• No results found

Herkennen, waarderen en verzilveren van functiecombinaties in agro-ecosystemen in het GLB-project

In document Natuurlijk kapitaal: naar waarde geschat (pagina 119-122)

In de GLB-praktijkprojecten Salland en Veenkoloniën is onderzocht of het natuurlijk kapitaal conceptideeën geeft voor een verdere vergroening van het GLB. Het vertrekpunt van de analyse is het agro-ecosysteem (zie figuur 6.2). Dat is primair ingericht op de ecosysteemdienst ‘productie van voedsel en biomassa’. Het linker blok in de figuur staat voor de producten en activiteiten (oogsten, bemesten) die kenmerkend zijn voor landbouwproductie. Het agro- ecosysteem levert naast voedsel een scala aan regulerende en culturele ecosysteemdiensten. Vanuit verschillende niveaus – lokaal, regionaal, nationaal en vanuit de Europese Unie – is vraag naar deze diensten, zowel vanuit de markt als de maatschappij. Boeren krijgen al bijna sinds de start van de EU subsidies in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Doel was betaalbare voedselvoorziening, met een redelijk inkomen voor boeren. Dat verschuift langzamerhand naar vergroening van het landbouwsysteem, waar boeren vergoed worden voor het leveren van publieke diensten. Agrarisch natuurbeheer is daar een langer lopend voorbeeld van, ecological focus area’s in de akkerbouw een recente. Het natuurlijk kapitaal-concept kan helpen om de vergroening verder handen en voeten te geven. De drie stappen van het natuurlijk

ZES

afhankelijkheid van het natuurlijk kapitaal belang heeft bij de activiteiten in een gebied. Zo kampt drinkwaterbedrijf Brabant Water met een verminderde grondwaterkwaliteit door te hoge uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw. Brabant Water kan bij de drinkwaterproductie het opgepompte grondwater extra zuiveren, maar als alternatief probeert het samen met de boeren, provincie, waterschap en natuur- organisaties het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te reduceren. Deze omslag van preventieve naar curatieve gewasbescherming verbetert bodemprocessen en de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Daarnaast leidt deze omslag ook tot verbetering van de biodiversiteit in aangrenzende natuurgebieden terwijl het in de afgelopen jaren niet heeft geleid tot een verlies aan landbouwproductie (Van Lienen en Schuerhoff 2015).

Uit bovenstaande voorbeelden volgt dat deze manier van werken kan leiden tot meerwaarde voor meer partijen, oplossingen voor meerdere maatschappelijke opgaves en ook tot meer draagvlak voor het behoud van natuurlijk kapitaal. Het leidt er echter wel toe dat het aantal betrokken partijen in de gebiedsprocessen toeneemt met als gevolg dat besluitvorming door verbreding van de oplossingsruimte ingewikkelder wordt dan wanneer een sectorale aanpak wordt gekozen.

Tot slot is het goed een kanttekening te maken bij de kansen die ecosysteemdiensten bieden een bijdrage te leveren aan de gebiedsprocessen. Ondanks de successen in bovenstaande voorbeelden, zijn oplossingen die meer gebruik maken van ecosysteem- diensten (de zogenoemde functiecombinaties) niet altijd beter dan conventionele oplossingen. Zij leiden ook niet altijd netto tot maatschappelijke meerwaarde. In de gekozen voorbeelden was in het besluitvormingsproces de ruimte en de energie aanwezig om te zoeken naar integralere oplossingen met natuurlijk kapitaal.

Potenties voor dergelijke oplossingen zijn echter niet altijd even groot of het blijkt niet in alle gevallen mogelijk om tot een gezamenlijke visie te komen. Daarnaast volgt uit de voorbeelden dat de betrokken gebiedspartijen de potentiële meerwaarde van het natuurlijk kapitaal om verschillende redenen niet automatisch meenemen in hun afwegingen. Zij moeten deze oplossingsrichtingen bewust op de agenda zetten en een plek geven in het besluitvormingsproces. Dergelijke oplossingen met natuurlijk kapitaal

kapitaal-denkkader helpen om te zien of er een mismatch is tussen vraag en aanbod van ecosysteemdiensten uit het agro-ecosysteem en wat boeren daaraan kunnen doen. Daar waar (nog) geen goedwerkende markt is, is inzet van GLB gerechtvaardigd (publieke middelen voor publieke doelen). Links onder geeft de aangrijpingspunten in het huidige GLB-subsidiestelsel om boeren in de toekomst te gaan vergoeden.

119

6 Gebieds ontwikkeling |

ZES

ZES

zijn nog geen gemeengoed maar veelal nog een niche, innovatief of experimenteel waardoor ze niet zomaar een plek krijgen in gebiedsprocessen en het durf en doorzettingsvermogen vraagt van de betrokkenen.

6.3 Gebiedsurgentie bepaalt kansen voor het natuurlijk

kapitaal en biodiversiteit

Gebiedsingrepen bieden kansen om het natuurlijk kapitaal duurzaam te benutten of het gebruik ervan te vergroten. Maar hoe groot is deze kans en waar liggen deze kansen? De aanjager voor een gebiedsproces verschilt van geval tot geval. Daardoor verschillen ook de elementen van het natuurlijk kapitaal en zijn ecosysteemdiensten die mee kunnen koppelen of een oplossing voor een gebiedsopgave kunnen ondersteunen. Daarnaast zijn de potenties ook sterk afhankelijk van de gebiedskarakteristieken. Is er wel vraag naar bepaalde ecosysteemdiensten of is vergroting van het aanbod wel mogelijk? Zie ook het tekstkader ‘Behoud en ontwikkeling van natuurlijk kapitaal voor duurzame voedselproductie’.

Tabel 6.1

Gebiedsurgenties en aanknopingspunten voor de verschillende projecten

Gebiedsurgentie Kans voor ontwikkeling

natuurlijk kapitaal

Kans voor benutting ecosysteemdiensten als oplossing

Delta:

Eems-Dollard en Varik-Heesselt

Waterveiligheid Nieuwe, zeldzame natuur. Aquacultuur i.p.v. landbouw.

Natuurlijke dijk als alternatief voor een conventionele dijk. Grondstoffenwinning. GLB: Salland en

Veenkoloniën

Vergroening landbouw als eis van het GLB

Verbetering natuurlijk kapitaal in landbouwgebieden (water, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, culturele diensten). Regulerende diensten als alternatief voor conventionele inputs.

Brabant Water Continue levering van goed drinkwater gecombineerd met landbouwproductie Robuuster landbouwsysteem. Kwaliteitsverbetering bodem en omliggende natuur.

Regulerende diensten als alternatief naast gewas- beschermingsmiddelen en meststoffen.

Internationale handelsketens

Externaliteiten door intensieve productie van handelsgewassen, kwaliteit grondstof (cacao) Vermeden ontbossing. Robuuster landbouwsysteem. Kwaliteitsverbetering omliggende natuur. Regulerende diensten als alternatief voor conventionele inputs.

ZES

Behoud en ontwikkeling van natuurlijk kapitaal voor duurzame

In document Natuurlijk kapitaal: naar waarde geschat (pagina 119-122)