• No results found

Hoofdstuk 5 Resultaten

5.3 Visie op geweld

De deelnemers hebben een overwegend negatief beeld van geweld tijdens acties. Dat verklaart ook waarom ze zelf nooit geweld hebben gebruikt. Voor sommige deelnemers is geweld tijdens acties altijd slecht, terwijl voor andere deelnemers geweld ook soms nodig kan zijn. De deelnemers hebben verschillende redenen waarom ze geweld op acties soms problematisch vinden. Het geweld zorgt voor kwetsuren bij zowel de politie als de gele hesjes en ook voor schade en vandalisme.

“Ja ook, veel negatieve ook langs de politie zijn kant. Ik bedoel er zijn gewonden gevallen, en bij de politie in Frankrijk zoveel zelfmoorden sinds dat de beweging bezig is, dan is dat niet normaal. Euh en dan hebt ge nog, ja die zoveel gewonden dat ik al zei. En dingen die sneuvelen van mensen die daar niets mee te maken hebben. Daar zit ook zo, ma ik zou dus nooit niets kapot maken, gewoon, ge zijt een casseur of ge zijt da niet”

Volgens de deelnemers heeft het geweld ook een afschrikwekkend effect, waardoor personen die de acties steunen niet durven of willen komen.

“Ja dat gaat er bij een geel hesjes niet meer in, en bij heel veel mensen. Maar veel mensen zijn bang voor het politiegeweld.”

Volgens één van de deelnemers is het ook door politiegeweld dat de gele hesjes tegenwoordig minder betogingen organiseren en meer andere vormen van acties organiseren, zoals petities, tussenkomsten in gemeenteraden etc.

“Er zijn nog wel, ja een aantal dingen gebeurt hé, ma echt grote betogingen nee. Dus uh, en dat heeft ook heel veel te maken met dat politiegeweld natuurlijk. “

De deelnemers vinden het dan ook belangrijk om te tonen dat de gele hesjes in België niet gewelddadig zijn.

“Wij moeten mensen overtuigen dat wij geen geweld gebruiken, dat wij, dat wij geen gevaarlijke mensen zijn, wij doen het voor iedereen, voor allemaal, voor iedereen niet alleen voor onszelf.”

Aangezien de deelnemers de politiek zien als de belangrijkste reden van het geweld denken ze ook dat de verantwoordelijkheid hoofdzakelijk bij de politiek ligt om het geweld op te lossen.

“Jah als ge daadwerkelijk een oplossing wilt zult ge het politiek moeten oplossen, de multinationals die geen belastingen betalen of amper belastingen betalen en de rekening alsmaar naar de kleine man doorgestuurd wordt. Dat zijn zo van die dingen, dat mij dan bezighouden.”

Voor één van de deelnemers is het daarom nodig dat er dialoog is tussen de politici en de gele hesjes. Er moet geluisterd worden naar de gele hesjes, maar dan moeten volgens hem/haar de gele hesjes zelf ook duidelijker zijn over wat ze nu juist verwachten van de politici.

“Praten, dat de overheid uitnodigt, maar ook dat wij duidelijk zijn wat onze eisen zijn, want dat is nog niet echt duidelijk zijn bij de overheid.”

Desondanks zoeken de deelnemers zelf ook naar oplossingen voor het geweld tijdens hun acties. Een van de deelnemers denkt dat er bij de gele hesjes nood is aan meer duidelijkheid over het feit dat geweld niet de bedoeling is. Volgens hem/haar moeten de organisatoren bij elke actie het woord nemen om duidelijk te maken dat het de bedoeling is om vreedzaam een boodschap over te brengen en dat geweld niet welkom is op de actie. Het is dan ook iets dat hij/zij zelf al doet.

“Wel het enige dat wij kunnen doen, altijd ik zeg dat he, ik zeg meestal als ik een actie doe, zeg ik op voorhand tegen mijn vrienden he: ‘wij zijn hier voor een vreedzame betoging, wij zijn hier voor een bepaalde redenen, wij zijn hier om iets te bereiken met een actie. Een vreedzame actie, geen geweld alsjeblieft. Als je geweld wilt, dan moet je ergens anders zijn, wij gebruiken geen geweld, en wij laten ook mensen niet toe om geweld te gebruiken tijdens onze acties’, snap je?

Verschillende deelnemers proberen dezelfde strategie bij de politie toe te passen. Ze proberen de politie te overtuigen dat ze geen geweld moeten gebruiken en dat het niet correct is om geweld te gebruiken tegen vreedzame acties. Hierbij tonen ze ook begrip voor de moeilijke situatie waarin

politiemensen zich vaak bevinden tijdens het begeleiden van acties. Eén van de deelnemers vertelt wat hij/zij dan zegt tegen de politie:

