• No results found

van de Usselmeerwatersport

In document uiden Sr v (pagina 77-80)

Tj. Huese

Dat predicaat gaf de gemeente zichzelf op haar eigen poststukken in 1979. Was dat terecht?

Laten we eens zien hoe de watersport zich in de laatste ruim 50 jaar aldaar ontwikkelde. Waarom juist die periode?

Wel, omdat daarin de groei plaatsvond en de schrijver daaraan 55 jaar actief deelnam. Tot in de jaren dertig was er wel de werf Schouten, die hoofdzakelijk bouwde voor de binnenvaart. Dekschuiten en sleepboten zag men regelmatig op de helling, maar ook reddingsboten. Onderhoudswerk aan jachten werd wel verricht en in de grote, vaak verlaten loodsen trof je een enkele opgelegde Lemmeraak aan onder een wat verteerd dekkleed. De werven van Dolman en de gebroeders Kok, broers van botterbou-wer Janus Kok in Huizen volgden.

De haven in de Vechtmond buiten de grote zeesluis gaf nog ligplaats aan enkele vissende botters en de toen nog veelal zeilende binnenvaart.

Tjalken met hoog opgetaste dekladingen turf sierden de kade voor de Herengracht. Ik zie nog hoe de turf over een lange hoge loopplank naar de wal gekruid werd. We kochten die daar voor ons scheepskacheltje. Grotere vloten komen alleen nog in herinne­ ring, wanneer je de gedenkplaat ziet op het oude schoolgebouwtje aan de Herengracht. Daarop wordt herinnerd aan het bezoek van koningin Wilhelmina en haar moeder koningin Emma ter gelegenheid van de ‘Revue der Visschersvloot’ op de verjaardag van de koningin op 31 augustus 1900. De watersport had zich overal in het land al sterk ontwikkeld: onder andere in Loos-drecht, de Kagerplassen, de Friese meren, in Noord-Holland en vanuit Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht. We vinden daar al actieve watersportverenigingen vanaf de oprichting van de Nederlandse Zeil- en

Roeivereniging in 1874, ‘De Maas’, ‘Sneek’, ‘De Zaanlandse’, ‘Het IJ’ en ‘De Dordrecht-se’. In het begin van deze eeuw volgden ‘De Kaag’, ‘Loosdrecht’, ‘De Nieuwe Meer’ en vele andere en thans kent het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond bijna 400 aangesloten verenigingen.

Het is opvallend dat Muiden nog niet meetelde, ondanks de unieke ligging. De verbinding met het achterland door de Vecht en de ligging aan de ‘hoge wal’ in de zuidwesthoek van de Zuiderzee maakten Muiden tot een ideale watersportlokatie. Wellicht weerhield die Zuiderzee, met eb en vloed tot 1932, nog velen ervan daar te gaan varen.

In 1932 bundelen de Koninklijke Neder­ landse Zeil- en Roeivereniging te Amster­ dam en de Watersport Vereniging Loos­ drecht hun belangen en wordt met de A.N.W.B. op 17januari 1933 de Jachthaven Stichting Muiden opgericht.

In dat jaar komen 22 ligplaatsen aan de voet van het Muiderslot tot stand. De medewer­ king van burgemeester Coops wordt voortreffelijk genoemd.

De haven wordt geopend door Z.K.H. Prins Hendrik na een schitterende bijeenkomst op het Muiderslot.

Natuurlijk bevinden grote pioniers van de Nederlandse watersport zich ook onder de oprichters. Namen ontmoet je van Ernst Crone, Daan Goedkoop Dzn, A.E. (Duuk) Dudok van Heel, Jan Loeff, Paul Moes; enkelen van de zovelen aan wie de Neder­ landse watersport veel te danken heeft. Men begon voorzichtig en was blij verrast toen al het eerste seizoen de helft van de 22 ligplaatsen a 50 cent per m2 verhuurd was. Voor het baggeren en de bouw van oever-voorzieningen en steigers was een bedrag van ƒ 5.150,- beschikbaar!

Schip in aanbouw op de werf van Schouten, vóór 1930.

i /t e r »

■ ■- x 3 k

het brandend houden van het ‘vuurtje’ op het westelijk havenhoofd. Hoe vaak was dat bij slecht weer niet uitgewaaid, waardoor de kop van de haven moeilijk te vinden was. Je kon van de havenmeester nauwelijks verlangen dat hij ’s nachts bij slecht weer de moeilijk begaanbare dam op zou gaan. Die havenmeester, sluis- en brugwachter was een martiale figuur, die met grote witte kruisnor en in donkerblauw uitgemonsterd, ons jongens ontzag inboezemde, wellicht ook door de jongensboeken die hij schreef. De Waterkampioen sprak in die tijd van Muiden, ‘het aardige Zuiderzeehaventje, goed bereikbaar met de Gooische tram elk half uur’ en prees het schone water en de schone lucht!

