• No results found

Bedrijf 1 op het Horizontale Verticale Integratie en Differentiatie model

7. Analyse vergaderingen

7.1 Vergadering Bedrijf 1

De vergadering die in dit onderzoek wordt geanalyseerd is een Salesvergadering bij Bedrijf 1. De vergadering vindt plaats tijdens de due diligence periode van de overname. De beide bedrijven werken op dat moment samen aan de verkoop van Project X.

7.1.1 Onze kant en hun kant van de samenwerking

In het onderstaande voorbeeld wordt de vergadering bij Bedrijf 1 geopend door een statement te maken over hoe de telling rondom het huidig te verkopen product is. Ondanks dat er bij de vergadering alleen leden van Bedrijf 1 aanwezig zijn, blijkt het samenwerkingsverband uit het onderstaande fragment doordat gesproken wordt over ‘onze’ kant.

(38) 1. 1: Project X, stand reserveringen bijeenkomsten. Laatste telling van vanmorgen levert 2. op dat we op 200 participatie, gereserveerde participaties zitten.

3. 3: Van onze kant 4. 4: ja, alleen ons

Uitspraak Betekenis

Tijdsperspectief - -

Woordgebruik - -

Groepsperspectief We, van onze kant, alleen ons Bedrijf 1, de kant van Bedrijf 1

2x

Metaforen - -

Integratie differentiatie (1, 2) Van onze kant, alleen ons (1) Horizontale differentiatie: er

wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de twee partijen

(2) Verticale differentiatie: twee partijen die samenwerken

In het bovenstaande fragment is het lastig te bepalen of er sprake is van horizontale differentiatie of horizontale integratie. Als er uit wordt gegaan van de benadering van Miltenburg (2010) die horizontale differentiatie benoemd wanneer groepen zich profileren als ‘anders’ dan de andere partij is dit aannemelijk. Wanneer uitgegaan wordt van de benadering van de Boer (2011) die uitgaat van horizontale integratie wanneer er sprake is van samenwerking, dan klopt dit ook.

Hetzelfde geldt voor het onderstaande fragment. Hier is er wederom sprake van differentiatie door middel van het benoemen van twee aparte teams. Maar het feit dat de beide teams voor een

gezamenlijk project werken, zou ook horizontale integratie kunnen aantonen. In de benadering van de Boer (2011) duidt het nodig hebben van elkaar in samenwerkingsverbanden op horizontale integratie. (39) 50. 1: Bijeenkomsten, volgens mij staat de teller op 3 bij ons en bij Bedrijf 2 ook, maar bij

51. Bedrijf 2 zijn de antwoordkaarten nog niet binnen en zij hebben

52. 4: Bij ons zijn ehh, ik denk dat er in totaal zo’n 6, ja eentje komt met 2 personen dus die ehh 53. weet jij de naam, en <ander bedrijf> iets en ook nog eentje moet er ook nog bijkomen, die staat 54. op het antwoordkaartje aangevinkt.

Uitspraak Betekenis

Tijdsperspectief - -

Woordgebruik - -

Groepsperspectief Bij ons, bij Bedrijf 2 ook, zij, bij

ons

Bij eigen bedrijf, bij het andere bedrijf, het andere bedrijf, bij het eigen bedrijf

Metaforen - -

Integratie/ differentiatie Bij ons, bij Bedrijf 2 ook, zij, bij

ons

Horizontale differentiatie: Er zijn twee bedrijven

Horizontale integratie: Ze werken samen

In het onderstaande fragment benoemd 2 zijn ongenoegen met de wijze waarop de bijeenkomsten georganiseerd worden. De rest van de deelnemers benoemen dat zij de hoop hebben dat het meer wordt, en ook wordt de hoop uitgesproken dat Bedrijf 2 hen kan helpen.

