• No results found

Voorbeeld van de beperkingen van enkel geografische vastlegging

In document Gevaarlijke plek (pagina 32-34)

In figuur 1 is een tankstation bij Haarlem op de kaart ingetekend (geografisch vastge- legd). Het tankstation komt voor in meerdere registraties, in dit geval de Basisregistratie topografie (BRT; de blauwe T), in het HR (het groene winkelmandje), de BAG, de WOZ en (deels) in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS; het rode driehoekje). Op basis van de geografische weergave kunnen we niet zeker stellen of het één tank- station betreft of meer. En daarmee is niet duidelijk dat omgevingsregels voor ditzelfde object gelden. De verwijzing naar de ID van de BAG in de WOZ, het RRGS en het HR geeft die helderheid wel, zoals de tabel hieronder aangeeft. Een visuele beoordeling in gebie- den met een dichtere bebouwing wordt steeds moeilijker, en al helemaal onmogelijk bij de 100.000’en regels die we verwachten in het kader van het omgevingsrecht.

* De BRT is door het ontbreken van een externe sleutel echter niet te relateren.

Bron Nummer BAG-verwijzing TypeAanduiding Naam AdresAanduiding

RRGS 10591 0392010000001864 LPG Total Servicestation

De Liede  Amsterdamsevaart 288, 2033AA Haarlem 

BRT  102723113 -* tankstation  - -

HR  24126356 0392200000001864 4730 benzinestations Servauto inzake

De Liede Amsterdamsevaart 288, 2033AA Haarlem 

WOZ+ 039200001352 0392200000001864 3638 benzinestation - Amsterdamsevaart 288,

aan de effectiviteit van de handhaving (je kunt bijvoorbeeld zien of een bedrijf al geïnspec- teerd is en wat het resultaat daarvan was) en de fraudebestrijding.

• Basisgegevens draagt bij aan een uniform informatiemodel. Zonder een uniform informa- tiemodel ontstaat de situatie dat er binnen de overheid wordt gewerkt met LEGO en Formo: het lijkt op elkaar maar past niet. Gebruik van basisgegevens vermindert de administratieve last voor burgers en bedrijven: ze hoeven hun gegevens maar één keer af te geven en hebben landelijk op uniforme wijze toegang tot gegevens. Burgers en overheid spreken dan dezelfde taal. Hiermee wordt dus de dienstver- lening verbeterd, ook een verbeterdoel van de Omgevingswet.

• Tot slot werkt het relateren aan de basisgege- vens niet alleen positief voor omgevingswet- processen, maar ook andersom (wederkerige relatie): de Omgevingswet maakt basisgege- vens rijker en daarbij alle processen die gebruik maken van basisinformatie beter/efficiënter. Hoe eerder de basisgegevens, zoals bijvoor- beeld de BAG, rechtstreeks wordt bijgewerkt met de actuele gegevens als gevolg van een verleende vergunning, des te sneller kan een nummerbeschikking worden verleend en kan andere basisgegevens zoals in de Basisregistra- tie personen (BRP), de Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) en het Handelsregis- ter (HR) worden geactualiseerd.

Vanwege deze voordelen van het relateren aan objecten uit de basisinformatie is het wettelijk verplicht om basisinformatie te gebruiken [4]. Hiermee samenhangend moet de Omgevingswet

gebruik maken van de begrippen en definities uit de wetten inzake de basisregistraties [5].

Als een omgevingsregel geldt voor één of meer objecten uit één of meer basis- of kernregistraties (bijvoorbeeld een onbegroeid terrein (zoals erf) met een pand of een aantal wegdelen of water- delen in de BGT), dan kan deze omgevingsregel gekoppeld worden aan het ID van deze objecten. Alleen als een omgevingsregel níet geldt voor een object uit een basis- of kernregistratie, dan is het zaak het werkingsgebied handmatig in te tekenen op de BGT. Op het moment dat een registratie dan geraadpleegd wordt, bijvoorbeeld de Basisregistratie kadaster (BRK), maakt de BRK een koppeling met de BGT en laat de BRK zien welke regels gelden voor dit kadastraal object. Als het werkingsgebied de nauwkeurigheid van de BGT niet kan hebben, is wellicht de BRT een betere keuze, vooral als dadelijk de BRT een afgeleide van de BGT wordt, en dus wel objectgericht wordt.

