• No results found

Voorwaarden voor huidig gebruik

In document Natura 2000 Beheerplan 160. Savelsbos (pagina 59-62)

Per knelpunt worden hieronder de activiteiten genoemd, die bijdragen aan het knelpunt. Vervolgens worden deze knelpunten beoordeeld:

1. Eutrofiering 2. Versnippering

3. Onvoldoende beheer in relatie tot de instandhoudingsdoelen

1. Eutrofiering

Activiteiten die bijdragen aan een toename van de depositie van stikstof uit de lucht worden beoordeeld via de PAS. Ze vallen in categorie 1, de toetsing vindt elders plaats.

Als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van het terrein stroomt bij hevige neerslag regenwater over de akkers het bos in (run-off). Dit voedselrijk water draagt bij aan de eutrofiering. Dit deel van het knelpunt is geen resultaat van een activiteit. Het

knelpunt wordt daarom aangepakt door het nemen van maatregelen; zie daarvoor hoofdstuk 6.

2. Versnippering

Zoals beschreven in hoofdstuk 3 zijn de oppervlaktes van kalkgraslanden en

pioniersbegroeiingen op rotsbodem te beperkt in omvang en liggen ze ver uit elkaar en dat is een bedreiging voor een goede staat van instandhouding, nog afgezien van de uitbreidingsdoelstelling voor beide habitats. Dit knelpunt is geen gevolg van een activiteit of project. In hoofdstuk 6 worden maatregelen beschreven om de arealen van beide habitattypen uit te breiden en het knelpunt op te lossen.

Voor Spaanse vlag speelt m.n. de interne versnippering; de verschillende

deelbiotopen waar de vlinder van afhankelijk is komen ruimtelijk gescheiden van elkaar voor. Indien die afstand groot is kan dit een probleem opleveren. Aan dit knelpunt is geen activiteit verbonden. Het knelpunt wordt opgelost doordat voor diverse habitattypen maatregelen worden genomen die dit knelpunt mede aanpakken; zie hoofdstuk 6.

3. Onvoldoende beheer in relatie tot de instandhoudingsdoelen.

Het huidige beheer is voor verschillende habitattypen niet aangepast aan vereisten vanuit Natura2000. Geschikte standplaatsen voor kalkgraslanden en

pionierbegroeiingen op rotsbodems hebben te lijden onder schaduwwerking en bladval van omringende bomen, net als een te extensief beheer. In de bossen sluit het kronendak zich door successie en het achterwege laten van een hakhoutcultuur waardoor er minder lichtval is op de bodem en er humusophoping plaats vindt. Er wordt te weinig beheerd op het creëren van zoom-mantel-kern vegetaties. Het beheer is echter geen activiteit die via een vergunning voor bestaand gebruik wordt bijgestuurd. Het beheerplan neemt echter diverse maatregelen die het beheer veranderen; deze staan beschreven in hoofdstuk 6.

Conclusie

De beoordeling van bestaande activiteiten, projecten en andere handelingen heeft hierboven plaatsgevonden door voor de knelpunten voor de instandhoudingsdoelen te onderzoeken welke activiteiten in en rond het Savelsbos daarbij zijn betrokken. Het blijkt dat de knelpunten niet kunnen worden opgelost door regulering via vergunningen voor bestaande activiteiten.

De knelpunten worden dus aangepakt door het nemen van maatregelen, dat is nader behandeld in de hoofdstukken 5 en 6.

Vergunningsregeling afhandeling calamiteiten WML

Wanneer in verband met calamiteiten, in het belang van de algemene veiligheid of ter veiligstelling van voorzieningen van algemeen nut, werkzaamheden moeten plaatsvinden die geen uitstel dulden, wordt daarbij zoveel als redelijkerwijs mogelijk gewerkt naar analogie van de FFW-gedragscode voor Drinkwaterbedrijven. Per definitie is er de kans, dat calamiteiten aantasting van de aangewezen habitattypen en -soorten met zich mee brengen. Onvoorzien als ze zijn, is voor het optreden van calamiteiten geen vergunningenprocedure ex ante aan de orde. In sommige gevallen kan aan de orde zijn, dat in de vergunning wel aandacht is besteed aan

calamiteitenprocedures; voor zover dat niet aldus geregeld is, voorziet de onderstaande tekst van het Natura 2000-beheerplan hierin.

De werkzaamheden ter herstel van calamiteiten kunnen significante ecologische gevolgen voor de aangewezen instandhoudingsdoelen met zich meebrengen. Hoewel de Natuurbeschermingswet 1998 verbiedt om zonder vergunning (herstel-)

instandhoudingsdoelen, is het niet reëel om in geval van urgent herstel van een calamiteit alsnog een reguliere NBW-vergunningsprocedure op te starten. Niet of te laat ingrijpen zou immers risico’s op grotere schade en evt. de volksgezondheid met zich mee kunnen brengen.

Het gaat er in dit beheerplan daarom met name om, dat bij een calamiteit van algemene aard dan wel met betrekking tot voorzieningen van algemeen nut, de herstelwerkzaamheden niet nodeloos negatieve invloed uitoefenen op de

aangewezen Natura 2000 instandhoudingsdoelen. Voorliggend beheerplan voorziet ten behoeve van de herstelwerkzaamheden als gevolg van een calamiteit in een procedure, waarbij de initiatiefnemer (eigenaar van de betreffende voorziening, aangewezen autoriteiten) zo snel mogelijk zal beoordelen, of er voor het herstel ingrepen noodzakelijk zijn in gebieden met habitattypen en soorten. Initiatiefnemer schakelt in dit geval een ecoloog in om de effecten te beoordelen en neemt contact op met het bevoegd gezag in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. Vervolgens wordt in gezamenlijkheid bekeken hoe, onder andere met inachtneming van de zorgplicht uit artikel 19L van de Natuurbeschermingswet 1998 en bepalingen van de Habitatrichtlijn, de werkzaamheden zo spoedig mogelijk en zoveel mogelijk met respect voor de geest van de wetgeving kunnen worden uitgevoerd.

Voorts geldt als uitgangspunt, dat de instantie, die verantwoordelijk is voor beheer en herstel van de betreffende voorziening, ook de herstelmaatregelen betaalt, die noodzakelijk zijn om de ecologische schade te herstellen.

Conclusie: Herstelwerkzaamheden t.b.v. de bestrijding van een calamiteit onder

voorwaarden toestaan in huidige vorm met in achtneming van de geldende gedragscode.

5

PAS-gebiedsanalyse

In dit hoofdstuk staat de beoordeling van de ontwikkeling van de stikstofdepositie en hoe specifiek de stikstofgevoelige instandhoudingsdoelstellingen kunnen worden gehaald. Uitvoering van de daaruit volgende maatregelen is wettelijk vastgelegd. De tekst van dit hoofdstuk overlapt – door de letterlijke weergave – met de voorgaande en volgende hoofdstukken.

Stikstof is één van de grootste problemen bij de realisatie van de Natura 2000-

In document Natura 2000 Beheerplan 160. Savelsbos (pagina 59-62)