• No results found

Van belemmeringen naar handelingsopties voor gebiedsontwikkeling

Uit de praktijkprojecten komt naar voren dat het combineren van functies meerwaarde heeft, maar dat het ook ingewikkeld is. Het vraagt namelijk om samenwerking tussen partijen die niet gewend zijn samen te werken, elkaars taal niet spreken, werken volgens andere procedures, andere doelen nastreven en soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Deze partijen moeten zoeken naar een gedeelde visie met erkenning van elkaars belangen. Dit kost tijd en moeite en is ook niet altijd haalbaar.

Terwijl het bij de dubbele dijkversterking in de Eems-Dollard wel lukte om verschillende belangen rondom waterveiligheid, landbouw en economische ontwikkeling te

verenigen, slaagden de partijen bij een ander Deltaprogramma-project daar niet in. Bij de Waal bij Varik-Heesselt waren er plannen voor een hoogwatergeul die de waterveiligheid in een groot gebied vergroot. De mogelijkheden van verschillende functiecombinaties zijn uiteindelijk echter niet verkend, omdat de streek vraagtekens ging zetten bij de noodzaak van de geul. Een eerste bureaustudie toonde overigens al aan dat functiecombinaties lastig zijn. Zo is waterveiligheid een veel voorkomende combinatie met natuurontwikkeling en recreatie , maar in dit gebied ligt geen provinciale natuuropgave en er zijn al voldoende recreatiemogelijkheden in de omgeving. Ook zou het aankopen van grond hier duur zijn, omdat de nu aanwezige fruitteelt zorgt voor hoge grondprijzen.

Een ander probleem waar de betrokken partijen tegenaan lopen zijn de standaard- procedures; die roepen niet op tot een integrale aanpak met natuurlijk kapitaal. Bij gebiedsontwikkeling stimuleren bijvoorbeeld de Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), Milieueffectrapportage (MER) en Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) betrokken partijen niet om ook alternatieven met natuurlijk kapitaal mee te nemen. Ook bij stedelijke vernieuwing is groen vaak een onder geschoven kindje. De TEEB-stadtool kan natuur een plek geven bij stedelijke projecten, maar het is aan de partijen zelf of ze dat instrument gebruiken.

Een andere belemmering is dat het de partijen nog aan kennis ontbeert, doordat het vaak om innovatieve projecten en nieuwe functiecombinaties gaat. Waar moet een dubbele dijk bij Eems-Dollard aan voldoen om te voldoen aan de waterveiligheids- normen? Hoe betrouwbaar is natuurlijke plaagbestrijding en welke werkwijze moeten boeren zich eigen maken wil het een betrouwbaar alternatief worden voor chemische gewasbescherming?

Daarnaast ontbreekt kennis over de hoogte en verdeling van de kosten en baten van functiecombinaties. Bij de dubbele dijk in de Eems-Dollard was een inschatting van de extra maatschappelijke baten voor de verschillende betrokken spelers belangrijk om de meerkosten te legitimeren, maar de standaardprocedures kijken vooral naar de kosten en stimuleren de betrokkenen niet om een inschatting van deze extra baten mee te nemen in hun keuzes. Bij Brabant Water ontbrak een mechanisme om de ongelijke verdeling van de kosten en baten tussen boeren, Brabant Water en waterschappen aan te pakken, waardoor het moeilijk was de behaalde resultaten te bestendigen.

Praktijkprojecten die succesvol zijn in het combineren van verschillende functies met natuurlijk kapitaal blijken aan drie voorwaarden te voldoen: 1) functiecombinaties komen op tijd op de agenda, 2) functiecombinaties hebben een plek in het besluitvormingsproces en 3) ze zijn ook aantrekkelijker alternatieven dan de conventionele keuzes.

Om functiecombinaties een plek te geven in gebiedsprocessen is het van belang om de potenties van natuurlijk kapitaal in te brengen bij de aanjagers van de gebieds- processen. Dit zijn vaak nationale of decentrale overheden die werken aan waterveiligheid, waterkwaliteit, klimaatadaptatie, vergroening van de landbouw, voedsel of duurzame stedelijke ontwikkeling. Soms gaat het om eenmalige, grote investeringen op een beperkt aantal plekken, zoals bij het Deltaprogramma of bij stedelijke ontwikkelingen. Soms om kleinere, geleidelijke veranderingen in veel grotere gebieden, zoals bij vergroening van de landbouw in Salland en de Veenkoloniën. De betrokken partijen bij de praktijkprojecten hebben steeds gefocust op de meer- voudige baten van natuurlijk kapitaal. Dit geeft een ingang om elkaars belangen te leren kennen en begrijpen en functiecombinaties een plek op de agenda te geven. Er is niet één recept dat voorschrijft hoe zo’n proces vorm moet krijgen en wie wel of niet moeten aanhaken.

Natuurlijk kapitaal kan ook een vastere plek krijgen in het besluitvormingsproces als functiecombinaties met natuurlijk kapitaal worden meegenomen in een aantal veel gebruikte methoden en procedures. Voorbeelden hiervan zijn de MKBA-werkwijzer natuur, het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) en de Milieueffectrapportage (MER).

33

Bevindingen |

Ten slotte kan de overheid functiecombinaties aantrekkelijker maken. De hogere maatschappelijke baten van functiecombinaties met natuurlijk kapitaal legitimeren de overheid functiecombinaties mee te financieren. Dit kan betekenen dat de natuursector de extra kosten van een waterproject met een natuurcombinatie betaalt, of dat een waterschap meebetaalt aan een natuurproject dat ook waterbuffering mogelijk maakt.

Conclusie

Het concept ‘natuurlijk kapitaal’ is relatief nieuw. Uit onze verkenning blijkt dat overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties nog zoekende zijn naar wat het voor hen kan betekenen en hoe ze het in de praktijk kunnen implementeren. Hoe zij ‘natuurlijk kapitaal’ gebruiken is zo divers en in ontwikkeling dat er nog geen standaardrecept uit valt te destilleren voor een succesvolle aanpak. De kansen voor het duurzaam benutten van natuurlijk kapitaal hangen vooral af van de fase van besluitvorming, de besluitvormingsprocedures en de context.