Bij Bedrijf 1 blijkt dat het de werknemers niet goed lukt om genoeg aanwezigen voor een bijeenkomst over het project, te verzamelen. Hierop antwoord 1, in regel 117, dat ‘het er nog best veel kunnen worden’. 1 benoemd dat ze nog niet weten wat Bedrijf 2 gaat doet. Dit impliceert horizontale integratie; de bedrijven hebben elkaar nodig voor het realiseren van hun doelstellingen. De werkzaamheden moeten gezamenlijk uitgevoerd worden en de werknemers van beide bedrijven hebben hierin een gelijke rol. Vanaf regel 117 wordt er weer gesproken over hoeveel participanten er nog nodig zijn voor het project. Ook hier blijkt, in regel 121 tot en met 125, dat er wederzijdse afhankelijkheid is. De werknemers benoemen de moeilijkheden ten opzichte van het verkrijgen van deelnemers voor het project, om vervolgens te vragen in regel 124: ‘Hoe zit het met Bedrijf 2, hebben die nog wat’. Hieruit blijkt wederom horizontale integratie, want beide teams hebben elkaar nodig om de klus te klaren. Tevens is er net als in de vorige fragmenten een onderscheid te maken in de benadering van de Boer (2011) en Miltenburg (2010). Er is ook sprake van twee losstaande teams, waardoor het fragment ook horizontale differentiatie aantoont.

(40) 113. 2: Maar hier moeten we eens naar kijken, want dit gebeurd elke keer he, elke keer als we een 114. bijeenkomst organiseren is er maar een heel klein groepje mensen die

115. 1: Geeft helemaal niks

116. 5: Maar we hopen altijd dat het meer wordt

117. 1: Kan het nog best veel worden, want we weten het nog niet wat Bedrijf 2 doet. 118. 1: Oke, dan moeten we ff die andere man afwachten

119. 2: We moeten er nog steeds vijf dus

120. 4: Ja, als er nog twee vallen moeten we er nog drie, dus ehh we zijn er nog niet

121. 2: Nee precies, we kunnen ook nieuw gaan bellen d’rvoor, omdat gewoon de pijplijn, daar komt 122. het gewoon niet uit, dat duurt gewoon te lang dus die pijplijn die er nu is voor <project> daar 123. komt het gewoon niet uit, die laatste vijf.

Uitspraak Betekenis

Tijdsperspectief - -

Woordgebruik - -

Groepsperspectief We, we, Bedrijf 2, we, we, we,

Bedrijf 2, die

Eigen bedrijf 2x, Het andere bedrijf, Eigen bedrijf 3x, Andere bedrijf 2x

Metaforen - -

Integratie/ differentiatie We, Bedrijf 2 Horizontale differentiatie: er

zijn twee teams Horizontale integratie: Afhankelijkheid van elkaar op het gebied van verkoop

7.1.2 Benieuwd hoe zij het doen

In het onderstaande voorbeeld wordt besproken dat er problemen zijn met de post bij Bedrijf 2. Hierdoor hebben zij nog niet de mogelijkheid gehad om verder te werken aan het project. Er wordt gesproken over ‘antwoordkaarten’, op deze antwoordkaarten geven ingeschreven beleggers aan dat zij interesse hebben in een bepaald investeringsobject en tevens geven zij aan hoeveel zij willen investeren. In regel 11 tot en met 14 blijkt dat de werknemers nog niet overtuigd zijn over hoe Bedrijf 2 gaat presteren wat betreft verkoop, met als reden dat zij van hun eigen beleggers weerstand hebben gekregen op de overname die zij hebben gedaan. De twijfel aan de kunde van de andere partij zou kunnen duiden op verticale differentiatie waarbij Bedrijf 1 een hogere positie heeft dan Bedrijf 2. (41) 5. 1: Bij Bedrijf 2 zijn er problemen met de post, zoals jullie gelezen hebben of is dat niet

6. doorgekomen.

7. 4: Ja vrijdag gehoord

8. 3: Ja, een en ander meegekregen.

