• No results found

Hoe verhoudt de hoeveelheid interviews zich tot de hoeveelheid recensies?

In document Autoriteit in tijden van infotainment (pagina 51-66)

3 METHODOLOGISCH KADER

4 ONDERZOEK: CASE STUDY

4.4 Hoe verhoudt de hoeveelheid interviews zich tot de hoeveelheid recensies?

In dit hoofdstuk wordt onderzocht hoe recensies en interviews zich tot elkaar verhouden. Zijn er tijdens de carrière van Leon de Winter steeds meer interviews uitgekomen bij zijn nieuw verschenen boeken, of steeds minder? En wat doet dat met de hoeveelheid recensies die dag- en weekbladen over zijn werk publiceren?

Eerst zal worden nagegaan hoeveel interviews in dag- en weekbladen gepubliceerd zijn, en zal dit aantal worden vergeleken met het aantal recensies. Daarna zal worden gekeken hoeveel aandacht er aan interviews wordt besteed in ‘nieuwe’ media tv, radio en internet. Ook daar zal de vergelijking tussen interviews en recensies worden gemaakt.

4.4.1 Interviews en recensies in traditionele media

Hieronder is in een kader weergegeven hoeveel recensies en interviews er per nieuw verschenen boek van Leon de Winter in de onderzochte traditionele media verschenen:

Naam boek Recensies Interviews

Over de leegte van de wereld (1976) 4 1

Verwording van jonge Dürer (1979) 8 0

Zoeken naar Eileen W. (1981) 6 0

Place de la Bastille (1981) 3 0

Kaplan (1986) 7 1

Hoffmans honger (1990) 5 1

Supertex (1991) 6 0

De ruimte van Solokov (1992) 7 0

Serenade (1995, boekenweekgeschenk) 6 1

Zionico (1995) 4 2

De hemel van Hollywood (1997) 6 0

God’s Gym (2002) 6 1

Het recht op terugkeer (2004) 7 3

VSV of Daden van onbaatzuchtigheid (2012) 8 3

Geronimo (2015) 5 3

Naast deze interviews zijn er perioden tussen het uitkomen van De Winters boeken ook verschillende ‘losse’ interviews verschenen. Zo deed De Winter in 1982 mee met een groepsinterview waarbij een aantal jonge auteurs onder wie ook Oek de Jong geïnterviewd werden voor de Haagse Post. In 1987 werd De Winter samen met regisseur Rudolf van der Berg geïnterviewd door Elsevier, over de verfilming van zijn boek Zoeken naar Eileen

W. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag wordt De Winter in 2004 geïnterviewd door de Volkskrant. In

2006 geeft De Winter een interview af aan HP/De Tijd. Aanleiding is dat hij een paar dagen later zomergast zal zijn in het VPRO-programma Zomergasten. Verder verschijnen er over de persoon van De Winter nog een aantal profielen of ‘auteursportretten’: in de Volkskrant, Vrij Nederland, en de Groene Amsterdammer.

Wat meteen in het oog springt in deze tabel is de sterke toename aan interviews in de afgelopen jaren. Tot en met

God’s Gym (2002) bleef het aantal interviews in de onderzochte media steken op 0 of 1, met een uitschieter van 2

interviews bij Zionoco (1995). Maar bij elk van de laatste drie uitgekomen boeken van de winter, Het recht op

terugkeer (2004), VSV (2012) en Geronimo (2015), verschijnen drie interviews in de onderzochte dag- en

weekbladen.

De afgelopen tien jaar lijkt er dus meer interesse te zijn ontstaan voor interviews met de auteur. De commercialisering die in de theorie aan de orde kwam – de steeds groeiende aandacht voor de persoon van de schrijver, voor het autobiografische – lijkt in dit tabel bevestigd te worden: De Winter wordt steeds meer geïnterviewd. Mogelijk hopen dag- en weekbladen met deze interviews meer lezers te trekken.

In de interviews doet De Winter steevast allerhande aan persoonlijke informatie uit de doeken. Over hoe hij op de onderwerpen van zijn boeken komt (“Het begint bij een obsessie, van daaruit onstaat het verhaal”), over zijn kinderen (“Ik en dichtbij ze. Ik knuffel ze elke dag.”), over zijn vrouw Jessica Durlacher (“Jes is echt mijn levensgezel”), over Geert Wilders (“Ik heb hem weleens ontmoet”). Hij geeft ook advies over de consumptie van roomboter (“Dat eet ik nooit, het heeft mijn vader een hartaanval bezorgd”). De onderwerpen waarover De Winter geïnterviewd wordt zijn kortom uiteenlopend, met als gemene deler dat ze allemaal over hemzelf gaan.

