• No results found

Verantwoordelijkheid nemen voor schoonheid

In Agency Art krijgt ‘schoonheid’ een nieuwe betekenis. De basis van Mulder ’s nieuwe betekenis is de theorie van Steiner. Zij kijkt naar schoonheid niet als een ding of een eigenschap, maar als een manier van communiceren. Schoonheid is volgens Steiner de uitkomst van een interactie tussen twee subjecten of tussen een object en subject die door beide actief bij te dragen elkaar waarderen en uitdagen. De waarde van een esthetische ervaring is communicatie, wederkerigheid en begrip: ‘’It is the task of contemporary art and criticism to imagine beauty as an experience of equality and empathy… the rewarding values of aesthetic experience are communication, mutuality, understanding.”106 De ervaring

van schoonheid zit hem volgens Steiner in het onderzoeken wat je met deze ervaring gaat

106Steiner, Wendy. ‘Venus in exile: The rejection of beauty in twentieth-century art’. The University of Chicago Press, 2001: p. 1.

43 doen maar ook in wat de ander doet met jou oordeel van die schoonheid.107

Mulder interpreteert schoonheid in de theorie van Steiner als een dynamisch proces, schoonheid is volgens hem geen absolute kwaliteit. In Agency Art zit schoonheid volgens hem in het gedrag wat het oproept bij de ontvangers, dus in de toepassing ervan, en het mogelijk maken van handelingsvermogen. Schoonheid heeft volgens Mulder een duidelijke functie, het is de motor in het creatieve proces en niet het beginpunt of het uiteindelijke doel. Mulder stelt dat we door schoonheid in beweging blijven, we tot verdieping komen en we worden aangespoord tot transformeren. Inhoud en vorm vallen in Mulder ’s betekenis van schoonheid samen, hij expliceert zichzelf met het volgende citaat: ‘’the medium is the body and meaning is agency”.108 In Agency Art ontstaat er schoonheid door het samenvallen van

een fysieke en een intellectuele ervaring. Waarbij de intellectuele ervaring de inhoud is en de fysieke ervaring de vorm. Mulder stelt dat door schoonheid het systeem van kunst open blijft, hiermee doelt hij wederom op het begrip handelingsvermogen. Zowel de kunstenaars als de ontvangers dragen bij aan het proces waar schoonheid ontstaat.

Mulder heeft ook een toekomstperspectief op Agency Art. Hij wil dat het

belangrijkste thema van deze kunst ‘handelingsmacht’ wordt. Zo streeft Mulder ernaar dat Agency Art een nieuwe vorm van handelingsvermogen voor de ontvangers ontwikkelt. Zodat de ontvangers meer en meer actief worden. Daarnaast wil Mulder dat Agency Art hem bevrijdt van zijn angst voor de toekomst en zijn aversie tegen het heden. Mulder wil Agency Art die hem niet alleen vermaakt, maar hem ook verantwoordelijk maakt. Mulder sluit zijn artikel af met het volgende citaat: “I want an agency art that makes me responsible instead of entertaining me, and shows me what’s great about living responsibly. Call it ecological beauty – that’s what I want”.109

Tijdens mijn gesprek met Mulder vertelde ik hem dat ik in de slotzin van zijn artikel ‘The beauty of agency art’ voornamelijk werd aangesproken door zijn term ‘ecologische schoonheid’. Ik denk namelijk dat SR, en voornamelijk Smart Highway, de belichaming is van Mulder ’s ecologische schoonheid. Mulder deed mij het voorstel om in mijn onderzoek meer diepgang te geven aan het begrip ‘ecologische schoonheid’ en met de analyse van Smart Highway ga ik dat proberen te doen.110

Ten eerste wordt gekeken naar de vormen van schoonheid die te herkennen zijn in Smart

Highway en vervolgens wordt dieper ingegaan op de betekenis van ‘ecologische schoonheid’.

Roosegaarde stelt herhaaldelijk dat hij schoonheid gebruikt om mensen te verleiden en om zo de dialoog aan te kunnen gaan over ecologisch bewustzijn en morele

107 Mulder, Arjen. ‘Schoonheid voor de 21ste eeuw’. Degids.nl. 12 juli 2012. 23 oktober 2015.

108 Mulder, Arjen. ‘The beauty of agency art’, in: Vital Beauty. Reclaiming aesthetics in the tangle of technology and nature. V2_Publishing, Rotterdam, 2012: p. 126- 129.

109 Mulder (2012): p. 128.

44 verantwoordelijkheid. De vorm van schoonheid die ik hierin herken is ‘typical beauty’. Zo maakt Roosegaarde veelvoudig gebruikt van licht in verschillende kleuren. Met Waterlicht creëerde hij door rook met laserlampen te combineren een magische aanblik (Afb. 8 & 9). Visueel zijn deze projecten sterk omdat ze inspelen op de verbeelding.

Met de theorie van de filosofe Julia Kristeva kunnen we de functie van deze vorm van schoonheid (‘typical beauty’) verduidelijken. Vanuit haar psychoanalytische theorie gezien is in therapie empathie tussen de patiënt en de therapeut een vereiste. Door empathie kan de analist zich identificeren met de patiënt en zo tot inzichten komen. Empathie is volgens Kristeva zelfs noodzakelijk om tot betekenis te komen.111 Wanneer we Kristeva

linken aan Steiner kan gesteld worden dat empathie ten grondslag ligt aan elke vorm van communicatie. Als er sprake is van empathie voelen we ons betrokken en willen we ons tot de ander verhouden. Wanneer we deze theorie in verband brengen met Roosegaarde kan gesteld worden dat hij schoonheid gebruikt zodat mensen zich tot zijn kunst willen verhouden en de dialoog kan ontstaan.

Een andere vorm van schoonheid bij SR die niet direct aan de oppervlakte verschijnt is vitale schoonheid in de definitie van Steiner en Mulder. Ikzelf heb vitale schoonheid ervaren op het museumplein tijdens Waterlicht (Afbeelding 8 & 9). Ik werd overrompeld door de schoonheid van de aanblik en ben toen een aantal uur op een kleed op de grond gaan zitten. Ik ervoer een bepaalde vorm van rust en van saamhorigheid met de andere bezoekers; een eenheid met de mensen en mijn omgeving. Een eenheid die ik in Amsterdam lange tijd niet heb ervaren omdat ik het gevoel heb dat in de grote stad onze levens steeds individueler worden. Uit de analyse in de vorige paragraaf blijkt dat er met Smart Highway een

soortgelijke ervaring ontstaat. De vitale schoonheid van Smart Highway en Waterlicht zit hem in die ervaring; er ontstaat een interactie tussen het object en subject, of tussen twee subjecten, en die uitkomst van die interactie is waar schoonheid verschijnt. Roosegaarde gebruikt ‘typical beauty’ zodat zijn publiek betrokken raakt en er vervolgens vitale schoonheid kan ontstaan.

De functie van het samenbrengen van deze twee vormen van schoonheid is dat Roosegaarde streeft naar dat we de waarde van duurzaamheid gaan inzien. De ervaring die Roosegaarde creëert is dat we niet losstaan van de omgeving, en dat maakt ons

verantwoordelijk. Dat verantwoordelijke is waar Mulder op doelt in ecologische schoonheid. Roosegaarde toont dat schoonheid van deze tijd de mens oproept om verantwoordelijkheid te nemen ten opzichte van de omgeving waarbij schoonheid alleen kan bestaan wanneer er actief aan bijgedragen wordt. Schoonheid is niet iets wat ons toekomt, maar wordt door interactie gecreëerd.

Wat ik daarnaast wil benadrukken is dat ik denk dat Roosegaarde juist door zich

111 Beardworth, Sara. Julia Kristeva. Psychoanalysis and modernity. State University of New York Press (2004): p. 108.

45 zowel de taal van de kunstenaar als de taal van de designer eigen te maken ecologische schoonheid nadrukkelijker kan bereiken. Roosegaarde zet zichzelf met zijn projecten middenin de wereld, hij is door zijn extreme enthousiasme en humor een goede spreker en hij wordt volledig opgepikt door de media. Hij weet een groot publiek te bereiken en grijpt zoveel mogelijk middelen aan om zijn doel te verwezenlijken. En juist door dat te doen kan hij een ecologisch bewustzijn creëren en kan ecologische schoonheid verschijnen.

Wat ik met dit laatste wil betogen is dat ik denk dat Mulder met zijn begrip ‘ecologische schoonheid’, in tegenstelling tot wat hij aan het begin van zijn artikel stelde over Agency Art, minder waarde hecht aan de categoriale onderscheidingen kunst en design. Roosegaarde‘s kunst laat ons inzien dat categoriseren niet meer zo relevant is. Zo gaf Roosegaarde zelfs op de vraag hoe hij denkt over het debat wat het onderscheid is tussen kunst en design antwoord met dat hij dat verschil onzin vindt.112 Ook denk ik dat

‘ecologische schoonheid’ gaat om het samenbundelen van de krachten van verschillende vakgebieden om tot oplossingen te komen voor een duurzamer milieu. En ik denk dat ‘ecologische schoonheid’ ontstaat daar waar grenzen worden overschreden en daar waar de natuur, de stad, kunst en mensen met elkaar samenkomen.

In de vorige paragraaf is gesteld dat Roosegaarde‘s kunst een representatie is van het dichter naar elkaar toekomen van verschillende domeinen. Daarnaast is SR ook een representatie van dat schoonheid in de 21ste eeuw niet alleen gekoppeld is aan kunst, maar

ook aan technologische uitvindingen en wetenschap. In de 21ste eeuw krijgt schoonheid een

nieuwe betekenis en kan het begrip ook aan bod komen in uitspraken over innovatieve technologieën.

Al met al geeft het project Smart Highway inzicht in welke vormen van schoonheid in 21ste-eeuwse kunst kunnen bestaan en wat deze schoonheid kan bijdragen aan het

verrijken van de ervaring van onze stedelijke en natuurlijke omgeving en aan ons verantwoordelijkheidsgevoel. Ik denk dat de nieuwe betekenis van schoonheid, nadat het thema in de kunst van de 20ste eeuw werd verbannen, ecologische schoonheid is. Schoonheid

die onlosmakelijk verbonden is met duurzaamheid en met verantwoordelijkheid dragen voor onze omgeving.

46 DE UNITAIRE ERVARING VAN STUDIO ROOSEGAARDE

In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de interactieve projecten van SR. Er is onderzocht in hoeverre de projecten in lijn liggen met hedendaagse denkbeelden over natuur, kunst en technologie. Wat opmerkelijk is aan de theorieën die aan de orde zijn gekomen is dat ze, ondanks dat ze gaan over verschillende thema’s, verwantschap hebben. Bovendien bevestigen en hebben de theorieën geholpen met het definiëren van de in de inleiding genoemde tendens die Roosegaarde waarneemt in onze huidige maatschappij, namelijk de verschuiving van een focus op het object naar een focus op de collectieve ervaring. Ook is duidelijk geworden dat SR’s werk de hedendaagse denkbeelden praktiseert en met elkaar verenigt. Het meest indrukwekkende aan de uitkomsten van mijn onderzoek is dat Studio Roosegaarde zelfs een vooruitstrevende positie aanneemt in verhouding tot de theoretici en Daan Roosegaarde hierdoor gezien kan worden als een echte visionair.

De beschouwing van zijn projecten heeft mij het inzicht gegeven dat het versterken van de verhouding tussen de mens en de wereld Roosegaarde’s belangrijkste streven is. En deze verhouding zit hem in hoe wij in verbinding staan met natuur, met technologie en met elkaar. Om te beginnen wil Roosegaarde aantonen dat we in nauwe aaneensluiting staan met de natuur en dat we ons profijt moeten halen uit de natuur. Zo moeten we volgens

Roosegaarde opnieuw ontdekken hoe we van de basisprincipes van de natuur kunnen leren, de natuur is namelijk een goed model dat ons kan inspireren bij het zoeken naar oplossingen. Dit omdat de natuur een ingenieus systeem is dat oplossingen voorstelt. Door in zijn kunst natuurlijke elementen zoals water en licht te incorporeren geeft hij een voorproefje van hoe we dat zouden kunnen doen. Dat Roosegaarde zijn toeschouwers in zowel Dune 4.2, Smart

Highway als Intimacy een actieve positie toekent, zorgt ervoor dat wij gaan inzien dat wij

onderdeel uitmaken van onze omgeving, en dat ons handelen bijdraagt aan de betekenis van die omgeving. Roosegaarde wil hiermee een unitaire ervaring creëren van de mens en de natuur. Dat de mens onderdeel is van de natuur en verbonden met de aarde is een theorie die wordt onderschreven door Morton en Berleant. En ondanks dat Roosegaarde de dichotomie tussen de natuur en kunst niet volledig overkomt omdat hij de authenticiteit van de natuur benadrukt, toont hij hoe Berleant’s en Morton’s ideeën daadwerkelijk tastbaar en toepasbaar kunnen worden.

Wanneer we spreken over de toepasbaarheid van de ideeën van Berleant en Morton komen we uit bij de betekenis van het gebruik van technologie in de projecten van SR. Zo kan Roosegaarde met behulp van nieuwe technologieën zijn ideeën in de praktijk tot

uitvoering brengen en tevens een kritische reflectie op de technologie verwezenlijken. Hij is hierin vooruitstrevend omdat hij de innovatieve technologieën zelf ontwikkelt. Roosegaarde laat, voornamelijk met Smart Highway, zien dat nieuwe technologieën, die niet besloten zitten in het beeldscherm, maar geplaatst worden in onze natuurlijke en stedelijke

47 omgeving, onze beleving kunnen veranderen en zelfs verrijken. Met Intimacy gaat hij daar nog een stap verder in en geeft weer dat technologie ons zowaar in nauwer contact kan brengen met anderen, dat het de toeschouwer opnieuw in staat kan stellen om intieme relaties aan te gaan met anderen en dat het ons in staat kan stellen onszelf bloot te geven. Roosegaarde representeert het idee dat we de technologie niet moeten wensen te verbannen uit onze levens, maar dat we er gewoonweg anders mee om moeten gaan, daar de toepassing ervan drastisch dienen te veranderen. In dit opzicht is Intimacy een voorbeeld van hoe Haraway’s idee van het voordeel halen uit de technologie in de praktijk kan worden gebracht. Met dit inzicht heb ik tevens willen aantonen dat de ideeën van Morton en Haraway niet zover uit elkaar liggen.

Ondanks dat Haraway spreekt over de fusie tussen de mens en technologie en Morton over de verhouding tussen de mens en de natuur merk ik eenzelfde soort benadering op, namelijk dat zij beide beogen dat de mens op harmonieuze wijze kan bestaan met deze, in de taal van Morton, niet-menselijke entiteiten. Zij willen beide de mens gelijkstellen aan hun omgeving, en dus niet een superieure of een inferieure positie toekennen aan de mens. Deze opvatting kan wederom in verband gebracht worden met het gedachtegoed van

Roosegaarde, die ook streeft naar het bevorderen van de harmonie tussen de mens, de natuur en technologie.

Daarnaast zorgt Roosegaarde door zijn toepassing van technologie ook voor tastbaarheid van technologie zelf. Dat tastbare aspect bereikt Roosegaarde door met interactie, waarbij ook andere zintuigen worden aangesproken naast horen en zien, ons fysieke lichaam terug te brengen in de ervaring van zijn projecten. Bij Intimacy is dit het meest nadrukkelijk omdat de nieuwe technologie op het lichaam wordt gedragen en reageert op aanraking, maar hiervan is ook sprake bij Dune 4.2, omdat de installatie reageert op beweging en geluid van de toeschouwers. Roosegaarde bekrachtigt de tastbaarheid van technologie door zijn werken te plaatsen in de openbare ruimte, hiermee situeert hij technologie in een sociale omgeving. Door technologie dus uit het beeldscherm te halen en terug te halen naar een sociale en fysieke sfeer wordt voor zijn publiek voelbaar wat de andere toepassing van technologie kan betekenen. En kan het publiek daadwerkelijk ervaren dat met deze nieuwe toepassing het contact tussen mensen onderling, maar ook tussen de mens en de natuur en de mens en de stad kan worden versterkt. Roosegaarde maakt de technologie onderdeel van de unitaire ervaring van de mens en de natuur.

Een andere dimensie in Roosegaarde’s werk is dat hij met zijn nieuwe toepassing van technologie duurzaamheid weet te bereiken. Duurzaamheid betekent voor hem dat we met behulp van nieuwe technologieën samenwerken met de natuur en niet tegen, zo zorgt in

Smart Highway het zonlicht van overdag ervoor dat de speciaal ontwikkelde verf ‘s nachts

licht kan produceren. Roosegaarde speelt in op de urgentie en de actuele rol van duurzaamheid. De actualiteit van duurzaamheid wordt tevens bevestigd door de

48 hedendaagse theorieën. Zo zijn we volgens Morton door de ecologische crisis van deze tijd zelfs opnieuw gaan nadenken over de betekenis van natuur. En Mulder relateert zijn betekenis van schoonheid in de 21ste eeuw aan duurzaamheid, volgens Mulder zijn deze

begrippen in de 21ste eeuw namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Een ander uitgesproken idee van Roosegaarde is dat we om duurzaamheid te

bereiken de huidige maatschappelijke omstandigheden moeten erkennen. De installatie Smog is hier het beste voorbeeld van waarmee hij ervoor uitkomt dat er grote milieuproblemen heersen en dat we daarvoor oplossingen moeten gaan bedenken. Dat Roosegaarde zichzelf positioneert in die problemen zorgt voor een verdieping van de samenhang tussen Morton en Haraway. Zij pleiten beide voor het idee dat we onszelf dienen te confronteren met de uitputting van de aarde (Morton) en met het effect van technologie op onze levens

(Haraway), omdat er juist vanuit die confrontatie een nieuw begrip kan ontstaan van onszelf in verhouding tot de wereld.

Ik ben ook tot het inzicht gekomen dat de ervaring van de toeschouwers, de

toepassing van Roosegaarde’s kunst, velen malen belangrijker is dan het kunstobject zelf. Zo is Roosegaarde ervan overtuigd dat hij door een fysieke ervaring ook een intellectuele verandering teweeg kan brengen. Hij wil niet de focus leggen op zijn artisticiteit, maar door middel van zijn werk voornamelijk aanzet geven tot anders denken. Roosegaarde’s creatieve proces stopt dus niet bij het kunstobject, maar heeft alles te maken met wat het werk teweeg brengt, hoe zijn publiek ermee aan de slag gaat. Zijn eigen projecten zijn dus een

afspiegeling van de maatschappelijke tendens,van object naar ervaring, die hij aanhaalde in

Zomergasten en hij heeft met zijn eigen projecten dus antwoord gegeven op de vraag van

Wilfred, dat die tendens inderdaad een methode wordt voor artistieke expressie.

Vanuit dit idee over Roosegaarde’s kunst ben ik gaan kijken naar de theorieën over kunst, natuur en technologie, en dezelfde verschuiving was ook hierin waarneembaar. Berleant is hier erg nadrukkelijk in en stelt met zijn ‘aesthetics of engagement’ dat een esthetische ervaring tot stand komt door de actieve bijdrage van de ontvanger. Hiermee kan de brug geslagen worden naar Popper, die meent dat door technologie de aard van kunst is verandert en de virtuele kunstenaar zich meer is gaan richten op de gevoelens en

handelingen van het publiek. In Mulder ’s betekenis van ‘schoonheid’ in de kunst van de 21ste

eeuw in vergelijking tot de eeuwen daarvoor herken ik eveneens deze ontwikkeling.

Schoonheid ligt niet meer besloten in het object zelf, maar komt tot stand doordat object en subject met elkaar interageren, en schoonheid is de uitkomst van juist die wisselwerking. Net zoals bij Popper’s virtuele kunststroming ligt ook in Agency Art van Mulder de nadruk op wat voor gedrag het kunstobject oproept bij de toeschouwers; op de toepassing ervan. De kunst van Roosegaarde loopt nagenoeg synchroon met de hedendaagse ideeën over de rol van de toeschouwer, de relatie tussen kunst en technologie en de betekenis van schoonheid in de 21ste eeuw.

49 Een andere dimensie die Roosegaarde geeft aan duurzaamheid is het verbinden ervan aan schoonheid. Roosegaarde gebruikt schoonheid namelijk als middel om duurzaamheid te bereiken, hij praktiseert Mulder’s idee dat we alleen dat wat we mooi vinden bereid zijn te koesteren. Naast Roosegaarde’s functionele waarde van schoonheid, geeft hij tevens een nieuwe betekenis aan schoonheid in de 21ste eeuw. Zo representeert hij, voornamelijk met Smart Highway, dat hij vooruitstrevend is in hoe hij zich eigenschappen van de kunstenaar,