• No results found

VS in de 19e eeuw historisch overzicht / inleving samenwerkend leren

De 'slavernij' wordt als één van de belangrijkste oorzaken voor het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog gezien. Daarbij blijven veelal de economische tegenstellingen tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten en de verschillende veranderingen in de wetten niet onbesproken. Het is voor leerlingen lastig om deze zaken in een samenhangend historisch overzicht te plaatsen en de consequenties aan te geven voor individuele burgers. Deze levenslijnactiviteit geeft de leerlingen handvatten om dat gestructureerd te doen: met argumenten aangeven welke uitwerking een historische gebeurtenis zou kunnen hebben op een voor- (plantageslavenhouder) en tegenstander (abolitionist) van de slavernij in het licht van het uitbreken van de burgeroorlog.

De les in een oogopslag

Onderwerp: Amerikaanse Burgeroorlog.

Met deze werkvorm wordt de aanloop naar de Amerikaanse Burgeroorlog en het verloop van de oorlog behandeld. Hierbij ligt het accent op de slavernij.

Activiteit: Leerlingen verplaatsen zich in het leven van twee personen uit de 19e eeuw in de Verenigde Staten door gebeurtenissen grafisch te waarderen.

Tijdsduur: Lesuur van 50 minuten

Doelen:  Inleven in een historisch personage.

 Betekenis van historische gebeurtenissen en jaartallen voor verschillende partijen bij het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog.

 Vormen van een mening op basis van historische gegevens.

Beginsituatie: Niveau: Tweede klas VWO. Ook bruikbaar voor de bovenbouw.

Reeds behandeld: onafhankelijkheidsstrijd, slavernij, federale staat

Voorbereiden:  Huiswerk (vorige les opgegeven) lezen deel van het boek over Amerikaanse burgeroorlog.

 Voor elke leerling een blad met instructie/ jaartallen en een blad met de grafiek en de vragen (zie werkmateriaal).

Instrueren: Wat: We gaan vandaag het leven van een persoon in de tijd van de Amerikaanse Burgeroorlog bestuderen

Hoe: Jullie maken een grafiek van het gevoelsleven van een persoon aan de hand van een aantal gebeurtenissen.

Waarom: Invloed van gebeurtenissen op het leven van een persoon.

Uitvoeren:  Er zijn twee personages, de klas in tweeën delen, ieder deel van de klas een personage.

 Leerlingen maken de grafiek in groepjes van drie of vier.

 Leerlingen maken de vragen individueel en bespreken deze in hun groep.

Nabespreken: Inhoud: Rol van de slavernij in en tijdens de burgeroorlog aan de hand van de bevindingen van de leerlingen. Bij de nabespreking wordt vooral ingegaan op de redering van de leerlingen. Belangrijke rol in de nabespreking speelt het jaar 1863.  Waarom: Door je te verdiepen in een onderwerp kun je er een oordeel over geven. Het is dus belangrijk om eerst informatie te verzamelen en te bestuderen voordat je een mening vormt. Door je in het leven van een historisch persoon te verdiepen, kun je het handelen van mensen verklaren en dus beter begrijpen.

Doelen

 De leerling kan zich verplaatsen in het denken en doen van een historisch personage.

 De leerling kan een beargumenteerde waardering geven aan historische gebeurtenissen/jaartallen.  De leerling kan een mening vormen op basis van historische gegevens.

Beginsituatie

De les is opgezet voor een 2 VWO klas. De leerlingen hebben al een paar lessen aandacht besteed aan de geschiedenis van de Verenigde Staten. Onderwerpen die zijn behandeld: onafhankelijkheidsstrijd, federale staat en slavernij. Als huiswerk voor deze les moesten ze uit het boek de bladzijden over de Amerikaanse Burgeroorlog lezen. Het is de eerste keer dat ze met deze werkvorm werken.

Tijdsduur

De activiteit beslaat in totaal (instructie , uitvoering en uitvoerige nabespreking) een heel lesuur van 45- 50 minuten.

Voorbereiden

 Voor iedere leerling moet er een blad zijn met de instructie/ jaartallen en een blad met de vragen en de grafiek. Er zijn twee personages, de ene helft van de klas krijgt de plantagehouder (John Freeze), de andere helft de abolitionist (Harry Hawk).

 Vorige les huiswerk opgegeven: lezen paragraaf over de Amerikaanse Burgeroorlog.

Uitvoeren

Deel de klas in tweeën en maak groepjes van drie of vier personen. Er zijn twee personages, een abolitionist en een plantagehouder. Ieder deel van de klas krijgt één personage. Geef iedere leerling het blad met jaartallen en de opdrachten. De leerlingen lezen de tekst bij het jaartal. Dan bepalen ze in hun groep hoe de persoon gereageerd zou hebben op de betreffende gebeurtenis. Dit geven ze aan in de grafiek: -5 is erg teleurgesteld tot:+5, dat is heel erg blij. Dan gaan ze door met de volgende gebeurtenis. Als alle jaartallen zijn verwerkt, kunnen de leerlingen de punten met elkaar verbinden. Als de punten met elkaar verbonden zijn wordt in een grafiek zichtbaar hoe het gevoelsleven van het historische personage zich ontwikkelde.

Aan de hand van de grafiek gaan de leerlingen uit ieder groepje zelfstandig de vragen beantwoorden. Hun bevindingen kunnen ze in groepsverband uitwisselen en worden daarna klassikaal besproken.

