• No results found

Integrale zienswijze op voorschoolse stelsel van de Coevordense veldpartijen

Er is met alle zes de gesubsidieerde voorschoolse veldpartijen, en een organisatie zonder subsidie, gesproken over hun meningen en opvattingen bij het huidige peuterstelsel en hun wensen en ideeën bij het toekomstige peuterstelsel met het oog op de ontwikkeling naar 16 uur POV met VE voor (doelgroep)peuters. Daarvan wordt hieronder integraal verslag gedaan.

Hieruit komen enkele gedeelde standpunten naar voren, maar ook verschillen in opvattingen wat betreft een nieuw financieringsstelsel en de invulling van 16 uur VE. Alle partijen hebben de mogelijkheid gekregen om op de interviewverslagen te reageren. Slechts een partij heeft hiervan gebruik gemaakt, deze opmerkingen zijn verwerkt.

Hoe kijkt men aan tegen het traject?

Er wordt positief tegen de veranderingen aan gekeken. Men ziet de uitdagingen, maar met name de kansen en is blij dat de gemeente opdracht heeft gegeven voor de uitvoering van het onderzoek zodat er een onderbouwd en uitvoerbaar plan komt. Een ideaalbeeld voor de organisaties is een ‘gratis’ voorziening voor alle peuters in Coevorden. Men ziet wel in dat dit waarschijnlijk niet realistisch is. Een wens is dan ook om te kijken wat wel realistisch is en in hoeverre het ideaalbeeld bewerkstelligd kan worden. Enkelen benoemen nog wel als

toevoeging dat 16 uur VE voor sommige (doelgroep)peuters wat veel is. Daar moet ook ruimte en aandacht voor zijn in een nieuw stelsel zodat iedere peuter tot zijn/haar recht komt.

Huidige situatie

Gemengde groepen. De kinderopvangorganisaties in Coevorden streven allemaal naar gemengde groepen. In de praktijk blijkt dit soms moeilijk te realiseren. Voorbeelden van locaties met veel doelgroepkinderen zijn locaties van Kinderwereld in Geesbrug, Schoonoord, Aalden (AZC peuters) en bij de brede school Som, en ook bij de locatie van Gans Anderz. Dit zijn groepen die meer vragen van de pedagogisch medewerkers die op deze groepen staan, evenals de samenwerking met hulp- en zorgorganisaties voor de kinderen en het gezin. Het is een wens om meer niet- doelgroepouders binnen te halen op de ‘zware groepen’. Zoals Gans Anders verwoordt: ‘deze kinderen geven ook een richtlijn aan voor het niveau van de

ontwikkeling van doelgroepkinderen’.

Samenwerking onderling. In de gemeente is er geen organisatie die een monopolypositie bezit.

Dit heeft naar zeggen van de organisaties ook te maken met de kindvolgende manier van financiering voor VE en de niet KOT-peuters. Dit maakt dat de verhoudingen tussen alle organisaties vrij goed is. Wel zijn er vanuit de historie in de gemeente met het faillissement van Drieluik wat spanningen. Enkele oud-medewerkers zijn vanuit dit faillissement hun eigen organisaties gestart. Oud zeer van het faillissement en de hierdoor ontstane

concurrentieposities belemmeren samenwerking maar over het algemeen zijn de

verhoudingen naar eigen zeggen ‘prima’ en ‘on speaking terms’.

18 Sardes 2019

Een kwestie die speelt bij enkele gesproken partijen is de concurrentie op prijs. Volgens sommigen zijn er organisaties die een lagere prijs vragen voor (gesubsidieerde) peuteropvang.

Dat er geconcurreerd wordt op de prijs van de dagopvang en de BSO wordt prima gevonden door de organisaties, maar dit zou niet moeten gelden voor de prijs van peuteropvang. Op deze manier is er geen ‘level playing field’ voor de gesubsidieerde peuteropvang. Wat betreft het aantal geboden uren en dagdelen is er ook ongelijkheid tussen organisaties. Maar dit wordt niet als probleem gezien. Ouders hebben hierdoor meer keuzemogelijkheden.

Samenwerking scholen. Veel kinderopvangorganisaties zijn zich bewust van het belang van de samenwerking met scholen. Zo zijn er enkele locaties die bij voorkeur inpandig in een school zitten of samenwerking (nastreeft) met scholen die nabij zijn. Een enkeling heeft nog geen samenwerking met een school en heeft hier ook geen behoefte aan. Zij zijn voor het starten van kinderen met een schone lei op de basisschool.

Huidig financieringsstelsel

Keuzevrijheid. Als voordeel van het huidige financieringsstelsel wordt door de meeste

organisaties de keuzevrijheid voor ouders genoemd. Ouders van kinderen met een VE-indicatie kunnen nu bij nagenoeg alle voorschoolse voorzieningen in Coevorden terecht omdat er meerdere aanbieders zijn die subsidie voor kindplaatsen krijgen.

Verhoudingen. Het huidige financieringsstelsel is met name voordeling voor organisaties die betrekkelijk veel VE-kinderen hebben. Voor organisaties met weinig VE-kinderen is het moeilijk(er), al dan niet onmogelijk, om VE-kwaliteit aan te blijven bieden op basis van de financiering die zij voor enkele kinderen ontvangen. “Wanneer een kind met een indicatie naar de basisschool gaat, moeten we maar hopen dat er snel weer een nieuw VE-kind bij onze locatie komt”, is dan ook een uitspraak die we hoorden in de interviews. VE-kwaliteit is een kwaliteitsniveau dat geldt voor de hele groep, niet enkel iets wat je doet wanneer er een VE- kind is. Voor het uitvoeren, en het behouden van de kwaliteit, is er een programma nodig, geschoolde medewerkers en blijvende professionalisering die middelen vragen. In de huidige wijze van financiering zijn met name deze laatste twee punten moeilijk of niet te bekostigen voor organisaties met relatief weinig doelgroepkinderen.

Verantwoording. De huidige wijze van financiering is transparant omdat elke organisatie het aantal kinderen doorgeeft. Hier is ook de bekostiging op gebaseerd. De huidige wijze van verantwoording kost wel veel tijd. Elke twee maanden wordt het aantal kinderen en de middelen verrekend. De systemen van de organisaties en de administratie van de gemeente komen nooit helemaal overeen. Ook voor de gemeente brengt dit veel werk met zich mee. Dit systeem zou gemakkelijker en exacter kunnen.

Nieuw financieringsstelsel

Groepsfinanciering. De meeste organisaties zijn positief over groepsfinanciering. Dit is een

mogelijke oplossing voor het probleem dat eerder werd genoemd bij het huidige

19 Sardes 2019

financieringsstelsel; het tekort aan middelen om VE-kwaliteit te waarborgen wanneer slechts enkele VE-kinderen de locatie bezoeken.

Een nadeel van groepsfinanciering is dat er goed gekeken moet worden welke groepen hoeveel middelen krijgen. Een gevaar volgens een van de organisaties is dat er te veel geld gaat naar groepen terwijl dit niet nodig is. De ene organisatie kan bijvoorbeeld met minder geld uit dan de ander, maar biedt toch een hoge kwaliteit. Dit kan toe te schrijven zijn aan slim organiseren van het aanbod. Een voorbeeld is de oude grote peuterspeelzaalorganisaties die volgens sommigen geïnterviewden verhoudingsgewijs te veel middelen kregen. Er moet dus erg nauwkeurig gekeken worden naar de benodigde middelen, zodat de gemeente niet te veel geld uit gaat geven dat wellicht beter besteed kan worden.

Bekostiging en organisatie van scholing. In een nieuw stelsel zou er ook gekeken moeten worden naar de (bij)scholing om te voldoen aan VE-kwaliteit. Voor kleine organisaties is dit nu bijna niet te betalen. Een gezamenlijke scholing en voor training beschikbare middelen zouden een oplossing kunnen zijn. Dit geldt met name voor bovenwettelijke eisen die in de gemeente worden afgesproken.