Wat de verhouding tussen interviews en recensies betreft: het lijkt er niet op dat interviews in de plaats van recensies verschijnen. De drie interviews die bij elk van de laatste drie uitgekomen boeken zijn verschenen, doen niet af aan de hoeveelheid recensies: die blijft gelijk aan wat er gemiddeld aan recensies verschijnt bij een nieuw boek waar geen interview aan wordt gewijd.

4.4.2 Interviews en recensies op televisie en radio

De verhouding tussen recensies en interviews op tv en radio is in het volgende tabel inzichtelijk gemaakt. Kanttekening hierbij is dat Leon de Winter – zeker in de latere jaren van zijn carrière, grofweg vanaf het jaar 2000 – behoorlijk vaak op tv is, ook zonder de aanleiding van een nieuw uitgekomen boek. Deze ‘willekeurige’ tv/radio- optredens, waarbij De Winter bijvoorbeeld aanschuift om mee te praten over de aanslagen op het WTC in Amerika, over Badr Hari of Bram Moszkowicz, zijn in deze telling niet meegenomen: het gaat echt om tv/radio-optredens naar aanleiding van een nieuw verschenen boek.

Naam boek Recensies Interviews

Over de leegte van de wereld (1976) 0 1

Verwording van jonge Dürer (1979) 0 1

Zoeken naar Eileen W. (1981) 0 0

Place de la Bastille (1981) 0 0

Kaplan (1986) 0 2

Hoffmans honger (1990) 0 1

Supertex (1991) 0 3

De ruimte van Solokov (1992) 0 3

Serenade (1995, boekenweekgeschenk) 2 4

Zionico (1995) 1 3

De hemel van Hollywood (1997) 2 2

God’s Gym (2002) 0 1

Het recht op terugkeer (2004) 0 1

VSV of Daden van onbaatzuchtigheid (2012) 0 3

Geronimo (2015) 1 5

Duidelijk wordt nu – als dat al niet duidelijk was – dat op tv en radio het interview de overhand heeft boven de recensie. Zeker na de eerste tien jaar van zijn schrijverscarrière wordt De Winter eigenlijk standaard een aantal keer geïnterviewd door radio en/of tv bij het uitkomen van een nieuw boek. Recensies hebben een korte opleving gedurende de jaren negentig, als verschillende cultuurprogramma’s op radio en tv het bespreken van één of meerdere boeken een vast onderdeel van hun programma maken.

Maar tv en radio blijven zich vooral op interviews richten. De Winter krijgt dan ook flink de ruimte om over zijn nieuwe boeken te vertellen: vaak is hij de enige gast in een programma, en kan hij ook uitweiden over andere onderwerpen, zoals zijn hobby’s, gezinsleven, angsten en dromen. Ook hierin komt de veronderstelde toegenomen aandacht voor de persoon van de auteur tot uiting. Een boek dat gaat over enigszins autobiografische dingen (VSV) of zaken die te maken hebben met ‘het echte leven’ (Geronimo) zorgen duidelijk voor aandacht in de pers.

Zoals gezegd komt Leon de Winter ook steeds meer ‘zonder aanleiding’ op radio en tv. Met name vanaf de eeuwwisseling wordt hij min of meer vaste gast bij verschillende tv- en radioprogramma’s. Hij wordt vaak uitgenodigd om over joodse kwesties te praten, zoals antisemitisme, en over zaken waarover hij ‘expert’ is geworden doordat hij er een boek over heeft geschreven – Theo van Gogh bijvoorbeeld (door VSV) of Osama bin Laden (door Geronimo). Tv en radio lijken voor De Winter bij uitstek media te zijn geworden waar hij reclame kan maken voor zijn boeken – en in meer of mindere mate ook voor zichzelf. De interviews op radio en tv gaan niet zelden (ook) over de negatieve recensies die de boeken van De Winter dikwijls krijgen. Wellicht dat De Winter deze media aangrijpt in een poging om die slechte kritiek te overstemmen.

4.4.3 Interviews en recensies op internet

Voor online interviews wordt, net als bij recensies, geteld vanaf het uitkomen van God’s Gym: daarvoor is er online naar aanleiding van een nieuw boek van De Winter nagenoeg niets verschenen.

Naam boek Online recensies Interviews

Over de leegte… (1976) – De Hemel van Hollywood (1997) - -

God’s Gym (2002) 3 0

Het recht op terugkeer (2004) 21 1

VSV of Daden van onbaatzuchtigheid (2012) 21 2

Geronimo (2015) 28 1

Op het gebied van interviews blijkt het aanbod online mager: nul bij God’s Gym, één bij Het recht op terugkeer, twee bij VSV en weer één bij Geronimo. Let wel: hierbij zijn alleen ‘zuiver’ online interviews meegenomen, geen televisie- of radiointerviews die naderhand online zijn geplaatst.

De online-interviews hebben voor de helft het karakter van een video. Naar aanleiding van het verschijnen van

Geronimo komt een kort interview met De Winter online, gemaakt door productiehuis Brandviews dat online

content maakt voor uitgeverijen. Bij het verschijnen van VSV komt een filmpje online waarin De Winter samen met Bram Moszkowicz geïnterviewd wordt door recensent Arjen Peters. Dit filmpje is vermoedelijk door een van de omstanders van het live-gesprek gefilmd en online gezet. Qua geschreven interviews wordt De Winter naar aanleiding van het uitkomen van Het recht op terugkeer geïnterviewd door online-journalist Nico de Boer, gevolgd door een publicatie op diens gelijknamige website. En bij VSV verschijnt een interview op de site nu.nl.

traditionele media. Mogelijk omdat online geen sprake is van benodigde kijk- of leescijfers, waardoor aanbieders minder snel geneigd zijn af te wijken van het recensie-patroon. Anderzijds lijkt er ook daadwerkelijk behoefte te zijn aan reviews van het werk van De Winter.

5 CONCLUSIE

Aan het begin van het onderzoek werd de volgende hoofdvraag gesteld:

Op welke manier heeft de democratisering die vanaf de jaren zeventig in Nederland heeft ingezet de traditionele literaire kritiek beïnvloed?

Om daarop een antwoord te vinden werden vier subvragen onderzocht:

- Hoe veel recensies verschijnen er bij een nieuw boek van Leon de Winter?

- Hoe zijn de recensies verdeeld over verschillende media?

- In wat voor genres worden de boeken van De Winter besproken?

- Wie zijn de critici van Leon de Winter?

Het idee dat voortkwam uit de theorie die voorafgaand aan het onderzoek besproken is, was dat de literaire kritiek in Nederland steeds meer aan gezag verliest door toedoen van de voortschrijdende democratisering van de samenleving: het publiek meer luisteren naar BN’ers dan naar critici, kranten zouden geen ruimte meer willen bieden aan literaire kritiek – omdat toch niemand het leest, uitgeverijen pushen meer op interviews dan op recensies – omdat die meer de aandacht krijgen, en iedereen die zich aanmeldt bij een krant kan in principe criticus worden – ongeacht opleiding, ervaring of achtergrond.

In dit conclucerende hoofdstuk wordt nagegaan of dit beeld ook naar voren komt uit de case study die in deze scriptie gedaan is. Om enige orde te houden in de conclusies die volgen uit het onderzoek, zijn die geordend op volgorde van de hoofdstukken uit de case study. Te beginnen met de conclusies over de hoeveelheid recensies per media, te besluiten met de conclusies over de verhouding tussen interviews en recensies.

5.1 De hoeveelheid recensies en verdeling over verschillende media

Duidelijk is geworden dat de recensies in kranten en tijdschriften niet zichtbaar afnemen. Hoewel in de theorie vaak werd gesteld dat recensies steeds meer het onderspit delven in de strijd met interviews en infotainment, is dat in deze case study niet bewezen. Ook is het niet zo dat tv en radio een grote concurrent zijn geworden voor de traditionele gedrukte media: recensies op die kanalen blijven eigenlijk zo goed als uit.

Internet daarentegen wordt een steeds grotere verzamelplaats voor recensies. Vanaf het moment dat internet ‘standaard’ wordt binnen de Nederlandse huishoudens – zo rond de eeuwwisseling – wordt internet alleen maar populairder als recensiemedium; zowel onder (semi)professionele recensenten als onder amateurcritici. Ook in dit geval lijkt het er echter niet op dat internet de rol van de traditionele media overneemt als het gaat om

recensies: het aantal kritieken in dag- en weekbladen neemt niet af op het moment dat het aantal online recensies begint te groeien.

Opvallend is dat de toenemende aandacht voor de ‘persoon van de schrijver’, zoals die in de theorie veelvuldig werd benoemd, op tv en radio meer aansluiting lijkt te vinden dan in de traditionele media en op internet. Leon de Winter wordt gedurende zijn schrijverscarrière steeds vaker uitgenodigd door tv- en radioprogramma’s – vaak niet omdat hij een nieuw boek heeft geschreven, maar simpelweg om wie hij is. Hij schuift in allerlei

programma’s aan om mee te praten over onderwerpen die weinig tot niets met zijn schrijverschap van doen hebben: het jodendom, antisemitisme, nieuws over Amerika – allemaal zaken die niet zo zeer te maken hebben met Leon de Winters boeken, maar veel meer simpelweg met hem. Tv en radio lijken derhalve een stuk meer interesse te tonen in de man achter de schrijver dan hun collega’s van de gedrukte pers en het internet: tv en radio verkiezen dit soort optredens van Leon de Winter duidelijk boven het recenseren van zijn boeken; dat gebeurt nagenoeg nooit.

In dag en weekbladen lijkt veel minder sprake te zijn van het vervangen van de recensie voor aandacht aan de ‘persoon van de schrijver’. In die zin lijken radio en tv als medium meer te populariseren dan dag- en

weekbladen. Aangenomen dat ‘het publiek’ behoefte heeft aan verhalen over de schrijver zelf – zoals in de theorie meermaals gesteld werd, geven radio en tv meer gehoor aan die wens, en democratiseren zij in die zin meer dan kranten en tijdschriften.

5.2 De recensenten

Kijkend naar de recensenten die Leon de Winter in dag- en weekbladen besproken hebben kan een aantal dingen worden vastgesteld. Ten eerste neemt het aantal critici dat een relevante opleiding genoten heeft sterk af, en het aantal critici dat verbonden is aan een universiteit nog meer. Universitaire bagage lijkt in het huidige

medialandschap geen vereiste meer te zijn om criticus te worden bij een krant of tijdschrift. Een groot verschil met een aantal decennia geleden: toen Leon de Winter als schrijver begon was het nog standaard dat critici universitair betrokken waren. Hier is dus duidelijk sprake van democratisering van het vak criticus: boeken bespreken is niet alleen meer voorbehouden aan de ‘universitaire elite’.

Verder opvallend in de ontvangst in dag- en weekbladen is dat de ‘eendagsvliegen’ waar in de theorie voor werd gewaarschuwd – de losse, onbekende freelancerecensenten die het gezag van critici zouden schaden – in de ontvangst van Leon de Winter eigenlijk nauwelijks een rol spelen. In de laatste twintig jaar van De Winters schrijverschap is hij vrijwel nooit door een ‘eendagsvlieg’ besproken. Kanttekening is dat dit te maken zou kunnen hebben met zijn bekendheid als schrijver: wellicht is hij iemand geworden wiens werk niet door ‘zomaar iemand’ besproken wordt. Maar algemeen kan gesteld worden dat uit de case study geen alomtegenwoordigheid van ‘eendagsvliegen’ blijkt. Het idee dat recenseren als beroep dermate gedemocratiseerd is dat het door jan alleman kan worden uitgevoerd, zoals in de theorie werd gesuggereerd, wordt in dit geval dus ontkracht.

Op radio en tv lijkt de ‘serieuze criticus’ meer van het toneel te zijn verdwenen dan bij dag- en weekbladen. Bij deze media wordt het werk van Leon de Winter voor het overgrote deel besproken door mensen die geen recensent van beroep zijn: acteurs, journalisten of schrijvers die toevallig aan de talkshowtafel beland zijn bespreken zijn werk op radio en tv net zo makkelijk als een serieus criticus als Michael Zeeman. Op radio en tv lijken minder eisen te worden gesteld aan de mensen die een boek bespreken, en lijken meningen van bekende Nederlanders even belangrijk gevonden te worden als die van iemand die voor het recenseren heeft doorgeleerd. Democratisering lijkt dus ook in dit geval weer meer toe te slaan op radio en tv dan in dag- en weekbladen: bij het uitkiezen van boekbesprekers lijkt meer te worden gelet op bekendheid bij het grote publiek dan kennis van zake. Overigens is dit misschien nog meer een kwestie van ‘scoren met BN’ers’ dan van vergaande

democratisering van de boekrecensies op tv en radio: boekbesprekingen worden op tv en radio eigenlijk vooral gedaan door mediagenieke mensen. Als de recensies op radio en tv écht gedemocratiseerd waren, zouden boeken besproken worden door middel van voxpops.

