• No results found

4. RESULTATEN EMPIRISCHE VERKENNING

4.3. Het unieke karakter van GV-onderwijs

GV’ers noemen, zoals hierboven beschreven, doelen die betrekking lijken te hebben op het individu en doelen die betrekking hebben op het individu in relatie met de ander. Naast deze beoogde doelen valt het op dat zeven GV’ers expliciet benoemen dat het van belang is dat de militair weet wat GV is en/of ervaart dat GV-onderwijs een andersoortig onderwijs is dan tijdens de andere lessen. In het GV-onderwijs staat het mens-zijn in plaats van het militair-zijn centraal. Deze paragraaf betreft geen vormingsdoelen, maar gezien zeven GV’ers dit expliciet als doel van onderwijs benoemen, heb ik ervoor gekozen om dit in deze scriptie te vermelden. Het duidelijk maken van het unieke karakter van GV-onderwijs lijkt een gemene deler te zijn, die belangrijk wordt bevonden en dus is er gekozen om deze te vermelden.

Er wordt in het vormingsonderwijs dat aangeboden wordt door deze GV’ers expliciet

uitgelegd wat GV is. “De eerste les is altijd in de eerste week, dus dat is een introductie over wat is de GV, wie zijn wij, waar kun je voor bij ons terecht.” Door deze GV’ers wordt het belang van uitleggen wat GV is en waarvoor zij bij de GV’er terecht komen onderschreven, aangezien deze lessen het moment zijn waar de militair als eerst kennismaakt met GV. Deze kennismaking heeft invloed op het beeld dat de militair van GV heeft en werkt

voorwaardenscheppend voor individuele contacten.

Een beeld dat het gaat om vertrouwelijkheid en medemenselijkheid. Ik denk als ze dat beeld weten vast te houden. Laagdrempeligheid ook wel. Als ze dat weten vast te houden, dan is het voor mij geslaagd. GV, o ja die staan deels buiten de organisatie, o ja daar hoef je geen doorverwijzing voor te hebben, die kan je gewoon bellen of appen, o ja die zijn ook gewoon normaal. Ja normaal, als ze dat vasthouden, dan is het geslaagd. (..) Kijk wat zij aan het eind van de opleiding vaak herinneren, zijn drie dingen: de eerste les; de bezinning, de kaarsen aansteken en de emotie erbij. De stroopwafel herinneren ze zich; en het bier van Beukbergen. Dat zijn de drie dingen die ze zich herinneren en ja daar kun je heel tragisch tegen aan kijken van ja is dat dan je beeld van de GV. Maar ik vind het alle drie symbolisch. Ze hebben een kaarsje aangestoken, een stroopwafel op een moeilijk moment gekregen en je hebt bier gedronken op een ontspannen moment in de vrijheid ook van we zijn nu weg van de kazerne enzo. En alle drie horen bij de GV en ik denk als we die vrijheid plus dat ronde dingetje op een moeilijk of zwaar moment als een soort redmiddeltje en dat licht, als die symbolen, als dat symbolen zijn van de GV ja dan maakt het mij niet zo heel veel uit dat ze de inhoud van les 4 over whatever niet meer precies weten. Het is volgens GV’ers dus van belang dat de militair weet wat de GV’er doet, zodat het laagdrempeliger is om bij een GV’er binnen te stappen. In het bijzonder geven GV’ers aan dat zij het van belang vinden dat de militair weet dat de GV’er een ambtsgeheim heeft.

En natuurlijk dat ze me weten te vinden als er een keer stront aan de knikker, is dus dat ze het helder hebben hoe goed hun informatie beschermt kan zijn als je het bij de GV plaatst. Ik heb opleidingsclubs gehad die mishandeld werden. Ik heb het dan over fysieke mishandeling en dat wij in die zin de uitgekiende plek zijn om dat te bespreken. Omdat er op andere plekken vaak, met kaderleden, in die hiërarchische lijn, dat het een onveilig gevoel kan geven, of dat het onveilige implicaties kan hebben voor hun

opleiding.

Naast het weten wat GV is, met daarbij de uitleg van het unieke van het ambtsgeheim, wordt ook het bieden van een plek waar de mens centraal wordt gesteld in plaats van de militair, als van belang benoemd.

(…) en die kant van de mens vind ik nog veel belangrijker. Het vak zelf heeft zeker implicaties op de mens maar dat wat een klas vol met knullen voor me, is zoveel

belangrijker, kijk dat ze een pak dragen dat bindt ze op dat moment en brengt ze op dat moment in die ruimte maar weet je wel wij zijn de uitgekiende club om hun als persoon te zien. Om wel hun voornamen te leren kennen en om ze niet alleen bij achternaam aan te spreken, weet je wel, daar zijn wij voor om die jongens in die zin ook in een nieuwe omgeving te brengen. Dat je met een club bij elkaar zit die je inmiddels al 8 weken met elkaar optrekt en dat je dan zegt ja jongens het is leuk al die namen stickers maar ik wil jullie voornaam weten, want dat vind ik veel, weet je dat is ook hoe jij jezelf kent en zo wil ik jullie leren kennen, gewoon dat stukje leren kennen. En dat je dan ontdekt dat die club elkaar ook nog niet bij de voornaam kent. Onvoorstelbaar, ze slapen elke dag samen, eten elke dag samen, knallen elke dag. En ik probeer daar ook niet te veel een oordeel aan te hangen, want ik weet dat dat de omgeving is, Maar juist de GV is een ruimte om dat die context te verbreden. Meer textuur te geven ook.

Ja ik hoop dat als ze bij mij langs zijn geweest en les hebben gehad dat ze de focus van het worden van een krijger, even hebben kunnen verleggen naar ohja en wie zijn wij, wie ben ik. Dat is voor mij al een heleboel, dat is echt al een heel groot doel zeg maar. Zeker bij jongens van die leeftijd op die plek met die wens. Ja.

Passend bij het bieden van een plek waar de mens centraal staat, achten GV’ers het van belang dat er tijdens de GV-lessen ontspanning is, waar militairen niet worden ver-/

beoordeeld. Deze ontspanning wordt aan de ene kant als doel op zich genoemd; even kunnen ontspannen, mens mogen zijn, kunnen kiezen en ook plezier hebben, daarnaast wordt het ook als voorwaarde genoemd om in gesprek te kunnen gaan binnen GV.

Ze zijn ook altijd heel vriendelijk als ik ze in het veld tegenkom. Vinden ze altijd super leuk, ik neem ook altijd wel wat lekkers voor ze mee, dus ik heb het idee dat ik ze daarmee een soort van conditioneer (lacht), om bij GV altijd aan snoep en ontspanning te denken. Maar misschien, ik weet nog uit mijn eigen, toen ik zelf de SPEC opleiding deed, je mag nooit kiezen, er zijn geen keuzes in de opleiding, je mag niet zitten, niet ontspannen, het is altijd *taktaktak met hand op tafel*, je wordt super kort gehouden en ik weet nog het eerste bivak dat we toen al vijf dagen in het veld waren en dan moet je je voorstellen vijf dagen heel slecht slapen en als ik gestresst ben kan ik slecht eten dus ik at ook slecht en je hebt het heel erg koud, tenminste ik ben een koukleum dus ik heb 47

het al de hele tijd koud en ik was erg gestresst en toen was er bij GV het eerste moment dat er een tent was, de tent was verwarmd, er was thee, er was een stoel ik hoefde niet met mijn kont op de grond te zitten, maar er was een stoel en een kachel en ik weet nog dat ik daar echt aan het ontdooien was, dat dat ijspegeltje zoals ik me voelde, ik was koud en moe en op en een beetje wanhopig en dat ik gewoon langzaam aan het ontdooien en ontspannen was en dan was er ook nog cake, oooo, ik geef niks om cake maar opeens was dat het lekkerste op de wereld. En er was warme thee. Ik weet niet, ik zat daar op die klapstoel bij een kachel en het was warm en een van de Aalmoezeniers deed een verhaal en het maakte me geen reet uit waar het over ging, hij draaide wat muziek, vond ik allemaal mooi, was de eerste muziek die ik weer hoorde. Zo’n bijna heilig moment te noemen, dat ik me altijd probeer voor te houden, hoe kan ik het ze zo comfortabel mogelijk maken. Hoe kan ik het zo prettig mogelijk maken. Want als ik ook maar een beetje bij ze kan ontdooien een beetje comfort kan brengen op het moment dat zij ontzettend aan het afzien zijn, ik bedoel dan is dat toch ontzettend mooi, ik kom langs in het veld en breng dan wat blijdschap, lekkers en ontspanning, ik vind het nogal wat dat we dat mogen doen. Dat vind ik misschien wel het allermooiste aan mijn werk, ik vind dat echt, je ziet het, het raakt me gewoon.

Er wordt in verschillende diepte-interviews de kanttekening gemaakt, dat het balanceren is tussen “ontspannen” en “serieuze gesprekken voeren” of “iets leren”.

Een heleboel van die mensen, jongelui, zijn dit gewoon helemaal niet gewend. Zijn niet zulke praters, ja het zijn wel praters maar gewoon over van alles en nog wat, maar niet over jezelf. Of dit soort ingewikkelde dingen wat heb je daar nou aan. En dan kan het best wel pittig zijn en ook niet gemakkelijk. Het is niet, dat is misschien ook wel, het is niet per se leuk. GV kan heel snel soort reputatie van stroopwafels, koffie en slap ouwehoeren, dat is het ook het moet ook gezellig en ontspannen zijn, absoluut. Maar het mag ook ongemakkelijk worden en over iets gaan wat dichtbij komt. (…) Betrokkenheid ook, het is leuk, maar we gaan het ook wel ergens over hebben. We mogen er allemaal wel wat van leren.

Tenslotte geven GV’ers aan dat zij het van belang achten dat in de GV-lessen “het normale- tegenover het abnormale wordt gezet” en dat “de maatschappij” of “liefde wordt

Ja maar dat raakt ook wel aan andere doelen ook hoor, maar dat is toch wel de, dat verwoord ik ook nooit daarzo, maar toch wel de maatschappij vertegenwoordigen. Binnen de krijgsmacht. Dus in die zin, doet het er voor mij echt toe dat ik daar als GV’er zit en niet als instructeur van expertisecentrum leidinggeven Defensie. Waar soms denk ik soortgelijke dingen worden gedaan als op Beukbergen, maar voor mij doet het ertoe dat ik het ben die de training geeft als zijnde vertegenwoordiger van het Humanistisch Verbond dus dat is ook wel, is dat een doel? Ja, om de liefde te

waarborgen (lacht). (…) ik het belangrijk vind dat er dus dat er ook een stem klinkt in die organisatie die iets anders beoogt die dat andere vertegenwoordigt.

Naast vormingsdoelen beogen GV’ers in het vormingswerk ook dat zij het unieke karakter van GV-onderwijs willen duidelijk maken. Zij achten het van belang dat militairen weten wat GV is, het unieke van het ambtsgeheim begrijpen, ervaren dat GV een plek is waar de mens centraal staat, waar ontspannen kan worden en waar het ‘normale’ tegenover het ‘abnormale’ wordt gezet.

5. CENTRALE DOELEN UIT RELEVANTE ONDERZOEKSVELDEN