Administratieve last. Alle organisaties benadrukken dat een nieuw stelsel zo weinig mogelijk last op moet leveren voor ouders, maar ook voor de organisaties zelf en de gemeente.

Kinderwereld noemt een voorbeeld van de gemeente Emmen waarin elke school een kinderopvang in huis heeft en een overkoepelende stichting de middelen verdeelt over de kinderopvangorganisaties. Deze manier van financiering blijkt nu toch omslachtig en momenteel onderzoeken zij alternatieven zoals groepsfinanciering.

Verantwoording. In een nieuw financieringsstelsel moet er ook aandacht zijn voor de wijze van verantwoording. Zowel voor administratielast als de inhoud van de verantwoording. Op dit moment zijn er naar zeggen van geïnterviewden slechts enkele organisaties die

verantwoording aan de gemeente overleggen wat betreft de inzet van de VE-middelen.

16 uur VE

Voor wie? Een gelijk aanbod voor alle peuters is voor de meeste organisaties het ideaal. Er hoeft dan geen onderscheid meer te worden gemaakt tussen reguliere en doelgroeppeuters, peuters hoeven ook geen ‘stempel’ meer te krijgen.

Dagdelen. Organisaties willen de 16 uur VE verschillend invullen. Kinderwereld heeft

bijvoorbeeld de voorkeur voor drie dagdelen van ruim 5 uur. Ouders hebben dan iets meer tijd voor zichzelf en wellicht ook ruimte om te gaan werken. Kinderwereld verwacht dat ouders een peuteraanbod van 16 uur verdeeld over vier dagen (te) veel zullen vinden.

Financiën. Het liefst worden er zo weinig mogelijk drempels voor ouders en peuters

opgeworpen. Elke drempel is er weer een. Bureaucratie is lastig voor ouders en schrikt af. Er

20 Sardes 2019

zijn twee uitgangspunten wat betreft de eigen bijdrage die ouders zouden moeten betalen in een nieuw stelsel.

Een groep organisaties vindt dat ouders naar inkomen zouden moeten betalen en zijn tegen

‘gratis’ dagdelen voor VE-kinderen. Op deze manier creëer je juist ongelijkheid en zou je in de hand kunnen werken dat ouders gaan ‘hengelen’ naar een indicatie. Daarnaast ‘bestaat gratis niet’ en als ouders zelf ook iets betalen voelen ze zich meer verbonden en zijn ze eerder geneigd om te komen. Deze groep erkent wel dat het lastig kan worden om alle ouders dan wel te behouden maar staat achter de uitspraak: ‘De breedste schouders dragen de zwaarste lasten’.

Er is echter een andere groep organisaties die vindt dat alle ouders hetzelfde zouden moeten betalen in een nieuw stelsel. Zij vinden het, net zoals bij het onderscheid tussen doelgroep en niet-doelgroepkinderen, niet wenselijk dat er onderscheid gemaakt wordt tussen ouders. Deze groep beargumenteert ook dat KOT-gerechtigde ouders van doelgroepkinderen meer moeten gaan betalen, omdat ze voor meer uren KOT aan moeten vragen en hun eigen bijdrage dus omhooggaat. Het risico bestaat dan dat zij geen 16 uur af willen nemen. Ook zijn er ouders die geen inzicht willen geven in hun inkomsten of voor wie dit lastig is, en dit zijn vaak juist de ouders die je niet kwijt wilt raken. Deze groep organisaties is bang dat groepen ouders

wegblijven wanneer het stelsel voor iedereen inkomensafhankelijk wordt en/of te ingewikkeld.

Ouders. Er zijn meerdere locaties die denken dat ouders 16 uur VE wel veel zullen vinden. Een goede argumentatie waarom het zo belangrijk is (de gemeente zou hier ook in kunnen helpen), is dan belangrijk. Het is dan ook cruciaal dat er goed wordt nagedacht over de communicatie richting ouders. Anderen denken dat het geleidelijk geaccepteerd zal worden, dit was immers ook zo bij de invoering van 10 uur VE enkele jaren geleden. Bijvoorbeeld bij Gans Anderz was er ook sterke inzet nodig om ouders te overtuigen van het belang van 10 uur VE. Inmiddels hebben organisaties hier ervaring mee opgedaan. Deze ervaring kan ook ingezet worden om ouders te overtuigen van 16 uur VE. Ouders willen uiteindelijk toch vooral het beste voor hun kind. Het aanbod moet vooral betaalbaar, en niet te ingewikkeld zijn en de tijden moeten praktisch zijn voor ouders.

