• No results found

Vrijwilligers in politiezone Het Houtsche 1. Over de zone

Het geheim van een goed huwelijk

3. Vrijwilligers in politiezone Het Houtsche 1. Over de zone

De politiezone “Het Houtsche” levert politieservice in de gemeenten Beernem, Oostkamp en Zedelgem aan iets meer dan 63.000 inwoners. Het politiekader telt 92 operationelen en 22 burgermedewerkers. Buiten Oostkamp, dat semiverstedelijkt is, heeft de zone een eerder landelijk karakter. De zone wordt doorsneden door twee autosnelwegen met in totaal vier op- en afritcomplexen alsook het klaverblad dat beide autosnelwegen verbindt. Daarnaast doorkruisen ook een aantal grotere gewestwegen de zone. Deze goede bereikbaarheid komt ook rondtrekkende dadergroepen goed uit. Het voornaamste probleem in de zone is dan ook een vrij hoog aantal eigendomsdelicten.

Vooral woninginbraken, inbraken in bedrijven en diefstal uit voertuigen scoren hoog.

In de diverse actieplannen wordt dit probleem vanuit meerdere invalshoeken aangepakt.

Zo is er op elke op- en afrit ANPR-camerabewaking5. Ondertussen zijn ook twee trajectcontroles met ANPR-technologie in werking. Dit levert vooral recherchematig goede resultaten op. Het ophelderingspercentage steeg door de inzet van deze camera’s met een derde. Daarnaast wordt er via buurtinformatienetwerken, een eigen App en WhatsAppgroepen op bedrijventerreinen en in handelscentra behoorlijk kort op de bal gespeeld bij meldingen van verdachte gedragingen. In de voorbije twee jaar daalde het aantal woninginbraken met meer dan een derde.

Een pijnpunt was het werken aan de diefstalpreventiekant. Een aantal politiemensen waren opgeleid als diefstalpreventieadviseur. De combinatie met hun ‘gewone werk’

zorgde er evenwel voor dat vragen van inwoners voor preventieadvies niet op een behoorlijke termijn konden afgewerkt worden. Bovendien was men – om capaciteits-redenen – puur reactief bezig. Adviezen kwamen er enkel op vraag, behalve voor wie slachtoffer was van een inbraak. Daar werd standaard preventieadvies aangeboden. Het was vooral vanuit deze insteken dat het idee rees om vrijwilligers te zoeken die deze taak onder regie van de politie konden uitvoeren.

3.2. Visie van de korpschef

Het idee om met vrijwilligers te werken zorgde vanuit diverse hoeken voor behoorlijk wat weerstand. Zo waren de eigen politiemensen eerder argwanend. Kan je die taak zomaar aan burgers toevertrouwen. Zijn die daarvoor wel opgeleid? Ons werk wordt

‘afgenomen’, enz… Ook vanuit syndicale hoek was er tegenwind. De vrees bestond er daar vooral in dat de huidige tewerkstelling zou afgebouwd worden en een aantal taken

‘goedkoper’ via vrijwilligers zouden afgewerkt worden. Bovendien was er het hoger besproken rapport van de VCLP dat ook niet echt positief was.

De korpschef was niet echt onder de indruk van deze tegenargumenten. Hij vergelijkt deze situatie met een slipcursus in de autorijschool. Wie dergelijke cursus volgt moet als eerste proef steevast traag door een parcours met allerlei obstakels rijden. Quasi elke kandidaat knalt van het ene obstakel tegen het andere. Nadien verklapt de instructeur hoe het wel foutloos kan. Je moet niet naar de obstakels maar wel naar de vrije ruimte

5 Automatic numberplate recognition.

1e proef

ertussen kijken. Dit is de perfecte metafoor voor de problematiek van het werken met vrijwilligers. Kijk niet naar alle juridische en andere obstakels maar kijk naar wat in de huidige context ‘vrije ruimte’ is en zo kom je er probleemloos doorheen.

3.3. Het traject

Voorbereiding intern

In het managementteam van de zone werden de kantlijnen waarbinnen het project kon uitgebouwd worden vastgelegd. Voornaamste ‘guidelines’ hierbij;

• De hoofdbedoeling is om het aantal diefstalpreventieadviezen kwantitatief drastisch te verhogen en kwalitatief op een hoger peil te brengen;

• Ook de inzet op andere domeinen in het kader van verkeersveiligheid en -educatie moet waar mogelijk maximaal door vrijwilligers ingevuld worden;

• De inzet van vrijwilligers mag er niet toe leiden dat de politie haar informatiepositie bij de bevolking verliest. Het is immers vaak via de preventieve activiteiten dat de politie met veel mensen in contact komt en een positief imago opbouwt. Dit positief imago levert vaak onmiddellijk of naderhand informatie op in het kader van andere politiële dossiers;

• Daarom worden de vrijwilligers ingebed in de politiële wijkwerking en telkens gekop-peld aan een wijkteam;

• De vrijgekomen politiecapaciteit moet volledig geherinvesteerd worden in de aanpak van eigendomsdelicten en dit vooral door extra ANPR-patrouilles op risicotijdstippen in de risicozones van dat moment;

• Er wordt via politieraadsbesluit een kader gecreëerd dat de vrijwilligerswerking dui-delijk regelt;

• Hierbij passeren alle aspecten de revue zoals rekrutering en selectie, opleiding en bijscholing, opdrachten, aantal vrijwilligers, legitimatie, onkostenvergoeding, verze-kering, enz…;

• De vrijwilligerswerking wordt gecoördineerd door de directeur ‘veiligheid’ binnen de zone;

• De vrijwilligers moeten in de ‘korpsbeleving’ als volwaardige medewerkers beschouwd worden;

• Dit moet onder meer gebeuren via introductie in de wijkteams, een nieuwsbrief, deelname aan activiteiten van de vriendenkring, deelname aan korpsfeesten, enz…;

• De communicatie naar de bevolking moet zowel bij het begin maar ook gedurende het volledige traject bijzonder goed opgevolgd worden.

Fiat van het beleid

Het idee werd eerst afgetoetst met de beleidsorganen van de politiezone. Zowel vanuit politiecollege, politieraad als zonale veiligheidsraad kwam er groen licht om een vrijwil-ligersproject op te starten. Het feit dat de politiezone op een structurele wijze extra service en dienstverlening aan de bevolking wou bieden was hierbij van doorslaggevend belang. Het vrijkomen van een stuk politiecapaciteit dat niet wordt ‘weg bespaard’

maar geherinvesteerd in extra patrouilles met ANPR-voertuigen was een belangrijk pro-argument. De politieraad keurde dan ook unaniem de zogenaamde ‘Basisvrijwil-ligersovereenkomst’ goed (Politieraad Het Houtsche, 2014).

1e proef

Concrete uitwerking – Rekrutering

Via diverse communicatiekanalen (pers, infobladen, websites, sociale media, enz…) werd medio 2014 een oproep gedaan naar kandidaat vrijwilligers. Hierbij was al heel wat info te vinden over het gezochte profiel, de opdrachten, het kader waarbinnen men zou werken, enz… Het persbericht werd onmiddellijk opgepikt door de VRT en zat ’s middags al op het journaal. Dit was mooi meegenomen als publiciteit maar maakte ook meteen de weerstand – vooral uit syndicale hoek – duidelijk. De oproep leverde een veertigtal kandidaten op. Voor deze mensen werd een infosessie georganiseerd waarin alle aspecten uitgebreid besproken werden qua profiel, gevraagd engagement, kader waarbinnen men zou werken, enz.. Zelfselectie was ook in dezen de beste selectie. Na de infosessie bleven er nog 24 kandidaten over die zich herkenden in het gevraagde profiel.

– Selectie

Met de 24 kandidaten werden selectiegesprekken gehouden. De antecedenten van de kandidaten waren op voorhand bekeken via het opvragen van een ‘blanco strafregis-ter’, een nazicht in de politiële databanken en een bevraging van de wijkinspecteur.

De gesprekken peilden vooral naar de motivatie van de kandidaten, het waarom van hun interesse en hun communicatieve vaardigheden. Eén kandidaat werd in deze fase afgewezen.

– Opleiding

Van de 23 overblijvende kandidaten haakten er nog drie af gedurende de opleiding.

De voornaamste reden was dat ze de opleiding te zwaar vonden. Van de twintig resterende kandidaten kozen er zestien voor het werkveld ‘diefstalpreventieadvies’

al dan niet in combinatie met andere domeinen zoals fietscontrole, bedienen tui-melwagen, enz... Vier opteerden voor inzet op andere preventiedomeinen vooral in het raam van verkeersveiligheidspreventie. De kandidaten ‘diefstalpreventie’

volgden de voorziene officiële cursus van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Deze loopt over negen cursusdagen en wordt afgesloten met een eindwerk en een examen. Alle kandidaten slaagden en ontvingen de officiële legitimatiekaart van het Ministerie. Sindsdien volgen ze ook steeds de voorziene bijscholing die dit jaar ging over preventie specifiek naar senioren toe. De vier andere kandidaten en ook enkele diefstalpreventieadviseurs ontvingen een opleiding die intern de politiezone werd georganiseerd en gegeven inzake verkeersveiligheid. Onder meer preventieve fietscontroles, bediening van de tuimelwagen en organisatie en begeleiding van een fietsbehendigheidsparcours kwamen aan bod.

– Uitrusting

De zone investeerde in vestjes met het logo van de zone en met als opschrift ‘vrij-williger Het Houtsche’ en voorziet elke vrij‘vrij-williger van een legitimatiekaart. De voorziene kledij wordt bij elke preventieactiviteit gedragen. Alle georganiseerde

1e proef

preventieactiviteiten worden steeds kenbaar gemaakt op de website van de politiezone, via sociale media, enz…

– De koppeling aan de wijkteams

De vrijwilligers werden sinds de start ingebed in een wijkteam. Er werden vooreerst introductiedagen in elk wijkteam georganiseerd. Bij alle activiteiten van de vrijwil-ligers in de scholen of bij andere organisaties is ook telkens een wijkagent aanwezig.

Zo behoudt hij zijn informatiepositie. Bij het geven van ‘individuele diefstalpreven-tieadviezen’ legt de wijkagent op voorhand de contacten met de aanvrager(s) en met de vrijwilliger die het plaatsbezoek zal uitvoeren. Bij ‘massascreening’ van een wijk op vlak van inbraakpreventie gebeurt de coördinatie door de directeur veiligheid.

– De resultaten

In het eerste werkjaar na de opleiding werden iets meer dan 1500 vrijwilligersuren gepresteerd. Ongeveer 900 uur ging op aan diefstalpreventieadvies, voordrachten over inbraakpreventie en preventieve acties tegen inbraken in voertuigen. De resterende uren werden voornamelijk aan preventieve acties inzake verkeersveiligheid besteed zoals preventieve fietscontroles, dodehoekpreventie, acties gordeldracht met de tuimelwagen, enz…

– De politiewinst

Sinds de inzet van vrijwilligers als diefstalpreventieadviseur worden alle diefstalpre-ventieadviezen door hen gegeven. Hierdoor geven we er een pak meer dan voorheen.

De grootste winst zit hem dus in extra politiedienstverlening naar de bevolking toe.

Door de inzet van vrijwilligers – diefstalpreventieadviseurs kunnen we bovendien elke binnenkomende adviesaanvraag binnen de week volledig afhandelen. Daar bovenop screenen we elke twee maanden een volledige wijk op het gebied van diefstalpreventie.

Dit konden we voor de inzet van vrijwilligers niet aan.

Op de andere preventiedomeinen ‘winnen’ we jaarlijks ongeveer 600 politie-uren uit in vergelijking met de periode vooraleer we met vrijwilligers werkten. Voeg je daar de winst bij van het diefstalpreventieadvies dat voorheen door politiemensen gegeven werd dan komen we aan 1.000 uren ‘nettowinst’ qua politie-inzet. De coör-dinatie van dit alles kost de facto niets meer dan voorheen gezien ook de politie-inzet gecoördineerd moest worden. De vrijgekomen politiecapaciteit werd geïnvesteerd in extra ANPR-patrouilles. Concreet kunnen we in de meest inbraakgevoelige maanden oktober, november en december vijf keer per week een extra patrouille de baan opsturen in de risico-uren.

3.4. Hoe zit dat nu met die voor- en nadelen?

Voordelen

Er zijn heel wat voordelen. We sommen de voornaamste op. Er kan een pak meer service aan de bevolking gegeven worden. We slagen er nu in om veel meer preventieadvies, kwaliteitsvoller en op veel kortere termijn af te leveren. Bovendien kunnen we tweemaan-delijks een volledige wijk screenen op inbraakveiligheid wat voorheen ondenkbaar was.

1e proef

Tweede voordeel is dat de vrijwilligersinzet een winst aan vrijgekomen politiecapaciteit oplevert. Deze wordt geherinvesteerd in gerichte inzet in het kader van het actieplan

‘eigendomsdelicten’. De vrijwilligers zijn bovendien echte ‘visitekaartjes’ voor de zone.

Ze werken heel klantgericht en klantvriendelijk wat het imago van de zone ten goede komt. De vrijwilligers werken heel kwaliteitsvol en zijn sterk gemotiveerd. De vrijwil-ligers zijn op korte termijn geïntegreerd in de organisatie en de weerstanden zijn zowel bij individuele medewerkers als bij de syndicale organisaties verdwenen. De wijkteams vinden de vrijwilligers een echte meerwaarde in hun wijkgebied en wijkwerking.

De (vermeende?) nadelen

Na anderhalf jaar werking kunnen wij geen echte nadelen vermelden. Wel moeten we er rekening mee houden tijdig te voorzien in het op peil houden van de vrijwilligerspool.

Ongeveer twee derden zijn ‘jonge senioren’, een gegeven waar rekening moet mee gehouden worden qua zorgen voor continuïteit in de werking. Tot op heden kregen we nog geen enkele klacht omtrent het optreden van onze vrijwilligers. Felicitaties waren er wel bij de vleet. De noodzakelijke omkadering is ons inziens geen nadeel maar net een succesbepalende factor voor het werken met vrijwilligers. Bovendien is de meerkost hiervan te verwaarlozen. Ook acties van politiemensen zelf moeten immers voorbereid en gecoördineerd worden. De juridische bezwaren vormen bij ons geen probleem omdat we perfect binnen de huidige vrijwilligerswet werken.