• No results found

Handelingsopties voor de overheid vanuit verschillende rollen

In document Natuurlijk kapitaal: naar waarde geschat (pagina 146-148)

De overheid heeft een breed scala aan handelingsopties om andere partijen bewuster te maken van de waarde van natuurlijk kapitaal en dit een plek te geven in strategische besluitvorming. De overheid kan dit doen vanuit verschillende rollen, aanhakend op de transitiefasen.

De faciliterende rol van de overheid

Vanuit haar faciliterende rol kan de overheid andere partijen bewust maken van het belang van natuurlijk kapitaal voor hen. Twee belangrijke handelingsopties zijn kennisontwikkeling en inbedding van natuurlijk kapitaal in procedures en tools. Kennisontwikkeling, experimenten met innovatieve functiecombinaties en kennisdisseminatie door bijvoorbeeld bedrijven of kennisplatforms zijn nodig om deze kennishiaten te verkleinen. De overheid kan dit proces faciliteren door een kennisagenda op te zetten.

Uit veel van de projecten komt naar voren dat de natuurlijk kapitaal-benadering de betrokkenen helpt maar dat zij deze aanpak niet automatisch weer zullen kiezen zolang zij niet is ingebed in verplichte procedures en in tools die gebruikt worden in de besluitvorming. Twee aspecten zijn daarbij van belang.

1. Stimuleer gebruikers van deze procedures om na te denken of functiecombinaties met natuurlijk kapitaal een effectief alternatief kunnen zijn dat in de afweging een plek verdient. Bij de procedures voor duurzaam inkopen geeft de overheid al het goede voorbeeld door daar te wijzen op de duurzame alternatieven (Rijksoverheid 2015). De MKBA Leidraad besteedt al veel aandacht aan de keuze van alternatieven (Romijn en Renes 2014), maar in de nog te schrijven MKBA-werkwijzer ‘natuur’ zijn er nog kansen om meer te wijzen op de mogelijkheden van functiecombinaties. Ook vanuit de MER-richtlijnen en het MIRT-stappenplan kunnen alternatieven met natuurlijk kapitaal worden ingebracht.

2. Stimuleer dat (maatschappelijke) kosten én baten bekeken worden zowel op de korte als lange termijn en zowel in het plangebied als daarbuiten. Kijk als Rijkswaterstaat bijvoorbeeld niet alleen naar de kosten om waterveiligheid te waarborgen maar ook naar gevolgen voor landschap, omwonenden, landbouw en natuur. Dit vraagt om een overheid die het zoeken naar verbinding met andere beleidsdossiers stimuleert, die niet verkokerd vanuit deelagenda’s besluiten neemt en toetst, en daarvoor de competenties in huis heeft om deze verbinding soms buiten de gebaande paden om te zoeken. Het vraagt ook tools en methoden die de overheid zelf, maar ook ondernemers en natuurorganisaties nodig hebben om op een transparante wijze de voor- en nadelen van functiecombinaties in beeld te brengen. De overheid hanteert onder andere de MKBA in gebiedsprojecten en voor bedrijven biedt het in ontwikkeling zijnde Natural Capital Protocol kansen.

145

7 Conclusies en aanbevelingen |

ZEVEN

ZEVEN

De participerende rol van de overheid

Vanuit een participerende rol kan de overheid als stakeholder processen begeleiden, nieuwe oplossingen aandragen, agenda’s verbinden en zoeken naar synergiën, gezamenlijke belangen en visies. Hiermee maakt zij andere partijen bewust van het belang van natuurlijk kapitaal en kan zij functiecombinaties met natuurlijk kapitaal een aantrekkelijkere optie maken. In veel voorbeelden van functiecombinaties met natuurlijk kapitaal is de overheid gelegitimeerd om te participeren. Zo kan de overheid de belangen van toekomstige generaties of van effecten op hogere schaalniveaus (in andere regio’s of landen) behartigen. Daarnaast heeft participatie van de overheid een meerwaarde in de eerste fasen van de transitiecurve omdat de markt risico’s van innovaties dan vaak nog niet volledig afdekt. Financiële instellingen en banken beoordelen dergelijke innovaties dan vaak nog als te risicovol terwijl deze in latere fasen wel rendabel kunnen worden. Via garantstellingen kan de overheid innovaties stimuleren en sturen. Het is overigens niet noodzakelijk dat de overheid altijd de trekker is; zij kan ook anderen prikkelen tot actie.

De sturende rol van de overheid

Vanuit haar sturende rol en als partij die wet- en regelgeving kan maken, kan de overheid van functiecombinaties met natuurlijk kapitaal aantrekkelijkere alternatieven maken. Dit kan via stimulering of met wet- en regelgeving.

Om ervaring met functiecombinaties op te doen kan het Rijk innovatiesubsidies inzetten. Voorbeelden hiervan zijn de Subsidie Biodiversiteit & Bedrijfsleven en de regeling Innovatieprojecten Aquacultuur. Ook garantstellingen voor duurzame innovaties, rentekortingen zoals bij de Regeling Groenfinanciering (Maas 2015) of een helpdeks die partijen helpt invulling te geven aan innovaties, zoals de Helpdesk Biodiversiteit en Bedrijfsleven, leiden tot lagere kosten voor duurzame innovaties. Dit kan zowel radicale vernieuwingen op nichemarkten als incrementele veranderingen bij de grote spelers stimuleren. Vanuit hun rol bij de decentralisatie van het natuurbeleid kunnen ook provincies dit soort financiële instrumenten inzetten. Om die vorm te geven heeft de provincie Brabant bijvoorbeeld het Groen Ontwikkelfonds Brabant opgericht dat via subsidies, leningen en garantstellingen private partijen ondersteunt om nieuwe natuur te ontwikkelen. Ook experimenten met vormen van habitat banking kan nieuwe middelen voor natuurbeheer opleveren (zie Gorissen et al. 2016).

Ook regelgeving kan de transitie versnellen. Met instrumenten uit de ruimtelijke ordening kunnen provinciale en lokale overheden de transitie naar een duurzamer gebruik van het natuurlijk kapitaal beïnvloeden, bijvoorbeeld door voorwaarden te stellen aan de vergroening van bedrijventerreinen of eisen te stellen bij aanbestedings- procedures. Ook door eisen te stellen aan duurzaam inkopen, vergroot de overheid de vraag naar producten die het natuurlijk kapitaal duurzaam benutten. Om ten slotte achterblijvers te verplichten om aan te sluiten, is aanscherping van regels en normen

ZEVEN

Kansenkaart behoud en ontwikkeling van natuurlijk kapitaal

In document Natuurlijk kapitaal: naar waarde geschat (pagina 146-148)