• No results found

3.1 Realia

3.1.2 Vertaalstrategieën realia

Omdat realia zo gebonden zijn aan hun cultuur, vormen zich geregeld problemen bij de vertaling ervan. De denotatieve betekenis weergeven kan al een uitdaging vormen, maar lukt meestal nog wel. De connotatieve betekenis weergeven, daarentegen, is een grotere uitdaging, omdat de doeltekstlezer vaak geen idee heeft van de associaties die zo’n reale bij de

61 vertaald kunnen worden. De keuze voor een bepaalde vertaalmogelijkheid hangt af van de tekstsoort, het tekstdoel en de doelgroep (Grit 1997: 43). In een informatieve tekst is het bijvoorbeeld belangrijk dat de inhoud precies vertaald wordt, terwijl het in een humoristische tekst het belangrijkst is om een humoristisch effect te creëren voor de lezer en de inhoud op de tweede plaats staat.

Onder meer Grit, Leppihalme en Pedersen (1997; 2011; 2005) hebben de verschillende vertaalmogelijkheden voor realia schematisch beschreven. Grit heeft de volgende indeling gemaakt: 1) Handhaving: “de brontaaluitdrukking blijft in de doeltaal ongewijzigd”; 2)

Leenvertaling: “de brontaaluitdrukking wordt woordelijk vertaald”; 3) Benadering: “een

bestaande, min of meer overeenkomende doeltaaluitdrukking wordt als vertaling gebruikt”; 4)

Omschrijving of definiëring in doeltaal; 5) Kernvertaling: “slechts de kern van de betekenis

wordt weergegeven in de vertaling (vaak een hyperoniem)”; 6) Adaptatie: “eerder een vertaling van functie dan van taalinhoud”; 7) Weglating (Grit 1997: 45-47).

De indeling van Leppihalme is vergelijkbaar en is als volgt; 1) “direct transfer of the

source-text word”; 2) “calque, or a word-for-word translation resulting in a target-language

neologism”; 3) “cultural adaptation, where a cultural analogue is substituted for the original realia item”; 4) “superordinate term”; 5) “explicitation, where implicit elements of the realia are made explicit in the text itself”; 6) “addition of a text-external (paratextual) explanation”; 7) “omission of the realia item altogether” (Leppihalme 2011: 129).

Pedersen (2005: 4) heeft net als Grit en Leppihalme een schema met vertaalprocedés voor realia (of ECR transfer strategies, in Pedersens bewoordingen) ontwikkeld, maar zijn schema is gebaseerd op onderzoek van vertalingen in ondertitels, waardoor het wellicht iets anders is dan de schema’s van de andere twee vertaalwetenschappers. Hij benoemt zes vrij algemene vertaalprocedés, maar heeft de mogelijkheden binnen die procedés nog wat verder uitgewerkt. Hieronder is zijn schema te zien.

62

(Pedersen 2005: 4)

Pedersen gebruikt in het geval van realia het werkwoord ‘to render’ in plaats van ‘to

translate’, omdat vertalen niet altijd is wat een vertaler doet (Pedersen 2005: 3). De uitleg bij Pedersens schema is als volgt: 1) Retention – hierbij wordt het begrip uit de brontaal

overgenomen in de doeltaal. Dit kan op twee manieren, namelijk met aanpassing van de spelling of zonder. Als de spelling niet wordt aangepast, kan het woord ongemarkeerd zijn of gemarkeerd worden (bijvoorbeeld door middel van italics of ‘tussen aanhalingstekens’) (Pedersen 2005: 4); 2) Specification – hierbij wordt het begrip uit de brontaal overgenomen in de doeltaal en er wordt informatie over het begrip toegevoegd. Dat kan ofwel door

explicitation ofwel door addition (Pedersen 2005: 5); 3) Direct translation – hierbij wordt het

begrip letterlijk vertaald naar de doeltaal door middel van calque of een andere shift (Pedersen 2005: 5); 4) Generalisation – hierbij wordt een algemenere term gebruikt voor een specifieke ECR in de brontaal. Dit gebeurt vaak door middel van een hyperoniem, maar kan ook op een andere manier voorkomen (Pedersen 2005: 6); 5) Substitution – de ECR uit de brontekst wordt vervangen door ofwel een andere ECR of door een parafrase. Bij cultural substitution kan de ECR vervangen worden door een ECR uit de brontaal die wel bekend is bij het

doelpubliek (relatief ongemarkeerd) of uit de doeltaal (gemarkeerd). Bij parafrasering heeft de vertaler de keuze om de betekenis te behouden of een alternatief te vinden dat beter bij de

63 situatie past (Pedersen 2011: 7-9); 6) Omission – hierbij is de ECR weggelaten in de vertaling (Pedersen 2011: 9). Overigens komt het ook voor dat een ECR in de doeltaal een officieel equivalent kent. In dat geval is het niet nodig om de genoemde vertaalprocedés toe te passen. Er zijn veel overeenkomsten tussen deze drie schemata. Zo zijn ze allemaal ingedeeld op een schaal van zo weinig mogelijk verandering ten opzichte van de brontaaltekst tot zeer veel verandering ten opzichte van de brontaaltekst. Die indeling is gebaseerd op het

vertaalmodel van Vinay en Darbelnet (1958/1995) waarin twee vertaalstrategieën en zeven vertaalprocedés beschreven worden op een schaal van zo direct mogelijk naar steeds indirectere vertaling. Verder komen dezelfde categorieën in alle drie de schemata terug, hoewel onder andere noemers en bij de een wat uitgebreider dan bij de ander.

Voor de analyse van de realia in Adam i Mirjam heb ik gekozen voor het model van Pedersen omdat het aan de ene kant globaler is wat betreft de categorisering van de zeven vertaalprocedés en aan de andere kant specifieker is in de toepassingsmogelijkheden van de vertaalprocedés. Het is daardoor overzichtelijk en heel precies. Daarbij vind ik het

uitgangspunt van zijn schema interessant omdat het redeneert vanuit de oriëntatie op de brontaal (SL) of de doeltaal (TL), en op die manier direct zichtbaar is welke oriëntatie de vertaler heeft gehad. Daar ik de definitie van de categorie generalisation bij Pedersen (2005) niet duidelijk genoeg vind, omdat het vaag blijft wat naast hyperonomy de andere manier is om te generaliseren, zal ik in de analyse in plaats van deze categorie het vergelijkbare begrip

kernvertaling gebruiken uit het model van Grit (1997: 46). Dat Pedersens model (2005: 4)

gebaseerd is op onderzoeksmateriaal uit vertalingen in ondertitels, is geen belemmering voor mijn analyse van de literaire vertaling van Adam i Mirjam omdat de categorieën zo algemeen zijn geformuleerd dat ze voor elk soort vertaling gebruikt zouden kunnen worden.