• No results found

Als beginnend onderzoeker wil ik graag aandacht besteden aan dit reflectie gedeelte. Ik kom er nu, in het laatste gedeelte van de onderzoeksperiode, achter dat de beginfase van groot belang is in het onderzoeksproces. In het begin van de scriptieperiode wist ik niet goed waar ik onderzoek naar wilde doen. Hierdoor heeft het lang geduurd voordat ik eindelijk een onderwerp had en inmiddels liep ik drie weken achter op de rest. Ik heb een redelijke inhaalslag gemaakt maar door deze achterstand heb ik een hele lange tijd achter de feiten aangelopen.

Over vertrouwen als wetenschappelijk construct wist ik vooraf nagenoeg niets. Na de data-verzamel periode (het afnemen van de interviews) heb ik zeer interessante literatuur gevonden (het model van paragraaf 1.3.2). Dit model (onder andere, ik heb meer literatuur achteraf toegevoegd) zou mij zeer geholpen hebben bij het construeren van de interviews. Achteraf gezien had ik mijn interviews hierdoor beter aan kunnen laten sluiten bij de theorie. Ook denk ik nu dat dit onderzoek sterker was geweest als er gebruik was gemaakt van een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Ik had, met de kennis die ik nu heb, een lijst opgesteld van aspecten die ‘vertrouwen in de overheid’ meten, en dat op kwantitatief niveau onderzocht. Op deze manier had ik meer kunnen zeggen over hoeveel vertrouwen mijn respondenten in de overheid hebben. Nu blijft dat een gissing. Ook de indicator ‘politieke partij keuze’ had dan beter meegenomen kunnen worden als element van vertrouwen in de overheid. In dit onderzoek is dat achterwege gebleven. Daarnaast is het meten van vertrouwen in de overheid op kwalitatief niveau wel heel sterk, omdat het de achterliggende motieven van dat vertrouwen meet.

Daarnaast was er tijdens het werven van respondenten sprake van grote non respons. Hier had ik eerder op kunnen reageren en met een tweede plan moeten komen. Op deze manier had ik kunnen voorkomen dat ik het onderzoek met slechts tien respondenten heb moeten uitvoeren. Ik heb de eerste zeven respondenten geworven via een contactpersoon bij de ABC Alliantie. Die heeft drie weken lang gezegd dat ik een lijst zou krijgen van alle namen van organisatoren van bewonersinitiatieven in Oud West. Na drie weken had ik die lijst. Ik heb toen zo snel mogelijk iedereen bericht (35 e-mails gestuurd). Dat duurde weer 1.5 weken voordat ik reacties kreeg. Voor het tijdsbestek van dit onderzoek heeft de respondentenwerving te lang geduurd.

Tevens heb ik over het coderen van de interviews een opmerking. Ik heb de codering zelf gedaan, zonder behulp van programma’s. Ik ben het codeerinstrument geweest. Als beginnend onderzoeker was dit interessant om te doen, omdat ik hiermee geleerd heb hoe ik op een wetenschappelijke manier van zinnen bruikbare data heb kunnen maken. Ik heb tijdens het coderen mij zo goed mogelijk proberen vast te houden aan de literatuur. Ik heb uit het theoretische hoofdstuk labels onttrokken die ik gebruikt heb om de data te coderen. Achteraf gezien had ik liever óók een programma gebruikt, om te kijken of de labels die ik gebruikt heb ook volgens dat programma zou kloppen. Op deze manier had ik een controle gehad.

De grootste les die ik geleerd heb uit het schrijven van deze scriptie is dat ik van te voren niet wist wat er van mij verwacht werd. En dat gevoel heb ik niet vaak. Gaandeweg kreeg ik steeds meer een idee en kreeg deze scriptie steeds meer vorm. Hiermee werd het werken aan de scriptie steeds leuker. Het belang van de beginfase van onderzoek doen is mij nu duidelijk. Helaas is het door de korte periode van een semester niet mogelijk geweest dit terug te draaien of op pauze te zetten. Ik kan wel stellen dat ik als onderzoeker het afgelopen half jaar heel veel geleerd heb. Het is een leerproces geweest dat ik van te voren onderschat heb en waar ik achteraf gezien veel aan heb gehad.

8.

Bibliografie

Ankeren, M van (2009). Wipkippen, wisselgeld en wisselend succes. Over de invloed van

gemeentelijke burgerinitiatieven op de binding tussen burger en bestuur. Amsterdam:

Universiteit van Amsterdam.

Ankeren, M van., Verhoeven, I., & Tonkens E. (2010). Bewonersinitiatieven in de

krachtwijken van Amsterdam. Een verkennende studie. Amsterdam: Hogeschool van

Amsterdam/Universiteit van Amsterdam.

Bannister, F. & Collonny, R. (2011). Trust and transformational government: A proposed framework for research. Government information quarterly, 28, 137-147.