Hoewel gesproken werd van een Vechtmon-dingdiepte van 2.50 m moest je maar even buiten de geul donders goed uitkijken om

met een 1.50 m diepgang niet aan de grond te lopen. Als dat gebeurde kon je rekenen op de hulp van visserman Sterke Hein (Smol­ ders). Hij kwam roeiend naar je toe en bracht je anker ver uit, zodat je je met de lier los kon trekken. Hij verdiende zo een extraatje naast zijn toen zeker karig vissers-besomminkje.

In 1953 kwam de jachthaven van de Konink­ lijke Nederlandse Zeil- en Roeivereniging tegenover het Muiderslot tot stand. Komend uit Amsterdam liet de ‘Koninklijke’ ook door de bouw van een prachtig clubgebouw haar anker in Muiden vallen. Dat werd het begin van de sterke groei van de watersport -activiteiten in en vanuit Muiden. Het aantal ligplaatsen neemt langzaam toe, ook bij de Jachthaven Stichting en bij de werfbedrijven. Met de jachthaven van Van Deurssen binnen de sluis biedt Muiden thans 250

ligplaatsen. Daarnaast worden enkele vaste ligplaatsen en meerdere passantenplaatsen geboden aan de kade buiten de grote zeesluis voor de sterk groeiende vloot van zogenaamde bruine schepen. Ook sieren deze de Vechtoever binnen de sluis en bezuiden de Rijksweg-brug.

Muiden is vanouds een belangrijk steunpunt voor die vloot van veelal charterschepen. De gemeentelijke overheid stelde zich lang terughoudend op, wellicht wat bevreesd voor een te grote toeloop van schepen en bemanningen en de druk op de oude binnenstad. Overleg met onder andere de Schippersvereniging Muiden en de Stichting Zeilvloot Muiden hebben geleid tot goede kadevoorzieningen en ligplaatsvoorschrif­ ten, die thans de vrije vaart naaren vanuit de sluis zeker stellen.

Die grote zeesluis is een thermometer voor de watersport- en recreatie-ontwikkeling in en rond Muiden.

Met meer dan 30.000 sluispassages door het in 1975 prachtig gerestaureerde sluizen-complex staat Muiden hoog op de lijst van geliefde watersportcentra. En dat niet alleen door de doorvaart; nee, vooral ook door de vele belangrijke watersportevenementen. De ‘Koninklijke’, de ere-voorzittende vereniging van het Watersportverbond, organiseert belangrijke nationale en inter­ nationale zeilwedstrijden. De Flevorace en de Markervuurrace, speciaal voor ronde en platbodem schepen, en evenementen voor een of meer wedstrijdklassen brengen grote aantallen watersporters met hun prachtige schepen uit binnen- en buitenland naar de Vechtmond.

Ook de bruine vloot kent zijn hoogtijdagen, zoals de Muider hardzeildagen in het najaar. Honderden tjalken, klippers, bolpramen, botters en wat er nog meer aan oude schepen gerestaureerd is, komen naar Muiden en meren met grote inschikkelijkheid af. De Muider Schipperbitter verwarmt na de soms koude wedstrijddag en smeert de kelen voor het meezingen met het Schippers­ orkest.

En zo trekt Muiden veel activiteiten aan rond de watersport en het schipperen. De werfbedrijven verrichten geen nieuw­

bouw meer, maar groeiden uit tot belang­ rijke scheepsmakelaardijen, waaronder winterberging en onderhoud plaatsvindt. Charterbedrijven, een zeilmakerij, boten­ beurzen en tagrijnen ontwikkelen zich naast gezellige schipperskroegen, bruine café's en restaurants in alle prijsklassen.

Muiden was en is steeds de thuishaven voor prachtige schepen van de Nederlandse jachtvloot, zoals de 17 meter lange yawl Tromp II of de in 1914 bij Kok in Muiden

gebouwde botter 'Houtrib'. De Zeeuwse poon ‘Ouderhoek’ uit 1914 en de Lemmer-aak ‘Halley’ uit 1919 vinden er ook nu nog een ligplaats.

Het koninklijk jacht ‘Piet Hein’ lag er tot dc oplegging. De ‘Groene Draeck’, de Lemmeraak van Koningin Beatrix heeft in Muiden de thuishaven.

Met 250 ligplaatsen is Muiden zeker niet de grootste haven van de watersport. Monnic-kendam. Hoorn. Almere, Huizen en Naarden bijvoorbeeld hebben belangrijk grotere havenaccommodaties.

Maar na alles wat hiervoor over Muiden is gezegd mag het zich aanmatigen 'het centrum van de IJsselmeerwatersport’ genoemd te willen worden zonder aan de vele prachtige andere havens rond onze oude Zuiderzee iets te kort te doen.

In document uiden Sr v (pagina 77-80)