“En inderdaad, tijdens acties ga ik heel dikwijls praten met de politie. Ik ga hun zeggen van: ‘kijk jongens begrijpen jullie aan welke kant jullie staan wie jullie verdedigen, begrijpen jullie dat dat eigenlijk de tak afzagen waar je op zit is. Weet dat jullie eigenlijk de wapens zou kunnen neerleggen en aan de kant van het volk komen, het is al gebeurd dat politie dat gedaan heeft. Weten jullie eigenlijk waarover dit gaat, weten jullie waarvoor wij strijden’. En ik probeer, ik kan dan eigenlijk uren praten terwijl wij omsingeld zijn en ik zie wel dat dat een zeker effect heeft, sommigen doen alsof dat het hen niets doet. Ik probeer dat altijd op een heel menselijke manier te doen. Het is belangrijk om met die mensen te praten en hen duidelijk te maken van kijk, jullie positie, ik zeg dat altijd: ‘ik zou niet graag in u plaats zijn, want ik begrijp tis u job, je bent bang om u job, maar weet dat wat er nu gebeurt dat het eigenlijk niet correct is. En dat u eigenlijk ten dienste staat van mensen die geweld gebruiken tegenover hun eigen volk’.”

Ook de politie moet zich dus anders gaan gedragen volgens de deelnemers. Ze moeten hun gedrag aanpassen zodat het minder provocerend is en preventie van geweld vooropzetten als ze ingrijpen. Hiervoor is het volgens één van de getuigenissen nodig dat de opleiding en permanente vorming van de politie herzien wordt en moet er democratische controle komen op de politie. Een ander geel hesje denkt dat het nodig is dat er gereageerd wordt op het geweld van zowel actievoerders als de politie. Op die manier kunnen de gele hesjes geweld vermijden en ook infiltranten tegengaan. Hij/zij heeft ook effectief al ingegrepen toen een geel hesje geweld gebruikte.

“In Brussel hebben we meteen een hesje iemand uitgetrokken van: ‘ja jij bent geen hesje’. Die was geweld aan het gebruiken; hup geel hesje uitgedaan en weggestuurd.”

Volgens hem/haar moet dit vaker gebeuren om geweld op acties te vermijden. Daarom is hij/zij samen met anderen bezig een interne ordedienst op te zetten die kan ingrijpen als er personen gewelddadig worden tijdens acties.

“En nu zijn we dus bezig met een eigen interne ordedienst aan het opzetten. Van als wij nu iemand zien, omdat de politie het niet doet want die willen gewoon dat het zo snel mogelijk afgelopen is, dan gaan we een burgerarrest doen. Ook al is het een flik, dan pakken we die flik op, want hij is ermee begonnen. Gewoon een burger-arrest en uitleveren, kunnen ze niets doen en iedereen mag een burgerarrest doen hé.”

Ondanks dat de deelnemers geen geweld willen tijdens acties en ook nadenken over oplossingen voor het geweld, kan geweld volgens een deel van de deelnemers ook soms nodig zijn om verandering te bekomen. Ze vinden dat geweld nodig kan zijn omdat er anders niet geluisterd wordt, steeds minder mag en om duidelijk te maken dat de beweging niet zomaar zal stoppen als er niet geluisterd wordt.

“Ja om een revolutie of een evolutie te ontketenen bedoel, dat gaat niet zo blijven ergens zitten. Die tijd is gedaan, ze willen niet luisteren dus ja dan zijt ge zoveel jaren bezig en dan gaan ze nog niet luisteren als ge niet echt. Zij worden agressiever, dus ja ge kunt dat niet toelaten want dat is eigenlijk hun bedoeling wel. […] Ja; vooral om te laten merken van we laten niet met ons sollen, we laten ons niet, wij krijgen, we weten waar we recht op hebben en als ge dat niet doet dan loopt het de spuigaten uit he. Dan gaat ge niets mogen”

Volgens een andere deelnemer kan geweld nodig zijn, maar is het daar nu te vroeg voor. Voordat er geweld plaatsvindt, moet het nog duidelijker zijn dat er niet naar de actie geluisterd wordt.

Daarnaast moeten de acties volgens hem/haar ook eerst nog een pak groter worden. In het beste geval kan het geweld, als het ooit nodig wordt, op een georganiseerde manier gebeuren. Hij/zij hoopt dat het niet zo ver zal komen, maar vreest van wel.

“Nu nog niet, het is nog veel te vroeg voor geweld tijdens acties. Als de overheid echt niet luistert, ja dan moet er toch wat gaan gebeuren. Ja ze willen gewoon niet meer het referendum hebben. Waarom? Ja in Nederland hebben ze het ook al afgeschaft, hier zijn ze het ook al aan het afschaffen. Ze willen niet dat de burger inspraak krijgt op één of andere manier. Ze willen gewoon totale controle. Alleen maar geld en macht. […] Uiteindelijk gaat het bijna niet meer onderuit komen, ik hoop het niet, ik ben er geen voorstander van maar ik denk niet dat het zonder geweld toch op te lossen is. […] Als we geweld willen gaan gebruiken, dan moeten we met honderdduizend man staan en niet met tweehonderd man. Dan gaan we niets tegen het apparaat beginnen, maar als we daar met honderdduizend man daar staat, eigenlijk als je al met een 5000 man getraind daar staat, dan gaat de politie ook niets meer beginnen, euh daar zijn we niet op uit, nog niet.”