• No results found

4. Onderzoekplicht: blijven oriënteren op risico’s en gevaren op de werkvloer.

1.1 Veiligheidsmaatregelen treffen

Uit een reeks documenten blijkt dat er op veiligheidsgebied veel

tekortkomingen bestonden. Dit gold voor het werken met CARC waarbij in Vriezenveen in 1989 (doc 14) door de Arbodienst werd

geconstateerd: recirculatie; geen aparte verfmeng-/opslag ruimte; niet- spuiters lopen naast de beschermde spuiters rond. Bij metingen (1990) naar CARC (en thinner) blijkt de concentratie van het monomeer

(hexamethyleendiisocyanaat) op ca 50% van de MAC-waarde te liggen. Dringende adviezen zijn gegeven om werkzaamheden te verplaatsen naar de spuitcabine, recirculatie te stoppen en het ventilatievoud te verhogen.

Ook bij het werken met chroom-6 bestond er geen consequente scheiding van werkzaamheden: tijdens het slijpen en schuren aan voertuigen komt strontiumchromaathoudend stof vrij. In principe worden alle risicovolle activiteiten uitgevoerd in de Preservationruimte. Het geheel stralen van de voertuigen wordt uitgevoerd in de

straalcabine. In de Preservationwerkplaats werd een voorziening voor de centrale stofafzuiging aangebracht. Ter verklaring wordt gesteld:

‘Moderne bedrijfsvoering, flexibele inzet van personeel en verbetering van efficiëntie in combinatie met dat er moet worden gewerkt op basis van projecten die binnen een vooraf vastgestelde planning moeten worden gerealiseerd, hebben ertoe geleid dat

preserveringswerkzaamheden niet alleen en uitsluitend plaatsvinden in de Preservationwerkplaats, maar ook incidenteel moeten worden uitgevoerd in bijvoorbeeld de afdelingen Wheels of Tracks. Ook in de laswerkplaats worden er op incidentele basis slijpwerkzaamheden uitgevoerd. Ook de verhouding tussen de wiel- en trackvoertuigen kan sterk wijzigen. Dit betekent in de praktijk dat Track-werkplaatsen moeten worden ingezet voor het onderhoud aan wielvoertuigen.’ Naar aanleiding van deze bevindingen zijn diverse maatregelen

getroffen (2000) ook in verband met de voorgenomen verlaging van de MAC-waarde:

• Alle straal-, schuur- en slijpwerkzaamheden vinden indien enigszins mogelijk alleen plaats in de straalcabine;

• Levering van speciale industriële stofzuigers voorzien van absoluut-filters. Aanschaf van gereedschap met bronafzuiging; • Plaatsing van professionele straalinstallatie. Niet geheel stofdicht

uitgevoerd. Zou technisch vrijwel niet mogelijk zijn;

• Werkplaatsen op sites Brunssum en Eygelshoven zijn door een speciaal schoonmaakbedrijf industrieel gereinigd. Dit zal in toekomst periodiek worden uitgevoerd;

• In Dongen is een speciale werkplaats ingericht, voorzien van een sterke ventilatie, extra verlichting, een transparante wand voor afscheiding van de rest van de werkplaats. Deze voorziening inclusief een verfaanmaakruimte is door LAS/IROM bij NATO aangevraagd voor Brunssum en Vriezenveen. Is formeel

goedgekeurd door NATO. DGW&T heeft van LAS/IROM-opdracht gekregen een voorlopig ontwerp te maken. Realisering zou waarschijnlijk in kalenderjaar 2001 zijn (een bedrag door NATO beschikbaar gesteld van Hfl 500.000,-);

• Op locatie Vriezenveen wordt nu een luchtdouche gemaakt. Na toetsing ook plaatsing op andere sites.

‘Het geheel voorkómen dat tijdens het onderhoudsproces aan de

voertuigen strontiumchromaathoudende stof vrijkomt, is op basis van de huidige techniek waarschijnlijk onrealistisch en niet haalbaar.’

De maatregelen bleken onvoldoende. In 2001 gaven de uitgevoerde metingen naar strontiumchromaatstof een ongunstig beeld, zodanig dat er acuut maatregelen zijn genomen en aanpassingen zijn doorgevoerd. Bij RI&E Eygelshoven ontbraken gevaaretiketten en

productveiligheidsbladen. Er kan niet worden gekozen uit de

verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen. Periodieke medische keuringen en de uitslagen van deze keuringen ontbraken.

Functie Preserveerder: deze verricht ‘ontmantelingswerkzaamheden’

ten behoeve van het reinigings- en preserveringsproces van diverse typen rups- en wielvoertuigen, trailers en geniematerieel. Hij reinigt voertuigen en componenten met stoomcleaner, hogedrukreiniger en/of vacuümcleaner en monteert het materieel nadat het is gepreserveerd en/of gespoten. Daarnaast verricht hij klein onderhoud aan de diverse typen voertuigen, zoals doorsmeren, verwisselen c.q. reinigen van olie- en/of luchtfilters, het verwijderen van roest en gecorrodeerde

oppervlaktes door middel van krabben en schuren, alsmede handmatige plamuur-, schilder-, sjabloneer- en letterzetwerkzaamheden. Tot slot maakt hij het materieel en de daarbij behorende componenten opslag- gereed (verpakken, invetten, in olie en afsealen), trekt hij benzine- en dieseltanks van rups- en wielvoertuigen leeg en demonteert hij accu’s, alvorens de voertuigen weer kunnen worden opgeslagen.

