• No results found

Hermeneutische filosofie

Hoofdstuk 3 De hermeneutische filosofie en het moreel beraad

3.1 Hermeneutische filosofie

De onderzoeksmethode die ik voor mijn onderzoek gebruik en tegelijk wil onderzoeken is het moreel beraad. Het moreel beraad is gebaseerd op de hermeneutische filosofie. Om hermeneutisch onderzoek te begrijpen is het belangrijk om de achterliggende filosofie te begrijpen. In dit hoofdstuk zal ik die filosofie kort schetsen en uitleggen wat een moreel beraad is. De hermeneutische filosofie is ontwikkeld door Heidegger en Gadamer. Volgens Heidegger moest inzicht, begrepen worden in de context van het zijn in de wereld. Met zijn in de wereld bedoelde hij dat we zelf bewogen worden door de wereld, maar ook zelf bewegingen veroorzaken in de wereld. We krijgen inzicht in zaken op basis van de wereld rondom ons en onze ervaringen in die wereld. Ons inzicht in iets is altijd gebaseerd op inzichten die we al hebben, Heidegger noemt de inzichten die we al hebben onze preconcepties. Via interpretatie van onze ervaringen of nieuwe ervaringen kunnen we onze inzichten verfijnen of uitbreiden. Dit gebeurt opnieuw op basis van onze preconcepties en dit wordt de hermeneutische cirkel genoemd. We begrijpen zaken door ons voorgaand inzicht en door nieuwe inzichten kunnen we onze oudere inzichten verfijnen. Zonder inzicht in de wereld kunnen we echter niets van de wereld begrijpen.109

Gadamer bouwt verder op Heidegger zijn leer, maar volgens hem moeten we spreken van de hermeneutische spiraal in plaats van een cirkel. Er is sprake van een cirkelbeweging, maar er is vooruitgang. Onze inzichten worden verfijnder en meer uitgebreid terwijl we de spiraal doorlopen. Gadamer stelt ook dat de filosofische hermeneutiek een filosofie van de ervaring is. Volgens de hermeneutiek begrijpen we de wereld door het toepassen en zodoende verfijnen van onze preconcepties, we leren de wereld dus begrijpen door ervaring. Aangezien we enkel nieuwe inzichten kunnen opdoen dankzij onze preconcepties, is kennis nooit volledig objectief volgens de hermeneutiek. Voor de hermeneutische filosofie is er dus ook geen morele waarheid die onafhankelijk is van de ervaring. De moraal is altijd contextueel en tijdelijk. Gadamer benadrukt ook het belang van aandacht voor morele vragen. Als morele vragen niet of onvoldoende behandeld worden, kan dat zorgen voor het “lekken van energie” en cynisme. Dit terwijl morele vragen net energie kunnen geven, ze zijn een teken van persoonlijke betrokkenheid en motivatie om het goed te doen.110.

Meestal zijn we ons niet bewust van de preconcepties die ons helpen een situatie te begrijpen. We worden ons maar bewust van die preconcepties wanneer ons inzicht faalt of kritisch bevraagd wordt. Door ons bewust te worden van onze preconcepties kunnen we openstaan voor andere preconcepties of onze eigen preconcepties herzien. Widdershoven en Molewijk, twee

109 Molewijk ‘Aan ethiek doen, ethiek laten werken en ethiek organiseren’ 110 Molewijk ‘Aan ethiek doen, ethiek laten werken en ethiek organiseren’

grondleggers van het moreel beraad, spreken van “een fusie van horizons”111. Die fusie van

horizons betekent niet dat iedereen hetzelfde moet denken of er geen kritiek kan zijn. Het denkproces en debat gaan verder en deelnemers blijven ontwikkelen.112 Een fusie van horizons

betekent ook niet dat een foute kijk op een situatie een goede kijk wordt. Het idee van een juiste kijk impliceert een kijk zonder preconcepties en dat is niet mogelijk volgens de hermeneutische filosofie. De hermeneutische filosofie is kritisch tegenover objectivisme, het idee dat er één perspectief is die de materie of casus volledig juist begrijpt.113 114 Toch is de hermeneutische

filosofie niet relativistisch. De hermeneutische filosofie ontkent niet dat onze daden impact hebben op de wereld. We kunnen kennis hebben over wat een goede daad of keuze is, of welke keuze of daad goede gevolgen zal hebben. Die kennis moeten we gebruiken.115 Het inzicht dat onze

kennis noodzakelijk subjectief is staat ons ook toe om kritisch om te gaan met de subjectiviteit.116

Tijdens een hermeneutisch onderzoek kunnen deelnemers zich bewust worden van hun preconcepties en nieuwe inzichten opdoen. Een hermeneutisch onderzoek gebeurt niet buiten de realiteit, maar heeft impact op de realiteit. Die impact op de realiteit is niet problematisch, maar kan zelfs de bedoeling zijn van het onderzoek. Widdershoven legt uit wat dit concreet betekent. Hij doet dit als antwoord op een tekst van Abma. Zij stelt dat om ervoor te zorgen dat ook zwakkere stemmen gehoord worden, het nodig is om een onderzoek te laten plaatsvinden op een andere locatie dan waar de deelnemers normaal interageren. Hierdoor kunnen de hiërarchische patronen die normaal aanwezig zijn vermeden of verzwakt worden. Widdershoven ontkent niet dat het nodig kan zijn om zwakkere stemmen te helpen gehoord te worden en deel te nemen aan het debat, maar stelt:

“From a hermeneutic perspective, one cannot simply step out of the dominant

discourse, without losing contact with the practice concerned. The dominant discourse embodies the values which are characteristic of the practice, the values

which are part of its tradition. Those values do not have to be accepted uncritically – they may be questioned both for their actual relevance as well as for their practical consequences – yet they cannot be put aside as totally obsolete. In order to improve a practice, one should not do away with its fundamental values, but critically examine how these values can be applied under the given conditions and how they need to be adapted to the present situation.”117

Volgens Widdershoven kan het inderdaad helpen voor de zwakkere stemmen om de interactie op een andere locatie te laten plaatshebben, maar dit kan ook tot resultaat hebben dat de interactie geen effect heeft op de praktijk in de locatie waar de praktijk plaatsvindt. Daarom is het belangrijk de bestaande tradities niet overboord te gooien of te ontwijken maar ze met de deelnemers kritisch te onderzoeken voor de actuele situatie.

111 Widdershoven en Molewijk ‘Philosophical Foundations of Clinical Ethics: A Hermeneutic Perspective’ 112 Molewijk en Van Dartel ‘In Gesprek Blijven over Goede Zorg’

113 Widdershoven en Molewijk ‘Philosophical Foundations of Clinical Ethics: A Hermeneutic Perspective’ 114 Metselaar, Meynen en Widdershoven ‘Reconsidering Bias: A Hermeneutic Perspective’

115 Larkin, Watts en Clifton ‘Giving Voice and Making Sense in Interpretative Phenomenological Analysis’ 116 Widdershoven en Molewijk ‘Philosophical Foundations of Clinical Ethics: A Hermeneutic Perspective’ 117 Widdershoven ‘Dialogue in Evaluation: A Hermeneutic Perspective’

3.2 Moreel beraad