• No results found

In de vaart der volkeren?

In document De stad verhaalt van de stad (pagina 128-132)

6 Slotbeschouwing en aan- aan-bevelingen

6.2 In de vaart der volkeren?

De inzichten in deze studie leveren aanknopingspunten op voor strategieën om de positie van Rotterdam te versterken. Uit-gaande van de stelling dat de stad zich wil ontworstelen aan de positie van eeuwige tweede - het 'strevende' - komt de vraag op hoe Rotterdam haar 'eigenheid' kan inzetten. Hoe kan een stad die niet elitair is toch toonaangevend worden?

Aan de eigen haren omhoog

Een vaak gehoorde oplossing voor stedelijke problemen is het aantrekken van midden- en hogere inkomensgroepen. Door duurdere en gevarieerdere huizen te bouwen in eenzijdige buurten met voornamelijk sociale huurwoningen hoopt men sociaal en cultureel kapitaal aan te trekken. Met dit sociaal en cultureel kapitaal zou de stad in staat zijn om zichzelf op te stoten in de vaart der volkeren. Nu is deze opvatting al lang en breed genuanceerd dan wel bestreden (Kleinhans et. al., 2000;

Blokland, 2001). Uit de beschrijving van het eigene van Rotter-dam komt een cultureel argument naar voren waarom het zonder meer importeren van ‘elite’ er niet toe zal leiden dat Rotterdam de goede lijstjes gaat aanvoeren. Een geïmporteerde elite die niets met de stad heeft zal moeilijk te motiveren zijn haar sociale en culturele kapitaal voor de stad in te zetten. En omgekeerd, de stad zal niet zo gemakkelijk het culturele aan-bod genereren waar deze groep naar op zoek is. De verbonden-heid van burgers met hun stad en de bereidverbonden-heid om zich ervoor in te zetten komen het beste tot hun recht als stad en elite elkaar versterken. Een toonaangevende elite is productief als deze aansluit bij de cultuur van de stad, of nog beter, voort-komt uit deze cultuur. Dat sluit uiteraard het stellen van streef-doelen niet uit. Een stad kan dromen van een andere toekomst, maar het moeten dan wel de dromen zijn die de stad zoals zij in het heden is koestert. Rotterdam kan zich uitsluitend aan zijn eigen haren omhoog trekken. 'Elite importeren' zal eerder een resultaat moeten zijn van de aantrekkingskracht die de stad op eigen kracht ontwikkelt dan dat het aan het ontwikkelen van die eigen kracht vooraf gaat. Iedere poging om de stad meer in de positie van trendsetter te brengen moet zich daarom verhouden tot de lokale cultuur en identiteit. Stedelijke vitaliteit vraagt om het intelligente beheer van de hulpbronnen waarover de stad beschikt, en veel minder om het transplanteren van elites van elders.

Er zijn indicaties dat een dergelijk proces van revitalisering langs nog een heel andere weg zou kunnen plaatsvinden.

Wanneer je bijvoorbeeld het begrip elite op zichzelf als een beweeglijk begrip opvat, kun je waarnemen dat Rotterdam weliswaar vooral iets met ‘low culture’ heeft, maar dat de standaarden voor wat hoge en lage cultuur is aan het schuiven zijn. De low culture van vroeger is niet langer de low culture

van nu (Mommaas, 2004). Zo is Rotterdam juist op het gebied van popmuziek – vroeger low culture – toonaangevend. De skatebaan op de Blaak is beroemd onder jongeren. Het Dunya festival is een ander voorbeeld: ontstaan als low culture evenement van onderop is het intussen uitgegroeid tot een internationaal befaamd festival waar allerlei kunstenaars hun talenten tentoon spreiden. Het succes van Duyna is voorafge-gaan door een 'low culture' ontstaansgeschiedenis: een vanuit bewoners georganiseerd festival dat high culture toegankelijk maakt voor een breed publiek. De massale opkomst van dit publiek maakt het festival aantrekkelijk voor gerenommeerde kunstenaars, al wordt opkomend talent niet vergeten. Voor het organiseren van high culture activiteiten in Rotterdam is dus aansluiting bij de low culture identiteit van de stad belangrijk.

Veel beginnende kunstenaars – de ‘nog niet’-elite – voelen zich tot Rotterdam aangetrokken. In plaats van diegenen aan te trekken die behoren tot de zittende elite (gemeten naar de geldende maatstaven) is het wel zo verstandig om te investeren in andere groepen. Groepen die in de nabije toekomst ‘elite’

zouden kunnen worden, volgens nieuwe maatstaven.

