• No results found

Uitgangspunten toekomstscenario’s peuteropvang

De gemeente Coevorden wil in samenspraak met de voorschoolse partijen een volgende stap zetten in het harmonisatieproces en de ontwikkeling naar 16 uur POV met VE voor alle peuters (‘basisvoorziening’). De belangrijkste redenen worden gevormd door de

harmonisatie-wetgeving en het nieuwe GOAB-budget, maar ook de wijze waarop momenteel het lokale peuterstelsel is georganiseerd. De gemeente:

• wil in principe voor alle in Coevorden woonachtige peuters (dus ongeacht

arbeidspositie van ouders en doelgroepstatus van peuters) een hoge(re) kwaliteit realiseren (en zo mogelijk ook meer aanboduren en voor nog jongere kinderen door de startleeftijd voor VE te vervroegen) (de ‘basisvoorziening’ voor peuters);

• volgt de keuze(n) van overige gemeenten inzake de betaalbaarheid voor ouders, d.w.z.

de vraagprijs voor ouders (maximale vergoeding KOT vanuit Rijk / Belastingdienst, jaarlijkse indexering) en het kostenniveau voor de ouders (de

inkomens(on)-afhankelijke ouderbijdrage op basis van de landelijke adviestabel KOT met jaarlijkse indexering);

• wil net als overige gemeenten de financiën beheersbaar houden en extra kansen creëren voor (doelgroep)peuters (of nog jongere kinderen met een verlaging van de startleeftijd voor VE) als daartoe financiële ruimte bestaat

21

en

• wil voor alle (gesubsidieerde) aanbieders van POV met VE een gelijk speelveld creëren.

In de kern gaat het binnen het (toekomstige) Coevordense peuterstelsel om:

1) de algemene toegankelijkheid, 2) de kwaliteit,

3) de betaalbaarheid voor ouders en

4) de financiële houdbaarheid voor de gemeente.

Hieronder wordt verkend hoe dat er voor het huidige peuterstelsel uitziet, maar ook hoe het nieuwe peuterstelsel met 16 uur POV met VE voor alle peuters er uit zou kunnen zien, alsmede de overwegingen die daarbij een rol kunnen spelen. Het jaar 2019 kan als overgangsjaar worden gezien, als opmaat naar 2020.

21 Na actualisatie en herverdeling het GOAB-budget is het duidelijk dat er een substantieel groter GOAB-budget beschikbaar is per 1 januari 2019. Gelijkertijd wordt de inzet hoger. Doelgroeppeuters zullen vanaf 1 januari 2020 16 uur POV met VE per week moeten kunnen krijgen (nu is dat 10 uur per week). Dit vraagt een fors grotere inzet van GOAB-middelen.

25 Sardes 2019 Tabel 9.1 Algemene toegankelijkheid

Huidig peuterstelsel

Alle peuters (reguliere peuters en doelgroeppeuters) kunnen in principe naar de zes gesubsidieerde

kinderopvangorganisaties die subsidie ontvangen van de gemeente voor een kwalitatief goed peuteraanbod met VE.

Reguliere peuters uit kostwinnersgezinnen (de zgh. ‘Asscher-peuters’ of niet-KOT-gerechtigde ouders) en doelgroeppeuters kunnen alleen naar de gesubsidieerde peutervoorzieningen voor deelname aan een

peutergroep.Ze kunnen niet naar de andere twee kinderopvangaanbieders, omdat hun ouders niet in aanmerking komen voor KOT én omdat deze kinderopvangorganisaties geen gemeentelijke subsidie krijgen.

VE voor doelgroeppeuters is ook mogelijk in verticale groepen in kinderdagopvang (0 tot 4 jaar).

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020) Vanaf 2019:

Eventueel kunnen nieuwe aanbieders zich via cofinanciering of incidentele / eenmalige subsidieverstrekking van de gemeente kwalificeren voor POV met VE (conform de Coevordense kwaliteitsnorm). Dit kan worden beschouwd als soortement ‘pilot’.

Vanaf 2020:

Alle peuters (onafhankelijk van arbeidspositie ouders en doelgroepstatus kind) kunnen naar (meerdere) gesubsidieerde aanbieders van POV met VE, mits ze voldoen aan meerjarige subsidiecriteria voor groepen (o.a.

deelname voldoende peuters en kwaliteit) van de gemeente.

Overwegingen

Maximale keuzevrijheid voor ouders van reguliere peuters en doelgroeppeuters.

Geeft een kwaliteitsimpuls aan kinderopvangaanbieders om POV met VE aan te bieden (hoge(re) kwaliteit in horizontale peutergroepen).

