• No results found

Datum: 06-01-2011

Gesproken met: Ondernemer A, de oprichter en eigenaar 1. Over onderneming A

Algemeen

Het zwaartepunt van de activiteiten ligt in de bouw. Alles b2b.

Alles is custom made (weinig serieproductie, geen massa), gericht op eindproduct (inkoop van staal, RVS, en/of halffabricaten).

Er zijn 6 mensen vast in dienst, daarnaast eventuele oproepkrachten.

Het bedrijf bestaat sinds de jaren „80 en het pand waarin het bedrijf zetelt is gekocht.

Bedrijf is opgebouwd uit een VOF en BV. In BV worden de meer risicovolle activiteiten ondergebracht, de VOF bevat ook privévermogen.

Inkoop

Per project wordt er ingekocht. Als de eigenaar ‟s ochtends belt, krijgt hij de volgende ochtend staal geleverd. Over het algemeen wordt het staal geleverd bij onderneming A en daar verwerkt tot eindproduct.

Bij inkoop van bewerkte producten wordt er natuurlijk meer levertijd gevraagd. Lasergesneden producten kosten ongeveer een week levertijd, eventuele andere/volgende bewerkingen aan geleverde producten kosten ook ongeveer een week.

Collegiaal samenwerken is niet heel gebruikelijk in de branche, als men zaken ook zelf kan regelen, geeft men daar vaak de voorkeur aan.

De inkoopprijs van metaal heeft niet zo‟n grote invloed op de totale verkoopprijs bij onderneming A: gemiddeld 30% van de kosten. De manuren en bewerkingen zijn met name van belang voor de verkoopprijs.

Dit tenzij het grote constructies in de bouw betreft, zoals een stalen hal: 50 à 60% van de omzet wordt dan bepaald door staalprijzen: dan moet de winst in het ontwerp worden gemaakt,omdat er slechts 5 à 10% marge wordt gemaakt op constructies.

De levertijd van af te leveren producten mag eigenlijk nooit meer dan een maand zijn. Machines

Er stonden veel machines bij onderneming A: voor 3 à 4 ton op de handelsbalans. Nu nog ongeveer voor een ton. Machines verouderen niet snel. (Loonverspaanders schrijven de machines bijvoorbeeld wel snel af: in ongeveer 3 jaar: met name draai- en freesmachines).

Niet echt productiemachines, het gaat hier meer om stuksproductie. Hoe meer men specialiseert, hoe duurder de machines worden.

Metaalunie

Ondernemer A is tevreden over de Metaalunie. Deze organisatie is prettig met betrekking tot CAO-onderhandelingen, functioneert als (juridische) telefonische achterwacht, en onderneming A gebruikt de Metaalunie-voorwaarden voor levering.

2. De Metaalbranche Staalprijzen

De staalprijzen fluctueren sterk (soms wel 50% per jaar), in zaagtandbeweging (2 omhoog, 1 naar beneden). In 10 jaar is de staalprijs ongeveer verdubbeld. De staalprijzen zijn wel mooi overzichtelijk weergegeven is staatjes, staalprijs is een algemeen begrip.

Maar: vraag en aanbod lijken slecht op elkaar afgestemd.

Bij staalprijzen wordt regelmatig geïndexeerd geoffreerd (als staalprijzen stijgen, stijgen kosten voor afnemer ook). In de bouw zijn de marges laag en komt dit niet voor. Eventueel opzoeken ter illustratie, fluctuaties in prijzen van betonijzer van het afgelopen jaar.

Fluctueren van prijzen is van de laatste 10 jaar: Non-ferro (mondialer) fluctueert minder dan ferro. RVS is rechtstreeks gekoppeld aan de prijs voor nikkel, met nikkel wordt zelfs gespeculeerd. Onderneming A heeft RVS de afgelopen jaren ontvangen vanuit Italië, Taiwan, Duitsland. RVS is

unieker dan staal en vraagt een specifiekere bewerking. Het is 2 of 3 keer zo duur als staal. Staal komt van Hoogovens, maximaal uit Duitsland, niet verder weg.

Handelsprijs RVS ongeveer €5,- per kg en staal €1,- per kg. Overige opmerkingen tav metaalbranche

Calculatie voor onderneming A: 10% er bovenop bij staal, maar wel 50% bij RVS (onvoorspelbaar).

Een lasersnijder kan wel 50% toegevoegde waarde bieden (hebben ze niet bij onderneming A), teveel concurrentie.

De metaalbranche is heel breed, speelt in diverse bedrijfstakken. Van liftenbouwers, horlogemakers, tot trappenmakers en scheepsbouw.

3. Financiën

Aandachtspunten financiën bij onderneming A en in de metaalbranche

Financiën (met name de kengetallen) zijn voor ondernemer A eventueel wel beschikbaar, indien aangevraagd bij de accountant. Hij werkt hier niet erg veel mee.

Liquiditeit is één van de eerste zaken waar naar gekeken wordt bij afnemers. In de bouw zijn soms slechte betalers: de liquiditeit van sommige klanten is bedroevend. Vorig jaar heeft onderneming A af en toe te maken gehad met faillissementen van afnemers: dat kost geld: de winst verdampt, de productiekosten zijn vaak al wel gefactureerd en betaald, maar de post meerwerk wordt later gefactureerd, na afloop van een „rommelige‟ periode, hierin zit ook de winst. Bij faillissementen van afnemers is dit dus niet meer inbaar.

Facturering gebeurt bij onderaannemers bijna altijd na afloop (vaak een gedeelte bij levering product, maar eventueel meerwerk is dan nog niet verricht), betaling laat dan soms nog 60 dagen op zich wachten.

Moraal: rendement komt ver nadat de productie heeft plaatsgevonden.

Sommige zaken kunnen voorgefinancierd worden, maar dan vraagt een afnemer vaak een bankgarantie en dat kost onderneming A geld (Ondernemer A moet dan een onderpand leveren voor de bank).

Onderneming A heeft zelf een projectadministratiesysteem laten ontwikkelen. Daarin worden bijgehouden: offertes, inkoop, verkoop en facturering.

Er wordt gekeken naar de aard van het werk om de marges te bepalen: in de ene sector zijn hogere marges te vragen (bijv. kastjes maken voor AED‟s voor specifieke klant, zelf specifieke beugels ontwikkeld: hierop goede marges, maar dit jaar is de markt weer veel kleiner dan vorig jaar). Het financiële plan bij onderneming A is wisselend: Momenteel ligt de nadruk op rendement op

het vermogen. Het plan is om het bedrijf te verkopen in verband met leeftijd van de eigenaar. In algemene zin wordt er gekeken naar het rendement op de omzet. De omzet bedroeg vorig jaar

ongeveer €1.000.000,-, maar afgelopen jaar €800.000,-. Dit zegt echter niets over de winstmarges, deze zijn erg projectspecifiek.

Jaarcijfers worden gecheckt bij potentiële zakenrelaties. 2009 was een goed jaar financieel gezien.

Financiële scan

Wat is interessant: In het huidige eigen boekhoudsysteem kan een overzicht gegenereerd worden van crediteuren en debiteuren.

Liquiditeit wordt als eerste naar gekeken bij beoordeling van jaarresultaten. Trends zijn interessant om te zien.

Het financieren van groei van het bedrijf is lastig.

Figuur 7: resultaten onderneming A

Onderneming B

Datum: 14-02-2011

Gesproken met: Ondernemer B, mede-eigenaar van onderneming B 1. Over onderneming B

Algemeen

- Onderneming B is een echt productiebedrijf en geen montagebedrijf.

- Onderneming B bestaat uit 2 aparte vestigingen, die ieder hun eigen broek ophouden. In plaats A werken ongeveer 8 medewerkers en in plaats B 25 à 30. Er is weinig/geen sprake van onderlinge uitwisseling van medewerkers, iedere vestiging heeft zijn eigen specialisatie. In plaats A worden meer kleinere opdrachten/producten (weinig batches, kleinere opdrachten, zoals trappen, spanten etc.) gemaakt dan in plaats B, waar echt de grotere constructies voor gebouwen worden gemaakt. Externe stakeholders

- Directe concurrenten van onderneming B zijn concurrent E en concurrent F. - De grotere spelers in de regio zijn concurrent G, H en I.

- De vaste leverancier van staal is leverancier A, daarmee zijn prijsafspraken voor een half jaar. Bij eenvoudige producten zoals platen staal is de levertijd 1 dag, bij bewerkte producten wordt dit langer.

- Qua debiteuren: de verschillen qua betaling zijn groot: de ene afnemer betaalt snel en bij de ander duurt het maanden. Onderneming B maakt bijna nooit gebruik van een incassobureau. Facturering gebeurt altijd via brief of e-mail, herinneringen nooit telefonisch (dan is er geen bewijs van). Ondernemer B stuurt amper betalingsherinneringen, hij vindt het betalen een verantwoordelijkheid van de afnemer: anders wordt er niet weer geleverd. Er is dus vaak sprake van een vaste klantengroep.

Metaalunie

- Onderneming B heeft weinig contact met de Metaalunie, ook geen behoefte aan. Heel soms bij specifieke vragen.

2. Financiën

Aandachtspunten financiën bij onderneming B en in de metaalbranche - De boekhouding gebeurt met programma Exact.

- Maandelijks vindt er een managementoverleg plaats tussen drie mannen: 2 ondernemers uit plaats A en 1 bedrijfsleider uit plaats B. Dan wordt ook de balans besproken, als een uitdraai van Exact. Er worden verder geen financiële ratio's besproken.

- Het gaat momenteel wat minder met onderneming B, er wordt wellicht iemand aangenomen die parttime de acquisitie gaat doen. Er wordt hiermee gepoogd een andere markt aan te boren dan de reguliere staalbouw voor de bouw. Er wordt bijvoorbeeld gemikt op speeltoestellen en bruggetjes. - Het gaat bij onderneming B met name om urenwerk: prijs van inkoop van materiaal en de vaste

activa (machines) zijn wat minder van belang.

- Er wordt vooral in de loods geproduceerd. Vanuit plaats A gebeurt er slechts 15% op locatie en vanuit plaats B ongeveer 50%. Het zwaartepunt van de toegevoegde waarde, zeker voor plaats A, ligt dus op manuren.

Financiële scan

- De bezettingsgraad van machines in plaats A is niet relevant. Er zijn geen miljoenen geïnvesteerd in machines. Er is bijvoorbeeld net een nieuwe walsmachine gekocht voor €20.000,- en binnenkort wordt de ponsmachine voor €50.000,- vervangen, wanneer het nieuwe pand klaar is (eind 2011). Er wordt dus geaccepteerd dat de machines bijvoorbeeld de helft van de tijd stilstaan.

- In de vestiging in plaats B staat wel een grotere broer van die machine, van €250.000,-.

- Onderneming A maakt nooit gebruik van externe scans en dergelijke, hier heeft hij geen behoefte aan.

3. Overig

- "Hét metaalbedrijf bestaat niet: er zijn onderling enorme verschillen."

- Indien leiding en eigendom van een bedrijf gescheiden zijn, worden de financiële rapportages uitgebreider en beter. Dan zijn de financiën vaak beter voor elkaar.

Onderneming C

Datum: 15-02-2011

Gesproken met: Ondernemer C (eigenaar) & medewerker C (financiën).

1. Over onderneming C Algemeen

- Het bedrijf is opgericht in de jaren „90 en heeft inmiddels 18 werknemers (17 fte en 1 schoonmaakster voor een paar uurtjes per week). Dit werknemersaantal is redelijk constant. - Het bedrijf produceert staalconstructies, met name in de loods. Ze produceert oa trappen, hekwerk

etc. Externe stakeholders

- De concurrenten zijn concurrent A t/m D

- Onderneming C heeft meerdere leveranciers. Er is geen sprake van vaste prijsafspraken betreffende de staalprijzen. Soms zijn er met enkele leveranciers afspraken voor leveringsprijzen, deze gelden maximaal 3 maanden.

Metaalunie

- Regelmatig contact met de Metaalunie, ook met name onderdeel SNS, afdeling noord. 2. Metaalbranche

- De grootste risico‟s in de metaalbranche liggen in de financiële kwetsbaarheid. Daarnaast is het betalingsgat tussen de start van een traject (offerte, opstartfase) en de daadwerkelijke betaling vaak erg groot. Als er bijvoorbeeld een bedrijfshal gebouwd wordt, heeft onderneming A nog geen 50% van de betaling binnen op het moment dat de hal klaar is. Liquiditeitsproblemen kunnen dus optreden. Hiertegen kunnen kredietverzekeringen afgesloten worden, maar deze bedragen bijv 1,4% van de omzet, erg duur dus.

3. Financiën

Aandachtspunten financiën bij onderneming C en in de metaalbranche

- Het onderhanden werk is het lastigst te definiëren (op waarde te schatten). - Medewerker B (financiële man) belt en mailt tweewekelijks de debiteuren.

- Calculatie bij een offerte betreft de staalprijs, een inschatting van het aantal uren dat benodigd is voor een project. Het betreft met name een balans vinden tussen de loon- en materiaalkosten. - Er is een redelijk vast machinepark, relatief duur. De boorzaagstraat zou eigenlijk 16 uur per dag

moeten draaien om rendabel te zijn, maar dat gebeurt nu niet.

- Management heeft maandelijks een voortgangsoverleg. Daarin wordt per project de stand van zaken besproken, inclusief de financiën.

- De calculaties voor offertes worden puur op basis van gevoel en ervaring gemaakt. - Medewerker B gebruikt het administratieprogramma Accountview.

- Daarnaast wordt er gewerkt met Construsteel, een ERP-programma tbv de Metaalbranche. Dit werkt erg positief.

Financiële scan: Overleg met medewerker C (financiële man), bespreking scan.

- Er is bij onderneming C een aparte holding/beheersmaatschappij. De werkmaatschappij betaalt een managementvergoeding en huur aan deze beheersmaatschappij. De vaste activa kunnen dus niet zo makkelijk uit de balans van de werkmaatschappij gehaald worden.

- De voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopsprijs.

- Hoe waardeer je de vaste activa: bijvoorbeeld aanschafwaarde of boekwaarde: de afschrijvingen worden apart meegenomen onder een andere post.

- Wordt de debiteurentermijn in de scan op de juiste manier berekend? Dit lijkt een vertekend beeld te geven.

- De winstsaldo van de werkmaatschappij wordt bij onderneming C naar de beheersmaatschappij geboekt.

Figuur 9: resultaten onderneming C

Onderneming D

Datum: 28-02-2011

Gesproken met: Medewerker D, boekhouding en financiën bij onderneming D 1. Over onderneming D

Algemeen

Het bedrijf is opgericht in de jaren „90 (destijds als VOF, sinds 2006 BV) en doet met name in montage en productie. Hoofdactiviteiten liggen in de (productie en) montage van leidingen, piping, met name voor de voedsel en zuivelindustrie. Ze krijgen buizen aangeleverd, die lassen en verwerken ze in plaats A en deze worden naar locatie gebracht.

Ze werken vooral met Staal en RVS (deze mogen niet in dezelfde ruimte worden gemonteerd: risico dat staaldeeltjes op RVS komen: gaat oxideren.)

De nadruk ligt op montagewerk: uurloon.

Er werken 26 mensen bij het bedrijf, inclusief de directie. Met inleenkrachten kan dit aantal oplopen tot 35 personen.

Er zijn weinig dure machines in het bedrijf, natuurlijk bijv. wel lasinstallatie, boormachines, knipbank, zaagmachines. Geen laserbank, dan moet een bedrijf ook voor derden gaan produceren. De twee eigenaars komen oorspronkelijk van de werkvloer, zij springen bij indien nodig.

De meeste klussen hebben een doorlooptijd van 6-10 weken.

Er is nog een vestiging, in plaats B, maar die is vooral strategisch: zodat bedrijven in Zuid-Nederland niet afschrikken vanwege de afstand.

Er worden steeds meer klussen ingemeten en gemaakt in de eigen loods. Externe stakeholders

De klanten zitten in heel Nederland en ook in de omliggende landen.

Klantenwerving. Sinds een jaar een acquisiteur in dienst, dat betaalt zich wel uit. Daarnaast mond-tot-mond reclame door bestaande klanten.

Voorheen waren er meer vaste klanten. Nu moet er meer tijd gestoken worden in acquisitie. Het vasthouden van klanten gaat wel redelijk goed.

Vorig jaar voelbaar dat een aantal klanten het rustiger kreeg, daardoor kreeg onderneming D ook minder klussen.

Metaalunie

- Amper contact met de Metaalunie, maar wel aangesloten, oa vanwege gebruikmaking van Metaalunie-voorwaarden.

2. Metaalbranche

De risico‟s in de metaalbranche zijn met name: o opvolger vinden voor familiebedrijven

o geldgebrek: cashflowmanagement en liquiditeit o te weinig orders

o personeel via uitzendbureaus niet vakbekwaam: vorig jaar veel herstelkosten van een project van een groot bedrijf waarbij fouten in het Argon- en TIG-lassen waren gemaakt. Dit leverde veel kosten op, veel pijpen teruggehaald en opnieuw gelast, maar uiteindelijk wel een tevreden klant die onderneming D ook aanbeveelt bij anderen.

o Calculatie is vaak lastig: materiaalkosten onvoorspelbaar. Voor de uren is een calculatiesheet ontwikkeld en de afgelopen tijd verfijnd. Tekeningen op voorhand zijn vaak (te) summier.

Er was een maand geleden een bedrijf dat offertes opvroeg bij 5 verschillende potentiële leveranciers: er werd puur op prijs geselecteerd. Dit is een steeds meer voorkomend fenomeen in de metaalbranche: minder duurzame relaties en meer korte-termijn winsten.

De betalingstermijn ligt nu vaak op 90 dagen. 3. Financiën

Aandachtspunten financiën bij onderneming D

Onderneming D is in 2006 verhuisd naar een groter pand, daardoor ook meer vaste kosten. Dit pand is gekocht in 2006. De beslissingsprocedure was toen als volgt: uitgebreid met de accountant om tafel om een toekomstplaatje (aantal medewerkers, benodigde capaciteit) te schetsen. Helaas bleek dit plaatje in 2008 al anders en zeker met de crisis niet haalbaar, maar momenteel begint het meer vorm te krijgen.

De afschrijvingen bij onderneming D zijn dit jaar laag door een herwaardering na verkoop van het oude pand. Op goodwill is €48.000,- afgeschreven, verkoop van het pand leverde €100.000,- op. Managementinformatie uitwisselen: er wordt geprobeerd elke dinsdag werkbespreking te houden

tussen de twee eigenaars en medewerker D. Daarnaast zijn de lijnen kort.

Er wordt bij onderneming D veel voorgefinancierd. Dit is soms lastig voor de liquiditeit, de marges worden kleiner de laatste tijd.

Wat zoekt medewerker D zelf: zaken om projecten te kunnen beheren. Het bedrijf werkt echt op projectbasis, daarom heeft het ook een dure projectmodule in Exact aangeschaft (die zullen kleinere bedrijven vaak niet gebruiken). Het gaat om Exact Globe, met een financieel pakket (inclusief bankkoppeling) en een projectadministratiesysteem.

Financiële scan: Overleg met medewerker D

Door de structuur van het bedrijf zijn er geen vaste activa in de productie BV en montage BV. De investeringen BV wordt momenteel niet gebruikt. Dit terwijl er bij voorkeur wel gestuurd zou moeten worden op één van deze BV‟s (montage of productie).

Figuur 10: juridische structuur van onderneming D

Soms sprake van verschil van inzicht tussen de accountant en boekhouder (medewerker D). Laatstgenoemde zegt: lasdraad en gas voor het lassen moeten we terugverdienen in het uurtarief, dus die boek ik bij bedrijfsbenodigdheden. De accountant zegt: die valt onder de inkoop. Hoe verwerk je dit in de scan?

Voor het gemiddeld aantal fte per jaar hebben we de cijfers uit de projectmodule van Exact gebruikt. Totaal aantal uren gedeeld door 1.600 (40 weken x 40 uur). Dan zijn natuurlijk de directie en back-office niet meegerekend, maar het geeft wel een goede indicatie van het gemiddeld aantal fte op de werkvloer (inclusief part-timekrachten). We hebben het gevonden aantal met 6 vermeerderd. Eén van de risico‟s hiervan: zieke werknemers worden niet meeberekend, terwijl ze wel kosten opleveren.

Het kopje “onderhanden werk” moet worden toegevoegd in de financiële scan, dit kan een behoorlijke post zijn bij dit soort bedrijven.

Wat moet er gedaan worden met de overlopende activa (overige vorderingen)?

Deze financiële scan creëert een overzicht van de totale financiële situatie van een bedrijf. Als het meer ter sturing zou moeten dienen voor onderneming D, dan meer op projectbasis inrichten. Onderneming D blijkt eigenlijk te groot voor deze scan. Medewerker D heeft zelf een

HBO-achtergrond en hij kan dit soort cijfers vaak relatief eenvoudig uit Exact halen. Kleinere bedrijven hebben volgens medewerker D meer aan een maandoverzicht. Medewerker D verwacht dat hij zelf niet heel veel met de scan zal doen.