9. 1: In ieder geval als het goed is komen daar antwoordenkaarten vandaag pas binnen en 10. kunnen ze daar met de bulk aan de slag gaan.

11. 3: Ja, ben benieuwd.

12. 1: Ik ben ook wel benieuwd, er is toch ook nog best wel weerstand links en rechts van 13. beleggers die ehh boze brieven sturen omdat ze vinden dat ze eerst de Bedrijf 2 problemen 14. opgelost moeten worden.

Uitspraak Betekenis

Tijdsperspectief - -

Woordgebruik Benieuwd, bij Bedrijf 2,

weerstand links en rechts, Bedrijf 2 problemen

Niet zeker, bij andere bedrijf niet bij ons, Klanten accepteren de fusie niet, De problemen die heersen bij Bedrijf 2 moeten eerst opgelost eer dat de klanten de fusie accepteren

Groepsperspectief Ze, daar, ze Bedrijf 2, Bij Bedrijf 2, Bedrijf 2

Metaforen - -

Integratie differentiatie Benieuwd, weerstand links en

rechts

7.1.3. Conclusie

Uitspraak Betekenis

Woordgebruik (1) Benieuwd, weerstand links

en rechts

(1) Verticale differentiatie: Niet zeker hoe het andere bedrijf het doet, klanten accepteren de fusie niet

Groepsperspectief (1, 2) Van onze kant, alleen ons,

Bij ons, bij Bedrijf 2 ook, zij, bij ons, We, Bedrijf 2, ze, daar

(1) Horizontale differentiatie: er wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de twee partijen

(2) Horizontale integratie: twee partijen die samenwerken

In de geanalyseerde fragmenten van de Salesvergaderingen bij Bedrijf 1 is gebleken dat de samenwerking, en het bespreken daarvan, iets is wat leeft binnen de organisatie. Ondanks dat de vergadering niet per se ging over de samenwerking, maar over de dagelijkse werkzaamheden bleek de samenwerking met Bedrijf 2 toch van belang te zijn om deze werkzaamheden uit te voeren.

Door middel van het analyseren van de fragmenten is het moeilijk om te zeggen of er actief geïntegreerd of gedifferentieerd wordt tussen beide bedrijven. Zeker wanneer gekeken wordt naar welke onderzoekbenadering er gebruikt wordt. Toch is er duidelijk een samenwerkingsverband te zien. Enerzijds is er sprake van onderlinge afhankelijkheid voor de afronding van het project. De werknemers moeten samen een project lanceren. Daarnaast wordt er ook duidelijk gemaakt dat er sprake is van twee groepen werknemers en dat er niet sprake is van een groep.

In het laatste fragment is er sprake van verticale differentiatie. Dit komt voort uit het feit dat de werknemers betwijfelen of de werknemers van Bedrijf 2 de capaciteiten en ‘goede naam’ wel hebben om het project te verkopen aan nieuwe potentiele beleggers.

Woordniveau: Op woordniveau is duidelijk dat er sprake is van een samenwerking tussen de twee partijen. Er is enerzijds sprake van horizontale integratie, anderzijds van horizontale differentiatie.

Groepsperspectief: Uit het gebruik van een groepsperspectief blijkt met name, dat er gedifferentieerd wordt. Door middel van het gebruik van de voornaamwoorden ‘wij’, ‘zij’, wordt er duidelijk onderscheid gemaakt tussen de twee partijen.

Op de volgende pagina staat gepresenteerd hoe de uitspraken van de werknemers op het Horizontale en Verticale Differentiatie model van Miltenburg (2010) scoren. Omdat er in deze salesvergadering niet heel sterk naar voren is gekomen of er gedifferentieerd wordt of geïntegreerd, zijn er niet hele grote afwijking op de horizontale lijn richting integratie of differentiatie. Op de verticale as staat het figuur iets meer richting differentiatie.