Bryman, A. (2008). Social research methods. Third edition. Oxford: University Press. Centraal Planbureau. (2013). Decentralisaties in het sociaal domein. Den Haag.

Coleman, S. (2012). Believing the news: From sinking trust to atrophied efficacy. European

Journal of Communication, 27, 35.

Cook, F. L., Lawrence, J. R., & Dukhong, K. (2010). Trusting What You Know: Information, Knowledge, and Confidence in Social Security. The Journal of Politics, 72.

Dekker, P. & de Hart, J. (2005). De goede burger. Sociaal Cultureel Planbureau. Den Haag. Denktank Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (2013). Van eerste overheid naar eerst de

burger. Over maatschappelijke initiatieven die de lokale overheid uitdagen. Den Haag.

Denters, S., Tonkens, E., Verhoeven, I. & Bakker. J., (2013). Burgers maken hun buurt. Den Haag: Platform 31.

Fulmer, A. C. & Gelfand, M.J. (2012). At What Level (and in Whom) We Trust: Trust Across Multiple Organizational Levels. Journal of Management 38, 1167.

Gemeente Amsterdam Stadsdeel West. 2011. Welzijn nieuwe stijl.

http://www.west.amsterdam.nl/zorg-welzijn/vernieuwing-welzijn/welzijn-nieuwe-stijl/. Bezocht op 25-11-2013

Goldfinch, S., Gauld, R. & Herbison, P. (2009). The Participation Divide? Political Participation, Trust in Government, and E-government in Australia and New Zealand.

Australian Journal of Public Administration, 68, 333–350.

Hurenkamp, M., & Tonkens, E., (2008). Wat vinden burgers zelf van burgerschap? Den Haag: Nicis.

Hurenkamp, M., Tonkens, E. & Duyvendak, J. W. (2011). Citizenship in the Netherlands: locally produced, nationally contested. Citizenship Studies, 15, 205-225.

Jager-Vreugdenhil, M. (2012). Nederland participatieland? De ambitie van de Wet

maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de praktijk in buurten, mantelzorgrelaties en kerken. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Job, J. (2005). How is Trust in Government Created? It Begins at Home, But Ends in Parliament. Australian Review of Public Affairs, 6, 1–23.

Kennedy, J. (2009). Actief burgerschap in Nederland. Overpeinzingen van een Amerikaan in:

Tussen onderschatten en overvragen. Actief burgerschap en activerende organisaties in de wijk.

MacQueen, K., McLellan, E., Metzger, D. S., Kegeles, S., Strauss, R. P., Scotti, R.,

Blanchard, L. & Trotter II, . T. (2001). What Is Community? An Evidence-Based Definition for Participatory Public Health. American Journal of Public Health. Vol. 91, No. 12, pp.

1929-1938.

Marshall, T.H. (1963). Citizenship and social class – samenvatting van het oorspronkelijke artikel uit 1950, als fhdst 6 in: G. Shafir (ed) (1998) the citizenship debates. A reader.

Minneapolis/London: university of Minnesota Press.

Mayer, Roger C., Davis, James H., & Schoorman F. David,. (1995). An Integrative Model of Organizational Trust. The Academy of Management Review, 20, 709-734.

Mishler, W., & Rose, R. (2001). What are the origins of political trust?: testing institutional and cultural theories in post-community societies. Comparative political studies, 34, 30-62. McKnight, Harrison D., & Chervany, Norman L. (2001). What Trust Means in E-Commerce Customer Relationships: An Interdisciplinary Conceptual Typology. International Journal of Electronic Commerce Vol 6, No. 2, pp. 35 - 59Möllering, G. (2013). Trust without

knowledge? Comment on Hardin, ‘Government without trust’. Journal of Trust Research, 3. Overheid.nl. (2013). Zo werkt de overheid.

http://www.overheid.nl/zowerktdeoverheid/. Bezocht op 15-10-2013.

Plasterk, R.A.H., (2013). Kamerbrief aanpak decentralisaties op terrein van ondersteuning,

paricipatie en jeugd. Ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties. Den Haag.

Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam. (2011). Bruggen slaan met buurtgericht werken. Een

nulmeting in 7 stadsdelen. Amsterdam.

Rijksoverheid. (2013). Troonrede 2013 Toespraak.

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/prinsjesdag/documenten-en-

publicaties/toespraken/2013/09/17/troonrede-2013.html. Bezocht op 25 september 2013 Rob. Raad voor het Openbaar Bestuur. (2012). Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe

verhouding tussen overheid, markt en samenleving. Rob, Den Haag.

Rosanvallon, P. (2008). Counter-Democracy: Politics in the Age of Distrust. Cambridge: Cambridge University Press.

