• No results found

Afdeling 1: België

2) Het voorstel tot voorontwerp van een nieuw artikel 5.169 BW

47. De memorie van toelichting van het laatste voorstel tot voorontwerp ter hervorming van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht laat toe de bedoeling of de ratio van de Commissie te achterhalen met betrekking tot de invoering van een nieuw artikel 5.169 BW, dat handelt over de alternatieve veroorzaking.

In de algemene inleiding van de memorie van toelichting wordt aangegeven dat er gekozen wordt om het begrip “oorzaak” juridisch te omschrijven als de voorwaarde zonder dewelke de schade zich niet zou hebben voorgedaan. Niettemin wordt erkend dat wanneer deze omschrijving gehanteerd wordt, er problemen kunnen optreden bij het vaststellen van causale verbanden. Het voorontwerp besteedt daarom in het bijzonder aandacht aan bepaalde gevallen van causale onzekerheid.93 Immers, wanneer er sprake is van causale onzekerheid, dan leidt

het vigerend aansprakelijkheidsrecht in beginsel tot een alles of niets-oplossing ten voordele van de verweerder. De Commissie pleit evenwel voor een meer evenwichtige toewijzing van de schadelast in dergelijke gevallen, aangezien dit billijker zou zijn en de slachtoffers zo bovendien een betere bescherming zouden genieten.94 Daarom stelt de Commissie de

91 GROTIUS-POTHIER ONDERZOEKSGROEP, “Een rechtsvergelijkende analyse van de Belgische

hervorming van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht: enkele suggesties voor wetgever en rechter”,

TBBR 2020, afl. 3, 123.

92 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 1-22.

93 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 35.

94 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

29

invoering van de artikelen 5.168 en 5.169 BW voor, waarin in een specifieke oplossing voor een aantal gevallen van causale onzekerheid wordt voorzien door een verdeling van de schadelast tussen benadeelde en aansprakelijke mogelijk te maken.95 Het voorstel tot voorontwerp van artikel 5.168 BW heeft betrekking op het verlies van een kans,96 terwijl artikel 5.169 BW over de alternatieve veroorzaking handelt.97 Beide gevallen van causale onzekerheid zijn van elkaar te onderscheiden, maar worden onder dezelfde titel ‘Meerdere oorzaken. Proportionele aansprakelijkheid’ opgenomen.98

48. Het valt op dat, hoewel de Commissie erkent dat causale onzekerheid naar huidig recht algemeen een alles of niets-oplossing teweeg brengt en in dit kader pleit voor een meer evenredige verdeling van de schadelast, er met betrekking tot causale onzekerheid slechts in een uitdrukkelijke oplossing voorzien wordt voor twee specifieke gevallen ervan. Zo bevat het voorstel tot voorontwerp bijvoorbeeld geen bijzondere bepaling voor gevallen van causale onzekerheid waarbij de eisende partij simpelweg geen toegang tot relevante bewijsmiddelen heeft om het causaal verband met gerechtelijke zekerheid aan te tonen, ook al is er een duidelijke correlatie tussen de tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis en de schade. Waarom de Commissie evenwel enkel opteert voor het invoeren van bepalingen voor het verlies van een kans en voor de alternatieve causaliteit, wordt niet verduidelijkt in de memorie van toelichting. Er wordt louter aangegeven dat met betrekking tot causale onzekerheid in de doctrine de meeste aandacht wordt besteed aan deze twee situaties, waarna wordt overgegaan tot het uitleggen waarom zij volgens de Commissie een uitdrukkelijke oplossing behoeven.99

95 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 87.

96 Zie hierover: H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 9 en 98-104; De tekst van het voorstel tot voorontwerp van artikel 5.168 BW luidt als volgt:

“Indien het onzeker is of een tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis een oorzaak van de schade is, terwijl er zonder deze gebeurtenis een reële kans was dat de schade zich niet had voorgedaan, heeft de benadeelde recht op herstel van zijn schade in de verhouding tot de waarschijnlijkheid waarmee deze gebeurtenis de oorzaak was van de schade.”

97 Zie hierover: H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 9 en 105-111.

98 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 9; GROTIUS-POTHIER ONDERZOEKSGROEP, “Een rechtsvergelijkende analyse van de Belgische hervorming van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht: enkele suggesties voor wetgever en rechter”, TBBR 2020, afl. 3, 146.

99 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

30

Niettemin haalt de Commissie wél aan dat sommige (andere) gevallen van alternatieve causaliteit waarschijnlijk opgelost zullen kunnen worden door de toepassing van artikel 8.6 BW van het reeds ingevoerde Boek 8 “Bewijs”,100 dat als volgt luidt: “Onverminderd de

verplichting tot medewerking van alle partijen aan de bewijsvoering, kan hij die de bewijslast draagt van een negatief feit, genoegen nemen met het aantonen van de waarschijnlijkheid van dat feit. Hetzelfde geldt voor positieve feiten waarvan het vanwege de aard zelf van het te bewijzen feit niet mogelijk of niet redelijk is om een zeker bewijs te verlangen.”101

49. Dit masterproefonderzoek beperkt zich tot de bespreking van het voorstel tot voorontwerp van artikel 5.169 BW. De memorie van toelichting geeft aan dat aan de hand van dit artikel beoogd wordt in een oplossing te voorzien voor bepaalde gevallen van onzekerheid omtrent de identiteit van de aansprakelijke, met name voor die situaties “waar de benadeelde een groep van personen kan aanwijzen die afzonderlijk een foutieve activiteit uitoefenen die de schade kan hebben veroorzaakt, tot dewelke de aangesprokene behoort, maar niet in staat is vast te stellen wie precies de schade heeft veroorzaakt.”102 Een oplossing voor deze specifieke

problematiek van alternatieve causaliteit dringt zich volgens de Commissie namelijk op: “Het is onredelijk de benadeelde de volledige schadelast te laten dragen en mogelijke aansprakelijken van wie het aannemelijk is dat zij de schade hebben veroorzaakt volledig vrij te stellen, omdat men niet kan aantonen wie onder hen precies de schade heeft veroorzaakt.”103

2.2) Het voorstel tot voorontwerp: proportionele aansprakelijkheid naar veroorzakingswaarschijnlijkheid

50. Het voorstel tot voorontwerp van artikel 5.169 BW luidt als volgt:

“Indien meerdere personen door afzonderlijke tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenissen de benadeelde hebben blootgesteld aan het risico op de schade die zich heeft voorgedaan maar niet kan worden vastgesteld wie juist de schade heeft veroorzaakt, is elk van hen aansprakelijk

100 Wet van 13 april 2019 tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van boek 8 “Bewijs” in dat

Wetboek, BS 14 mei 2019.

101 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 87.

102 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 98.

103 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

31

in verhouding tot de waarschijnlijkheid dat hij de schade heeft veroorzaakt. Wie bewijst de schade niet te hebben veroorzaakt, is evenwel niet aansprakelijk.”104

51. Uit de bewoordingen van het voorstel tot voorontwerp en de bijhorende memorie van toelichting kan worden afgeleid dat het toepassingsgebied van artikel 5.169 BW zich beperkt tot zuivere gevallen van alternatieve veroorzaking, met name die gevallen “waar verschillende afzonderlijke gebeurtenissen een mogelijke oorzaak zijn van de schade maar niet met zekerheid kan worden aangetoond welke ervan de werkelijke oorzaak was.”105 De aan de alternatieve veroorzaking verwante “dubbele veroorzaking”, waarbij er niet twee of meer

mogelijke oorzaken zijn maar wel twee of meer zekere oorzaken, valt derhalve niet onder het

toepassingsgebied.106

52. De Commissie opteert in haar voorstel als oplossing voor de problematiek van de alternatieve causaliteit voor een zogenaamde proportionele aansprakelijkheid naar veroorzakingswaarschijnlijkheid. Dit houdt in dat de aansprakelijkheid tussen de potentieel aansprakelijke personen verdeeld wordt volgens de waarschijnlijkheid waarmee elk van hen de schade van het slachtoffer heeft veroorzaakt.107 Anders verwoord kan een benadeelde een proportionele vergoeding vorderen van elke potentieel aansprakelijke a rato van de kans dat deze het schadegeval heeft veroorzaakt.108 Het voorstel tot voorontwerp verkiest de proportionele aansprakelijkheid boven de klassieke alles of niets-benadering,109 die derhalve volledig verlaten wordt zowel ten aanzien van de schadelijdende partij, als ten aanzien van de potentieel aansprakelijken. Immers, indien de benadeelde er niet in slaagt om met

104 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 9.

105 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 105.

106 De dubbele veroorzaking betreft het geval waarbij meerdere gebeurtenissen wel voldoende, maar geen

noodzakelijke voorwaarden zijn geweest voor de totstandkoming van de schade. Het voorstel tot voorontwerp voorziet in een oplossing voor deze problematiek in artikel 5.163 BW: “Een tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis die een noodzakelijke voorwaarde van de schade zou zijn indien een of meerdere andere gebeurtenissen die, afzonderlijk of samen, een voldoende voorwaarde zijn voor de schade, niet hadden plaatsgevonden, wordt beschouwd als oorzaak van de schade.”

107 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 106.

108 E. DE KEZEL, “Schadevergoeding bij asbestschade”, NJW 2008, 288.

109 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 97; GROTIUS-POTHIER ONDERZOEKSGROEP, “Een rechtsvergelijkende analyse van de Belgische hervorming van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht: enkele suggesties voor wetgever en rechter”, TBBR 2020, afl. 3, 146.

32

gerechtelijke zekerheid het causaal verband te bewijzen tussen diens schade en één van de tot aansprakelijkheid aanleiding gevende gebeurtenissen, dan zal deze – althans in de veronderstelling dat aan de toepassingsvoorwaarden voldaan is – een beroep kunnen doen op artikel 5.169 BW en aldus niet langer zelf de schadelast moeten dragen. Bovendien zullen de verweerders in beginsel niet de aansprakelijkheid voor het geheel van de schade moeten dragen, maar louter voor een proportioneel deel ervan.

53. De Commissie kiest daarentegen bewust niet voor de oplossing van de hoofdelijke aansprakelijkheid met mogelijkheid van tegenbewijs, ondanks het gegeven dat deze techniek in heel wat andere rechtstelsels wordt toegepast. Deze oplossing houdt in dat elke persoon van wie aangetoond is dat zij de schade hebben kunnen veroorzaken, aansprakelijk gesteld wordt voor de gehele schade, tenzij zij het tegenbewijs leveren dat zij de schade niet hebben veroorzaakt.110 De Commissie verantwoordt haar keuze door te verwijzen naar de onbillijkheid van deze oplossing ten aanzien van de aansprakelijken. Deze optie zou er immers toe kunnen leiden dat wie potentieel de schade heeft veroorzaakt niet alleen moet instaan voor de schade die hij niet heeft veroorzaakt, maar ook voor de schade die hij met zekerheid niet had kunnen veroorzaken. Bovendien zou de mogelijkheid tot regres voor degene die de benadeelde vergoed heeft vaak van louter theoretische aard zijn, onder andere omwille van het solvabiliteitsrisico. Ook beweert de Commissie dat een hoofdelijke aansprakelijkheid met mogelijkheid tot tegenbewijs problemen oplevert in het kader van verzekeringen, doordat een verzekeringsovereenkomst de dekking kan beperken tot beloop van het aandeel van de verzekerde in de aansprakelijkheid of tot de schade waarvoor hij uitsluitend aansprakelijk is.111

2.3) Toepassingsvoorwaarden en gevolgen

54. De memorie van toelichting omschrijft aan welke voorwaarden voldaan moet zijn opdat artikel 5.169 BW toepassing zou kunnen vinden. Het is niet vereist dat de benadeelde elke

110 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 106.

