• No results found

3. De voorwaardelijke invrijheidstelling in Engeland & Wales

3.3 Vervroegde invrijheidstelling onder CJA

The Criminal Justice Act 2003 maakt onderscheid tussen gedetineerden die veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf minder dan twaalf maanden en gedetineerden die veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf van twaalf maanden of meer.

Daarnaast kennen bepaalde sancties hun eigen systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling.

3.3.1 Gevangenisstraf minder dan 12 maanden

De automatische onvoorwaardelijke invrijheidstelling geldt voor de gedetineerden die een gevangenisstraf uitzitten van minder dan twaalf maanden. Wanneer de gedetineerde de helft van de opgelegde gevangenisstraf heeft uitgezeten, heeft de Secretary of State for Justice (hierna: Secretary of State) een wettelijke verplichting om de gedetineerde onvoorwaardelijk vrij te laten, zie art. 243A lid 2 CJA 2003.

De gedetineerden die in aanmerking komen voor home detention curfew komen echter eerder vrij dan de wettelijke eis van de helft van de opgelegde straf.117

Voor alle gedetineerden geldt dat zij na het uitzitten van de helft van de opgelegde gevangenisstraf onvoorwaardelijk en zonder toezicht automatisch in vrijheid worden gesteld.118 Gedurende de resterende periode lopen zij alleen het risico om wederom gedetineerd te raken wanneer zij een strafbaar feit plegen waar naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf kan worden opgelegd.119

3.3.2 Gevangenisstraf meer dan 12 maanden

De wettelijke basis voor deze categorie van vervroegde invrijheidstelling ligt in art. 244 CJA 2003. Ook dit artikel kent een wettelijke verplichting voor de Secretary of State om de

117 PSO 6000 par. 2.2.1. 118 PSO 6000, par. 2.2.2. 119 PSO 6000, par. 2.2.3.

32 gedetineerde vervroegd in vrijheid te stellen, art. 244 lid 1 CJA 2003. De gedetineerde komt in aanmerking voor deze vervroegde in vrijheidstelling nadat hij de helft van zijn opgelegde gevangenisstraf heeft uitgezeten, art. 244 lid 3 CJA 2003.

Onder artikel 244 CJA 2003 wordt de gedetineerde vrijgelaten on licence.120 De vervroegde invrijheidstelling onder art. 244 CJA 2003 is dus in feite een voorwaardelijke

invrijheidstelling: de gedetineerde wordt na het uitzitten van de helft van zijn gevangenisstraf voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Gedurende de resterende periode staat hij onder toezicht van de reclassering en de invrijheidstelling kan, bij het niet naleven van de gestelde

voorwaarden, worden herroepen, art. 254 CJA 2003.

3.3.3 Extended sentences

The Criminal Justice and Courts Act 2015 creëerde een apart v.i.-regime voor de zogeheten

“dangerous offenders”.121 Dit gaat dan om gedetineerden die zijn veroordeeld tot een

extended sentence. Een extended sentence bestaat uit een reguliere opgelegde gevangenisstraf

en een aanvullende periode on licence.122

De extended sentence kan alleen worden opgelegd aan veroordeelden die zijn veroordeeld voor de zwaardere gewelds- en seksuele delicten, zoals opgesomd in Schedule 15 van de CJA 2003.

De rechtbank kan zelf beslissen wat de lengte is van de aanvullende periode on licence, art. 226A lid 7 CJA 2003. Voorwaarde is wel dat dit minimaal een jaar is. De totale duur van de gevangenisstraf en de aanvullende periode tezamen mag niet uitstijgen boven het wettelijke maximum zoals dat op het betreffende strafbare feit is gesteld, artikel 226A lid 9 CJA 2003.

De voorwaardelijke invrijheidstelling voor gedetineerden veroordeeld tot een extended

sentence is geregeld in artikel 246A CJA 2003. Gedetineerden moeten eerst twee derde van de

opgelegde gevangenisstraf uitzitten en kunnen alleen worden vrijgelaten wanneer de Parole Board daar toestemming voor geeft, artikel 246A lid 4, 5 en 8 CJA 2003. De gedetineerde wordt alleen vrijgelaten wanneer de Parole Board ervan overtuigd is dat de gedetineerde geen

120 On licence wil zeggen dat de gedetineerde zijn gevangenisstraf in vrijheid ondergaat, maar zich gedurende

een bepaalde proeftijd dient te houden aan de opgelegde voorwaarden.

121 Wasik, Criminal Law Review 2015, p. 1. 122 Saunders, Criminal Law Review 2017, p. 3.

33 risico meer vormt voor de maatschappelijke veiligheid, artikel 246A lid 6 sub b CJA 2003. Wordt de gedetineerde in vrijheid gesteld, dan staat hij gedurende het resterende deel van zijn straf onder toezicht.

Geeft de Parole Board geen toestemming tot voorwaardelijke invrijheidstelling, dan blijft de gedetineerde in detentie tot de einddatum van zijn detentie periode, waarna hij gedurende de aanvullende periode on licence in vrijheid wordt gesteld.

De voorwaardelijke invrijheidstelling van deze groep gedetineerden is dus niet automatisch. Dit heeft tot gevolg dat een veroordeelde, ten tijde van het uitspreken van het vonnis, niet weet wat zijn exacte datum is van voorwaardelijke invrijheidstelling.123

3.3.4 Voorwaardelijke invrijheidstelling onder artikel 244A CJA 2003

Een soortgelijke regeling als in artikel 246A CJA 2003 vindt men in artikel 244A CJA 2003. Artikel 244A CJA 2003 regelt de voorwaardelijke invrijheidstelling van “offenders of

particular concern”124. Dit zijn gedetineerden die zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf als bedoeld in artikel 236A CJA 2003. Een straf ex. Artikel 236A CJA 2003 wordt alleen

opgelegd voor de ernstigste seksuele en terroristische delicten, opgesomd in Schedule 18A CJA 2003.

De opgelegde straf bestaat uit een gevangenisstraf en een aanvullende periode van een jaar die de gedetineerde in vrijheid on licence doorbrengt. De rechter legt een gevangenisstraf als bedoeld in artikel 236A CJA 2003 alleen op wanneer hij geen extended sentence, ex. Artikel 226A CJA 2003 of een levenslange gevangenisstraf oplegt.

De voorwaardelijke invrijheidstelling onder artikel 244A CJA 2003 ziet er als volgt uit: gedetineerden worden alleen in vrijheid gesteld wanneer de Parole Board daar toestemming voor geeft, artikel 244A lid 4 sub b CJA 2003. De gedetineerde komt pas in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling wanneer hij de helft van de opgelegde gevangenisstraf heeft uitgezeten, artikel 244A lid 6 sub a CJA 2003. De gedetineerde wordt alleen vrijgelaten wanneer de Parole Board ervan overtuigd is dat de gedetineerde geen risico meer vormt voor de maatschappelijke veiligheid, artikel 244A lid 4 sub b CJA 2003. Is de Parole Board hier niet van overtuigd, dan blijft de gedetineerde in detentie tot de einddatum van zijn

gevangenisstraf.

123 Wasik, Criminal Law Review 2015, p. 1. 124 Wasik, Criminal Law Review 2015, p. 2.

34 Na de einddatum wordt hij on licence in vrijheid gesteld, deze licence loopt gedurende de periode van een jaar, ex. Artikel 236A CJA 2003. Deze extra periode van een jaar is om te voorkomen dat een gedetineerde, die zijn volledige gevangenisstraf moet uitzitten, zonder toezicht of begeleiding vrijkomt.125