• No results found

Veiligheidshuis D

In document Aandacht voor het eigen spoor! (pagina 78-83)

In het oorspronkelijke onderzoeksdesign was Veiligheidshuis D opgenomen als het vierde te onderzoeken Veiligheidshuis. Het management van het Veiligheidshuis gaf echter aan te maken te hebben met diverse ontwikkelingen, zoals een pilot omtrent een nieuwe werkwijze

datum 25 oktober 2012

auteurs

Henk Hulsen, Robin Christiaan van Halderen,

Collin Hoogeveen, Bas Vogelvang pagina 79 van 124 in het casusoverleg huiselijk geweld (een methode ontleend aan SoS). Dat heeft ertoe geleid dat het Veiligheidshuis pas in het najaar van 2011 bezocht is en dat slechts een deel van de onderzoeksactiviteiten is uitgevoerd (zie tabel 7 in paragraaf 3.3.6). Dit betekent dat er geen intakegesprek heeft plaatsgevonden waarin speerpunten worden aangemerkt en dat die zodoende ook niet leidend waren voor het onderzoek. In plaats daarvan is een casusoverleg, waarin de nieuwe werkwijze werd toegepast, geobserveerd en die informatie is in een nagesprek aan de voorzitter en coördinator SHG teruggekoppeld. Dit heeft tot een aantal aandachtspunten geleid die in tabel 8 zijn opgenomen.

4.4.1 Ontwikkelingen

Door het XXX-project van het Openbaar Ministerie (OM) zijn de parketten XXX en XXX

grotendeels samengevoegd. Daarom zijn ook de AJB’s (Arrondissementale Justitiële Beraden) XXX en XXX samengegaan in 2011. Het spreidingsgebied voor Veiligheidshuis D is hierdoor groter geworden. Ook SHG is bezig met schaalvergroting en regionalisering van de

casusoverleggen huiselijk geweld (zie notitie: 'Meer veiligheid door meer effectiviteit'). De overleggen kenden per regio een eigen naam, frequentie van samenkomen, samenstelling van ketenpartners en uitvoeringswijze, maar kennen dezelfde doelstelling. De partners geven aan behoefte te hebben aan meer eenduidige regionale afspraken zodat informatie-

uitwisseling en onderlinge waarneming (organisaties voor maatschappelijk werk) voor elkaar makkelijker te realiseren is. Naast deze eenduidigheid wil men ook naar een snelle,

effectievere en meer systeemgerichte aanpak. De zogenaamde 'optimale aanpak' wordt ontworpen. Kernwoorden hierbij zijn snel, duurzaam, continuïteit, beschikbaarheid van informatie en effecten.

Op basis van de benaderingswijze SoS worden 'zes stappen naar veiligheid' beschreven. Opvallende punten hierin zijn: een model inclusief meting en evaluatie waardoor sprake is van een gesloten regelkring, universele beschreven rollen en indicatoren voor proces en inhoud. De gehele pilot bevat een deskundigheidsbevorderingstraject voor alle deelnemers. De manager van het Veiligheidshuis spreekt in lijn met het voorgaande: ‘Het Veiligheidshuis speelt actief in op ontwikkelingen in de externe omgeving en past de interne omgeving daarop aan. (…) Ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat het Veiligheidshuis toewerkt naar een nieuwe toekomstbestendige organisatiestructuur met een sturingsconcept, dat de

benodigde slagkracht en flexibiliteit garandeert. Daarnaast zullen we in de interne processen de transitie gaan maken van het werken met doelgroepen, naar een persoonsgebonden aanpak en een systeemgerichte aanpak.’

4.4.2 Planning en control

Het team, dat zorg draagt voor een beleidsmatige input in het Veiligheidshuis, heeft sinds 2011 een nieuwe voorzitter. Deze heeft bij aantreden de ambitie geformuleerd om in het jaar 2012 te komen tot een sterkere planning en control cyclus.

In 2011 heeft de stuurgroep parameters vastgesteld aan de hand van de outputcijfers van PIX. Dit zal in 2012 verder doorontwikkeld gaan worden naar prestatie-indicatoren en de meting van de effectiviteit. Voor dit laatste heeft Veiligheidshuis D in samenwerking met Veiligheidshuis E een projectgroep samengesteld, die medio 2012 voorstellen zal doen voor de effectiviteitsmeting. Door statistische analyses wordt een koppeling gemaakt tussen de gegevens van de veiligheidssituatie in de regio en de inzet in het Veiligheidshuis. Zo wil men werken aan het objectief kunnen vaststellen van de effectiviteit van de persoons- en

datum 25 oktober 2012

auteurs

Henk Hulsen, Robin Christiaan van Halderen,

Collin Hoogeveen, Bas Vogelvang pagina 80 van 124 4.4.3 Vorm van het casusoverleg

Sinds anderhalf jaar vindt het overleg dagelijks plaats. Voorafgaand aan het zorggerichte casusoverleg vindt het justitiële casusoverleg plaats in dezelfde ruimte. Politie, OM en reclassering zitten daarbij aan tafel. Zorgpartners zijn welkom als toeschouwer. Gemiddeld worden circa tien casussen per dag behandeld. De informatie die in het justitieel overleg wordt opgeslagen door de politiemedewerker (documentalist) wordt meteen doorgekoppeld naar het zorgoverleg als de bewuste casus wordt behandeld. De SoS-werkwijze is geheel verwerkt in de te vullen punten in PIX. Alle punten worden doorgenomen volgens het format in PIX en partners vullen aan waar dat nodig is. De voorzitter neemt verantwoordelijkheid door knopen door te hakken: ‘Maken we hier een zaak van? Ja, nee? Dan doen we het toch!’. Net als bij de overige Veiligheidshuizen zien we een actieve en prominente rol weggelegd voor de voorzitter. Qua sfeer en algemene werkwijze wijkt het casusoverleg niet af van de andere Veiligheidshuizen die bezocht zijn. SoS geeft echter een helder en door iedereen gekend en begrepen kader. Het is duidelijk waarneembaar dat men dezelfde taal spreekt. Bij twijfels vraagt men om verheldering, bijvoorbeeld ‘Zou kleurcode geel eigenlijk niet oranje moeten zijn?’.

De snelheid van werken maakt indruk. Notulen zijn dezelfde dag klaar en worden, inclusief de agenda voor de volgende dag, om ongeveer 13.00 uur verstuurd. De politie verwerkt voor 13.00 uur alle gegevens in PIX en die worden later op de dag door de deelnemers gelezen, bijgesteld en verder aangevuld. De coördinator Huiselijk Geweld van het SHG, geeft aan dat de aanpak veel vraagt van alle partners die meer verantwoordelijkheid hebben gekregen. Er worden door de moederorganisaties extra uren ingezet om de nieuwe aanpak te laten slagen. 4.4.4 Zicht op resultaten

Zoals eerder al is aangegeven kenmerkt de nieuwe werkwijze zich o.a. door meer aandacht voor monitoring, evaluatie en resultaatmeting van de inspanningen in het overleg. BMC (2012)30 komt in een eerste rapport tot de volgende belangrijkste conclusies: de aanpak is geüniformeerd en dit komt samenwerking en communicatie ten goede, per casus wordt een casuscoördinator aangesteld, er zijn managementrapportages mogelijk waardoor resultaten en effecten getoond kunnen worden, maar de aanpak vraagt meer tijd van alle betrokkenen. Uit de evaluatie komt ook naar voren dat een periode van twee weken te kort is om een veiligheidsplan te maken. Dit leidt tot het opnieuw agenderen van deze casussen en dat kost extra tijd. Ten tijde van het gesprek is het Advies- en Meldpunt Kinderbescherming (AMK) nog geen deelnemer aan het overleg en verloopt de communicatie via BJZ.

De coördinator merkt op: ‘Door enkele zorgpartners wordt aangegeven dat de objectieve blik van het OM soms gemist wordt bij de bespreking van een casus’. Opvallend is de uitspraak dat het casusoverleg niet bedoeld is om een casus te volgen, ‘dat doet PIX’. Hiermee wordt het volgende bedoeld: ‘In PIX worden rappeldata vastgelegd. PIX genereert automatisch de gegevens over die bewuste casus voor de agenda. Dit werkt erg ondersteunend om een casus te volgen’.

SHG werkt aan een nieuwe invulling van de eigen rol: meer coördineren en stroomlijnen, werk neerleggen bij de partners. ‘SHG moet onafhankelijk zijn en in dienst van de keten werken en denken’, spreekt de coördinator van het SHG.

Ook in dit Veiligheidshuis is privacy onderwerp van gesprek. De werkwijze gaat volgens de coördinator als volgt: ‘Ook in dit Veiligheidshuis is privacy onderwerp van gesprek. De

werkwijze gaat volgens de coördinator als volgt: "In het kader van veiligheid mag er veel mits

datum 25 oktober 2012

auteurs

Henk Hulsen, Robin Christiaan van Halderen,

Collin Hoogeveen, Bas Vogelvang pagina 81 van 124 beargumenteerd en gedocumenteerd. De discussies vinden soms plaats over wie wat moet doen. De uiteindelijke routing wordt vastgelegd".’

4.4.5 Samenvatting

De aanpak van huiselijk geweld zoals dat aan de orde is binnen Veiligheidshuis D wijkt af van de overige Veiligheidshuizen in de onderzoeksgroep. Een justitieel en zorggericht

casusoverleg huiselijk geweld vindt dagelijks plaats binnen het Veiligheidshuis. Een aan SoS ontleende werkwijze ligt ten grondslag aan de gang van zaken binnen het (zorggerichte) casusoverleg. Een cyclisch proces waarin uitdrukkelijk aandacht is voor de monitoring van casuïstiek en het meten van (tussen)resultaten is kenmerkend voor de werkwijze. Dat het zicht op effecten belangrijk is voor het Veiligheidshuis blijkt ook uit de projectgroep die gezamenlijk met Veiligheidshuis E is opgesteld om door middel van een statistische analyse de resultaten van het Veiligheidshuis (voor de verschillende thema’s die er worden

behandeld) in kaart te brengen.

De voornaamste aandachtsgebieden rondom de aanpak van huiselijk geweld door het Veiligheidshuis zijn: de tijd die de gehanteerde methode van de deelnemers vraagt en de snelheid waarmee een veiligheidsplan voor een casus kan worden opgesteld; het ontbreken van een vertegenwoordiger van het AMK binnen het casusoverleg, het voorkomen van de schending van de privacy van cliënten; en een verdere verbetering van de koppeling tussen straf en zorg.

datum 25 oktober 2012

auteurs

Henk Hulsen, Robin Christiaan van Halderen,

Collin Hoogeveen, Bas Vogelvang pagina 82 van 124

datum 25 oktober 2012

auteurs

Henk Hulsen, Robin Christiaan van Halderen,

Collin Hoogeveen, Bas Vogelvang pagina 83 van 124

5

Analyse en beschouwing

In het inleidende hoofdstuk is beschreven met welke opdracht dit onderzoek van start is gegaan en welke centrale vraag daarbij leidend was. De diverse onderzoeksactiviteiten hebben veel informatie opgeleverd en een ogenschijnlijk positief effect gehad op het verloop van de casusoverleggen huiselijk geweld in de onderzochte Noord-Brabantse

Veiligheidshuizen. In het voorgaande hoofdstuk zijn de bevindingen per Veiligheidshuis al bij elkaar gebracht. Een analyse op hoofdlijnen waarbij het begrip 'effectiviteit' centraal staat, wordt in dit hoofdstuk gegeven. Daarbij zal (in stijl met de onderzoeksopzet) vertrokken worden vanuit de beleving van de deelnemers: de speerpunten die zij zelf hebben ingebracht en die zij als problematisch ervaren voor het verloop van het casusoverleg.

In dit hoofdstuk worden de bevindingen uit hoofdstuk 4 samengebracht. Het hoofdstuk legt de basis voor de conclusies in hoofdstuk 6 en de discussie in hoofdstuk 7. In de voorgaande hoofdstukken is een zakelijke schrijfstijl gehanteerd, zoals dat verwacht mag worden in een onderzoeksrapport.

De structuur van het hoofdstuk is gebaseerd op de speerpunten die in de Veiligheidshuizen benoemd zijn. Achtereenvolgens komen de volgende thema’s aan bod: de doelstellingen van het casusoverleg en de definiëring van het begrip huiselijk geweld; de organisatie van het overleg; de agendering en selectiecriteria; de monitoring van casussen en zicht op resultaten; privacy; de voorbereiding door de deelnemers; de rollen van de deelnemers;

informatiemanagement; en tot slot de koppeling van straf- en zorgoverleg. De volgorde is ontleend aan tabel 8 in hoofdstuk 4.

5.1 Doelstelling van het casusoverleg / definiëring huiselijk geweld

In document Aandacht voor het eigen spoor! (pagina 78-83)