111 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

33

mogelijke schadeveroorzaker identificeert. Het volstaat dat het bewijs geleverd wordt dat de toepassingsvoorwaarden vervuld zijn in hoofde van eenieder die hij in rechte aanspreekt.112

In de eerste plaats wordt vereist dat in hoofde van elk van de potentieel aansprakelijken een fout of een andere tot aansprakelijkheid aanleiding gevende gebeurtenis is aangetoond en dat er geen sprake is van samenlopende foutieve gedragingen of van een gemeenschappelijke of collectieve fout.113 Het moet immers gaan over afzonderlijke tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenissen opdat er sprake is van zuivere alternatieve veroorzaking. Voor samenlopende foutieve gedragingen en gemeenschappelijke of collectieve fouten wordt in het voorstel tot voorontwerp immers voorzien in andere specifieke oplossingen, opgenomen onder de onderafdeling ‘Meerdere oorzaken. Aansprakelijkheid voor het geheel’.114

Ten tweede moeten de tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenissen van die aard zijn dat zij de benadeelde hebben blootgesteld aan het risico om de schade te lijden die zich heeft voorgedaan.

De derde en laatste toepassingsvoorwaarde houdt in dat de benadeelde moet aanvoeren met welke waarschijnlijkheid de verweerders de schade hebben veroorzaakt. Indien de waarschijnlijkheid voor elk van hen gelijk is, is het aantal potentieel aansprakelijken doorslaggevend; in voorkomend geval kan gekeken worden naar het marktaandeel van elk van de betrokkenen.115

112 H. BOCKEN, B. DUBUISSON en G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 111.

113 H. BOCKEN en B. DUBUISSON, G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 110.

114 H. BOCKEN en B. DUBUISSON, G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 8-9; Vooral het onderscheid tussen het voorstel tot voorontwerp van artikel 5.169 BW (Alternatieve causaliteit. Afzonderlijke feiten) en van artikel 5.167 BW (Alternatieve causaliteit. Collectieve fout) is van belang. Artikel 5.169 BW heeft betrekking op situaties waarbij er gelijksoortige maar afzonderlijke niet-geconcerteerde activiteiten zijn, terwijl de oorzaak van de schade te vinden is in de activiteit van een niet- geïdentificeerd lid van de groep. Artikel 5.167 BW slaat daarentegen op gevallen waarbij het gaat om een gemeenschappelijke activiteit van alle leden van een groep die een collectieve fout oplevert die oorzaak is van de schade. Alle deelnemers aan de gezamenlijke foutieve activiteit die het risico meebracht op de schade die zich heeft voorgedaan, zijn krachtens het voorstel tot voorontwerp dan aansprakelijk voor deze schade, ook al was er geen bewuste samenwerking of uitdrukkelijke of impliciete overeenkomst om de schade te veroorzaken en ook al kan men niet identificeren wie precies de schade heeft veroorzaakt.

115 H. BOCKEN en B. DUBUISSON, G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

34

55. Wanneer een benadeelde kan aantonen dat in hoofde van de aangesprokene voldaan is aan de voormelde toepassingsvoorwaarden, dan vindt er een omkering van de bewijslast plaats waarbij het aan de aangesprokene toekomt te bewijzen dat deze de schade niet heeft veroorzaakt. Slaagt de verweerder erin dit bewijs te leveren, dan ontsnapt deze aan enige aansprakelijkheid.116 Is het omgekeerde waar, dan wordt de aangesprokene aansprakelijk gesteld a rato van de waarschijnlijkheid dat deze het schadegeval werkelijk heeft veroorzaakt. Dergelijk bewijs zal uiteraard enkel geleverd kunnen worden indien de aangesprokene over informatie beschikt omtrent feitelijke omstandigheden die aan de schadelijdende partij onbekend zijn. Een producent kan bijvoorbeeld aantonen dat deze geen schadeverwekkende producten op de markt heeft gebracht gedurende de periode dat de betrokken benadeelde het schadelijk product had aangekocht en gebruikt. Het zal in de praktijk evenwel zelden gemakkelijk zijn voor een verweerder om het vereiste tegenbewijs te leveren,117 gelet op het

feit dat deze vaak geconfronteerd zal worden met dezelfde bewijsmoeilijkheden als het slachtoffer.

