• No results found

2.2 1975-1988: Het smaakoordeel van de culturele elite

Bas Jan Ader vertrekt op 9 juli 1975 met zijn zeilboot uit de haven van Cape Cod. Aan boord neemt hij een bandrecorder en een camera mee om zijn reis te kunnen do- cumenteren.393 Galerie Art & project geeft in dezelfde maand bulletin nummer 89 uit

waarmee het werk In Search of the Miraculous wordt aangekondigd.394 Het ontwerp

van het bulletin is van Aders hand en bevat een foto van de kunstenaar in zijn jacht op zee en bladmuziek van het lied ‘A Life on the Ocean Wave’.395 De kunstenaar schat 67

dagen voor zijn overtocht over de Atlantische Oceaan nodig te hebben. Zijn echt- genote Mary Sue reist in september van dat jaar naar Europa af en wacht daar op de komst van haar man.396 In een interview in 1976 met een lokale krant uit Los Angeles

zegt ze hierover het volgende:

I was waiting there for him. I was positive he would show up there at that time, and then when he didn’t, I was convinced he would show up any time from then on through December. (…) I wasn’t dis- couraged by the time I left [Europe], I expected him any week. When he didn’t arrive within his set time period we decided that he had grossly miscalculated the time it would take him on such a small boat, and a lot of experienced sailors said that he could make it but it would probably take him up to 150 days.397

Op 10 april 1976 wordt de zeilboot van Ader voor de kust van Ierland door een Spaanse vissersboot gevonden. De kunstenaar zelf is spoorloos. De Spaanse vissers nemen de boot mee aan dek en in La Coruña wordt deze in een loods geplaatst. Er start een uitgebreid politieonderzoek. De Spaanse marine trekt de conclusie dat er waarschijnlijk een explosie aan boord heeft plaatsgevonden, maar Bas Jans broer Erik betwijfelt dit. Er zijn geen brandsporen te vinden en het is niet aannemelijk dat Ader explosief spul bij zich had.398 Wel lijkt de lifeline, waarmee Ader aan de boot vastzat,

op ruwe wijze te zijn losgerukt.399

Drie maanden na de vondst van Aders zeilboot wijdt de nederlandse krant Nieuws- blad van het Noorden een artikel aan de verdwenen kunstenaar.400 Hoewel er in de

Verenigde Staten niet eenduidig van uit wordt gegaan dat Ader overleden is, laat alleen al de titel van het nederlandse artikel hier geen twijfel over bestaan: ‘Kun- stenaar uit Drieborg verdronk op de oceaan’.401 In het artikel in de lokale krant in Los

393 Andriesse 1988: 63.

394 De dag voor zijn vertrek stuurt Ader nog een kaartje naar galerie Art & project met de tekst: ‘Tot ziens over 8-10 weken. Bas

Jan’. Beenker in Wolfs 2006: 9.

395 Wolfs 2006: 130, 159; Andriesse 1988: 63. De foto waarop we Ader in zijn boot zien, is genomen door Mary Sue.

396 Mary Sue blijft tot de eerste week van september in Europa. Daarna moet ze weer terug om les te geven. Mary Sue Ader in

Bear en Sharp 1976.

397 Mary Sue Ader in Bear en Sharp 1976. Bas Jan Ader had eten en water aan boord voor 180 dagen.

398 Erik Ader in Andriesse 1988: 90. Wanneer de Spaanse vissers de zeilboot aantreffen, zijn de mast, handrails en zelfstuurinrich-

ting afgerukt c.q. afgespoeld. Later wordt de boot uit de opslagplaats gestolen. Het is onduidelijk wat hier de motieven voor zijn.

399 Beenker in Wolfs 2006: 11.

400 Dit is het eerste artikel in een nederlandse krant waarin over Aders verdwijning wordt geschreven.

Angeles waaruit ik zojuist citeerde, komt ter sprake dat veel mensen in de Verenigde Staten ervan uitgaan dat Ader nog in leven is. Mary Sue denkt dat de geringe aan- dacht voor Aders verdwijning voor een deel te wijten is aan deze gedachtegang. Ze is teleurgesteld over de beperkte belangstelling in Los Angeles en verwoordt dit als volgt:

It has been mentioned in Holland, there’ve been several articles, but nobody’s been interested in the United States. I haven’t been reluc- tant to talk about it at all. There’s a fellow here in Los Angeles who wants to write an article about it. (…) I’ve been a little disappointed in the lack of reaction from the people here in the United States. (…) I’ve talked to Claire about it, and she thought people couldn’t face the reality of it. I heard a lot of his students were so incapable of living with the reality of it that they were fantasizing all kinds of situations… (…) They had rumors going for months that he was alive and well.402

Hoewel Mary Sue tegen de interviewers zegt dat er in nederland verschillende arti- kelen over Aders verdwijning zijn verschenen, is dit niet het geval.403 De publicatie in

Nieuwsblad van het Noorden blijft lange tijd de enige bron waarin over Bas Jan Ader wordt gesproken.

Het ongeloof in Los Angeles over Aders dood wordt ook gevoed door andere bronnen. In Aders kluisje op de school waar hij lesgaf, wordt na zijn verdwijning een

exemplaar gevonden van een boek over Donald Crowhurst.404 Crowhurst deed in 1968

mee aan de Golden Globe Race voor solozeilers rond de wereld. De zeiler gaf vanaf zijn boot valse posities op en stak nooit de Atlantische Oceaan over. Op een gege- ven moment besefte hij dat zijn bedrog uit zou komen, waarop hij zelfmoord pleegde door overboord te stappen. Via de teruggevonden logboeken in Crowhursts zeilboot werd zijn verhaal achterhaald en opgetekend.405 Aangezien het boek in Aders kluisje

lag, wordt ervan uitgegaan dat de kunstenaar het heeft gelezen.406 Het is de vraag in

hoeverre deze vondst van betekenis is voor Bas Jan Aders verdwijning. Zou de kun- stenaar geïnspireerd zijn geraakt door het verhaal van Crowhurst om vervolgens zelf op zee te verdwijnen en zo een mythe te creëren?407 Opvallend in dit verband is wel

dat Ader zijn vrouw verbood om boeken te lezen over solozeiltochten.408

Binnen de kunstwereld blijft de aandacht voor de verdwijning van de nederlandse kunstenaar eveneens lange tijd beperkt. Er zou in 1976 werk van Bas Jan Ader worden getoond op de expositie 7 Holländische Künstler in het Kunstmuseum in Luzern in Zwitserland, maar door Aders verdwijning wordt ervoor gekozen om zijn werk alleen

402 Mary Sue Ader in Bear en Sharp 1976. Claire is de eigenaresse van Claire Copley Gallery. Mary Sue geeft dit antwoord nadat

haar wordt gevraagd: ‘You have quite a responsibility towards his work… how is it that nothing has been mentioned these months about his loss?’.

403 Het is uiteraard aannemelijk dat Mary Sue bluft om zo haar punt te maken.

404 Tomalin, nicholas en Ron Hall. The strange last voyage of Donald Crowhurst. Londen: 1970.

405 Beenker in Wolfs 2006: 10.

406 Dean in Wolfs 2006: 29; Spence 1999: 10. 407 Beenker in Wolfs 2006: 10.

in de bijbehorende catalogus af te beelden.409 In 1977 wordt Aders werk in nederland

opgenomen in een reizende educatieve tentoonstelling met de naam Mooi alleen hoeft niet.410 Gezien de bescheiden opnames van het werk van de kunstenaar zijn

deze tentoonstellingen echter bijna niet noemenswaardig. Het is opvallend dat zelfs galerie Art & project pas in 1985 besluit om een tentoonstelling aan Ader te wijden. Er wordt (slechts) een keuze gemaakt uit zijn nagelaten werk.411

Ook in de kunstsector van de Verenigde Staten is er eind jaren zeventig en begin jaren tachtig nagenoeg geen belangstelling voor Bas Jan Ader. Zijn werk wordt in geen enkele (groeps)tentoonstelling opgenomen.412 De lokale krant van Los Angeles

is in de periode 1976-1994 de enige bron in Amerika die over de kunstenaar schrijft.413

In de volgende paragraaf zal blijken dat de eerste aandacht voor Ader in de Verenigde Staten pas vijftien jaar na zijn verdwijning op gang komt.

Het is niet heel verwonderlijk dat er begin jaren tachtig weinig aandacht is voor het werk van Bas Jan Ader. Als reactie op het minimalisme en conceptualisme van de jaren zestig en zeventig leggen kunstenaars zich in de jaren tachtig weer toe op de schilderkunst. Wereldwijd is er sprake van een opleving van de figuratieve schilder- kunst, maar het zwaartepunt ligt voornamelijk in West-Europa.414 De stroming wordt

later aangeduid als neo-expressionisme. Figuratie en expressie voeren de boventoon en persoonlijke en herkenbare voorstellingen zijn weer terug te zien. Conceptuele en minimalistische kunst verdwijnen van het toneel. In nederland zijn kunstenaars als

René Daniels en Rob Scholte bekende vertegenwoordigers van deze stroming.415

De hernieuwde belangstelling voor schilderkunst heeft niet tot gevolg dat de aandacht voor het conceptualisme volledig naar de achtergrond verdwijnt. Er blijft in nederland enige ruimte en interesse voor deze stroming en daarmee ook voor het werk van Bas Jan Ader. Aan het eind van de jaren zeventig en gedurende de jaren tachtig werkt kunsthistoricus en galeriehouder paul Andriesse aan de eerste bio- grafie over Ader. In 1986 publiceert Andriesse al een deel van zijn onderzoek in het kunsttijdschrift Jong Holland.416 Zijn grondige studie naar de nederlandse kunstenaar

resulteert in 1988 in de publicatie Bas Jan Ader, uitgegeven door Stichting Open- baar Kunstbezit.417 In het voorwoord van de monografie, geschreven door Rini Dippel,

die destijds hoofdconservator schilder- en beeldhouwkunst was van het Stedelijk Museum Amsterdam, geeft hij aan dat het werk van Bas Jan Ader weinig bekend is, behalve bij collega-kunstenaars.418 De conservator is van mening dat hier verande-

ring in moet komen. Dippel begint zijn verhaal met de woorden: ‘Het leven van Bas Jan Ader was verweven met zijn kunst, zijn mysterieuze en tragische verdwijning was een onvoltooid kunstwerk. (…) De concentratie echter op enkele thema’s maakt het

409 Andriesse 1988: 94; Kunstmuseum Luzern 1976.

410 De tentoonstelling wordt geïnitieerd door de nederlandse Kunststichting. Er hoort ook een catalogus bij. Wolfs 2006: 165.

411 Wolfs 2006: 159. 412 Wolfs 2006: 159-161. 413 Spence 1999: 7.

414 In Duitsland zien we bijvoorbeeld de groepering Neue Wilde en in Italië de Transavantguardia Italiana.

415 Van Abbemuseum publicatiedatum onbekend.

416 Andriesse 1980.

417 Andriesse, paul. Bas Jan Ader. Amsterdam: Stichting Openbaar kunstbezit, 1988. De publicatie werd mede mogelijk gemaakt

door een subsidie van het prins Bernhard Fonds (destijds nog met deze benaming aangeduid).

nu – zo’n 15 jaar later – tot een schokkende confrontatie’.419 De conservator vertelt

dat een overzichtstentoonstelling over het werk en leven van Bas Jan Ader al jaren op stapel stond.420 Een comité van vrienden, gevormd door Erik Ader,421 Ger van Elk,422

Martijn Sanders423 en Adriaan van Ravesteijn424 kwam regelmatig met Wim Beeren425

en Rini Dippel bijeen om dit plan te verwezenlijken.426 In 1988, tegelijk met het uitko-

men van de publicatie van paul Andriesse, toont het Stedelijk Museum Amsterdam de eerste solo-overzichtstentoonstelling van het werk van Bas Jan Ader. Tot die tijd was Aders oeuvre, zowel in binnen- als buitenland, nog nooit in zijn totaliteit getoond.427

Een van de beste vrienden van Bas Jan, kunstenaar Ger van Elk, levert een bijdrage aan de publicatie van Andriesse in de vorm van een brief en daarin verwoordt hij zijn beweegredenen tegenover zijn verdwenen vriend als volgt:

Door een tentoonstelling als deze hoop ik dat anderen precies doen wat je wilde, het werk verschillende gestalten geven./ In ie- der geval zullen gevarieerde benaderingen ’t werk steeds helderder vorm geven./ Naast verf als zee of zang als lijst is een kunstwerk toch levend door allerlei beschouwingen en afbeeldingen. (…) Hoe staat ’t met jouw werk nu Basjan?/ Sommigen zien er een curi- euze Californische zijstraat der conceptuelen in, anderen verhef- fen het tot mysterie en kennen ’t nauwelijks. Belangstelling is er zeker wel en hopelijk neemt die tentoonstelling wat nevel weg.428

Hoewel galerie Art & project wacht met het tonen van zijn werk tot bijna 10 jaar na de verdwijning van Bas Jan Ader, is de galerie en haar positie in het nationale en inter- nationale kunstenveld van doorslaggevend belang voor de manier waarop de door- werking van het werk van Ader verloopt. De galerie is in 1968 in Amsterdam opgericht door Geert van Beijeren en Adriaan van Ravesteijn en toont werk van jonge, avant- gardekunstenaars die minimalistisch of conceptueel werk maakten.429 De galerie had

een pioniersrol in nederland en wist moeiteloos te breken met voorafgaande ge-

woontes, smaken en voorkeuren in kunstverzamelingen.430 Ze begon met het tonen

van werk van onder meer Stanley Brouwn en Lawrence Weiner, Gilbert & George en Richard Long. Later volgden kunstenaars zoals Jan Dibbets, Marcel Broodthaers, Sol LeWitt en Joseph Kosuth. Onder de nederlandse kunstenaars die zich aan de galerie verbonden, waren onder anderen Carel Visser, Ben Akkerman, Ger van Elk, Emo Ver-

419 Dippel in Andriesse 1988: 6.

420 Dippel in Andriesse 1988: 6, 7. Hij spreekt over een hommage aan Ader.

421 Erik Ader is de jongere broer van Bas Jan Ader.

422 Collega-kunstenaar en goede vriend van Bas Jan Ader.

423 Toenmalig directeur van het Amsterdams Concertgebouw.

424 Mede-eigenaar en oprichter van galerie Art & project.

425 Directeur van Stedelijk Museum Amsterdam van 1985 tot 1993.

426 Dippel in Andriesse 1988: 6. 427 Wolfs 2006: 159.

428 Ger van Elk in Andriesse 1988: 67, 69. De brief van Van Elk is een prachtig eerbetoon aan Bas Jan Ader. Voor de volledige tekst

zie bijlage IV – brief Ger van Elk.

429 De galerie heeft bestaan tot 2001. In 2005 overleed Geert van Beijeren.

kerk, Adam Colton en Joris Geurts.431 Het bulletin dat de galerie uitgaf – in totaal ver-

schenen er 156 nummers – bood kunstenaars de mogelijkheid ‘tentoonstellingen per post’ te maken in een formaat dat beperkt werd door plaats noch tijd.432 Van Beijeren

en Van Ravesteijn kochten zelf ook werk aan, waardoor een grote kunstverzameling ontstond.433 Dat er belangrijke werken tot deze collectie behoren, blijkt onder meer

uit het feit dat de gehele collectie recentelijk is geschonken aan diverse toonaan-

gevende musea.434 Het Kröller-Müller Museum in Otterlo heeft meer dan 200 werken

gekregen.435 De rest van de werken is ondergebracht bij onder andere het Museum of

Modern Art in new York, het Gemeentemuseum in Den Haag, het Rijksmuseum Twente

en Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.436

Van Beijeren en Van Ravesteijn danken de goede positie van hun galerie voor een aanzienlijk deel aan de intensieve contacten die ze met andere musea en culturele instellingen onderhielden. Ze hebben in de jaren zeventig en later bijvoorbeeld goed contact met de directeuren van het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals met Edy de Wilde en zijn opvolger Wim Beeren.437 Het Stedelijk had destijds eveneens een zeer

belangrijke positie in het nationale en internationale kunstenveld.438 Vooral het ge-

durfde en innovatieve tentoonstellingsbeleid van het museum was in grote mate be- palend voor de vooraanstaande rol in de internationale kunst- en museumwereld.439

