• No results found

Verplichtingen tegenover verbonden partijen

✓ Politiedotatie

De meerjarenplanning van de politiezone houdt vanaf 2021 terug rekening met de ontvangsten van de NAVAP-subsidies of een vervangend systeem. De NAVAP-subsidie was een tijdelijke maatregel van 2016 tot en met 2019. Aangezien de huidige regering enkel bevoegd is voor de afhandeling van lopende zaken en het voorstel tot verlenging van het financieringsmechanisme vanaf 2020 geldt als een nieuw initiatief, werd dit voorstel niet weerhouden. De zone heeft daarom in 2020 geen NAVAP-subsidies voorzien, maar gaat er wel vanuit dat wanneer de nieuwe regering gevormd is de verlenging van de NAVAP-subsidie of een ander systeem zal worden goedgekeurd. Als de nieuwe regering dit echter niet goedkeurt zal de voorziene dotatie aan de zone vanaf 2021 niet volstaan.

Ondertussen heeft de beperkte ministerraad (kern) van 19 juni 2020 een subsidie van 97 miljoen euro goedgekeurd voor de lokale politiezones om de financiering te verzekeren van alle politieagenten die in 2020 van het pensioenstelstel willen genieten. Bovendien wordt er elk jaar een soortgelijk stelsel voorzien voor de geïntegreerde politie totdat de volgende regering een aangepast stelsel introduceert.

Dit risico is hierdoor volledig ingedekt.

✓ Autonoom gemeentebedrijf

De stad staat ook in voor het tekort van het Autonoom Gemeentebedrijf Landen. Er wordt hiervoor een exploitatie- en investeringstoelage voorzien conform het meerjarenplan van het AGB. Als het tekort door omstandigheden groter zou zijn dan geraamd dan volstaat de toelage niet en moet deze worden verhoogd. In het verleden was de toelage echter steeds te hoog geraamd, in 2019 zelfs ca. 160.000 EUR.

Het risico dat de toelage niet volstaat is dus zeer klein.

Leningen

✓ Op te nemen leningen

Bij opmaak van het meerjarenplan werd er van uitgegaan dat alle nieuwe leningen een looptijd hebben van 20 jaar en geconsolideerd kunnen worden aan een rentevoet van 2,50 %. De rentevoeten staan momenteel historisch laag, waardoor deze 2,50 % momenteel de nodige marge biedt. Het is echter niet te voorspellen hoe de rentevoeten zullen evolueren over de ganse periode van de voorliggende

meerjarenplanning.

✓ Obligatieleningen assistentiewoningen

Het informatiememorandum voorziet maximum 2 vervroegde terugbetalingen per jaar. Gezien het gunstige rendement van deze obligatieleningen (3% brutorente) t.o.v. de huidige marktrentevoeten van beleggingen, lijkt het ons onwaarschijnlijk dat er veel vervroegde terugbetalingen zullen aangevraagd worden.

We hebben bovendien een obligatiefonds waarin op 31/12/2018 al ca. 894.000 EUR zit. Ook is er voorzien om in 2020 een bijkomende storting te doen van ca. 280.000 EUR (zie onbeschikbare gelden), zodat er eind 2020 ca. 1.200.000 EUR in het fonds zit.

In 2020 is er een vraag voor de vervroegde terugbetaling gekomen in het kader van onze aankoopplicht bij overlijden van de Begunstigde-bewoner. Het voorziene bedrag van de bijkomende storting in het obligatiefonds zal hiervoor gebruikt worden. Het verschil tussen het voorziene bedrag van bijkomende storting en de transactiewaarde van de terug te betalen obligatie zal effectief gestort worden in het obligatiefonds. Op die manier zal het obligatiefonds eind 2020 ca. 980.000 EUR bevatten.

Het is de bedoeling dat op eindvervaldag dit fonds het volledige bedrag van de obligatieleningen kan opvangen, maar dit fonds kan ook gebruikt worden om vervroegde terugbetalingen op te vangen. Dit fonds werd immers in 2014 opgestart en na 5 jaar kan er kosteloos geld terug uit opgenomen worden.

Als we er van uit gaan dat ondanks het gunstige rendement toch jaarlijks 1 vervroegde terugbetaling dient te gebeuren en we ervan uit gaan dat de grootste obligatieleningen zullen worden teruggevraagd, dan hebben we gedurende de resterende jaren van het MJP ca. 830.000 EUR (geteld op de duurste obligaties) nodig. Eind 2020 zit er dus al genoeg in het fonds om jaarlijks 1 obligatielening terug te betalen. Deze mogelijke vervroegde terugbetalingen vormen ons inziens geen financieel risico.

✓ Schuldgraad

Bij de opmaak van het nieuwe MJP bedroeg de geraamde schuld op 01/01/2020 ca. 37.507.826 EUR en de geraamde schuld op 31/12/2025 ca. 39.148.466 EUR. Uiteindelijk bleek uit de jaarrekening 2019 dat de effectieve openstaande schuld op 01/01/2020 37.476.449,29 EUR bedroeg.

Onder andere door het overschot op het exploitatieresultaat van 2019 konden de op te nemen leningen over het MJP 2020-2025 verminderd worden, waardoor we bij deze AMJP uitkomen op een

openstaande schuld van 35.903.558,35 EUR. In tegenstelling tot het origineel MJP daalt de geraamde schuld dus licht bij de AMJP.

Andere risico’s

✓ Coronacrisis

De coronacrisis kwam voor iedereen onverwacht, maar heeft wel financiële gevolgen. Enerzijds is het verlies aan ontvangsten tijdens de lockdown (inkomsten zwembad, sporthal, kinderdagverblijf, ….), maar anderzijds liggen een aantal uitgaven een stuk lager (lager energieverbruik door tijdelijke sluiting, evenementen die niet zijn doorgegaan, …). Ook heeft het bestuur een aantal steunmaatregelen

goedgekeurd om de burgers, verenigingen en handelaars tegemoet te komen in deze crisis. Deze éénmalige effecten kunnen in het MJP opgevangen worden doordat een aantal voorziene functies tijdelijk niet ingevuld waren in 2020. Ook is het voorlopige resultaat van de jaarrekeningen 2019 beter dan geraamd, waardoor dit ook enige marge biedt voor niet-recurrente uitgaven.

Een belangrijk effect van de coronacrisis is echter het verlies aan opbrengsten van de belasting op de aanvullende personenbelasting. Doordat er veel burgers (tijdelijk) werkloos zijn geworden zullen de inkomsten van het belastbaar jaar 2020 lager liggen. Dit effect zal voelbaar zijn op de gemeentelijke inkomsten van 2021 en 2022. Mogelijks is er ook een effect op de volgende jaren indien een aantal mensen langdurig werkloos blijven. De grootte van dit effect is op dit moment nog moeilijk in te schatten, maar in de aanpassing van het MJP zullen we hier rekening mee moeten houden.

Het CBS heeft ook beslist om een reservefonds aan te leggen voor toekomstige crisissen. Hiervoor zal in de aanpassing van het MJP het nodige krediet vrijgemaakt worden.

✓ BTW-herzieining Villa domein ‘t Park

Bij de renovatie van de Villa werd er voorzien om een brasserie onder te brengen in de Villa en deze brasserie in concessie te geven. Hiervoor werd er bij de BTW administratie van Sint-Truiden een ruling afgesloten opdat we een deel van de BTW konden recupereren. Na herhaaldelijke pogingen werd er nog geen concessiehouder gevonden waardoor er gevreesd werd dat we het recht op aftrek gingen verliezen en de afgetrokken BTW op de investeringen toch zouden moeten betalen.

De BTW-administratie heeft laten weten dat er geen termijn staat op het vinden van een

concessiehouder. Zolang als we de intentie hebben om een brasserie onder te brengen in de Villa blijft de ruling behouden. We mogen het brasseriegedeelte ondertussen niet gebruiken voor een andere activiteit, want dan komt de ruling te vervallen en moet er een nieuwe ruling aangevraagd worden op basis van de andere activiteit. Als deze andere activiteit geen BTW-plichtige activiteit is vervalt het recht op aftrek en zal de afgetrokken BTW op de investering moeten worden herzien.

Omdat er veel vraag is naar het gebruik van de Villa heeft het bestuur er toch voor geopteerd om de mogelijkheid te bekijken om over te gaan tot verhuur van het brasseriegedeelte aan verenigingen en particulieren. De nodige kredieten voor de BTW-regularisatie werden voorzien bij de aanpassing van het MJP. Het risico van de BTW-herziening is daarmee volledig afgedekt.

✓ Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

De gecorrigeerde autofinancieringsmarge komt negatief uit. Dit zou een signaal kunnen zijn dat we de aflossingen van bepaalde schulden doorschuiven naar de volgende jaren. Dit komt door de

obligatieleningen van de assistentiewoningen van het OCMW. Bij deze obligatieleningen wordt het geleende bedrag inderdaad pas terugbetaald op eindvervaldag, maar om deze last niet door te schuiven naar de toekomst werd er een fonds aangelegd dat moet dienen om op eindvervaldag de

obligatieleningen af te lossen. Op 31/12/2018 bedroeg de nettowaarde van dit fonds 894.652,75 EUR.

Het totaal bedrag van de obligaties bedraagt 1.615.000 EUR met eindvervaldag 2047.

Op 31/12/2019 bedroeg de nettowaarde van het fonds 904.256,26 EUR. In 2020 is er bij de AMJP krediet voorzien voor de aankoop van een obligatie in het kader van de aankoopplicht bij overlijden van de begunstigde-bewoner. Het openstaande bedrag van de obligaties zal na deze aankoop nog 1.440.000 EUR bedragen. Ook is er voorzien om extra geld in het fonds te storten in 2020 zodat de waarde van het fonds eind 2020 een nettowaarde heeft van 979.763,34 EUR (zie onbeschikbare gelden).