Nabespreken

Bij de nabespreking wordt ingegaan op de inhoud en het nut van de opdracht. Oftewel wat leren ze er van.

De inhoudelijke bespreking van de opdracht richt zich op de vragen van het opdrachten blad.De eerste twee vragen zijn vrij open. Leerlingen die zich inleven in de plantagehouder vinden het Missouri Compromis of de Voortvluchtige Slavenwet vaak het meest positief voor hun persoon. De verkiezing van Lincoln wordt als het meest negatieve moment gezien. Deze gebeurtenis wordt door het andere deel van de klas juist als het meest positieve moment voor de abolitionist ervaren. Dit vormt een mooi aanknopingspunt voor de derde en de vierde vraag waar veel aandacht aan wordt besteed in de nabespreking. In beide grafieken is 1863 een belangrijk keerpunt in het leven van de hoofdpersonen. De eerste jaren van de burgeroorlog blijkt dat de euforie of de angst voor de verkiezing van Lincoln niet overeenkomt met zijn daden. Pas in 1863 is de abolitionist tevreden over zijn president en de plantagehouder ziet dan pas dat zijn angst werkelijkheid wordt. Met de klas wordt deze ommekeer uitgebreid besproken.

Wat waren de redenen voor deze ommekeer? Waarom juist op dat moment?

Waarom niet eerder?

Wat waren de gevolgen van het besluit van Lincoln?

H3: Levenslijn VS in de 19 e eeuw

H3: Levenslijn VS in de 19 e eeuw

Het is de eerste keer dat de klas deze werkvorm gebruikt, de leerlingen zijn erg enthousiast. Wegens tijdgebrek is de leerlingen gevraagd op de achterkant van hun blad te schrijven wat ze geleerd hebben. Veel leerlingen verwijzen naar de inhoudelijk kant met de opmerking: 'hoe de burgeroorlog in elkaar zat'. Een aantal leerlingen geeft ook aan geleerd te hebben hoe iemand dacht voor en tijdens de burgeroorlog. Een week na deze werkvorm wordt in de klas een kleine test gehouden. Leerlingen moeten zelf de vijf belangrijkste gebeurtenissen en de bijbehorende jaartallen bedenken en opschrijven. Daarna zet de docent de vijf begrippen en namen op het bord en vraagt hun alles op te schrijven wat ze er van weten. De eerste opdracht vonden de leerlingen erg moeilijk. Wat het meeste was blijven hangen waren het begin en het einde van de burgeroorlog. De tweede opdracht verliep veel beter. Begrippen als Liberator, Bleeding Kansas en Lincoln en het jaar 1863 wisten de meeste leerlingen redelijk tot goed te omschrijven. Bij de naam Dred Scott hadden de leerlingen meer moeite.

Evaluatie

De klas vond de opdracht leuk. Het was te merken aan de energie die erin werd gestoken door de leerlingen. In alle groepjes werd een half uur lang inhoudelijk gediscussieerd over de ontwikkelingen voor en tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. De derde vraag liep een beetje mis omdat een aantal leerlingen de jaartallen die er bij horen totaal anders had geïnterpreteerd. De tekst bij deze jaartallen is daarom aangepast. Wat leerlingen vooral leuk vonden aan deze werkvorm was dat ze op een andere manier met jaartallen en gebeurtenissen omgingen.

In deze klas zaten de leerlingen qua niveau in homogene groepen. Dit had als voordeel dat iedereen op zijn eigen niveau kon discussiëren en praten. Ook wordt zo het gevaar voorkomen dat iedereen in het groepje overschrijft wat de slimste bedenkt. Een nadeel is dat bij sommige groepjes af en toe iets misgaat omdat ze door een beperktere beheersing van de taal de gebeurtenis niet goed interpreteren. In heterogene groepen wordt dit waarschijnlijk voorkomen. De gebeurtenissen die de meeste problemen opleverden zijn aangepast door de tekst te vereenvoudigen.

De tegenstelling plantagehouder-abolitionist is voor de leerlingen naar voren gekomen in de bespreking van de vragen. Bij een klas die meer ervaring heeft met deze werkvorm kan een andere aanpak gekozen worden. In groepen van vier werken twee leerlingen aan de abolitionist en twee aan de plantagehouder. Zij vergelijken onderling de resultaten. Klassikaal kunnen dan de opvallen de resultaten besproken worden.

Vervolg

Bij geschiedenis speelt het bestuderen van bronnen een belangrijke rol. Vaak is een bron geschreven vanuit een bepaald gezichtspunt. Het inleven in de schrijver is belangrijk bij het snappen van de bron. Deze oefening komt dus terug bij het bestuderen van bronnen in proefwerken.

Achtergrondinformatie/Literatuur

Naast de gebruikelijke hand- en lesboeken voor de jaartallen en gebeurtenissen is vooral geput uit:  Zinn, H. (2003). A people's history of the United States, 1492-present . New York: Harper & Collins.Berkin, C & Wood, l. (1983). Land of Promise. A History of the United States. Glenview (Illi): Scott, Foresman and company.

Werkmateriaal

1 Levenslijn - Instructieblad VS Noord en Zuid 19e eeuw - John Freeze

2 Levenslijn - Instructieblad VS Noord en Zuid 19e eeuw - Harry Hawk