Functie Painter: deze verricht reinigings-, schilder-, spuit- en

straalwerkzaamheden aan rups- en wielvoertuigen, trailers,

geniematerieel, non-mechanische artikelen en componenten. Dit omvat tevens voorbehandelingswerkzaamheden als reinigen, ontroesten, stralen, plamuren, gronden, alsmede het mengen en het bepalen van de viscositeit van de te gebruiken verfsoorten.

In 2005 werd door RPS-Analyse een visuele inspectie naar chromaatstof uitgevoerd in gebouw C28 van POMS-Brunssum. In dit gebouw, beter bekend als Preservation, zijn onder meer twee straalcabines en een spuitcabine ondergebracht. In deze ruimtes zijn, gedurende meerdere jaren, onder meer chromaathoudende verven gestraald en gespoten. De firma P. Clean heeft opdracht gekregen deze ruimtes te reinigen. De opdracht bestond uit het verwijderen van al het losse stof. Een belangrijke beperking bij de werkzaamheden is het gegeven dat de rubberen wandbekleding in de beide straalcabines niet verwijderd mag worden. De visuele inspectie, ter controle van de werkzaamheden, werd uitgevoerd. Resultaten van de luchtmetingen: in de omgevingslucht werden geen detecteerbare concentraties chroom VI geanalyseerd. De gevonden resultaten bevinden zich ruim beneden de bedrijfsnorm.

Op basis van Aanvullende Analyse (AA) Medewerkers:

Medewerkers melden dat hun kleren stonken door de dieseluitlaat en de CARC die een snoepjesgeur verspreidde; toegang tot de kantine was daardoor alleen mogelijk zonder overall. De afdeling Preservation werd soms als strafkamp ervaren. Schoonmaken gebeurde soms met

perslucht, waardoor slijp- en schuurstof in de lucht werden verspreid en konden worden ingeademd. Eten en drinken op de werkplek werd gefaciliteerd.

‘Ik ben vaak genoeg thuisgekomen dat mijn vrouw zegt ‘ga eerst je kleren uitdoen en trek schone aan’, want je stonk. Als je ‘multi launch rocket systems’ startte, stond de hele loods blauw, en dat rook je. Daar werd ook over gezegd, over die diesel, die dampen: jongens niet zo aanstellen, we hebben werk, werk.’

‘Preservation heeft altijd het meeste moeten overwerken. Constant hebben wij overgewerkt in al die jaren, maar niemand van die andere shops wou ooit bij Preservation komen werken. En als je me nu kan komen vertellen waarom ze niet bij ons wilden komen werken, dan weet u ongeveer hoe laat het is. ‘We gaan niet in die vieze, vuile rotzooi werken.’ Niemand wou dat, ja, we kregen af en toe strafkandidaten. Er waren twee mensen die bij de bewaking weg moesten. Drop ze maar bij Preservation, Maar af en toe waren we wel een strafkamp. ‘Eruit of bij Preservation werken!’’

‘Wij zaten het verst van de kantine af. Als we naar de kantine moesten voor de koffiepauze, dat haalden we niet. ‘s Middags was daar een halfuur tijd voor, dat ging wel. Maar voor ’s morgens en ’s middags in de koffiebreak had de leiding iets uitgevonden. “Wij komen met de

koffiekar naar jullie op de afdeling, dan hoeven jullie niet naar de kantine te gaan.” Maar dan zaten we in de afdeling, een meter of anderhalf van de spuitcabine en straalcabine af. Dat was ons hoekje waar we een boterham konden eten en koffie konden drinken en konden eten. We wisten niet beter.’

‘Ik kwam de loods niet uit: ’s morgens erin en ’s avonds eruit. In het begin aten we ook in de loods. Er was geen water hoor; we hadden een jerrycan.’

‘Die loodsen mochten onder geen beding open vanwege die humidity control. Er werd daar gespotpaint en geschuurd. We hadden geen mondkapje. We hadden niks. Alleen die dingen op je kop. Maar dat was hinderlijk. Nou heb je supertechnische gehoorbeschermers.’

‘Een voorbeeldje: toen wij een keer op de hoogte waren van het chroom-6 in straalgrit, toen wisten we ook dat de straler het elke keer meenam als hij uit zijn straalcabine kwam, naar het voorportaal van de werkplaats. Toen we die link hadden gemaakt: we hadden dus een luchtdouche nodig. Dat is een best gevecht geweest. Die aanvraag was moeilijker; we waren toen al een beetje bezig met het afbouwen van de organisatie, wisten ze dat er niet meer zoveel geld deze kant op ging komen. De luchtdouche is inderdaad een lang strijdpunt geweest.’