• No results found

Ontwikkelingen

In document Aandacht voor het eigen spoor! (pagina 48-50)

4.1 Veiligheidshuis A

4.1.1 Ontwikkelingen

Het casusoverleg was gedurende het onderzoek volop in ontwikkeling. Dit bemoeilijkte niet alleen het in beeld brengen van de gang van zaken binnen en rondom het overleg, maar had ook zijn invloed op de wijze waarop deelnemers en betrokkenen aandacht hebben besteed aan de genoemde speerpunten en de verbetering hiervan (c.q. de prioriteit die is gegeven aan het verbeterplan). Vooral de ontwikkelingen in de periode tussen de observatiefases (circa 7 maanden) lijken hierbij van belang te zijn. De manager van het Veiligheidshuis gaf voorafgaand aan het nagesprek in de tweede observatiefase een uitvoerige opsomming van deze ontwikkelingen. Zij droeg de punten onder meer aan als verklaring voor de onvolledige realisatie van het verbeterplan. De manager besprak de volgende ontwikkelingen:

• Een groot deel van de speerpunten in het verbeterplan zou worden uitgevoerd door een nieuw aan te stellen ‘casusregisseur’. Deze diende als onafhankelijke derde de verbinding tussen de afhandeling van justitiële casussen en zorgcasuïstiek te waarborgen en het casusoverleg voor te zitten. Ten tijde van de tweede observatiefase was er nog geen

datum 25 oktober 2012

auteurs

Henk Hulsen, Robin Christiaan van Halderen,

Collin Hoogeveen, Bas Vogelvang pagina 49 van 124 geschikte kandidaat gevonden voor de functie. De deelnemer van het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) had tijdelijk de voorzittersrol op zich genomen.

• Voordat het casusoverleg werd voorgezeten door de deelnemer van het SHG, werd de voorzittersrol ingevuld door een parketsecretaris van het OM. In de periode tussen de observatiefases heeft het OM zich voor een groot deel teruggetrokken uit het

casusoverleg. De capaciteitsbelasting die met het casusoverleg was gemoeid zou hieraan ten grondslag liggen. Het OM wenste enkel nog deel te nemen aan de bespreking van justitiële casuïstiek rondom huiselijk geweld. Bij de bespreking van casussen waarin voornamelijk een rol was weggelegd voor zorgpartners was zij in de tweede

observatiefase dan ook niet langer aanwezig.

• Het door alle deelnemers gezamenlijk bespreken van justitiële casuïstiek en casussen waarin voornamelijk zorg kan worden verleend, zoals dat in de eerste observatiefase aan de orde was, is beëindigd. Straf- en zorgzaken werden in de periode tussen de

observatiefases en in de tweede observatiefase gescheiden besproken. De structuur van de splitsing is echter nog in ontwikkeling. Werden in de tussenliggende periode eerst de strafzaken besproken, gevolgd door de zorgzaken, vanaf de tweede observatiefase werd dit omgedraaid om zorgpartners de gelegenheid te geven om vragen of verzoeken over de besproken zorgzaken voor te leggen aan politie (in de persoon van de filteraar), OM of reclassering. Deze laatste drie partijen sloten in de tweede observatiefase enkel aan voor de bespreking van nieuwe of lopende justitiële casuïstiek. De gewijzigde structuur is op initiatief van de manager van het Veiligheidshuis en de parketsecretaris van het OM geïntroduceerd, het kwam niet voort uit de kennis die was opgedaan met dit onderzoek. De filteraar van het casusoverleg gaf in reactie op deze paragraaf aan dat sinds 1 april 2012 (circa twee maanden na het afronden van de tweede observatiefase), het OM niet langer deelneemt aan het casusoverleg. Reclassering Nederland zal zich eveneens terugtrekken. Naar het zich laat aanzien zal de filteraar op basis van deze ontwikkelingen weer deelnemen aan het volledige casusoverleg. In de eerste observatiefase nam hij ook deel aan het volledige overleg. De filteraar is de mening toegedaan dat de betrokkenheid van de partners die de strafzaken beoordelen nu minimaal is.

• Naast de ontwikkelingen in het casusoverleg zijn er ook regionale ontwikkelingen gaande. Zo bestaat de mogelijkheid dat het Veiligheidshuis met drie andere

Veiligheidshuizen in de provincie Noord-Brabant onder een bestuur wordt gevoegd14. De samenvoeging kan – naast de besluitvorming op bestuurlijk niveau – gevolgen hebben voor de gang van zaken binnen het Veiligheidshuis. Het is niet onvoorstelbaar dat deze verandering leidt tot een meer uniforme werkwijze binnen de gebundelde

Veiligheidshuizen.

• Landelijke ontwikkelingen zijn eveneens aan de orde. Vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie (2011) is in samenspraak met vertegenwoordigers van de Veiligheidshuizen het ‘Programma Doorontwikkeling Veiligheidshuizen’ tot stand gebracht. Het programma richt zich onder andere op het wegnemen van knelpunten in beleid en regelgeving, het afstemmen van verschillende landelijke initiatieven, evenals het helpen ontwikkelen van kaders en instrumenten omtrent de uitwisseling en registratie van privacygevoelige informatie. De hoop van de manager van het Veiligheidshuis is dat het programma vooral een duidelijke richtlijn zal opleveren ten aanzien van het delen van vertrouwelijke informatie over cliënten binnen het casusoverleg (zie paragraaf 4.1.8).

datum 25 oktober 2012

auteurs

Henk Hulsen, Robin Christiaan van Halderen,

Collin Hoogeveen, Bas Vogelvang pagina 50 van 124 Naast deze ontwikkelingen kan aanvullend worden opgemerkt dat de invoering van het ‘Generiek Casusoverleg Ondersteunend Systeem’ (GCOS) een duidelijk effect heeft op het verloop van het casusoverleg. In de eerste observatiefase werkte men nog met het

programma ‘Personenindex’ (PIX), in de tussenliggende periode is GCOS geïntroduceerd. Men bevindt zich nog in de opstartfase en de omgang met het programma is nog niet voor

iedereen bekend, hetgeen van invloed is op de wijze van registreren en de uitwisseling van informatie. Vanuit OM wordt ten slotte nog aangegeven dat de ZSM-maatregel hoopvol genoemd wordt om de toestroom van casussen in het casusoverleg te verminderen. De hiervoor genoemde ontwikkelingen zouden ervoor hebben gezorgd dat het in de eerste observatiefase geformuleerde verbeterplan, slechts beperkt prioriteit had. In de volgende paragrafen zal er desalniettemin gekeken worden naar de speerpunten uit onder meer dit verbeterplan. Het zijn immers de punten die volgens de deelnemers en de manager van het Veiligheidshuis verband houden met de effectiviteit van het casusoverleg. Bij de beschrijving zal oog worden gehouden voor de bovenstaande ontwikkelingen en de bevindingen die zijn gedaan in de tweede observatiefase.

In document Aandacht voor het eigen spoor! (pagina 48-50)