Medewerkers. De meeste organisaties verwachten dat hun medewerkers het heel prettig zullen vinden als ze meer kunnen werken wanneer er een aanbod komt van 16 uur. Op dit moment zijn contracten voor de peuteropvang immers erg klein, en dit maakt het lastig om (goede) medewerkers aan te nemen die dit willen.

Als uitdaging wordt gezien om voldoende en goede medewerkers aan te nemen wanneer dit nodig is voor een ruimer aanbod. Er is een tekort aan geschoolde VE-krachten en bijscholen vraagt veel geld. Met name voor kleine organisaties zijn de kosten van het bijscholen een probleem.

Ruimte. Voor sommige locaties en de ruimte is de uitbreiding naar 16 uur een probleem. Maar

geen een organisatie ziet dit als een onoplosbaar probleem. Kinderwereld bijvoorbeeld heeft

21 Sardes 2019

locaties die gedeeld worden met de BSO, daar kan het aanbod alleen in de ochtend geboden worden.

Instapleeftijd. De Ukkiegroep geeft de mogelijkheid om te starten met VE vanaf 2 jaar. De subsidie voor VE-kinderen is echter pas vanaf 2,5 jaar en de meeste organisaties starten dan ook pas vanaf 2,5 jaar. De gemeente heeft wel eens een uitzondering gemaakt voor kinderen om eerder te beginnen. Maar dit gaat om een enkeling. Ook zijn er volgens sommige

organisaties die voor de leeftijd tussen 2 en 2,5 jaar een prijsafspraak maken, zodat kinderen met een indicatie toch alvast kunnen beginnen.

Pedagogisch gezien zijn er twee groepen. De grootste groep vindt dat een instroom vanaf 2 jaar wenselijk is omdat hoe eerder er begonnen wordt met het werken aan een

taalachterstand in het Nederlands, hoe meer effect dit heeft.

Een andere, kleinere groep, vindt het niet wenselijk dat kinderen vanaf 2 jaar al in de peutergroep komen. Er is immers een groot verschil tussen 2- en 2,5-jarigen. De jongere kinderen zijn nog niet in staat om op hun stoeltje in de kring te zitten en mee te doen met het programma. Zij vragen wel veel aandacht van de pedagogisch medewerkers en leiden de oudere kinderen af. Beide groepen benoemen wel dat er grote verschillen zijn tussen kinderen.

Kwaliteit. Er is geen organisatie die met 16 uur VE een nieuw aanbod op zou zetten.

Organisaties willen liever meer ruimte geven aan onderdelen van VE waar nu vaak te weinig tijd voor is, zoals ouderbetrokkenheid en extra aandacht voor individuele kindontwikkeling en voorlezen.

Kwaliteit hangt volgens organisaties ook samen met het aantal taakuren dat beroepskrachten in het nieuwe stelsel krijgen om voor te bereiden, nieuwe thema’s in te zetten en

ontwikkelplannen op te stellen. Organisaties zijn het echter niet eens met het aantal uren dat zij hiervoor graag beschikbaar zien. Er zijn namelijk ook organisaties die vinden dat er niet (te) veel taakuren moeten worden gegeven omdat efficiënt werken het mogelijk maakt om veel in korte tijd te doen.

Gemeente

Samenwerking met de gemeente. Alle partijen benadrukken dat zij het erg prettig vinden dat zij betrokken worden om mee te denken over een nieuw stelsel. De gemeente is snel met reageren en meedenken wanneer er vragen zijn.

Verwachting van de gemeente. De verwachting is dat iedere organisatie zijn eigen weg zoekt in het aanbieden van 16 uur VE. Sommige organisaties hebben daarbij meer ondersteuning nodig van de gemeente dan andere. Zo ging het ook bij de harmonisatie volgens sommige

betrokkenen. De ervaring is dat de gemeente Coevorden heel goed helpt en begeleidt

wanneer organisaties hierom vragen.

22 Sardes 2019

Kleine organisaties zouden het prettig vinden als er een oplossing wordt bedacht wat betreft de hoge eisen aan (bij)scholing. Een oplossing zou een gezamenlijke scholing kunnen zijn die door de gemeente gefaciliteerd wordt.

Overlegstructuur. De werkgroep functioneert goed volgens de betrokkenen. Alles wordt besproken en er wordt goed samengewerkt. Op niveau van de uitvoering werkt dit goed en er zitten ook scholen bij. Er is voldoende ruimte om mee te denken.

Enkele organisaties benoemen wel dat zij in de overleggen graag wat meer het gezamenlijke gesprek zouden willen voeren over de kwaliteit. Wat vinden wij kwaliteit en wat vinden wij belangrijk voor onze peuters? Het zou goed zijn om hier over te discussiëren en tot een gezamenlijke ambitie te komen.

Voor enkele organisaties is het moeilijk om aan te sluiten bij de overleggen. Dit geldt met name voor de kleinere organisaties waar leidinggevenden ook op de groepen staan. Het zou volgens hen prettig zijn als de overleggen gepland kunnen worden op rustige momenten in de opvang en niet ‘op donderdag om 13:00 uur’.

Over 5 jaar…

“Dan kunnen we terugkijken op wat er nu heel serieus opgezet wordt. Het zijn geen losse flodders hier in de gemeente. Het zal dan dus goed functioneren. En aan wat nog niet functioneert wordt gewerkt. Dit is ook de ervaring in Coevorden bij eerdere trajecten.”

Kinderwereld

“Zijn wij een heel goede VE-locatie waar jullie graag willen komen kijken. Iedereen is gekwalificeerd. De organisatie is dan verder gegroeid. De peutergroep zal dan een sterke samenwerking hebben met de school. Er is hierdoor een mooie doorgaande lijn naar school.”

Kaartje Kakel

“Heeft elk kind in Coevorden gelijke kansen, er is geen onderscheid meer voor wel of geen doelgroepkind. We waken ervoor dat er (te)veel geld uitgegeven wordt, er is een lange termijnvisie zijn zodat de situatie enigszins stabiel is. Voor de organisaties zou dat fijn zijn,

maar ook met name voor ouders en kinderen is stabiliteit belangrijk.”

De Rollebol

“Zijn er gemengde groepen en is het voor alle ouders vanzelfsprekend om je kind naar de peuteropvang te brengen.”

Gans Anderz

23 Sardes 2019

“Gaan alle peuters met een sterke basis naar de basisschool. Er zijn warme overdrachten en het basisonderwijs pakt dit ook serieus op. De scholen gaan dan verder waar de peuterstart is gestopt. Ouders vinden het dan gewoon om hun kind te brengen en realiseren zich hoe mooi

het aanbod is dat er in de gemeente is.”

Kids First

“16 uur peuteropvang is dan normaal geworden, net zoals naar school gaan. Als je kinderen 2,5 jaar zijn, dan gaan ze automatisch 16 uur naar de peuteropvang. Ook is er een doorlopende

leerlijn en een sterke samenwerking met de scholen.”

L.O.L.

“Dan zijn wij, als groep organisaties voor kinderopvang in de gemeente Coevorden, trots op de kwaliteit die wij dan hebben bereikt. De doorgaande lijn staat dan sterk en een peuter gaat in een vloeiende lijn naar de basisschool. Het niveau van alle peuters gaat omhoog en we zijn dan

een voorbeeld voor de rest van de provincie en het land. Alle doelgroeppeuters worden bereikt en mensen kunnen dan bij ons vragen hoe hebben we dat gedaan hebben. Wij kunnen dan het

goede voorbeeld verspreiden.”

SKKC

24 Sardes 2019