• No results found

Voor en nadelen van het livebloggen

5.1 Interviews practitioners NOS

5.1.4. Voor en nadelen van het livebloggen

Met al deze kenmerken in het achterhoofd, blijft de vraag: zijn er meer voordelen of nadelen aan livebloggen? De meeste geinterviewden zijn laaiend enthousiast over dit nieuwe genre. Van Veen ziet geen enkel nadeel en Kraan vindt livebloggen vernieuwend. “Ik zie echt nul nadelen. Je kan mierenneuken over betrouwbaarheid, maar dat is echt bullshit. Het is een nieuwe manier van journalistiek bedrijven en daar moeten wij aan wennen. Je mag met deze manier van journalistiek bedrijven iets verder gaan, de regels rekken we een beetje op. En als je daar niet tegen kan, dan moet je het niet doen. En als je het mooi vindt, dan moet je er van genieten. Het is echt leuk om te doen, het is vernieuwend.”

De Vries vindt vooral dat de voordelen liggen in het contact met het publiek. “Het grote voordeel is dat het inspeelt op de behoeften van het publiek om steeds meer ’24 uur’ te worden. Je kunt gewoon niet meer zeggen, wij selecteren en wij bepalen wat het nieuws is. Mensen laten

bijvoorbeeld via Twitter heel duidelijk merken wat zij willen. Een goed voorbeeld hiervan is toen het laatste kabinet Balkenende viel, toen ging radio de hele nacht door maar televisie en Politiek 24 niet. Het was goed te verdedigen op dat moment waarom niet, want er zaten mensen in een zaal te vergaderen om vier, vijf uur ’s nachts en dat viel niet te filmen. Knevel en van de Brink hield om 12 uur op en er zaten mensen achter een deur te vergaderen, waar we op moesten wachten. Mensen willen tegenwoordig dat je die deur blijft filmen en dat ze erbij kunnen zijn wanneer die deur weer opengaat, bij wijze van spreken. Dat is nu hoe het gaat, dat was vijf jaar geleden heel anders, misschien twee jaar geleden al. Dus daar speelt livebloggen perfect op in.”

Toch is hij het er wel mee eens dat livebloggen met mate moet. “Het moet er niet altijd zijn, maar op de belangrijke momenten wanneer je voelt dat mensen van alles op de hoogte willen zijn, is een liveblog het perfecte middel. In ieder geval voor de mensen die geïnteresseerd zijn. Want een bericht op een site heeft toch zijn grenzen, een nieuwsstuk maken van 15.000 woorden daar kom je niet mee weg. Maar hierin wel, puntsgewijs, zeker als je een hele dag doorgaat dan zit je zo aan dat aantal.”

Daarbij ziet hij ook nog wel een nadeel van livebloggen bij de NOS. “Het nadeel is misschien dat het veel energie kost, en ook al hebben we een grote club die hier werkt, er is ook ontzettend veel

58 output. Iedereen zit hier in diensten te werken en een heel specifiek dingetje te doen en er is niet veel flexibiliteit. Dus dat is een nadeel bij livebloggen.”

Boekraad gaat nog een stapje verder en noemt een liveblog ‘een journalistiek onwaardige manier om je lezer te informeren’. Hij licht verder toe: “Dat komt omdat de regels die wij bij liveblogs hanteren. In liveblogs kan namelijk alles. Hoor en wederhoor checken, die regels gelden eigenlijk niet. Je moet natuurlijk wel je verstand erbij houden, maar zoals bij de schietpartij in Denver dan heeft het lokale televisiestation het erover dat het over veertien doden gaat, terwijl de politie zegt dat er maar tien mensen zijn overleden. Dat kan allemaal in een liveblog, maar in een nieuwsbericht ben je daar toch een stuk voorzichtiger mee. Dus aan de ene kant geef je veel meer informatie aan mensen en wijs je ze op filmpjes, dus je doet een goede daad. Maar aan de andere kant, als je zo’n liveblog nog eens terugleest, wat je eigenlijk niet doet maar zeg je kijkt er twee dagen later naar, dan weet ik niet in hoeverre de informatie die je hebt gemeld nog overeind blijft. Het geeft wel een mooi beeld van de dag. Ik denk dat je dit ook in de dagjournaals hebt dat sommige items ook per uur veranderen omdat er meer informatie bekend is. Dat je dezelfde wijzingen ziet als in het liveblog, maar ik had daar in het begin wel moeite mee. Dat ongecheckte, ik heb daar wel over na moeten denken, of zo’n liveblog wel opweegt tegen een artikel, zeker met zo’n minder streng journalistieke beleid.”