Grotere dekkingsgraad, betere spreiding en hoger voorzieningenniveau van peutervoorzieningen over de gemeente.

Betere condities voor voorkomen en wegwerken (eventuele) wachtlijsten van reguliere peuters en doelgroeppeuters (grotere plaatsingsgarantie).

Tabel 9.2 Kwaliteit Huidig peuterstelsel

De zes gesubsidieerde aanbieders bieden voldoende kwaliteit van 1) reguliere POV (ca. 5 uur per week, 2 dagdelen, 40 weken per jaar) voor reguliere peuters en van 2) POV met VE (ca. 10 uur per week, 4 dagdelen, 40 weken per jaar) voor doelgroeppeuters.

Daarnaast bestaat er nog kinderopvangkwaliteit (conform Wet IKK) voor peuters binnen overige niet gesubsidieerde twee kinderopvangaanbieders.

De gemeente Coevorden heeft dus eigenlijk twee uiteenlopende kwaliteitsniveaus voor (doelgroep)peuters.

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020)

Er wordt een hoger kwaliteitsniveau van POV met VE gesteld voor alle aanbieders die subsidie (willen) krijgen voor het verzorgen van een peuteraanbod met VE.

Vanaf 2019:

Er komt een hogere kwaliteit POV met VE voor peuters, welke afhankelijk kan zijn van de samenstelling van de groep (aantal peuters en aandeel doelgroeppeuters daar binnen). Dit maakt differentiatie in kwaliteit mogelijk:

meer kwaliteit op ‘zwaardere groepen’.

26 Sardes 2019 Er kan evt. ook cofinanciering voor VE-scholing worden gevraagd van nieuwe aanbieders (ze hebben immers professionaliseringsbudget). Denk bijv. aan realiseren van taalnorm 3F.

Vanaf 2020:

Nieuwe aanbieders (mits gekwalificeerd op basis van gesprekscyclus, monitoring en evaluatie in 2019) krijgen (meerjarige) periodieke subsidie voor 16 uur POV met VE.

Het is goed om de 16 uur POV VE per week niet als ‘blauwdruk’ (bijv. overal 4 dagdelen van 4 uur gedurende 40 weken per jaar) uit te rollen, maar aanbieders de ruimte te geven om aan te sluiten bij wensen en behoeften van ouders en peuters (3 langere dagdelen van 5;20 uur maakt immers ook 16 uur per week).

Reguliere peuters kunnen deelnemen voor de helft van genoemde aantallen uren (8 uur per week) of krijgen evenveel uren als de doelgroeppeuters (16 uur per week) conform de uitgangspunten voor de ‘basisvoorziening’.

Veel vangt af van financiële haalbarheid van gemeente.

Overwegingen

De huidige kwaliteit van POV met VE kan met het nieuwe (ruime) GOAB-budget (vanaf 1 januari 2019) en de opdracht van 16 uur VE voor doelgroeppeuters (mogelijk) worden opgehoogd. Dit is goed voor de ontwikkeling van de doelgroeppeuters en de arbeidsomstandigheden van de beroepskrachten (bijv. meer taken en uren).

Het nieuwe peuterstelsel staat altijd open voor nieuwe aanbieders. De gemeente krijgt subsidierelaties met mogelijk meer (nieuwe) aanbieders.

De hogere kwaliteit POV met VE bij meerdere aanbieders biedt goede mogelijkheden voor menging van reguliere peuters en doelgroeppeuters.

Volg de landelijke ontwikkelingen inzake de 16 uur VE voor doelgroeppeuters vanaf 1 januari 2020 en stem daarop af. Wat mag, wat moet?

Tabel 9.3 Betaalbaarheid voor ouders Huidig peuterstelsel

Er zijn diverse financiële regelingen voor ouders:

• Ouders van doelgroeppeuters betalen een vast bedrag € 90 per jaar, ook als ouders recht hebben op KOT.

• Niet-KOT-gerechtigde ouders van reguliere peuters betalen naar inkomen o.g.v. de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2018).

• KOT-gerechtigde ouders van reguliere peuters betalen diverse uurtarieven bij diverse gesubsidieerde aanbieders (en betalen vervolgens naar inkomen).

Ouders van doelgroeppeuters (al dan niet KOT-gerechtigd) betalen niet volgens een inkomensafhankelijke tabel.

Dit kan druk geven bij Icare, omdat er (financiële) voordelen zitten aan een VE-indicatie voor hun peuter (groter aanbod, lagere kosten). Ouders van doelgroeppeuters kunnen bovendien relatief goed verdienen (meer dan een niet- of éénverdiener), maar toch lage kosten hebben aan gebruik van het gesubsidieerde peuteraanbod. Er wordt niet gekeken naar hun inkomen. Dit kan als ‘oneerlijk’ worden gepercipieerd.