Desalniettemin komen ook op radio en tv ‘echte’ critici aan het woord, al zijn ze flink in de minderheid. En ook is het niet zo dat de niet-recensenten die over Leon de Winters werk aan het woord komen totaal willekeurige personen zijn: vaak zijn het wel mensen die ‘iets’ met schrijven te maken hebben, of anderszins met kunst. Op het internet is de recensentenpopulatie weer heel anders dan op radio en tv en in dag- en weekbladen. De recensenten op internet zijn doorgaans ‘amateurs’ die in het dagelijks leven een heel ander beroep uitoefenen. Opvallend is dat de online-recensenten vaak wel iets in de richting van Nederlands of Literatuurwetenschap gestudeerd hebben. Sommige studenten of net afgestudeerden gebruiken een persoonlijke recensiesite of –blog als uitlaatklep voor deze kennis, anderen schrijven boekbesprekingen voor grotere recensiesites.

Veel online amateurcritici hebben daarnaast banen die omschreven kunnen worden als ‘hoogopgeleid’: sommigen werken in het voortgezet onderwijs, anderen bij een uitgeverij. Ook zijn er recensenten – met name die met een persoonlijke website – die hun online amateurrecensies combineren met het schrijven van ‘echte’ recensies in (vaak regionale) gedrukte media. De ‘gewone’ lezers lijken zich vooral op te houden in de anonieme hoek van de online recensies, op sites als boekmeter.nl en bol.com.

Opvallend is dat online recensenten het recenseren af lijken te kijken van hun collega’s in dag- en weekbladen: hun recensies lijken qua vorm, inhoud en stijl dikwijls erg op die in de kranten, en in sommige gevallen halen ze zelfs citaten aan uit de krant. Terwijl in de theorie dus wordt gesproken over internet als een ‘bedreiging’ voor de traditionele media, lijken de online recensenten nog het meest op te kijken naar de critici in de gedrukte pers. En hoewel het online recenseren een grote stap is richting nog meer democratie in de bespreking van boeken, lijkt het ‘gezag’ nog altijd te liggen bij de traditionele recensenten: als zij een bepaald oordeel hebben over een boek, nemen online critici dat oordeel dikwijls over.

5.3 De verhouding tussen interviews en recensies

Het was al duidelijk dat tv en radio meer aandacht hebben voor de ‘persoon van’ Leon de Winter dan voor een kritische beschouwing van zijn boeken. Ook in het aantal interviews dat met hem gedaan wordt op tv en radio wordt dat duidelijk: bij vrijwel elk nieuw boek wordt De Winter uitgenodigd om plaats te nemen bij één, maar nog vaker bij meerdere interviewprogramma’s of talkshows om erover te vertellen. Terwijl het aantal recensies opvallend klein blijft, is het interview met de schrijver op tv en radio dus wel populair. Zoals gezegd hopen tv en radio hiermee mogelijk meer kijkers te trekken, omdat wordt aangenomen dat die liever interviews zien dan besprekingen.

In dag- en weekbladen ziet dat er iets anders uit. Ook daar worden interviews populairder, maar dit gaat niet ten koste van het aantal recensies. Het idee dat de toenemende aandacht voor het autobiografische en de persoon achter de schrijver het einde zou betekenen voor de recensie in de krant – zoals in de theorie werd gevreesd – lijkt dus bij de traditionele media niet helemaal op te gaan. Deze media democratiseren wel in die zin dat ze gehoor geven aan de vermeende wens van de lezers, maar houden wel aandacht voor boekbesprekingen. Opvallend is dat op internet eigenlijk nooit een interview wordt gedaan met Leon de Winter: daar schrijven mensen vrijwel alleen maar recensies over zijn werk. Bezien in combinatie met het feit dat deze

‘amateurrecensenten’ veelal hoogopgeleide mensen zijn – zoals eerder is vastgesteld – kan voorzichtig worden vastgesteld dat hoogopgeleide mensen geïnteresseerd zijn in het lezen en schrijven van recensies. In dat licht is

In document Autoriteit in tijden van infotainment (pagina 51-66)