Verkenning Informatievoorziening Omgevingswet (VIVO)

Om de wet goed in werking te laten treden, wordt er (landelijk) gewerkt aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In dit kader is het project Verkenning Informatievoorziening Omgevingswet (VIVO) van VNG/KING uitgevoerd, dat inzicht moest geven in de gewenste en noodzakelijke veranderingen in de informatievoorziening bij gemeenten. Het Gemeentelijk GeoBeraad (GGB) heeft bijgedragen aan het VIVO-rapport [6] dat op 31 mei is gepubliceerd. Mede dankzij deze bijdrage schenkt het rapport meer aandacht aan de rol van basisinformatie bij de uitvoering van de Omgevingswet.

Vervolg

VIVO mondt uit in een lijst van projecten die gemeenten gaan oppakken, daarbij ondersteund door VNG/KING. Ook andere DSO-projecten zijn van groot belang, zoals het project Informatie- en uitwisselingsmodel besluiten. Dit project bepaalt de voorschriften voor het werkingsgebied waarmee bronleveranciers hun omgevingsdocu- menten, zoals omgevingsplannen, moeten gaan aanleveren aan het register omgevingsdocumen- ten. Het is van belang dat vertegenwoordigers van gemeenten met kennis van basisinformatie aan deze projecten deelnemen.

Referenties

[1] Het Gemeentelijk GeoBeraad (GGB) is het intergemeente- lijk kennisplatform op het gebied van vastgoed, WOZ en geo-informatie en is een samenwerking tussen gemeen- ten, de VNG en DataLand.

[2] Een ‘kernregistratie’ wordt hier gedefinieerd als een ver- zameling gegevens waarvan het college heeft bepaald dat die bij het uitoefenen van een bevoegdheid of een gemeentelijke taak, alle kenmerken heeft van een basis- registratie.

[3] Kamerstukken II 2013/14, 33962, 3, p. 7. [4] Een voorbeeld is artikel 35 van de Wet BAG.

[5] Aanwijzing 161 van de ‘Aanwijzingen voor de regelgeving’,

Stcrt. 1992, 230, laatstelijk gewijzigd Stcrt. 2011, 6602.

[6] http://kinggemeenten.nl/vivo-verkenning-informatie- voorziening-omgevingswet/nieuws/vivo-eerste-mijlpaal- naar-digitaal

Rob Kromwijk is werkzaam als adviseur bij Dienst Basis- registratie bij gemeente Amsterdam. Rob is bereikbaar via r.kromwijk@amsterdam.nl

Het belang van basisinfor matie bij de uitvoering

van de Omgevingswet

Gemeentelijk GeoBeraad [1]

Verslag

Op 21 juni had Arcadis een mooie locatie in Amersfoort afgehuurd om samen met haar BGT-klanten te vieren

dat zij gezamenlijk de BGT-transitie naar de eindstreep hebben geholpen. Na een welkomstwoord door

Wim van Pijkeren gaf directielid Marc Raesen aan dat er in de afgelopen jaren zo’n 70 á 80 klanten door

hen zijn ontzorgd. Velen geclusterd in het project Twente, anderen via de facility van het SVB-BGT. Over de

laatste categorie kon Marc kort zijn: ‘Teleurstellend, daar hebben we nauwelijks resultaten geboekt!’. Speciale

dankwoorden werden gericht aan de gemeente Venray die gedurende lange tijd als proeftuin heeft gediend.

Hij gaf aan dat de enorme hoeveelheden data die zijn opgebouwd hun vruchten zullen afwerpen in de keten

van ontwerp naar beheer, zeker nu de nieuwe Omgevingswet eraan komt.

