even when vigorously controlled-is more evident and more visible than in any other research form" (Lawrence-Lightfoot, 2005, p. 11).

24 “a search for goodness” (Lawrence-Lightfoot, 1983, p. 23).

25 Portraiture work is not intended to be generalized or replicated. Its purpose is to communicate a meaning

that can have an effect on the understandings, attitudes, and actions of its viewers. Nevertheless,we do believe that the portrait is to some degree subject to verification and even replication. (Bloom & Erlandson, 2003, p. 877).

Het is inderdaad zo dat met dit onderzoek mensen met een verstandelijke beperking mogelijk op een andere manier naar zichzelf kijken na het lezen van de portretten, gebaseerd op talenten. Op deze manier kan het onderzoek herhaald worden. Zo kan het ook wat als generaliseerbaar aanzien worden, mensen kunnen zich ermee vereenzelvigen en ook meer aandacht op hun talenten vestigen. Generaliseren is echter geen hoofddoel van dit onderzoek.

Het wil wel betekenissen communiceren die een invloed hebben op opvattingen, handelingen en houdingen van lezers (Bloom & Erlandson, 2003). Dit is net het principe van Portraiture: lezers, participanten en de onderzoeker zelf die hun visie herbekijken. Een kleine, maar belangrijke vorm van sociale rechtvaardigheid, zoals Chapman (2007) stelt. Zoals hiervoor reeds gesteld, is het de bedoeling mensen op een andere manier te laten kijken naar de beperking en vooral talenten van personen met een verstandelijke beperking. Andere personen met een verstandelijke beperking kunnen zich eventueel identificeren met de portretten van de participanten, waardoor ze ook meer stilstaan bij hun eigen talenten. Daarom staat het onderzoek stil bij enkele verhalen omdat de portrettist er in gelooft dat hierin enkele universele thema’s terug te vinden zijn (Lawrence-Lightfoot & Davis, 1997).

Het draait eerst en vooral rond het onderzoeken van menselijke relaties en perspectieven binnen de organisatiecultuur26 (Lawrence-Lightfoot, 1983). Hiervoor is het belangrijk om in relatie te treden met de participanten, een engagement tegenover elkaar aangaan en hun verhalen in hun context laten en tot een groot narratief27 maken (Dixson et al., 2005). Daarom ook staat empowerment centraal bij Portraiture, men wil de verhalen weergeven van mensen die geen stem hebben binnen de academische wereld. Die stem dient (h)erkend te worden, geëvalueerd en geïntegreerd doorheen de verscheidene data (Chapman, 2005). Men kan dan ook stellen dat het proces van Portraiture een interactief proces is waarbij communicatie voorop staat en de portretteur constant probeert te begrijpen hoe het verleden van de geportretteerde er uit zag, het heden er voor staat en de toekomst er uit komt te zien (Bloom & Erlandson, 2003). Dit staat inderdaad duidelijk voorop in het onderzoek. Tijdens de gesprekken werd er meermaals gesproken over verleden, heden en toekomst om zo alles duidelijk te krijgen en het correct weer te geven in het portret. De portretteur gebruikt dus zijn of haar eigen stem om die van de geportretteerde juist weer te geven (Bloom & Erlandson, 2003).

Dat portretten maken zorgt voor een bepaalde band tussen geportretteerde en portretteur wordt duidelijk wanneer men zelf aan één van beide zijdes staat. Wat je deelt met elkaar, is speciaal. Kunstwerken kunnen beter gedeeld worden met een breder publiek, willen ze ook effect hebben (Bloom & Erlandson, 2003). Om deze reden besloten we de portretten openbaar te maken aan de hand van een website. Op deze manier hopen we meer reikwijdte te creëren en mensen aan te sporen in te zetten op talenten.

We kunnen dus stellen dat de methodiek Portraiture volgens Lawrence-Lightfoot en Davis (1997) bestaat uit vijf belangrijke componenten: de context, personen een stem geven, in relatie treden, tot centrale thema’s komen en een esthetisch geheel maken.