Ook Dulkes ziet niet alleen maar voordelen: “ Ik vind livebloggen heel leuk om te doen, maar het blijft lastig om volledig te zijn. Er komen zoveel mailtjes binnen en heel veel mensen roepen wat, dat je eigenlijk zelf meer bezig bent met het erop zetten wat anderen melden dan dat jezelf tijd hebt om te onderzoeken.” Daarbij vindt ze ook dat liveblogs niet altijd even overzichtelijk zijn. “Mensen kunnen niet het hele liveblog volgen, stel dat ze hadden gemist dat we de vijftien doden hadden

gerectificeerd [Schietpartij Denver, red.] dan kan diegene rondlopen met het idee dat er nog steeds vijftien doden zijn. Dus voor het gehele beeld hoort een lezer wel het verhaal te volgen, ten opzichte van een artikel waar alles in één keer instaat. Nu proberen we overal wel een bronvermelding bij te melden, dus qua betrouwbaarheid doen we niet onder, maar het kan wel zijn dat lezers niet het hele plaatje hebben.”

Ondanks dat de NOS goede ervaringen heeft opgedaan met livebloggen door het maken van afspraken over inhoud, vorm en het proces, zijn er nog altijd discussies gaande over het gebruik ervan. Tijdens de gevoerde interviews is duidelijk geworden dat er binnen de NOS nog vrij veel discussie wordt gevoerd over de frequentie van een liveblog.

Van Veen: “Mijn definitie van een liveblog is dat een liveblog moet worden gestart wanneer er groot nieuws is, er veel partijen bij betrokken zijn, deze partijen veel te melden hebben, er een bepaalde mate van onduidelijkheid bestaat en het nieuws zich in een korte tijd snel ontwikkeld. Dat zijn mijn

59 globale eisen om aan een liveblog te beginnen.” Volgens Van Veen werkte dit tijdens de ‘Arabische Lente’ heel goed, aangezien er elke dag veel gebeurde en waardoor het liveblog een “doorgaand verhaal kon vertellen.” Livebloggen inzetten voor kleinere nieuwsevenementen, daar is Van Veen nog niet van overtuigd. “Of we de lat lager moeten leggen, daar zit nog wel een discussie waar we nog niet uit zijn, dus we experimenteren nu ook heel veel. Zo hebben we een paar weken geleden een liveblog gedaan over de presentatie van de economische ramingen van het CPB31 waar het

kabinet haar bezuinigingen op zou baseren.” Dat werd volgens Van Veen 20.000 keer bezocht, hetgeen geen hoge cijfers voor een liveblog betekent. Volgens Van Veen komt dat deels omdat het verhaal zo uit te schrijven is. “Bij een presentatie of persconferentie: je bent een nieuwsmoment, bam, dit zijn de cijfers, bam, dit zijn de reacties, bam. Er zijn geen onverwachte gebeurtenissen, dus je kan het net zo goed van te voren uitschrijven.”

Boekraad is het daar deels mee eens als hij terugdenkt aan het liveblog van de uitspraak in de zaak Robert M. “Het livebloggen van een gerechtelijke uitspraak is wat lastig. Een uitspraak is al verdomd lastig, dus je moet al van tevoren weten wat er gezegd wordt, dus de termen begrijpen, wat de meesten van ons niet snappen, ik ook niet helemaal. Dus dat maakt het al ingewikkeld en de rest van het proces heb je niet geliveblogd, dus waarom dan wel de uitspraak? Het is misschien wel het belangrijkste, maar andere genres passen misschien beter bij zo’n onderwerp. Het enige wat mensen willen weten is of ‘ie naar de gevangenis toe gaat en voor hoe lang. De motivatie en de aanloop van de rechter, dat lezen mensen onderin een artikel wel ergens, in de derde alinea. En je bent dan drie uur aan het toewerken naar een uitspraak, wat ook zonde is van de tijd.”