Salminen, A., Lähdesmäki, K., & Ikola-Norrbacka, R. (2012). Decent citizenship, justice and trust as cornerstones of legitimation: tensions between generations in Finland. International

Review of Administrative Sciences, 78.

SCP 2003a: Ridder, J.d., Posthumus, H., & Dekker, P. (2013). Continu Onderzoek

Burgerperspectieven 2013 – 2. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.

SCP 2003b: Posthumus, H., & Dekker, P. (2013). Continu Onderzoek Burgerperspectieven

2013 – 3. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.

Sherchan, W., Nepal, S., & Paris, C. (2013). A Survey of trust in social networks. ACM

Comput. Surv. 45.

Tonkens, E. (2010). De kwaliteit van burgerparticipatie in de stad: de casus van bewonersbudgetten. Bestuurskunde, 19, 34 – 42.

Tonkens, E., & Verhoeven, I. (2011). Bewonersinitiatieven: proeftuin voor partnerschap

tussen burgers en overheid. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam/AISSR.

Wijdeven, T. van de & Hendriks., F. (2010). Burgerschap in de doe-democratie. Den Haag: Nicis.

Willems, M. (2013). Dijsselbloem: we moeten geleidelijk naar een participatiesamenleving. NRC Handelsblad, Amsterdam.

http://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/18/dijsselbloem-niet-naar-participatiesamenleving-van- ene-op-andere-dag/. Bezocht op 20-10-2013.

WRR. (1992). H.R. van Gunsteren & P. den Hoed (red.). Burgerschap in praktijken deel 1

(Voorstudies en achtergronden Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid V77), Den

Haag: Sdu uitgeverij.

WRR. (2012). Publieke zaken in de marktsamenleving. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Bijlage 1

Overzicht respondenten

Freek

Man, 50, Samenwonend, 2 zonen, Huisman, WAO, Penningmeester van de Speeltuin, vaste overblijfkracht. Opleiding: HEAO, Hoger economisch administratief onderwijs (HBO), niet religieus, Groen Links.

Roos

Vrouw, 54, drie kinderen, Geregistreerd partner, Onderzoeker bij TNO, verloskundig van huis uit, en nu onderzoeker: Verloskunde academie, daarna gepromoveerd, Geen religie, meestal groen links, soms strategisch PvdA of SP.

Tim

Man, 38, getrouwd, 2 kinderen (8 en 10), Persoonlijk Begeleider A &Coördinator

Inloopcentrum 'De Marcanti, HBO opleiding (SPH), geen religie, stemgedrag links of midden

Truus

Vrouw, 47, samenwonend, 2 kinderen, journalist – voornamelijk eindredactie maar ook wel schrijven van stukjes. Ik heb mijn eigen bureautje, Universiteit: culturele studies, dat was een journalistieke opleiding. Hier aan de UvA. geen religie, stemgedrag: meestal iets linksigs, meestal groen links of pvda.

Froukje

Vrouw, 73, alleenstaand, 1 zoon, met pensioen, geen opleiding, vroeger een kunsthandel, PvdA

Sabien

Vrouw, 61, alleenstaand, geen kinderen, gepensioneerd: Nee ik ben eigenlijk ook ziek, ik ben chronisch moe. Ik heb Engelse taal en letterkunde gedaan. Wel vel vrijwilligerswerk, veel les

gegeven. In buurthuizen. Ik werk eigenlijk al lang niet meer. Ik heb ook wel muziekles gegeven. PvdA

Nel

Vrouw, 49, samenwonend, geen kinderen, HBO opleiding PR, partij voor de dieren,

Thea

Vrouw, 52, alleenstaand, 1 kind, HAVO, Pedagogische Academie te Hilversum, Opleiding Creatieve Therapie Beeldend Vormgeven (Jelburg te Baarn), Lerarenopleiding Tekenen op de Hoge School Holland in Amsterdam, werk: organisator, coördinator en uitvoerder van (kunst)projecten via Stichting de Blinde Schilders. Politiek: vanwege de bijen op dit moment Partij van de Dieren

Daan

Man, 47, Getrouwd, geen kinderen, journalist ZZP’er, WO, geen religie, stemt niet.

Peter

Man, 40, geregistreerd partner, geen kinderen, pedagogiek gestudeerd, proefschrift natuur en milieu indicatie – breed sociaal wetenschappelijk. Lid van groen links. Niet religieus.

Bijlage 2

Interview guide

Persoonlijke gegevens: relatiestatus, opleiding, werk, politieke partij, leeftijd, geslacht

Initiatief: hoe lang loopt het? Wie begon het? Motief? Succesvol?

Burgerschap: bewust van de vraag naar actief burgerschap/participatie? Hoe? Mening? Zelf een actief burger?

Samenwerking met de gemeente: hulp? Regels? Afspraken? Contact?

Overheid: tevredenheid – taken uitvoeren, eerlijkheid, legitimiteit, acties