De goede naam en contacten van galerie Art & project zijn in hoge mate van invloed op de doorwerking van het werk van Ader. Het is goed mogelijk dat Bas Jan Ader in de vergetelheid zou zijn geraakt als hij zich door een andere galerie had laten vertegenwoordigen. Ongemerkt werd de basis voor Aders doorwerking al in de vroe- ge jaren zeventig gelegd. Geert van Beijeren van Art & project was in 1971 aanwezig bij de opnames van Aders Fall 2, Amsterdam. Het resultaat is dat dit werk een plek krijgt in het filmprogramma Sonsbeek buiten de perken. De curator van deze tentoonstel- ling is Wim Beeren. Ook wanneer de eerste solo overzichtstentoonstelling van Bas Jan Ader in 1988 in het Stedelijk Museum Amsterdam gehouden wordt, is dit onder het directeurschap van Beeren.440

431 Ibidem. 432 Ibidem.

433 In totaal bestond de kunstcollectie van Van Beijeren en Van Ravesteijn uit bijna 850 werken, die ze de naam Depot VBVR gaven.

Gemeentemuseum Den Haag 2012.

434 De collectie werd in 2013 verkocht. Het archief van galerie Art & project is ondergebracht bij het Rijksbureau voor Kunsthisto-

rische Documentatie (RKD). Metropolis M 2013.

435 Het Kröller-Müller Museum kocht in de jaren zeventig en tachtig regelmatig werk van galerie Art & project. Metropolis M 2013.

436 Gemeentemuseum Den Haag 2012.

437 Edy de Wilde was van 1963 tot 1985 directeur van Stedelijk Museum Amsterdam.

438 De belangrijke positie van het Stedelijk Museum Amsterdam was voor een aanzienlijk deel opgebouwd in de jaren vijftig onder

het directeurschap van Willem Sandberg. Hij voerde een actief tentoonstellings- en verzamelbeleid. Onder volgende leiders werd Sandbergs beleid voortgezet, waardoor het Stedelijk ook in de tweede helft van de twintigste eeuw als centrum van artistieke vernieuwing gold. nOS 2013.

439 Opmerkelijk is overigens wel dat er geen collectiecatalogus van het Stedelijk Museum Amsterdam bestaat. Er lijkt, zeker in

retrospectief bezien, een traditie te zijn ontstaan waarin de collectie ondergeschikt is aan de tentoonstellingen. Blotkamp 2003.

Het Stedelijk Museum Amsterdam zorgt er aan het eind van de jaren tachtig voor dat Aders werk een platform krijgt en aan het publiek getoond wordt. naast de ten- toonstelling in 1988 neemt het museum Ader al eerder in een aantal andere exposi- ties op. Er wordt werk van de kunstenaar getoond op de expositie Personal Worlds. De werkelijkheid als metafoor/Reality as Metaphor. Deze tentoonstelling is van 15 december 1978 tot en met 29 januari 1979 in het Stedelijk Museum Amsterdam te zien.441 De tentoonstelling reist hierna verder en doet begin jaren tachtig de steden

Belgrado, Warschau en Reykjavik aan.442 Vervolgens geeft het Stedelijk in 1982 weer

een duidelijk signaal af door Ader op te nemen in de overzichtstentoonstelling ’60 ’80, attitudes/concepts/images, een keuze uit twintig jaar beeldende kunst.443

We kunnen concluderen dat het begin van het proces van cultvorming rond Bas Jan Ader eind jaren tachtig in gang wordt gezet door de solotentoonstelling over de kunstenaar van het Stedelijk Museum Amsterdam en de biografie van paul Andriesse. De lijst met tentoonstellingen waarin werk van Ader wordt opgenomen neemt na 1988 een enorme vlucht.444 In de volgende paragraaf zal ik laten zien hoe de cultvorming

rondom Ader in de periode 1988-2013 overgaat in popularisering en hoe er een brede toe-eigening van zijn werk plaatsvindt.