• No results found

Verloop van de instructie

In document Ondernemend leren overleggen (pagina 39-45)

In deze paragraaf wordt een beeld geschetst van het verloop van de verschillende plenaire sessies die tijdens dit onderzoek hebben plaatsgevonden. Uiteindelijk zullen deze beschrijvingen leiden tot het beantwoorden van deelvraag drie: hoe verloopt de instructie?

4.3.1 Verloop sessie 1

Tijdens de eerste sessie werd er een opdracht aan de kinderen gegeven: bedenk een activiteit die zou passen bij de onderneming en de onderneming wat zal opleveren. Elke commissie van de onderneming moet een taak hebben bij de organisatie van deze activiteit. Met deze opdracht gingen de kinderen in groepjes overleggen over ideeën. Na 20 minuten moesten de groepjes voor de klas hun ideeën presenteren en beargumenteren. Daarna werd er door de klas gestemd over het beste idee. Hierdoor ontstond onvrede. Een aantal kinderen was niet blij met de keuze van het uiteindelijke idee. Daarom hebben we, in overleg met de coördinator van de onderneming, ervoor gekozen een aantal ideeën te combineren. Hierdoor is het idee van het organiseren van een groente- en fruitfestival ontstaan. Groep acht heeft in de organisatie een coördinerende rol. Zij moesten o.a. voor de uitnodigingen, de activiteiten en de hapjes en de drankjes zorgen. Het groente- en fruitfestival vindt plaats op 28 juni. Voor de komende weken wordt dit het onderwerp van de vergaderingen binnen de commissies

Wat uit de opname van sessie 1 blijkt, is dat de leerlingen graag hun eigen idee willen doorzetten en dat er weinig ruimte is voor overleg en het eventueel samengaan van plannen die op elkaar lijken. Er barste daardoor ook een discussie los in de klas. Leerlingen gaven ongecontroleerd commentaar op elkaars ideeën en werden boos op elkaar. Ze wilden geen compromis sluiten, terwijl een paar van hun ideeën erg op elkaar lijken en makkelijk gecombineerd zouden kunnen worden. In fragment acht is te zien hoe een discussie over het kiezen van het beste idee ontvlamde. Vervolgens werd er een oplossing geboden door de onderzoeker. Het ene idee lijkt veel op het andere, dus waarom combineren we de ideeën niet? Volgens de leerlingen kan hier geen sprake van zijn. Hun eigen idee is volgens hen uniek en het best.

Fragment 8

Uit opname 3 (5 april) 13:30-14:36

Leerling 1: maar dit heeft niet echt wat met de groene schakel te maken Leerling 2: nee dus dan gaat talentenjacht en drouwenerzand ook weg (onverstaanbaar)

Leerling 1: juf juf mag bij ons even de groente euh feest er bij komen te staan in plaats van cupcakes?

Onderzoeker 1: ja maar we kunnen het ook bij idee vier pakken

(groeneschakel markt) want dat lijkt natuurlijk op het groene schakel feest

Leerling 1 en 2 en 3 : nee nee !

Leerling 1: nee want bij ons kunnen de leerlingen ook iets zelf doen dus Leerling 5: ja maar dat is bij ons ook zo

Leerling 4: bij ons kunnen ze ook zelf reclame maken en ook zelf dingen maken

Leerling 1: nou dat hebben jullie niet gezegd ofzo Leerling 4 en 5: nou dat hoort er wel bij!

39

4.3.2 Verloop sessie 2

Deze sessie stond in het teken van samen praten over het overleggen en samen regels opstellen. Het was een uitdaging om groep acht aan één tafel te laten zitten en aan het praten en luisteren te krijgen, maar het lukte wel. Toen de leerlingen in de kring hadden plaatsgenomen, werden er vragen aan de leerlingen gesteld over het overleggen binnen de onderneming. Alle leerlingen wilden wel dingen vertellen. De leerlingen konden ook goed benoemen wat er niet zo goed gaat tijdens het overleggen. Fragment 11 illustreert dit. Leerlingen geven aan dat overleggen vaak eindigen in ruzie omdat leerlingen het niet eens zijn met elkaar. Daarnaast wisten de leerlingen al veel van overleggen en van formele vergaderaspecten. Fragment 9 en 10 kunnen dit illustreren. In fragment 9 is te lezen dat een leerling meer inging op de communicatieve vaardigheden die nodig zijn binnen een overleg. In fragment 10 werd door een leerling meer ingegaan op de formele vergaderkenmerken.

