• No results found

BETEKENISGEVING ERVAN.

501

3 Analyse cultvorming Bas Jan Ader

In het afgelopen hoofdstuk heb ik laten zien hoe het werk van Bas Jan Ader is ont- vangen in de periodes 1967-1975; 1975-1988 en 1988-2013. In dit hoofdstuk zal ik de receptiegeschiedenis analyseren; welke ingrediënten hebben bijgedragen aan de cultvorming van Bas Jan Ader? Ik zal dit proces in acht stappen bespreken.

Het eerste element dat heeft bijgedragen aan de cultvorming rond Ader vinden we terug tijdens zijn leven. Het gaat om het gegeven dat Bas Jan zeer weinig commen- taar op zijn werk heeft gegeven.502 na een aantal interviews waar de kunstenaar naar

zijn mening onjuist werd geciteerd en zijn werk verkeerd werd geïnterpreteerd, zag hij in 1972 volledig af van elke vorm van toelichting op zijn werk.503 Het ontbreken van

uitleg van zijn kant vergroot de kans op verschillende en uiteenlopende interpretaties van zijn werk. Er bestaat immers geen eenduidigheid over hoe we zijn werk precies moeten interpreteren en welke boodschap hij er zelf mee wilde overbrengen. Dit is het eerste mystieke randje waarmee de kunstenaar, al of niet zo bedoeld, zelf de voedingsbodem legde voor cultvorming.

Het tweede element in het proces van cultvorming is de positie die Ader bekleed- de tijdens zijn leven. Bas Jan Ader genoot geen algehele erkenning of bekendheid. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa was de kunstenaar een buitenstaander.504

Deze positie versterkt voor veel critici en kunstenaars in retrospectief het geloof in de authenticiteit van Ader. Hij conformeerde zich niet aan zijn tijd, het tijdsbeeld of aan andere kunstenaars.505 Hij deed geen concessies maar handelde onafhankelijk

en maakte kunst zoals hij dat zelf wilde. Van hieruit kunnen we de conclusie trekken dat Bas Jan Ader autonoom te werk ging en in zekere zin ook authentiek was.506 Veel

501 Beenker in Wolfs 2006: 23. 502 Andriesse 1988: 47. 503 Van Garrel 1972. 504 Beenker in Wolfs 2006: 20. 505 Spence 1999: 36. 506 Verwoert 2006: 8,9.

jonge kunstenaars zien in zijn laatste werk en verdwijning het ultieme bewijs van zijn authenticiteit; de kunstenaar offert zichzelf op voor de kunst.507

De volgende bijdrage aan de cultvorming zien we in de verdwijning van de kunste- naar op zee. Het feit dat het lichaam van Ader nooit is gevonden, vergroot de moge- lijkheid van het bestaan van verschillende scenario’s.508 We kunnen niet met zekerheid

over de dood van de kunstenaar spreken, want er bestaat geen eenduidigheid over de afloop van zijn reis. Zijn leven heeft daardoor een open einde en geen duidelijke ‘waarheid’. Dit heeft tot gevolg dat er in theorie altijd door kan worden gespeculeerd en het verhaal nooit af is.509 De vondst van het boek over Donald Crowhurst in het

kluisje op de school waar Ader lesgaf, voedt de gedachte dat de kunstenaar andere plannen had dan zijn zeiltocht voltooien.510 De ontdekking van de publicatie nodigt uit

tot speculaties over zijn intenties.511

na de verdwijning van Ader is er lange tijd weinig aandacht voor de kunstenaar.512

Daar komt verandering in wanneer een kleine groep van ingewijden in de nederlandse kunstwereld zijn werk uit de vergetelheid haalt.513 Er wordt een onderzoek gestart naar

zijn werk en leven. Deze herontdekking van Bas Jan Ader is het vierde en zeer bepa- lende element in het proces van cultvorming. De herwaardering vindt als eerste plaats door deze kleine groep van kunstkenners.514 Zij beschikt over de juiste kanalen om haar

oordeel kenbaar te maken en gevolg te geven.515 Deze voorlopers die Ader herontdek-

ten, kunnen we beschouwen als de culturele elite. Deze elite geeft de goede smaak aan binnen de kunsten. Meer mensen willen bij deze groep van ingewijden met het juiste smaakoordeel horen, zodat de ontdekking van Bas Jan Ader een doorwerking in de kunstwereld kent. Er treedt een onderscheidingsmechanisme van exclusiviteit en goede smaak in werking. Culturele instanties, kunstenaars en critici rondom de kleine groep van ingewijden identificeren zich met dit gezelschap en zien zichzelf ook als onderdeel van de culturele elite. Door Ader te omarmen laten ze zien dat ook zij over deze goede smaak beschikken en in staat zijn kunst op waarde te schatten, voordat de massa dit doet.