56. Uit voorgaande volgt dat het slachtoffer er belang bij heeft om zoveel mogelijk van de potentieel aansprakelijken in de procedure te betrekken. Ook voor de verweerder zal het voordelig zijn om de andere potentieel aansprakelijken in het geding te betrekken of tegen hen regres uit te oefenen.118

Immers, gelet op het feit dat de potentieel aansprakelijken slechts aansprakelijk kunnen worden gesteld in verhouding tot de waarschijnlijkheid dat deze de schade veroorzaakt hebben, zal de benadeelde geen integrale schadevergoeding kunnen krijgen indien deze er niet in slaagt elke potentieel aansprakelijke in de procedure te betrekken. Stel namelijk dat er drie potentiële schadeveroorzakers (A, B en C) zijn voor de schade die werd geleden door benadeelde X, maar de identiteit van A is onbekend. Het staat evenwel vast dat zowel A, B als C de schade met een waarschijnlijkheid van één op drie hebben veroorzaakt. Doordat enkel de identiteit van B en C gekend zijn, zal de benadeelde X ook enkel deze personen in de procedure kunnen betrekken. X zal derhalve – althans in de hypothese dat noch B, noch C erin

116 H. BOCKEN en B. DUBUISSON, G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 110.

117 H. BOCKEN en B. DUBUISSON, G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

Brugge, die Keure, 2019, 106.

118 H. BOCKEN en B. DUBUISSON, G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,

35

slaagt het bewijs te leveren dat zij de schade niet veroorzaakt hebben – slechts twee derden van de schade vergoed krijgen.

57. Het gegeven dat voor de toepassing van het artikel niet vereist is dat iedere potentiële schadeveroorzaker wordt geïdentificeerd,119 brengt met zich mee dat de bewijslast in hoofde van de benadeelde veel lichter is dan wanneer dit wel vereist zou zijn. Het volstaat immers dat de benadeelde aantoont dat aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 5.169 BW voldaan is in hoofde van eenieder die deze wél aanspreekt.120 Niettemin brengt dit ook met zich mee dat het mogelijk is dat de daadwerkelijke schadeveroorzaker niet in het geding wordt geroepen en dus geen (gedeeltelijke) schadevergoeding moet betalen aan de benadeelde.

58. De voorgestelde oplossing van proportionele aansprakelijkheid naar veroorzakingswaarschijnlijkheid zou volgens de Commissie in de praktijk het meeste nut hebben in situaties waarbij het aantal potentieel aansprakelijken beperkt is of waar de waarschijnlijkheid dat één van hen het schadegeval veroorzaakt heeft groot is.121

2.4) Verhouding ten opzichte van de alternatieven buiten het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

59. Indien het voorstel tot voorontwerp van artikel 5.169 BW in de toekomst geldend recht zou worden, stelt zich de vraag wat de verhouding van deze bepaling zou zijn ten opzichte van de eerder vermelde alternatieven buiten het gemeen aansprakelijkheidsrecht om, waarop een beroep gedaan kan worden ingeval van alternatieve causaliteit. Hieromtrent geldt dat geen algemene regels kunnen worden vastgesteld. Er dient namelijk telkens gekeken te worden naar de bijzondere wetgeving die op de alternatieven van toepassing is om te bepalen in welke mate een vordering op grond van het aansprakelijkheidsrecht al dan niet uitgesloten is en in welke mate een regres kan worden uitgeoefend tegen de aansprakelijke.122

119 H. BOCKEN en B. DUBUISSON, G. JOCQUÉ, De hervorming van het buitencontractueel

aansprakelijkheidsrecht : het ontwerp van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht,