• No results found

T 5. Update financiële risico’s Juridische geschillen

✓ Gunning nieuw Kinderdagverblijf

Er is een hangend juridisch geschil betreffende de gunning van de bouw van het nieuwe kinderdagverblijf. De aannemer die als 2de gerangschikt werd heeft een verzoekschrift tot

nietigverklaring ingediend tegen de gunningsbeslissing. De Raad van State heeft in haar arrest van 05 april 2019 beslist tot nietigverklaring van de gunningsbeslissing, waarna de verzoekende partij een verzoek tot schadevergoeding tot herstel heeft ingediend bij de Raad van State.

In het oorspronkelijke meerjarenplan 2020-2025 hadden we de maximale boete (600.000 EUR) voorzien in 2020 en ook de volledige terugvordering van deze boete van onze architect in 2023.

Bij de vorige update van de financiële risico’s werd verwezen naar het auditoraatsverslag d.d. 29 januari 2020 waarbij de auditeur de schade begrootte op 68.078,15 EUR en werd de kans dus klein ingeschat dat we de maximale boete zouden moeten betalen.

Ondertussen heeft de Raad van State in zitting van 15/10/2020 de boete vastgesteld op 136.174,31 EUR te vermeerderen met de wettelijke intresten vanaf 03/06/2019 tot 15/10/2020 en met de kosten van het beding. Het totaal te betalen bedrag komt uit op 140.871,67 EUR.

In de aanpassing van het meerjarenplan wordt aan uitgavezijde in 2020 het bedrag aangepast aan de werkelijke boete. Op aanraden van onze advocaat voorzien we dat we de helft van dit bedrag gaan kunnen terugvorderen van onze architect. De voorziene ontvangst in 2023 wordt verminderd van 600.000 EUR naar 70.000 EUR. De kans dat we dit bedrag gaan terugkrijgen is reëel, er bestaat zelfs een kleine kans dat we meer dan 50% kunnen recupereren, maar zolang hier nog geen akkoord over op papier staat blijft dit een financieel risico.

✓ Verkoop oud stadsmagazijn Maartstraat

Voor de verkoop van het voormalig stadsmagazijn in de Maartstraat werd er een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek gedaan. Het resultaat van het onderzoek was dat er gemengde maar overwegend historische verontreiniging was (verontreiniging veroorzaakt voor 29 oktober 1995). OVAM verklaarde ons onderzoek conform en gaf groen licht voor de verkoop. Er was geen verdere sanering noodzakelijk en het perceel mocht worden overgedragen.

De koper liet echter zelf een nieuw oriënterend onderzoek doen. De conclusie van dit onderzoek was compleet tegenovergesteld: gemengde verontreiniging maar grotendeels nieuw. OVAM volgt nu dit nieuwe onderzoek en maant de stad als saneringsaansprakelijke aan om opnieuw een oriënterend bodemonderzoek te doen. Hierdoor bestaat het risico dat we moeten overgaan tot effectieve sanering waarvan de kostprijs onbekend is.

✓ Beroep tegen RUP Sint-Norbertus

Er werd een beroep ingediend tegen de definitieve vaststelling van het RUP Sint-Norbertus. Op zich is er geen schadevergoeding in dit geschil, maar dit geschil kan de timing van het meerjarenplan in de war brengen. Zolang er geen goedgekeurd RUP is kunnen de voorziene projecten immers niet worden uitgevoerd. Maar dit geldt zowel voor het project aan ontvangstenzijde (verkoop gronden domein ’t Park) als voor het project aan uitgavenzijde (bouw evenementenhal/cultuurzaal). Een verschuiving van de timing heeft dus geen negatief effect op het meerjarenplan.

✓ Verzoekschrift tot vernietiging van het ‘retributiereglement op het bewonersparkeren en op het parkeren in de Blauwe zone’

Er werd bij de Raad van State een verzoekschrift ingediend tegen de vernietiging van het

Retributiereglement op het bewonersparkeren en op het parkeren in de Blauwe zone. Dit reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 maart 2019 en trad in werking op 15 april 2019.

In de gemeenteraad van 26 mei 2020 werd beslist om het vermelde retributiereglement op te heffen met ingang van 01 augustus 2020. Er werd in dezelfde beslissing een nieuw reglement goedgekeurd.

Indien het verzoekschrift tot vernietiging wordt ingewilligd lopen we het risico dat we de opbrengsten tussen 15 april 2019 en 01 augustus 2020 moeten terugbetalen. Concreet gaat het om 34.643,24 EUR.

✓ Afrekening kwartaalbijdragen oude brandweerzone

Volgens de gouverneur werden bij de oude brandweerzones de bijdragen betaald in het jaar volgend op het werkingsjaar. Er werd door de gouverneur dan ook een bijdrage 2015 berekend gebaseerd op het werkingsjaar 2014.

In 2015 werden er al kwartaalvoorschotten (117.224,64 EUR) betaald voor deze bijdrage en in 2019 werd ook de afrekening (334.385,19 EUR) uitbetaald aan de centrumgemeentes. De beschermde gemeentes betwisten dit echter en zij beweren dat de bijdragen betaald werden in het jaar zelf, met andere woorden in 2014 werd er betaald voor 2014.

Volgens de beschermde gemeentes werd er dus teveel uitbetaald aan de centrumgemeentes en zij hebben de centrumgemeentes in gebreke gesteld tot terugbetaling van de teveel betaalde

kwartaalbijdragen. Als de beschermde gemeentes gelijk krijgen dan zullen wij 511.609,83 EUR moeten terugbetalen. Wij gaan er echter van uit dat de beslissing van de gouverneur correct is. Volgens onze advocaat (gezamenlijk aangesteld door de centrumgemeentes) wordt er door de tegenpartij ook geen bewijs geleverd dat de uitbetaalde bijdragen ‘volkomen onwettig en onverschuldigd’ zijn

✓ Andere juridische geschillen

Andere juridische geschillen, zoals een bezwaar tegen de samenstelling van de gecoro of een beroep tegen een omgevingsvergunning, hebben geen directe financiële impact (geen mogelijke

schadevergoeding/geen gevaar voor timing MJP).

In het oorspronkelijke MJP was er jaarlijks 60.000 EUR voorzien voor advocaatkosten voor alle juridische procedures en er werd een eigen jurist aangesteld. Deze juridische geschillen vormen dus geen

financieel risico. Het bedrag voor advocaatkosten werd bij de aanpassing van het MJP wel verminderd omdat we er vanuit gaan dat we door de aanstelling van een eigen jurist minder beroep moeten doen op een advocaat. Het bedrag wordt in 2022 verminderd naar 50.000 EUR en vanaf 2023 naar 40.000 EUR, maar dit moet ruimschoots volstaan om de juridische kosten te betalen.

Ontvangsten

✓ Aanvullende personenbelasting

Zoals verder vermeld wordt heeft de coronacrisis een effect op de aanvullende personenbelasting en is het momenteel moeilijk om dit effect in te schatten. Bij de aanpassing van het MJP wordt er wel een minder opbrengst voorzien waarbij het grootste effect voorzien is in de jaren 2021 en 2022, maar waarbij er ook rekening gehouden wordt bij een minder opbrengst in de volgende jaren.

De cijfers van 2020 en 2021 zijn de bedragen die we doorgekregen hebben van de hogere overheid, de volgende jaren zijn volgens ons een voorzichtige inschatting met een minder opbrengst t.o.v. het geïndexeerde bedrag van 2020. Uiteraard bestaat het risico dat we het effect van de coronacrisis te laag inschatten waardoor de effectieve opbrengsten lager zullen zijn dan voorzien, maar met een

minderopbrengst t.o.v. het geïndexeerde bedrag 2020 van 3,13% in 2025 hebben we er goede hoop op dat we hier voorzichtig zijn geweest.

✓ Investeringsontvangsten

Er worden een aantal grote investeringsontvangsten ingeschreven. Hoewel deze bedragen gebaseerd zijn op reële schattingen, kan het zijn dat deze door omstandigheden niet in het voorziene jaar kunnen gerealiseerd worden. Zo is er bvb. het beroep dat ingediend werd tegen het RUP Sint-Norbertus waardoor het project op Domein ’t Park reeds onvoorziene vertraging heeft opgelopen.

Voor Domein ’t Park is er bovendien reeds een overeenkomst met een projectontwikkelaar, waardoor deze inkomsten meer dan realistisch zijn.