Een vooraf uitgevoerde enquête onder de bezoekers van deze dag (respons 66%) leerde dat 50% van hen daadwerkelijk in de LV BGT zit en dat 100% zeker denkt te weten er voor de komende jaarwisseling in te zitten. 80% zegt het beheer nog niet te hebben geregeld, omdat de inrichting van die beheerprocessen de bottleneck vormt. Het is nog niet georganiseerd. De grootste uitda- gingen worden gezien in het slimme gebruik van de BGT en de samenhang met BOR, BAG en WOZ. Compleet maken, gebruiken en benutten: daar liggen de uitdagingen nog.

Een aardig intermezzo was de BGT-transitiequiz, waarmee de aanwezigen onder bezielende leiding van René van Ginkel op de proef werden gesteld. Met een A of B-kaart kon men afwijzing of instemming betuigen met een praktijkcase uit een flink aantal door René verzamelde cases. En dat keuzes maken voor A of B niet altijd eenvoudig is.

Vooral bij één praktijksituatie sprongen de tranen ieder spontaan in de ogen: het resultaat van een automatisch geassembleerde situatie riep deze reactie op. Uiteindelijk bleek dat er maar één per- soon in deze vragenronde het parcours foutloos had afgerond. Die BGT: zo eenvoudig is-ie niet! Hierna ging de aandacht naar het onderwerp beheer en gebruik van de BGT. In een drieluik waarin respectievelijk Coby Arts (Min I&M), Joop Voortman (gemeente Rijssen-Holten) en Han Slotman (Arcadis) hun bijdrage leverden. Coby lichtte het gebruiksspoor toe aan de hand van het mijlpalenplaatje en welke partijen de BGT allemaal zouden gaan gebruiken (UWV, IPO, VNG, KING, CROW, SWOV. Dat zal niet vanzelf gaan: daarbij kunnen data- en softwareleveranciers het goede voorbeeld geven door de BGT te gaan gebruiken in hun processen. Niet helemaal dui- delijk werd wie de ideeën voor gebruik dan krijgt

en deelt met de omgeving. Er werd wat gefiloso- feerd over een tweemaandelijks gebruikersover- leg, de afstemming met aanpalende wetgeving en de inrichting van monitoring op voortgang en kwaliteit. Ook de net een dag tevoren gelan- ceerde site www.verbeterdekaart.nl werd nog genoemd evenals de shift die gemaakt wordt op weg naar de BGT2020. Welke elementen zijn hier dan tegen die tijd in verankerd? Plus-topografie, plantopografie, 3D, verbindingen met andere basisregistraties? Er is nog een wereld te winnen. Joop kreeg hierna de gelegenheid iets te vertel- len over de ontwikkelingen die zijn gemeente heeft doorgemaakt op het gebied van gebruik van de BGT bij de voorbereidingen op weg naar de Omgevingswet. Aan de hand van een aantal praktische voorbeelden deed hij uit de doeken hoe men er in die gemeente in is geslaagd om een planoloog en jurist en de geo-man in één hok te krijgen. Dat was ook nodig omdat er in planvorming veel efficiency is te behalen door uit te gaan van 3 fysieke grondlagen (agrarische bestemming, infrastructuur en natuur) op basis van de BGT. Door met een basisbestand te werken worden allerlei zaken transparanter: van toetsing van bouwaanvragen tot en met het opbouwen van bestemmingsplannen. Door dat intensieve en brede gebruik wordt de BGT ook steeds beter: terugmeldingen komen op gang en leiden tot betere producten.

Tot slot deed Han uit de doeken waar de suc- cesfactoren te zijn te vinden. ‘De baten liggen in de verbindingen tussen organisatie, afdelingen en processen. Het verbinden van systemen, applicaties en gegevens en niet te vergeten: van

Afscheid van de BGT-transitie-

periode: goed voor de klant!

In document Gevaarlijke plek (pagina 32-34)