Er worden nu ‘gratis’ dagdelen weggegeven aan ouders van doelgroeppeuters (hoewel dat niet zo wordt benoemd), wat een positief effect kan hebben op doelgroepbereik.

KOT-ouders hebben diverse kosten aan het gebruik van (gesubsidieerde) peuteropvang, want aanbieders vragen diverse uurtarieven (ergens tussen € 6,65 en € 7,45 per uur).

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020)

Eén vraagprijs voor alle ouders van (gesubsidieerde) POV met VE (de maximale vergoeding van het Rijk voor KOT, in 2019 is dat € 8,02, jaarlijkse indexering).

27 Sardes 2019 Ouders betalen de kosten voor de toegang (tot maximaal € 8,02 per uur in 2019) en gemeente betaalt de kosten voor de extra kwaliteit (alles boven de € 8,02). De gemeente subsidieert in alle gevallen het ‘plusbedrag’ voor alle ouders (POV met VE is in uitvoering immers duurder dan dagopvang vanwege de hogere kwaliteit). De gemeente subsidieert de ouders (via de aanbieders) van reguliere peuters die niet-KOT-gerechtigd zijn voor deelname aan POV met VE (extra kwaliteit).

Tweewerkende ouders krijgen o.g.v. inkomen tot de vraagprijs (€ 8,02 in 2019) terug van Rijk / Belastingdienst. Ze kunnen evt. meer uren POV met VE inkopen als ze dat willen, evenwel tegen de vrije vraagprijs van de aanbieder.

Niet-KOT-ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage die gebaseerd is op de landelijke adviestabel KOT (jaarlijkse indexering).

Doelgroeppeuters betalen op basis van inkomen (inkomensafhankelijke ouderbijdrage of KOT, afhankelijk van arbeidspositie) voor twee dagdelen, de andere twee dagdelen krijgen ze ‘gratis’.

OF:

Alle ouders betalen voor POV met VE van 16 uur per week, via KOT of inkomensafhankelijke ouderbijdrage (geen

‘gratis’ uren / dagdelen).

Eventueel kan er een overgangsregeling voor zittende ouders met deelnemende peuters worden ingesteld (in 1,5 jaar tijd zijn alle peuters uitgestroomd).

Overwegingen

Alle ouders (ook ouders van doelgroeppeuters) naar rato van het inkomen laten bijdragen aan het nieuwe peuterstelsel (inkomensafhankelijke ouderbijdrage) wordt over het algemeen als rechtvaardiger ervaren. Dit is in lijn met de bedoeling van de harmonisatie en conform de keuze van overige gemeenten. Consequentie kan zijn dat ouders van doelgroeppeuters meer moeten gaan betalen, maar dat komt doordat ze ook meer verdienen.

Tegelijkertijd zullen ouders met lage inkomsten minder hoeven te betalen.

Alle ouders, van welk gesubsidieerd peuteraanbod van welke aanbieder ze ook gebruik maken (keuzevrijheid), worden gelijk behandeld (volgens het principe ‘breedste schouders dragen de zwaarste lasten’) door voor iedereen dezelfde vraagprijs te hanteren (de maximale vergoeding van € 8,02 in 2019, jaarlijkse indexering).

Een ruimer aanbod van 16 uur POV met VE per week, betekent hoe dan ook hogere kosten voor (nagenoeg alle) ouders. Nu betalen ouders immers voor het gebruik van een kleiner peuteraanbod. Dit kan nadelig effect hebben op bereik. Ook is het zaak om het betalingssysteem duidelijk in te richten en te communiceren naar ouders, Complexiteit zou een extra drempel op kunnen werpen voor ouders.

‘Gratis’ uren / dagdelen voor doelgroeppeuters kan voorkomen dat (kwetsbare) ouders wegblijven van POV met VE (vergroting van non-bereik).

28 Sardes 2019 Tabel 9.4 Financiële haalbaarheid voor gemeente

Huidig peuterstelsel

In de gemeente wordt het huidige peuterstelsel bij de gesubsidieerde aanbieders uit de volgende inkomsten gefinancierd:

• Rijksbijdrage (G)OAB voor doelgroeppeuters

• Asscher-middelen voor reguliere peuters van ouders die geen recht hebben op KOT (en nog niet deelnemen aan een voorschoolse voorziening)

• KOT voor tweewerkende ouders

• Inkomensonafhankelijke ouderbijdrage voor reguliere peuters en voor doelgroeppeuters

Er worden geen eigen middelen uit het gemeentefonds ingezet.

De gemeente koopt volgens een subsidieregeling kindplaatsen in voor VE-peuters (€ 3.750 per jaar) en niet-KOT-peuters (€ 1.490 per jaar), elk met een eigen subsidiebedrag22.

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020)

Zet de huidige subsidieverordening (inkopen van kindplaatsen) in 2019 door tot 26 augustus 2019 of 1 januari 2020 (afhankelijk van invoeringsdatum van de 16 uur VE per week voor doelgroeppeuters).

Er wordt uitgegaan van een jaarlijks (geactualiseerd) subsidieplafond, bestaande uit rijksbijdrage (G)OAB, Asscher-middelen, KOT en inkomensafhankelijke ouderbijdragen (en evt. gemeentefonds). Dit dwingt de gemeente om keuzen te maken binnen de financiële mogelijkheden (bijv. voorrang aan (bestaande) groepen POV met VE in bepaalde wijken).

N.B. De gemeente krijgt de komende jaren veel meer bestedingsruimte, maar deze wordt opgebouwd over meerdere jaren (2019 t/m 2022), terwijl de uitbreiding van 10 naar 16 uur VE voor doelgroeppeuters vanaf 2020 moet zijn gerealiseerd.

Er komt (zo mogelijk) (variabele) groepsbekostiging voor de uitvoering van POV met VE. De hoogte van de periodieke subsidie hangt dan af van a) aantal reguliere peuters en b) aantal doelgroeppeuters op de groep voor POV met VE. Ook komt er mogelijk een incidentele startsubsidie om het aanbieden van POV met VE op een groep met peuters mogelijk te maken.

Overwegingen

22 Bij 16 uur VE voor doelgroeppeuters zouden deze bedragen worden vermenigvuldigd met factor 1,6. Dan gaat het om respectievelijk € 6.000 voor een doelgroeppeuter en € 2.384 voor een reguliere peuter. Het benodigde subsidiebudget zou dan € 724.880 zijn, als al het overige hetzelfde zou blijven.

29 Sardes 2019 Het nieuwe peuterstelsel is in financieel opzicht meer in lijn met de harmonisatie. Daardoor zijn er betere financiële garanties voor de houdbaarheid en toekomstbestendigheid ervan.

Bij een (dreigend) budgettekort kan de gemeente het volgende overwegen:

1) verklein de omvang van de groep doelgroeppeuters,

2) minder aandacht voor reguliere peuters met KOT-ouders (zij kunnen immers naar een KDV) (focus op reguliere peuters van niet-KOT-ouders én doelgroeppeuters).

Bij een ruimer GOAB-budget kan de gemeente het volgende overwegen:

1) verruim de omvang van de groep doelgroeppeuters (verlaging startleeftijd naar 2 jaar of ruimere definitie) 2) verlaag de financiële drempel voor (bepaalde groepen) ouders en hun peuters

3) investeer extra in vroegschoolse educatie bij basisscholen met achterstandskinderen (doorgaande lijn VVE) (of zomerscholen, schakelklassen, taalprojecten, ouderbetrokkenheid of onderwijstijdverlenging)

4) bied extra of hoge kwaliteit POV met VE (bijv. extra taakuren, hbo’ers op de groep, meer uren / langere dagdelen)

Groepsbekostiging heeft enkele voordelen boven individuele kindplaatsbekostiging. Het doel is om kwaliteit te bieden aan alle peuters op een groep. VE-kwaliteit komt ten goede aan een groep, niet aan individuele peuters binnen een groep. Kleine organisaties met één of enkele peuters en grote organisaties met meerdere peuters staan voor dezelfde opdracht: hoge VE-kwaliteit bieden aan groepen. Dat lukt met groepsbekostiging beter dan met individuele peutergebonden financiering, zeker als aanbieders maar kleine aantallen (doelgroep)peuters in kleine kernen hebben. Er is dan relatief weinig extra budget beschikbaar. Groepsbekostiging vraagt bovendien minder bureaucratie (er zijn immers minder groepen dan individuele peuters, dus minder bekostigingseenheden).

Bij groepsbekostiging is de uitdaging om transparantie bij de subsidieopbouw te betrachten en differentiatie in bekostiging adequaat toe te passen (bij ‘zware’ peutergroepen een royalere bekostiging, passend bij de zwaardere taakstelling). Differentiatie in bekostiging maakt mogelijk dat er een lokaal peuterstelsel kan komen waarin de kwaliteit op de groep afhangt van de samenstelling van de groep.

30 Sardes 2019