• No results found

Veronique Calus en Gabrielle Naaijer, Gemeente Sluis Oostburg, 30 september

7. ZuidWest Zeeland

7.4 Veronique Calus en Gabrielle Naaijer, Gemeente Sluis Oostburg, 30 september

Hans Leneman

Mevrouw Calus werkt bij het Landbouwloket in de gemeente; dit is opgericht en in eerste instantie ook meegefinancierd door de ZLTO, met als doel de agrariërs in de gemeente te adviseren, onder meer bij de opzet van projecten, waarmee ze hun bedrijf financieel kunnen versterken.

Ze is formeel beleidsmedewerker plattelandsbeleid en via het werk bij het landbouwloket kent ze de weg van idee naar project, ook planologisch. Ze kan vragende personen naar de juiste persoon binnen de gemeente verwijzen.

Mevrouw Naaijer is planologe en werkt bij de gemeente onder andere aan bestemmingsplannen. Verder houdt ze zich bezig met een aantal grote projecten, die met Ruimtelijke Ordening samenhangen in Cadzand Bad en Sluis.

Bij de gemeente zijn er 2,5 Fte met RO bezig en dat is veel te weinig. Vandaar dat bij de totstandkoming van het gebiedsplan West Zeeuws Vlaanderen mevr .Calus ook bij is gesprongen. Kwam daarnaast van pas in verband met de nauwe relatie met de landbouwontwikkelingen. Datzelfde bijspringen gebeurt nu bij het Integraal Omgevingsplan (IOP).

De begrenzing van het Nationale Landschap wordt geregeld via dit IOP; eigenlijk is het een herziening van het streekplan. Hierbij moet worden aangetekend dat de begrenzing van de kernen hierbij niet zijn inbegrepen, terwijl die wel in het Nationaal Landschap zijn opgenomen, zo heeft de gemeente begrepen.

Sluis heeft een landschapsplan, dat specifiek voor het opstellen van het gebiedsplan is opgesteld. De gemeente is dan ook actief op dit gebied.

De samenwerking tussen verschillende partijen loopt goed. Gemeente en VVV(recreatie) werken goed samen en de Recron wordt ook genoemd en dit geldt ook voor de samenwerking met de landbouw (zie ook het landbouwloket). Ook de ANV Bloeiend West Zeeuws Vlaanderen wordt genoemd als partner hier. Het Zeeuws Landschap heeft een aantal terrein in beheer, maar is geen grote speler. De lokale natuurbeschermingsvereniging is nogal radicaal in haar standpunten en dat levert nog wel eens fricties op. Tenslotte is ook met het Waterschap de samenwerking goed te noemen. Mevrouw Calus en Mevrouw Naaijer vatten de samenwerking samen onder het motto: gezamenlijk en recht vooruit!

Over het Nationaal Landschap is het breed gedragen gevoel bij de bestuurders: angst, angst dat alles op slot gaat en dat er geen ontwikkelingen meer mogelijk zijn. Beiden omschrijven de oorzaak van deze angst als volgt: de consequenties van het Nationaal Landschap zijn niet bekend.

Deze angst is ingegeven door 'Stampershoek Noord'; al een aantal jaren wordt een mogelijke uitbreiding voorbereid van een regionaal bedrijventerrein. De Inspectie van VROM heeft nu (in 2005) deze voorgestelde uitbreiding afgewezen met als argument dat zoiets in het Nationaal Landschap niet mag. Meer uitleg is er niet over geweest van de kant van de VROM inspectie.

Uiteindelijk moet de provincie de voorgestelde wijziging van het bestemmingplan goedkeuren; Mevrouw Calus en mevrouw Naaijer achten het oordeel van de VROM inspectie hierbij wel belangrijk.

Het oordeel van de Inspectie kwam volslagen uit de lucht vallen. En vervolgens raakte iedereen in de gemeente in paniek. De Provincie probeert nu de scherpe kanten van het geheel te halen. De verantwoordelijke gedeputeerde was eerst voor het plan van de gemeente maar houdt zich nu op de vlakte.

Ander punt van zorg is de enorme haast waarmee de plannen voor het NL gemaakt moeten worden. Dit houdt ook wel verband met het voorgaande (Stampershoek Noord), omdat het 'Inspectie oordeel' niet heeft gezorgd voor meer inzicht over wat nu wel en wat nu niet mag in het Nationaal Landschap.

Een uitleg over waarom West Zeeuws Vlaanderen Nationaal Landschap is zou moeten worden benadrukt. Dan kan ook het verband met mogelijke ontwikkelingen

(gewenst of niet) worden gelegd. Wordt in Sluis nu de recreatie beperkt? Mevrouw Calus en mevrouw Naaijer benadrukken dat het Nationaal Landschap een economische achtergesteld gebied is in ons land.

Daarbij is er wel degelijk een gevoel van trots, dat heeft de verantwoordelijke wethouder recent ook in de raad aangegeven. De gemeente weet echter wel wat ze wil.

West Zeeuws Vlaanderen is een voorbeeldgebied (pilot) op het terrein van de ontwikkelingsplanologie. Dat loopt niet goed, het lijkt procedureel (met inachtneming van de bestaande procedures) heel moeilijk om dit te realiseren. VROM en EZ hebben ook speciale aandacht voor Cadzand Bad (pilot in welk kader?). VROM houdt hierbij vast aan het standpunt: let op het is hier nationaal Landschap!

Er is over het Nationale landschap geen contact met andere gemeenten geweest. Is tot nu toe ook niet zoveel behoefte toe.

De gemeente vindt dat het Nationaal Landschap er alleen kan komen als het aan het recent vastgestelde gebiedsplan voldoet. Je krijgt het niet verkocht bij de inwoners om dat hele traject nogmaals door te gaan. Bovendien is niet duidelijk wat de toegevoegde waarde zal zijn. Waarom Nationaal Landschap? Is de centrale vraag die het rijk uit zou moeten leggen. VROM heeft dat in ieder geval bij Stampershoek Noord niet gedaan. Het uitleggen ziet de gemeente als eerst als een taak voor het rijk, en daarna voor de provincie.

De Provincie zou een workshop kunnen organiseren, waarin de uitgangspunten van het NL waar mogelijk gezamenlijk met de gemeenten kunnen worden besproken.

Contact met de provincie over het ILG is tot nu toe beperkt tot Nationaal Landschap en Landinrichting.

7.5 Mariska van Nieuwenhuijzen, Gemeente Borsele (Gebiedsmakelaar)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN