• No results found

Verruimen van de vruchtwisseling

In document Tekstbijdragen (pagina 41-43)

N- sensor voor graan

7. Overig onderzoek naar ondergroei in andere gewassen

3.3.8 Verruimen van de vruchtwisseling

Sectoren Veehouderij Akkerbouw Groenteteelt Fruitteelt

Seizoen Voorjaar Zomer Herfst Winter

Moeilijkheidsgraad Makkelijk Complexer Experimenteel

Doel in de bedrijfsvoering

Specialisatie biedt vele voordelen, maar kan in een slecht jaar forse gevolgen hebben. Alleen aardappelen, bieten en granen leveren dan onvoldoende inkomen op. Met een uitgebreider bouwplan zijn de financiële risico’s meer verspreid. Ook kunt u de werkzaamheden beter spreiden. Daarnaast overleven verscheidene ziek- ten, plagen en onkruiden slecht als hun favoriete gewas nog maar eens per 4 tot 6 jaar op hetzelfde perceel staat.

Doel biodiversiteit

Meer verschillende gewassen, minder onkruiden, ziekten en plagen, waardoor min- der middelen gebruikt worden. Hierdoor krijgen nuttige insecten en andere soorten meer kans.

Mogelijkheden om de vruchtwisseling te verruimen

Er zijn meer mogelijkheden dan u wellicht denkt. Bij een ruimere vruchtwisseling hoeft de akkerbouwer niet alleen te denken aan andere 'typische' akkerbouwge- wassen. Verbouw van voedergewassen kan ook overwogen worden. Akkerbouwers kunnen ook samenwerken met veehouders. Dit heeft voor beide partijen voordelen. Veehouders met gras en maïs kunnen ook binnen hun bedrijf vruchtwisseling toe- passen.

Over het verruimen van de vruchtwisseling zijn tal van onderzoeken gedaan. Er zijn dan ook veel mogelijkheden. De afzetmogelijkheden zijn echter voor een groot deel bepalend voor het bouwplan. In deze beschrijving geven we slechts een aantal voorbeelden van gewassen waarmee de vruchtwisseling verruimt kan worden. Maïs-gras vruchtwisseling

Onderbreking van continuteelt van maïs door een periode van 2 – 6 jaar gras geeft een extra maïsopbrengst van 2 – 7 %. De opbrengsstijging is groter naarmate de grasperiode langer duurt. De opbrengst van gras blijft gelijk. Nadeel is het vaker scheuren van graspercelen.

Vollegrondsgroenten

U kunt het bouwplan verruimen met vollegrondsgroenten. De groentemarkt is een verdringingsmarkt, waarbij u als beginneling beter moet zijn dan de bestaande telers. In praktijk kan dat wel degelijk, omdat goed voorbereide nieuwkomers nog niet vasthouden aan tradities. Ze kunnen nieuwe technieken en methoden vaak sneller en doeltreffender invoeren. Over algemeen geteelde groenten als spinazie, stamslabonen, prei, ui, broccoli, bloemkool, diverse soorten sluitkool en grove peen is veel bekend. U kunt echter ook denken aan gewassen voor een veel kleiner marktsegment: pompoen, Parijse peen, diverse kruiden, speciale sla-soorten, schorseneer. Voor al deze gewassen geldt: oriënteer u goed op zowel de teeltmo- gelijkheden en -problemen als de afzet voor u eraan begint.

Spelt

Spelt is een soort van grove tarwe met een platte vierzijdige aar. De opbrengst ligt lager dan bij tarwe, en is net als de kwaliteit rasafhankelijk. Wie bij een willekeurige graanhandel zou proberen een partij spelt te slijten, loopt een gerede kans dat hij aan de telefoon eerst moet uitleggen wat spelt is. Per kilo levert spelt echter meer op dan tarwe, waardoor het hectaresaldo hoger uit kan komen. Hier- door is spelt interessant voor de individuele teler, indien deze een afzet gevonden of gecreëerd heeft. In Duitsland is het gebruik van spelt iets gebruikelijker dan in Nederland.

Brouwgerst goed alternatief voor wintertarwe

In plaats van tarwe kan gerst verbouwd worden. Om een redelijk saldo te behalen is het nodig dat de gerst als brouwgerst afgezet wordt. Voor de brouwgerstpremie moet het volgerstpercentage (het aandeel korrels groter dan 2,5 mm) hoog zijn, en moet het eiwitgehalte tussen de 9 en 11,5 procent liggen. Gerst ruimt wat eerder het veld dan tarwe waardoor weer meer mogelijkheden zijn voor de succesvolle zaai van een groenbemester.

38 TIPS

Onderzoek of in uw omgeving mogelijkheden zijn om spelt of een ander klein gewas te

telen en af te zetten.

Zorg ervoor dat in uw vruchtwisseling niet teveel waardplanten van het gele bietencyste-

aaltje staan: minimaal 1 : 3. Waardplanten zijn; bieten, spinazie, radijs, mosterd, bla- drammenas, koolsoorten, koolzaad, slaboon, tuinboon, wikke en in mindere mate klavers.

Ga in uw omgeving na of er mogelijkheden zijn voor landruil of voor landhuur om de

vruchtopvolging te verruimen.

Kijk of samenwerking met een veehouder mogelijk is, om de vruchtwisseling te verrui-

men.

Economische consequenties

• Een ruimere vruchtwisseling geeft grotere stabiliteit in de productie, en soms kunnen hogere fysieke opbrengsten gerealiseerd worden door afnemende ziektes en plagen. Of het ook tot financiële opbrengstverhoging leidt, hangt af van de gewaskeuze en vele andere factoren.

• Maïs in rotatie met gras is in de meeste gevallen minder aantrekkelijk dan con- tinuteelt van beide gewassen. Dit komt doordat de extra kosten als gevolg van wisselbouw niet helemaal gecompenseerd worden door de hogere maïsop- brengsten. Naarmate het aandeel snijmaïs op het bedrijf lager en de teeltfre- quentie van het gras hoger is, is de saldodaling bij wisselbouw minder groot. Nadelen

Uitbreiding van het bouwplan kan leiden tot extra werk en vraagt vaak investerin- gen in kennis en in apparatuur. Bij de gewaskeuze moet rekening worden gehou- den met de hoeveelheid werk, en ook de periode waarin m.n. oogstwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Gewas-specifieke apparatuur is vaak niet rendabel als het op slechts één bedrijf gebruikt wordt. Loonwerk of een apparaten-pool kan daarop een antwoord zijn.

Bronnen / meer info

Dijk, W. van, et al., 1996. Effecten van maïs-gras vruchtwisseling. PAGV, verslag nr. 217. Aarts, H.F.M., Hilhorst, G.J., Nevens, F., en J.J. Schröder, 2002. Betekenis wisselbouw voor melkveebedrijf op lichte zandgrond. Analyse van resultaten proefbedrijf ‘De Marke’. Wagenin- gen UR en CLM, Utrecht.

In document Tekstbijdragen (pagina 41-43)