Fragment 9

Uit opname 14 (15 mei) 03:15-03:25 Fragment 10

Uit opname 14 (15 mei) 03:47-04:55 Fragment 11

Uit opname 14 (15 mei) 06:45-07:15

De kennis die de leerlingen hadden over overleggen bleek uitgebreid. Het lukt de leerlingen alleen niet om deze kennis altijd toe te passen. Daarom opperden de onderzoekers het opstellen van grondregels.

Onderzoeker 1: wat weten jullie van overleggen? Leerling 1: dat je naar elkaar moet luisteren en …

Leerling 2: serieus zijn en niet met onnodige dingen aankomen

Onderzoeker 1: maar hoe verlopen de overleggen bij jullie? Tot nu toe?

Leerling 3: slecht

Leerling 4: slecht, eindigt in ruzie Onderzoeker 1: hoe kan dat dan?

Leerling 4: omdat er heel veel meningsverschillen zijn Onderzoeker 1: jullie luisteren niet goed naar elkaar?

Leerling 5: jawel, maar soms zijn we het niet met elkaar eens Onderzoeker 1: Hoe ziet een vergadering eruit?

Leerling 2: een voorzitter!

Onderzoeker 1: Wat zijn er nog meer voor rollen?

(leerlingen weten wat we bedoelen maar komen niet op het woord) Leerling 3: notaris!

Leerling 6: noteur… Leerling 7: notuler

40

De leerlingen vonden het opstellen van regels een goed idee, ze dachten dat de kwaliteit van het overleg en de omgang met elkaar hierdoor zal verbeteren. Vooral dat laatste bleek niet altijd goed te gaan. Wanneer het gesprek kwam op het vormen van de regels wordt er door één onderzoeker herhaald wat er door de leerlingen in het gesprek al is gezegd over wat er niet goed gaat aan het overleggen. De leerlingen vertelden dat niet iedereen elkaar laat uitpraten, dat niet iedereen naar elkaar luistert en dat er te weinig argumenten gegeven worden voor meningen of ideeën waardoor er onenigheid kan ontstaan. De onderzoeker vroeg vervolgens aan de leerlingen welke regels ontworpen kunnen worden om deze problemen in het vervolg te kunnen voorkomen. Drie verschillende leerlingen kwamen met de volgende regels:

1. Elkaar uit laten praten.

2. Iedereen moet zijn mening kunnen uiten, iedereen moet aan de beurt kunnen komen. De leerlingen gaven ook aan dat het kiezen van een voorzitter ervoor kan zorgen dat iedereen aan de beurt komt en dat iedereen netjes blijft. Meerdere malen tijdens deze sessie kwamen de leerlingen terug op het belang van de voorzitter. Deze kan volgens de leerlingen orde en een nette toon bewaren. De volgende regel kwam voort uit het gesprek over de voorzitter:

3. Kies altijd een voorzitter.

Vervolgens werd er gesproken over het eerlijk kiezen van een voorzitter. De leerlingen voorspelden dat dit ook problemen gaat opleveren. Het leek de leerlingen het beste om hierover te stemmen. De leerlingen wilden ook graag een notulist aanstellen zodat er geen verwarring kan ontstaan over wat er is besloten in voorgaande vergaderingen. De volgende regel werd daarom door de leerlingen opgesteld:

4. Kies altijd een notulist.

Vervolgens kwam een andere leerling met een voorstel om anders met elkaar om te gaan wanneer er een meningsverschil ontstaat. Het leek deze leerling beter om op een normale manier te zeggen wanneer je het ergens niet mee eens bent. De leerlingen kunnen niet goed omgaan met een menings- of voorkeursverschil. Ze voelen zich dan persoonlijk aangevallen en gaan ze hun stem verheffen of worden ze gemeen. Deze betreffende leerling vond dat iedereen ten alle tijden het hoofd koel moet houden. Daarnaast vond deze leerling dat je argumenten kunt geven voor je ideeën, zodat de andere leerlingen beter kunnen snappen waarom je het ergens niet mee eens bent. Hieruit ontstond een regel over de toon, maar de leerlingen kwamen niet tot het formuleren van een regel over de argumentatie. Omdat dit toch een belangrijk punt is voor de leerlingen, volgen we dit punt wel tijdens de onderzoeksperiode. In de onderzoeken over Exploratory Talk en Thinking Together komt het aanvoeren van argumentatie van ideeën ook naar voren. De analyse van dit kenmerk volgt dus steeds in de paragraaf waarin de kenmerken van Exploratory Talk en Thinking Together besproken worden. Uit de conversatie met de leerlingen over de toon die leerlingen tegen elkaar aanslaan, ontstond de volgende regel:

41

Steeds werden de geopperde regels herhaald door de onderzoekers en werd aan de groep gevraagd wat de groep van de voorgestelde regel vind en of ze dingen willen toevoegen of aanpassen. Leerlingen komen zelf met meningen over de opgestelde regels. De groep was steeds verrassend eensgezind over de opgestelde regels. Ze zijn gemotiveerd om de overlegmomenten beter te laten verlopen.

Eén onderzoeker opperde dat het geven van kritiek niet altijd als een persoonlijke aanval geïnterpreteerd moet worden. De kritiek is gericht op de ideeën die gegeven worden zodat de ideeën daar beter van kunnen worden. Een paar leerlingen waren het hier wel mee eens, maar anderen zeiden dat ze kritiek altijd als negatief ervoeren. Er werd besloten dat hier geen goede regel voor is maar dat de leerlingen elkaar eraan herinneren dat kritiek niet altijd negatief of persoonlijk bedoeld is, maar juist om de ideeën beter te maken.

Eén onderzoeker vroeg aan de groep hoe ze vinden dat een vergadering zou moeten eindigen. Een paar leerlingen gaven aan dat een overleg nooit met ruzie zou moeten eindigen en dat iedereen het aan het einde van het overleg met elkaar eens zou moeten zijn. Dit resulteerde in de volgende regel:

6. Eindig het overleg met overeenstemming.

Er werd nog gevraagd naar verdere belangrijke regels waarvan de leerlingen denken dat ze opgesteld moeten worden. Een laatste idee van één van de leerlingen was dat er niet te veel gepraat moet worden over onderwerpen waar het op dat moment niet over zou moeten gaan. Dit resulteerde in de laatste regel:

7. Vergader serieus: weid niet teveel uit over onderwerpen die er niet toe doen.

Uiteindelijk zijn, samen met de leerlingen, de Groene Grondregels opgesteld. Het opstellen van de regels verliep voorspoedig.

4.3.3 Verloop sessie 3

Voorafgaand aan het tonen van de fragmenten was het de bedoeling het gesprek aan te gaan met de leerlingen over hoe het overleggen tot dan toe verliep. Dit liep een beetje anders dan verwacht omdat niet alle leerlingen aan het begin van de les in het klaslokaal aanwezig waren, maar steeds binnen kwamen druppelen. Daarnaast deed één camera het niet waardoor één onderzoeker het eerste gedeelte van het gesprek er niet kon zijn. De leerlingen reageerden anders op de vragen dan in de tweede sessie, misschien omdat ze nerveus leken. Ze wisten dat er iets ging gebeuren met beeldmateriaal en dat vonden ze erg spannend. De leerlingen praatten toch nog een beetje over hoe het overleggen tot nu toe is gegaan. Ze gaven schoorvoetend aan dat het allemaal wel goed ging, maar dat er nog veel geregeld moest worden voor het groente- en fruitfestival. De leerlingen gaven ook aan dat het met het naleven van de regels nog niet altijd even goed ging.

Voor deze sessie zijn een aantal fragmenten uit de voorgaande opnamen gehaald om aan de leerlingen te tonen. De fragmenten lieten voorbeelden van schendingen van de regels zien, maar ook voorbeelden van goede vergaderingen. De leerlingen mochten zelf zeggen wat ze op de beelden zagen en wat ze ervan vonden. Steeds werd er een fragment getoond en werd er aan de leerlingen

42

gevraagd wat ze zagen op het filmpje. Wat gaat er goed, wat gaat er fout? De leerlingen konden vaak goed benoemen wat er fout ging op de filmpjes en wat er goed ging.

Het tonen van de fragmenten werd niet erg gewaardeerd. Ondanks dat de leerlingen goed konden benoemen wat er fout ging op de beelden en wat er goed ging, voelden sommige leerlingen zich persoonlijk aangevallen en deze leerlingen wilden zichzelf verdedigen. Er ontstond verontwaardiging wanneer iemand aangesproken werd op zijn/haar gedrag. Er liep zelfs een meisje huilend weg omdat ze zich persoonlijk aangevallen voelde. Gelukkig kwam ze later weer terug, om de sessie verder bij te wonen. Deze sessie vonden de leerlingen confronterend, toch hebben ze er wel iets van meegenomen. De onderzoekers hebben constant het doel van de sessie duidelijk proberen te maken. De leerlingen bewust maken van hun gedrag. Uiteindelijk hebben de leerlingen wel geleerd van deze sessie want na afloop verliep het aansluitende overleg rustig en volgens de regels. De opbouw van deze sessie had beter gekund, meer zoals de tweede sessie. Op die manier had het gesprek met de leerlingen zich wat meer kunnen ontvouwen.

Achteraf mochten de leerlingen nog een klein halfuurtje voor de onderneming bezig/overleggen. Dit ging erg goed. Er werd geen ruzie meer gemaakt, zoals in de opnamen van deze sessie te zien was.

4.3.4 Verloop afsluitende sessie

Tijdens deze afsluitende sessie is er gepraat met de leerlingen en de meester over het verloop van afgelopen weken. Er werden vragen gesteld aan de groep en er waren steeds meerdere leerlingen die wel antwoord wilden geven op de vragen die gesteld werden.

Er werd door de onderzoekers begonnen met vragen over wat de leerlingen in het algemeen van de afgelopen periode vonden en of ze vinden dat ze iets geleerd hebben. De leerlingen vonden de afgelopen weken leuk, omdat ze door de sessies meer bezig zijn geweest met de groende schakel. De leerlingen vonden het ook nuttig, want ze hebben wel wat van de regels en de sessies geleerd. Fragmenten 12, 13 en 14 illustreren deze stelling.

Fragment 12

Uit: opname 31.

Onderzoeker: wat hebben jullie geleerd van afgelopen periode? Leerling 2: we zijn veel serieuzer bezig

Leerling 3: dat je gewoon samen gaan werken en ideeën samenvoegen als je er niet uitkomt

Leerling 1: je moet gewoon goed luisteren naar elkaar, soms vind je het idee van een ander heus wel leuk maar zeg je dat niet omdat je per se je eigen idee wilt en dat is niet goed

Leerling 4: de toon waarop je met elkaar praatte was niet goed of

arrogante blikken (..) dat was niet goed daar hebben wel ruzie om gehad alleen ik denk dat het een hele goede tip is om gewoon rustig met elkaar te praten en ook oplet wat je allemaal zegt en hoe je kijkt en welke houding je aanneemt want een kleine houding en een kleine blik kan al heel wat laten gebeuren.

43

De derde sessie, waarbij er filmpjes getoond werden, hebben gemengde gevoelens bij de leerlingen teweeg gebracht. Aan de ene kant vonden ze het nuttig en verhelderend en aan de andere kant vonden ze het niet leuk dat ze zo aan de klas getoond werden. Dit wordt geïllustreerd door fragment dertien.

Fragment 13

Uit: opname 31.

De leerkracht van groep acht gaf aan dat het overleggen beter ging doordat de leerlingen de afgelopen maanden meer sturing hebben gehad bij het vergaderen. Ze kregen concretere doelen en opdrachten waarover vergaderd moest worden. Daardoor hadden de leerlingen, volgens de leerkracht, minder aanleiding om niet serieus bezig te gaan, zich te vervelen en ruzie te maken. Vervolgens werden er door de onderzoekers concretere vragen gesteld over overlegvaardigheden. Tijdens deze sessie werd ook aan de kinderen gevraagd hoe ze aan de volgende lichting (groep zeven) die straks de onderneming gaat runnen, zouden uitleggen hoe je goed kan vergaderen en een conflict kan oplossen.

Fragment 14

Uit: opname 31.

De leerlingen omschreven dat je moet samenwerken om iets te bereiken. Daarnaast vonden ze het belangrijk dat je toon en houding normaal en/of aardig moet zijn om een goed overleg te hebben, dit is ook op te maken uit bovenstaande fragmenten. Leerlingen gaven ook aan dat het zonder de regels misschien wel veel slechter was gegaan met het oplossen van ruzies en conflicten. Ze vonden allemaal dat ze nu beter kunnen overleggen en samenwerken dan voorheen.

Aan het einde van de sessies krijgen alle leerlingen nog de kans om te omschrijven wat het belangrijkste was/hun het meest bijgebleven is van de afgelopen periode. Uit dit gesprek kwamen

Onderzoeker: Wat vonden jullie van de sessie waarin we jullie fragmenten toonden van jullie zelf?

Leerling 4: kijk aan de ene kant was het wel goed want je leert er natuurlijk wel van want je ziet die filmpjes en dan denk je hé dat kan ik ook anders doen maar ik zei ook aan de andere kant het ging daarna nog heel lang door hierin de klas ook (dat leerlingen elkaar plagen met beelden die toen getoond waren)

Onderzoeker: wat zou je tegen groep zeven zeggen voordat ze gaan overleggen?

Leerling 5: op een normale toon tegen elkaar praten (..) rustig blijven

Onderzoeker: zou je ook aan groep zeven aanraden regels te gebruiken?

Leerling 4: ja dat zou wel handig zijn ja Leerling 1: zonder regels nog steeds ruzies

In document Ondernemend leren overleggen (pagina 39-45)