• No results found

1. Introductie onderzoek en onderzoeker

2. Kunt u uzelf kort Introduceren?

o Type organisatie?

o Naam?

o Functie?

o Betrokkenheid bij innovatie (projectleider, wethouder, etc.). Sinds wanneer?

3. Kunt u vertellen hoe u bekend bent geraakt met [naam innovatie]?

o Op eigen Initiatief (via krantenartikel, internet, etc.)

o Via een andere organisatie (of persoon):

Q Aanbodorganisatie D Adopter

Q Non-adopter Q Potentiële adopter Q Intermediair a Overigen

o Medium: kanalen, middelen, boodschap

Media en documenten7: Q Websites, CD-rom

Q Radio of televisieprogramma

Q Krantenartikelen, nieuwsbrief, brochure Q (Openbare!) handleidingen, formats, sjablonen O (Openbare!) rapporten, jaarverslagen, scripties Q Overigen

Interpersoonlijke kanalen:

Q Ambassadeur of andere persoon: wie, welke activiteiten

D Via formele of informele netwerken (regionale of landelijke netwerken, congressen, gebruikerdage n, kennismarkten, etc.)

7 Indien nodig een exemplaar van de handleiding, het jaarverslag, etc. aan de respondent vragen. C°

O O 26 K' G 0

4. Kunt u aangeven wat de belangrijkste radenen voor uw organisatie waren om [naam Innovatie] njflt in te voeren?

o Functionele overwegingen:

O Effectiviteit, efficiëntie, winst, kwaliteit, sociale status, prestige [relatieve voordeel]

Q Aansluiting op bestaande werkwijze [comptabiliteit]

D Gebruiksgemak [complexiteit]

a Mogelijkheid om eerst op kleine schaal uit te proberen [testbaarheid]

Q Duidelijke resultaten [zichtbaarheid]

Q Kosten [denk ook aan subsidies]

O Overigen

o Politiek-bestuurlijke overwegingen:

D Stond men open voor alternatieve en vernieuwende oplossingen [policy window]?

Geesten rijp of politiek opportuun

Invloed van ontwikkelingen of gebeurtenissen in de omgeving: verkiezingen, crisissituaties, conflicten, etc. [focussing events]

Policy entrepreneurs, leiderschap

Q Is er sprake van politieke of maatschappelijke druk om de innovatie in te voeren?

Wet- en regelgeving Subsidies

Stimuleren van Invoering door een wethouder of minister te laten benadrukken dat invoering van de Innovatie "een heel goed idee" is of door lijsten met succesvolle praktijkvoorbeelden te maken en prijzen uit te reiken.

Wethouder of minister die wil 'scoren".

o Institutionele overwegingen:

Q In hoeverre voelt u zich als organisatie vrij om al dan niet te adopteren?

Formeel (bijv. via wet- en regelgeving) en informeel (via afhankelijkheidsrelaties, "goed idee") [gedwongen isomorfisme]

Omgaan met onzekerheid door succesvol of legitiem voorbeeld te kopiëren.

Overdracht van werknemers, inschakelen van de zelfde adviesbureaus [mimetisch isomorfisme]

Gevolg van professionalisering, inhuur externen, deelname aan netwerken, zelfde opleiding/achtergrond [normatief isomorfisme] rv

o;

O 0>

27 KJ

O

O m

5. Kunt u aangeven welke andere organisaties volgens u [naam innovatie] wel hebben ingevoerd? [Organisaties noteren]

o Wie?

o Wanneer?

o Wat waren volgens u de belangrijkste motieven van deze organisaties om [naam innovatie] wel in te voeren?

6. Zijn er volgens u andere organisaties die net als u wel overwogen hebben [naam innovatie] in te voeren, maar ook besloten hebben het niet te doen?

[Organisaties noteren]

o Wie?

o Wanneer?

o Wat waren volgens u de belangrijkste motieven van deze organisaties om net als u [naam innovatie] niet in te voeren?

7. Zijn er volgens u organisaties die momenteel overwegen om [naam innovatie] In te voeren? [Organisaties noteren]

o Wie?

o Wanneer?

o Wat zijn volgens u de belangrijkste overwegingen van deze organisaties ten aanzien van de invoering van [naam innovatie]?

. 8. Kunt u aangeven met welke organisaties u contact heeft gehad over [naam -' innovatie]?

o Van de bij vraag 5 genoemde organisaties die [naam Innovatie] wel hebben ingevoerd? [Let op dat bij deze vraag ook wordt ingegaan op de contacten met de aanbodorganisatie!]

Q Met welke organisaties heeft u contact gehad over [naam innovatie]?

Q Wanneer heeft u contact gehad?

Q Was het een eenmalig contact of heeft u vaker contact met elkaar gehad over [naam innovatie]?

O In welke context vonden deze contacten over [naam innovatie] plaats?

(In)formele persoonlijke contacten (telefonisch, schriftelijk, face-to-face) Congressen, gebruikersdagen, kennismarkten rv Regionale of landelijke overleggen Qtf

O

<r>

28 W O

Overigen

Wat was het doel van deze contacten?

Informatie-uitwisseling

Expertise of begeleiding bieden (bijv. bij het opzetten van een pilot)

Samenwerking (bij de invoering, uitvoering of verspreiding van de innovatie) Overigen

Hoe verliepen deze contacten?

Moeizaam of soepel

Wederzijds vertrouwen of wantrouwen (oud zeer)

Had u het idee dat [organisatie x] u (meteen) begreep (gemeenschappelijke taal)?

Had u het idee dat [organisatie x] geconfronteerd werd met hetzelfde of een vergelijkbaar probleem (gedeelde problematiek, gemeenschappelijk referentiekader)?

Van de bij vraag 6 genoemde organisaties die [naam innovatie] ook niet hebben ingevoerd?

Q Met welke organisaties heeft u contact gehad over [naam innovatie]?

D Wanneer heeft u contact gehad?

Q Was het een eenmalig contact of heeft u vaker contact met elkaar gehad over [naam innovatie]?

D In welke context vonden deze contacten over [naam innovatie] plaats?

(In)formele persoonlijke contacten (telefonisch, schriftelijk, face-to-face) Congressen, gebruikersdagen, kennismarkten

Regionale of landelijke overleggen Overigen

Q Wat was het doel van deze contacten?

Informatie-uitwisseling

Expertise of begeleiding bieden (bijv. bij het opzetten van een pilot)

Samenwerking (bij de invoering, uitvoering of verspreiding van de innovatie) Overigen

O Hoe verliepen deze contacten?

Moeizaam of soepel

Wederzijds vertrouwen of wantrouwen (oud zeer)

Had u het idee dat [organisatie x] u (meteen) begreep (gemeenschappelijke taal)?

Had u het idee dat [organisatie x] geconfronteerd werd met hetzelfde of een vergelijkbaar probleem (gedeelde problematiek, gemeenschappelijk referentiekader)?

03

29 K>

O

Van de bij vraag 7 genoemde organisaties die momenteel overwegen [naam innovatie] in te voeren?

a Met welke organisaties heeft u contact gehad over [naam innovatie]?

a Wanneer heeft u contact gehad?

a Was het een eenmalig contact of heeft u vaker contact met elkaar gehad over [naam innovatie]?

Q In welke context vonden deze contacten over [naam innovatie] plaats?

(In)formele persoonlijke contacten (telefonisch, schriftelijk, face-to-face) Congressen, gebrulkersdagen, kennismarkten

Regionale of landelijke overleggen Overigen

a Wat was het doel van deze contacten?

Informatie-uitwisseling

Expertise of begeleiding bieden (bijv. bij het opzetten van een pilot)

Samenwerking (bij de invoering, uitvoering of verspreiding van de innovatie) Overigen

Q Hoe verliepen deze contacten?

Moeizaam of soepel

Wederzijds vertrouwen of wantrouwen (oud zeer)

Had u het idee dat [organisatie x] u (meteen) begreep (gemeenschappelijke taal)?

Had u het idee dat [organisatie x] geconfronteerd werd met hetzelfde of een vergelijkbaar probleem (gedeelde problematiek, gemeenschappelijk referentiekader)?

o Heeft u ook nog met andere organisaties of personen contact gehad over [naam innovatie] (bijv. kennisinstituten, consultants, opinieleiders, beleidsmakelaars, belangenbehartigende organisaties, veranderingsagenten, private bedrijven, overigen)?

D Met welke organisaties heeft u contact gehad over [naam innovatie]?

D Wanneer heeft u contact gehad?

D Was het een eenmalig contact of heeft u vaker contact met elkaar gehad over [naam Innovatie]?

Q In welke context vonden deze contacten over [naam innovatie] plaats?

(In)formele persoonlijke contacten (telefonisch, schriftelijk, face-to-face) Congressen, gebru i kersdagen, kennismarkten

Regionale of landelijke overleggen Overigen

Q Wat was het doel van deze contacten?

Informatie- uitwisseling

30 NJ O O

Expertise of begeleiding bieden (bijv. bij het opzetten van een pilot)

Samenwerking (bij de invoering, uitvoering of verspreiding van de innovatie) Overigen

Hoe verliepen deze contacten?

Moeizaam of soepel

Wederzijds vertrouwen of wantrouwen (oud zeer)

Had u het idee dat [organisatie x] u (meteen) begreep (gemeenschappelijke taal)?

Had u het idee dat [organisatie x] geconfronteerd werd met hetzelfde of een vergelijkbaar probleem (gedeelde problematiek, gemeenschappelijk referentiekader)?

Overigen

Kunt u aangeven wat voor u de belangrijkste consequenties zijn die u uit de zojuist besproken contacten heeft getrokken m. b. t. de beslissing om [naam innovatie] niet in te voeren?

a Bent u naar aanleiding van de contacten met de zojuist besproken organisaties over [naam innovatie] anders tegen de innovatie gaan aankijken?

Q Heeft u naar aanleiding van deze contacten uw beslissing ten aanzien van de invoering van [naam innovatie] bijgesteld?

9. Heeft u nog vragen of aanvullende opmerkingen?

Bedankt voor de medewerking.

OP

O

<7i 31 KJ O O