Er ontstaat een domino-effect van het smaakoordeel van de culturele elite. Er verschijnen steeds meer publicaties en tentoonstellingen over Bas Jan Ader. Culturele instellingen kijken naar elkaar, volgen elkaar en willen vooral niet achterblijven.516 Ook

hier geldt het onderscheidingsmechanisme. Musea willen laten zien dat ze in staat zijn om kwaliteit als eerste op waarde te schatten en goede van slechte kunst te onder- scheiden. Dit heeft tot gevolg dat Aders werk bij verschillende musea wordt opgeno- men in exposities of in de vaste collectie.517 We zien in de museale wereld een door-

werking van de herontdekking en herwaardering van het werk van Bas Jan Ader.518

507 Bas Jan Ader Estate 2006. 508 Bear en Sharp 1976. 509 Bear en Sharp 1976. 510 Tomalin en Hall 1970. 511 Beenker in Wolfs 2006: 10. 512 Wolfs 2006: 159. 513 Dippel in Andriesse 1988: 6,7. 514 Ibidem. 515 De Buren 2010. 516 Wolfs 2006: 159-163. 517 Ibidem. 518 Het parool 2013: 22.

Het zesde element dat we kunnen onderscheiden in het proces van cultvorming rond Ader is de verandering in het karakter van de kunstkritiek. Strikte kaders ma- ken vanaf de jaren tachtig langzaamaan plaats voor minder formele beschouwingen van kunstwerken.519 Doordat de grenzen ruimer worden, komt er in besprekingen

meer aandacht voor de autobiografische aspecten van de kunstenaar. Voor Bas Jan Ader heeft de verruiming van de grenzen van de kunstkritiek tot gevolg dat er meer belangstelling komt voor zijn verdwijning.520 Zijn werk kan niet meer bekeken worden

zonder zijn verdwijning in ogenschouw te nemen. Het werk komt in het teken te staan van de persoonlijke tragiek van Ader.521 De verdwijning van de kunstenaar spreekt tot

de verbeelding, waardoor de belangstelling – ook buiten de gevestigde kunstwereld – nog verder groeit.

De verandering van het karakter van de kunstoptiek heeft een ander gevolg. Er komt meer aandacht voor de filosofische achtergrond van het werk van Bas Jan Ader.522 Zijn werk blijkt nog gelaagder te zijn en vanuit een ander standpunt te zijn

gemaakt dan in eerste instantie werd aangenomen.523 Dit inzicht bevestigt nogmaals

het waardeoordeel van de culturele elite die Ader herontdekte. Maar de ontdekking van de filosofische achtergrond van Aders werken wordt ook sterk benadrukt. De kunstenaar wordt bestempeld als intellectueel, omdat hij zich onder meer verdiepte in het werk van de Duitse filosoof nietzsche. Daardoor komt er een aura van diepzin- nigheid en complexiteit om hem heen te hangen.

Door de herziening op de kwaliteit en inhoud van het werk neemt de belangstelling voor Bas Jan Ader verder toe. De prijs voor zijn werken stijgt, meer (internationale) musea nemen Ader op in tentoonstellingen en collecties en zijn werk krijgt in cultu- rele instellingen een plek naast andere grote kunstenaars.524 Deze elementen geven

op hun beurt weer de hoge kwaliteit van het werk aan. We kunnen spreken van een omarming van Bas Jan Ader in de museale en de kunsthistorische wereld.525

De cultvorming rond Bas Jan Ader resulteert vervolgens in popularisering van zijn werk en leven. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa laat een nieuwe generatie kunstenaars zich veelvuldig inspireren door het werk van Ader.526 Op het videokanaal

Youtube zien we duizenden filmpjes waarin zowel professionele als amateurkun- stenaars zich uit bomen laten vallen, de gracht in fietsen of ontroostbaar voor de camera proberen te huilen.527 Deze generatie wil zich associëren met de verdwenen

kunstenaar en laat een vorm van toe-eigening van het werk en leven van Bas Jan Ader zien.528 Het heeft tot gevolg dat Aders werk weer in andere verschijningsvormen

bij een nieuw publiek onder de aandacht wordt gebracht. De vraag rijst echter of deze ontwikkelingen van popularisering en toe-eigening wenselijk zijn. Is de fase van

519 Beenker in Wolfs 2006: 22. 520 Ibidem.

521 Beenker in Wolfs 2006: 23. 522 Müller 2000; Verwoert 2006. 523 Beenker in Wolfs 2006: 12. 524 nRC Handelsblad 2013: sectie: cultuur. 525 De Lange 2013: 1.

526 Ögut geciteerd in Kuiper 2012: 11.

527 Youtube publicatiedatum onbekend.

cultvorming verloren gegaan wanneer processen van popularisering en toe-eigening in werking treden? Waarom is het werk van Bas Jan Ader gepopulariseerd? Is het proces van cultvorming een essentiële voorwaarde voor het ontstaan van populari- sering? Is het mogelijk om het stadium van cult vast te houden en popularisering te voorkomen? Deze vragen zullen aan bod komen in de conclusie.

WHEN EVENTS BECOME STORIES,