• No results found

Uitgangspunten

In document Uitgebreid bosbeheerplan (pagina 77-80)

De verschillende functies en de beheervisie voor het plangebied zijn gebaseerd op een aantal basisprincipes en criteria:

3.1.1 Criteria duurzaam bosbeheer en beheervisie openbare bossen

In het Bosdecreet wordt uitgegaan van multifunctioneel bosbeheer waarbij de diverse functies die een bos tegenwoordig vervult (economische, ecologische, recreatieve, milieubeschermende, ...) zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd zonder de draagkracht van het bosecosysteem te overschrijden. Om op een verantwoorde manier op die wisselende behoeften in te spelen, werk-te de Vlaamse overheid een beheervisie rond duurzaam bosbeheer uit die in alle openbare bossen in Vlaanderen van toepassing is. In 2003 werd dit verder concreet vertaald door het vaststellen van de criteria voor duurzaam bosbeheer8 die gelden voor alle openbare bossen en de bosgebieden in het VEN. In Tabel 3.29 worden de belangrijkste elementen uit de visie rond duurzaam bosbeheer opgesomd in relatie tot het plangebied in het Muziekbos. Hieruit blijkt dat vooral het Bos Ter Eecken reeds grotendeels voldoet aan de meeste criteria.

Tabel 3.29: belangrijke elementen uit de beheervisie rond duurzaam bosbeheer in openbare bossen en de criteria voor duurzaam bosbeheer

Doelstelling Actuele toestand in

plange-bied

Mogelijke maatregelen

Selectieve en variabele hoogdunning i.f.v. een structuurrijk en gevarieerd bosbeeld Aandacht voor toekomstbomen, voorrang

voor inheemse soorten.

Met uitzondering van de zandige kop bestaat nagenoeg het volledige plangebied uit inheems loofhout

 aanduiden en vrijstellen van toekomstbomen in aanplanten

 hoogdunning in homogene Beukenbestanden

Schade door bosexploitatie beperken Schade aan bomen beperken, vaste rui-mingstracés gebruiken, niet exploiteren in kwetsbare boszones, aangepaste schoon-tijd, erkende bosexploitanten, lastenboek, milieuvriendelijke oliën en brandstoffen, …

Het grootste deel van het bos is bijzonder gevoelig aan exploitatie

 vaste ruimingspistes

 geen exploitatie in kwetsbare zones

 manueel uitdragen van hakhout of gebruik licht materiaal

Natuurlijke processen als uitgangspunt Ten minste 20% van de totale bosop-pervlakte moet bestaan uit of in omvor-ming zijn naar gemengde bestanden9 o.b.v. inheemse en

standplaatsgeschik-75% van het volledige plangebied bestaat uit inheemse gemengde bestanden

 selectieve hoogdunning toepas-sen om dominantie Beuk te beper-ken

 inheemse soorten bevoordelen

8 B.Vl.R. 27/6/2003 tot vaststelling van de criteria voor duurzaam bosbeheer voor bossen gelegen in het Vlaamse Ge-west.

9 gemengde bestanden = bestaan uit min. 2 boomsoorten en de hoofdboomsoort neemt max. 80% van het grondvlak in (dus min. 20% inheemse boomsoorten) of minder (of 80% van totale stamtal voor bestanden jonger dan 30 jaar)

Doelstelling Actuele toestand in plange-bied

Mogelijke maatregelen

te boomsoorten

Omvorming homogene exotenbestan-den tot gemengde bestanexotenbestan-den met min.

30% van de bedekkingsgraad of het grondvlak uit inheemse loofboomsoorten.

23% van het plangebied bestaat uit homogene naaldhoutbestanden met een grondvlak <30% inheemse soorten

 groepenkap in homogene be-standen

 omvorming naaldhoutbestanden naar wastine

Verhogen van het aandeel open plek-ken in bossen: een oppervlakte van 5-15% van de totale oppervlakte van het bosdomein (indiv. opp. max. 3 ha).

De oppervlakte permanent open plekken bedraagt slechts 1,4% van het plangebied

 herstel van heidevegetaties op zandige kop

 creëren van zoom-mantelvegetaties Minimum een aantal oude bomen

behou-den in bestanbehou-den10.

Er zijn verschillende oude Beuken en populieren en enkele oude knot-Haagbeuken aanwezig.

 een aantal boszones of bomen worden uit exploitatie genomen

 beheer oude knotbomen Het totale houtvolume als dood hout

(staand + liggend) moet voldoende hoog zijn (richtcijfer min. 4%).

Het aandeel staand en liggend dood hout is in de meeste bestan-den erg laag (<1%).

 beschadigde of dode bomen laten staan;

 minderwaardige bomen niet verwijderen;

 dood hout niet verwijderen uit moeilijke exploiteerbare of kwets-bare zones;

 actief verhogen aandeel dood hout door ringen.

Maximaal natuurlijke verjonging stimu-leren.

Aanplantingen met plantsoen van lokale autochtone herkomst 11.

Gebruik van erkende zaadbestanden voor meer algemene bossoorten.

Niet alle recente aanplantingen werden uitgevoerd met inheemse soorten en materiaal van gekende origine.

 bij de aanplant van bosranden enkel gebruik maken van plant-goed van autochtone herkomst

Aandacht voor bosdifferentiërende ele-menten (bronnen, poelen, open plekken, rand- en overgangsituaties):

Bosranden en poelen zijn aanwe-zig maar kunnen door specifiek beheer in kwaliteit en oppervlakte toenemen.

 aangepast beheer voor speci-fieke biotopen

 aanleg en onderhoud van poe-len en bosranden.

3.1.2 Algemene visie

De globale visie voor het Muziekbos kan in vijf basisprincipes worden samengevat. Deze leg-gen de link tussen de verschillende bosfuncties en de criteria voor duurzaam bosbeheer. Het betreft:

1. Een streven naar een duurzame houtoogst met aandacht voor inheems kwaliteitshout.

2. Verhogen van de globale ecologische waarde van het bos door een keuze voor inheemse en streekeigen soorten, aandacht voor dood hout en licht in het bos en een biotoopgericht beheer rond open plaatsen, bosranden en bronzones.

3. Een maximale maar duurzame invulling van de maatschappelijke vraag naar recreatief en educatief medegebruik van het bos.

4. Via aangepast beheer of nulbeheer voldoen aan de lokaal specifieke schermfunctie die het bos vervult.

10 Richtinggevend: 1 groep van 500 m² in bestanden tot 2 ha, 1 groep van 1.000 m² in bestanden van 2-4 ha. Min. 10 bomen/ha.

11 Categorie 1: autochtone herkomst niet primordiaal voor o.a. Zomereik, Beuk, Gewone es en Zwarte els; Categorie 2:

gebruik van autochtone Vlaamse herkomsten aangewezen: Eénstijlige meidoorn, Wilde lijsterbes, Wintereik, Sporke-hout, …Categorie 3: zeldzame soorten waarvan geen aanplantingen meer worden uitgevoerd in de toekomst: o.a. Iep sp. Wilde appel, Mispel, Gelderse roos, Wilde kardinaalsmuts en Europese vogelkers.

5. De instandhouding van de verschillende habitattypes van de Speciale Beschermingzone waarin het plangebied is gelegen.

6. Behoud en herstel van de landschappelijke kwaliteit van het Muziekbos en omgeving door ontwikkeling van wastinelandschap rond Geuzentoren en behoud van een deel van de meest typerende ‘kathedraalbestanden’ met Beuk.

In het Muziekbos worden alle bosfuncties maximaal gecombineerd en wordt het multifunctionele karakter van het bos beklemtoond.

In het deelgebied Muziekbos zijn de ecologische en recreatieve functie de belangrijkste functies en is de economische functie ondergeschikt. Wel zijn de milieubeschermende (o.a. erosiebestrij-ding) en de cultuur-historische functie (o.a. grafheuvels) belangrijke nevenfuncties.

In het deelgebied Bos Ter Eecken is de ecologische functie de belangrijkste, de bosbouwkundi-ge en de recreatieve functie zijn onderbosbouwkundi-geschikt.

Door een betere sturing van recreatieve activiteiten wordt gestreefd naar een zo gering mogelij-ke negatieve impact op de ecologische waarde van het bos. In kader hiervan werd een mobili-teitsstudie voor het Muziekbos en omgeving uitgevoerd waarbij actiepunten werden uitgewerkt om het doorgaand verkeer te beperken, het wild parkeren tegen te gaan, de bereikbaarheid voor de zachte weggebruiker te verbeteren, … zie hiervoor het rapport van de mobiliteitsanaly-se van het Muziekbos (Traject, 2010) in Bijlage 8.

Op kaart 3.1 is de gebiedsvisie voor het plangebied weergegeven. Per deelgebied komt dit neer op:

Bos Ter Eecken

Het noordelijk deel van het 25 ha groot Bos Ter Eecken is ecologisch bijzonder waardevol met enkele bronzones, heel wat voorjaarsflora, een gevarieerde struiklaag, verschillende oude bo-men, … De waardevolle vegetaties en flora worden dan ook maximaal behouden en ontwikkeld.

Dit gebeurt door in de kwetsbare zones geen of slechts enkele gerichte kappingen uit te voeren en het bos verder spontaan te laten ontwikkelen met toename van het aandeel dood hout, dikke bomen, …

Het homogeen lorkenbestand wordt omgevormd naar inheems loofhout met als streefdoel de ontwikkeling van een structuurrijke boszone met voorjaarsflora. In het oostelijk bestand wordt het hakhoutbeheer opnieuw ingesteld waarbij er altijd een deel ‘jong bos’ aanwezig zal zijn. Op de oostrand is het voorzien van een brede buffer naar het aanpalend landbouwgebied meer dan wenselijk.

De recreatie in dit deel wordt beperkt tot een wandel- en MTB-pad dat –deels door privaat bos- loopt van de straat Holle weg tot aan de Schorissesteenweg.

Muziekbos

Het plangebied bestaat hier uit de zuidelijke helft van een 100 ha groot bosgebied. Het centrale deel van het gebied namelijk de omgeving van de Boekzitting is een gekend en druk bezocht bosgebied.

De aanwezigheid van homogene Beukenbestanden met uitbundige voorjaarsflora, de potenties tot heide-ontwikkeling en de aanwezige bronzones bepalen in belangrijke mate het beheer dat voortaan wordt gevoerd. De inrichting en het beheer zal dan worden afgestemd op de aanwezi-ge potenties, richtingaanwezi-gevend zijn daarbij:

Homogeen beukenbos: bosverjonging met toenemende inmenging van bestandsdifferentië-rende boomsoorten.

Wastinegebied rond Geuzentoren: de zandige kop rond de Geuzentoren wordt opnieuw een ruime open zone met ontwikkeling van heide, struwelen en groepjes bomen waarbij het his-torisch uitzicht op de omgeving weer mogelijk zal zijn.

Bronboszones: op de zuidrand zijn enkele bronzones en diepe valleigebiedjes aanwezig.

De typische bronbosvegetatie is bijzonder kwetsbaar en wordt afgeschermd van betreding.

Door een goede begeleiding van de recreatie wordt in steile zones de erosie teruggedron-gen.

Typische fauna en flora: er is bijzondere aandacht voor het behoud van de kleine populatie Vuursalamander, de aanwezige wilde Mispels en andere zeldzamere lichtminnende strui-ken, heiderelicten en minder algemene broedvogels van oud bos (bvb. Glanskop) en struwe-len (bvb. Goudvink).

Recreatieve ontwikkeling: de omgeving van de Boekzitting wordt recreatief verder ontwik-keld met het voorzien van speeltuigen in het speelbos en een picknickplaats. Tevens komt er een betere aanduiding van het speelbos en is er een belangrijke uitbreiding van het speelbos in de beplante voormalige zandgroeve.

Parkeerbeleid en verkeersluwe straten: om het Muziekbos zo aangenaam en comfortabel mogelijk te maken voor de wandelaar, fietser of ruiter wordt wildparkeren en druk door-gaand verkeer uit het Muziekbos geweerd.

3.2 Beheerdoelstellingen m.b.t. de economische

In document Uitgebreid bosbeheerplan (pagina 77-80)