✓ Dividenden

Dividenden hangen af van het resultaat van de betreffende onderneming en zijn daardoor geen

zekerheid. Dividenden kunnen daarom ook als een financieel risico worden beschouwd. In het verleden is echter gebleken dat de vooraf ingeschreven dividenden steeds werden gehaald en dat er soms zelfs een extra dividend kon worden gegeven. Het risico op het niet ontvangen van de dividenden lijkt ons

dus klein. Mogelijks hebben de intercommunales het ook moeilijker door de COVID19-crisis waardoor de dividenden op lange termijn wellicht onzekerder worden.

Uitgaven

✓ Exploitatie-uitgaven

De exploitatie-uitgaven werden geraamd op basis van de rekeningcijfers i.p.v. op de budgetcijfers, waardoor ze strikter geraamd werden dan in het verleden. Er is dus minder ruimte om onvoorziene gebeurtenissen op te vangen.

✓ Lonen

De lonen worden geïndexeerd met 1,5 %. We gaan er met andere woorden vanuit dat de lonen telkens in april geïndexeerd worden. Indien de inflatie sneller dan verwacht toeneemt, kan dit aanleiding geven tot een tekort op het loonbudget. Volgens de huidige vooruitzichten zal de volgende indexaanpassing pas in het voorjaar van 2022 plaatsvinden. De voorziene index van 2021 geeft ons een marge waardoor er op korte termijn geen risico is.

Maar ondanks deze marge volgend jaar is het moeilijk te voorspellen wat de index in de toekomst zal doen. Ooit hebben er zich immers 2 indexeringen op 1 jaar voorgedaan. Als dat zich in de toekomst ook zou voordoen bestaat er wel een risico dat er een tekort dreigt op het loonbudget. Op dit moment lijkt dat risico wel bijzonder klein.

✓ Responsabiliseringsbijdrage

In het meerjarenplan werden de responsabiliseringsbijdragen voorzien volgens de raming van het RIZIV.

In totaal is er voor stad en OCMW samen ca. 265.000 EUR voorzien in 2025. Het is voorlopig niet de bedoeling om het aantal statutairen verder af te bouwen waardoor er volgens ons voldoende voorzien is voor de responsabiliseringsbijdrage.

Op dit moment zijn er wel een aantal statutaire betrekkingen niet ingevuld waardoor een raming op basis van de huidige personeelsbezetting hoger zou uitkomen. Het is echter de bedoeling om deze betrekkingen terug in te vullen.

In juni werd er een aangepaste raming beschikbaar gemaakt. Alhoewel deze cijfers gebaseerd zijn op de huidige bezetting van statutaire plaatsen en dit cijfer dus zal verlagen als een aantal openstaande betrekkingen terug worden ingevuld, hebben we toch geopteerd om deze aangepaste raming te voorzien. Op die manier is het financieel risico ingedekt indien er door omstandigheden bepaalde statutaire betrekkingen niet ingevuld geraken.

Indien we voldoen aan de voorwaarden van de 2de pensioenpijler, m.n. 2% in 2020 en 3% vanaf 2021, ontvangen we een subsidie voor de responsabiliseringsbijdrage. Deze subsidie werd ook aangepast aan de nieuwe raming die ons werd bezorgd.

✓ Pensioenen mandatarissen

Voor de pensioenen van de mandatarissen werd er een beheersovereenkomst afgesloten met Ethias.

Volgens de tabel van Ethias zou er in 2025 een fonds moeten opgebouwd zijn van 1,4 miljoen bij de stad en 0,25 miljoen bij het OCMW. Deze bedragen werden opgenomen in de onbeschikbare gelden in het meerjarenplan.

✓ Energiekosten en contracten en overige exploitatiekosten

De uitgaven voor energiekosten en contracten werden wel voorzien van een indexatie, maar de overige uitgaven werden gedurende 6 jaar gelijk gehouden. Afhankelijk van de inflatie van de prijzen zal er dus moeten bespaard worden op deze uitgaven. We gaan er in feite van uit dat de integratie stad-OCMW, de optimalisatie van de werking van de organisatie en de investeringen in automatisatie (o.a.

softwaretoepassingen) een aantal efficiëntiewinsten met zich meebrengt waardoor er effectief op de kosten kan worden bespaard. Als de efficiëntiewinsten niet gerealiseerd worden kan er een tekort krediet ontstaan.