Dat de stad de potentie heeft om trendsetter te zijn blijkt ook uit het feit dat recente politieke ontwikkelingen hun basis vonden in Rotterdam. De stad wordt gezien als het centrum van de 'Leefbaarpartijen'. In de campagne voor de Tweede Kamer-verkiezingen van januari 2003 organiseerden de grote partijen hun belangrijke bijeenkomsten in Rotterdam. Tientallen specials van dag- en weekbladen analyseerden in de periode daarna de onvrede en de sociale en politieke verhoudingen in Rotterdamse wijken. Aan welke kant je ook staat in de discussies over de nieuwe politiek, 'opstand tegen het establishment' is een teken van vitaliteit. Dat de zittende elite daar niet altijd blij mee is, kan nauwelijks nieuws heten. Dat is zij tenslotte maar zelden met trends die haar machts- of gezagsbasis aantasten of die haar domweg niet eigen zijn. In veel gevallen heerst er onzeker-heid over de beoordeling van de politieke situatie, maar dat de gezapigheid doorbroken is, daarover is vriend en vijand het eens. Of de 'Leefbaarpolitiek' een blijvende zelfstandige factor is of dat zij als zodanig zal verdwijnen, zal moeten blijken. In elk geval zal zij ook via haar invloed op de 'bestaande' politiek een duurzaam effect hebben.

Multiculturalisering

Het woord multicultureel is langzamerhand een scheldwoord geworden. Hoe moet je een stad noemen waarin veel culturen samenkomen, of ze dat nu succesvol doen of niet? In plaats van in het kielzog van een nieuwe politieke correctheid het woord te vermijden kunnen we het beestje maar beter bij de naam noemen: Rotterdam is een multiculturele stad. Dat is iets heel anders dan zeggen dat Rotterdam het multiculturele verheer-lijkt: daarvoor hebben we de term multiculturalistisch gereserveerd. In plaats van zich dood te staren op alle verkeerde lijstjes die Rotterdam aanvoert kan er perspectief liggen in het versterken van de relevantie van heel andere lijstjes. Grote aantallen migranten kunnen mogelijk worden beschouwd als teken van ‘verloedering’ van de stad. Maar wanneer in Nederland het ideaalbeeld van 600 gemeenten gaat naar een ‘witte’ stad, dan betekent dat voor steden als Rotterdam alleen maar dat er ‘verzwarting’ zal optreden.

Immers, de gemeenten die nu nog wit zijn hebben de beste papieren om wit te blijven, de steden die nu al zwart zijn zullen dan onontkoombaar ‘zwarter’ worden. Wie in een witte stad wil wonen, moet domweg niet in Rotterdam zijn. Veel kansrijker is het om de veelkleurigheid van Rotterdam als een pré te zien. De stad heeft met alle migranten uitstekende kansen op relaties met allerlei andere plekken in de wereld, en dat betekent bijna bij voorbaat een transnationale, mondiale identiteit (zie Duyvendak, 2002). Eigentijds vanwege de inbedding in het globale netwerk en de zichtbare smeltkroes. Het geklaag over het achterhaalde multiculturalisme kan dan achterwege blijven.

De stad is zonder twijfel multicultureel, de vraag is hoe zij leefbaar en vitaal kan worden. Het klimaat is er naar, het sluit aan op de identiteit, er zijn volop culturele voorlopers.

Er is niet alleen sprake van multiculturalisering naar binnen, maar ook naar buiten. De stad bestaat steeds minder uitsluitend uit haar bewoners. In het bijzonder speelt hier de nabijere omgeving mee. We zijn uitgebreid ingegaan op de relatie met Amsterdam. Voor een stad als Rotterdam is het belangrijk om de relaties te exploreren met de randgemeenten, ook in cultureel opzicht. We hebben al vastgesteld dat Rotterdam in de nabije toekomst alleen maar gekleurder kan worden. Dat gaat vooral op als je je blik vernauwt tot binnen de gemeentegrenzen.

Ondertussen zie je dat randgemeenten een 'witte' bevolking

kennen, die zich echter sterk op de stad oriënteert. In feite beperkt zich dat fenomeen niet tot de randgemeenten, getuige het feit dat ook inwoners van Zierikzee zeggen dat ze 'naar de stad' gaan als ze een bezoek aan Rotterdam brengen. Rotterdam kan zijn positie in het regionale netwerk versterken als het niet met de rug naar de randgemeenten gaat staan. Daar wonen immers net zo goed Rotterdammers die zeker met hun bezoeken aan de stad bijdragen aan het klimaat. Een andere variant op het zelfde thema is de identiteit als havenstad temidden van andere havensteden. Als je Rotterdam binnen zijn sociale en symbolische omgeving beziet is de stad veel gedifferentieerder dan wanneer je uitsluitend naar de geografische stadsgrenzen kijkt.

Voor Rotterdam als multiculturele stad gaat dit nog sterker op.

Multicultureel gezien denken we meestal eerder aan de mensen die fysiek in de stad aanwezig zijn. Maar mensen hebben allemaal een achterland, bindingen met gebieden waar ze vandaan komen. Daar zitten geschiedenissen achter die op sommige momenten actueel worden en waarop je mensen kunt aanspreken. In dit verband kun je het multiculturele karakter van de stad zien als een internationaal aspect van het eigene van Rotterdam. Met de aardbeving in Turkije van 1999 kwam Rotterdam in actie voor hulp. Veel gevers bij de hulpacties waren zelf weleens op vakantie geweest in Turkije (De

Telegraaf, 1-9-1999). Vanuit deze gedachte zou het interessant zijn om na te gaan in hoeverre deze of soortgelijke hulpacties gevolgen hebben gehad in een wijk als Bloemhof, waar veel Turken wonen.

6.3 De civiele, de bestuurlijke en de professionele opgave

In document De stad verhaalt van de stad (pagina 128-132)