• No results found

Actief burgerschap staat sinds de troonrede van afgelopen jaar in de belangstelling. Sinds het begin van dit onderzoek is de term ‘Participatiesamenleving’ zelfs verkozen tot woord van het jaar 2013. Er is veel onderzoek gedaan naar bewonersinitiatieven als vorm van actief burgerschap. Er is gekeken hoeveel het opleverde, wat voor effect het op burgers en gemeenten heeft gehad en of het een goed beleidsmiddel is om burgers actief te krijgen. Er was nog niet veel bekend over de mate van vertrouwen in de overheid vanuit actieve burgers. Immers, bewonersinitiatieven kunnen vertrouwen in de overheid maken of breken. Op dit punt heeft dit onderzoek een nieuwe kant van actief burgerschap belicht.

Het startpunt van dit onderzoek was te kijken in hoeverre burgers die gehoor geven aan de vraag van de koning naar actief burgerschap en participatie vertrouwen in de overheid ervaren. Er is voor gekozen actief burgerschap te meten aan de hand van het opstarten van een bewonersinitiatief. De overheid spoort actief burgerschap aan onder andere door het stimuleren van bewonersinitiatieven. Veel respondenten die mee deden aan dit onderzoek waren naast dat ze een burgerinitiatief hadden opgestart het afgelopen jaar, actief in hun buurt op verschillende manieren. Ze waren actief in het buurthuis, op het speelplein, verzorgden tuintjes of verzorgden maaltijden voor ouderen. Alleen Truus organiseerde enkel één buurtinitiatief per jaar, de rest deed meer. Ook waren alle respondenten hoger opgeleid, wat overeenkomt met het eerdere beeld dat bekend was over ‘initiatiefnemers’. Hierin sluit dit onderzoek aan bij eerdere onderzoeken naar burgerschap waarin gesteld wordt dat de burgers die bewonersinitiatieven een kleine specifieke groep is. Ook is gebleken dat deze groep een groep is die deze weg naar het gemeentehuis goed kent. Wederom sluit dit onderzoek aan op deze theorie.

Bij het onderwerp actief burgerschap kwam naar voren dat de respondenten actief burgerschap voornamelijk zien als de sociale vorm van burgerschap: iets doen voor de buurt, je inzetten in commissies, anderen ertoe zetten actief te worden en elkaar helpen waren belangrijke eigenschappen die door de respondenten aan actief burgerschap gekoppeld werden. Binnen dit onderwerp wisten de respondenten niet goed antwoord te geven op vragen over de centrale overheid. Hierdoor is de focus van dit onderzoek tijdens de dataverzamelingsperiode verschoven van de centrale en gemeentelijke overheid naar enkel de gemeentelijke overheid.

De respondenten reageerden positief als het ging om het toenemen van eigen verantwoordelijkheid van burgers, waarin zij zagen dat zij meer zeggenschap kregen over hun eigen leven en meer konden meedenken. Echter, een minder positief beeld verscheen bij het idee dat de vraag naar actief burgerschap vanuit de overheid te maken had met de benodigde bezuinigingen vanwege de huidige crisis. Hier gingen negatieve gevoelens mee gepaard, waarbij de respondenten het gevoel hadden dat de overheid zich distantieerde en haar handen ervan af trok. Voor burgers is waargenomen ethisch gedrag van de overheid van belang voor vertrouwen in die overheid. De respondenten beschouwden het distantiëren van de overheid als onethisch, waarbij sommige burgers achtergelaten werden. Dit is een blijk van het niet aanwezig zijn van vertrouwen in de overheid.

Uit dit onderzoek is gebleken dat de grote meerderheid van de respondenten het gevoel had dat de mensen met wie ze te maken kregen tijdens het organiseren van het bewonersinitiatief goede bedoelingen hadden. Dit is een blijk van relationeel vertrouwen. Aan de andere kant stelden diezelfde respondenten dat er nog veel niet goed geregeld was. Ze vonden dat er weinig actie was vanuit de gemeente, dat mensen langs elkaar heen werkten, dat ze niet competent waren voor hun taak en dat ze een vrijwilligershouding hadden. Hieruit blijkt dat er een gebrek aan daadkracht beleefd wordt vanuit de respondenten, evenals een gebrek aan goed uitvoeren van taken. Beide aspecten zijn uit de theorie voortgekomen als een blijk van het ontbreken van vertrouwen.

Over het algemeen kan gesteld worden dat onder deze respondenten de vraag naar meer burgerschap goed ontvangen werd. De burger heeft vertrouwen in actief burgerschap. Echter, veel van deze burgers waren meer dan gemiddeld actieve burgers, en hoefden er niet veel voor te doen om aan het actieve, participerende burgerschapsideaal van de overheid te voldoen. Vertrouwen in de overheid is belangrijk voor beide de burger en de overheid. Vertrouwen in de overheid is een blijk van tevredenheid over het gevoerde beleid dat die overheid nastreeft. Het is dus een meetinstrument om te kijken in hoeverre burgers tevreden zijn met beleid en met de overheid. Tevens is het van belang omdat vertrouwen burgers kan aanzetten tot actief gedrag: als de burgers vertrouwen hebben in de overheid die vraagt om actief burgerschap, zullen deze burgers eerder geneigd zijn deze vraag te beantwoorden. Gemeenten doorstaan grote veranderingen in deze tijd als gevolg van de decentraliseringsfase waar de overheid in zit. Deze gemeenten moeten wel oppassen dat zij duidelijk beleid voeren wat betreft het burgerschapsidee, aangezien veel respondenten voor zichzelf wel duidelijk hebben wat burgerschap betekent, maar het vanuit de gemeente vaak nog onduidelijk vinden. Het is van belang dat in een samenleving burgers en haar bestuur elkaar vertrouwen. Dit

komt onder andere tot stand door het feit dat de regels en ruimte waarin geleefd wordt bekend zijn bij beiden. Uit dit onderzoek komt naar voren dat hier verbetering gewenst is: burgers en overheid zitten wat betreft idee en beleid over actief burgerschap niet altijd op een lijn. Het zou kunnen dat dit tijd nodig heeft, maar een ding is zeker: er moet van beide kanten aan gewerkt worden.