• No results found

Een basisvoorziening voor alle peuters in de gemeente Coevorden?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Een basisvoorziening voor alle peuters in de gemeente Coevorden?"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

In opdracht van de gemeente Coevorden

IJsbrand Jepma &

Janneke Schilder Sardes, maart 2019

Een basisvoorziening voor

alle peuters in de gemeente

Coevorden?

(2)

1 Sardes 2019

(3)

2 Sardes 2019

Een basisvoorziening voor alle peuters

in de gemeente Coevorden?

(4)

3 Sardes 2019

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 4

1. Inleiding ... 7

2. Onderzoeksvragen en opbrengsten ... 9

3. Aanbod peuteropvang ... 10

4. Aantal voorschoolse kinderen naar leeftijdsgroep ... 12

5. Ouders in reguliere POV en POV met VE ... 13

6. Huidige ouderbijdragen / kosten ouders ... 14

7. Financiële situatie gemeente Coevorden ... 15

8. Integrale zienswijze op voorschoolse stelsel van de Coevordense veldpartijen ... 17

9. Uitgangspunten toekomstscenario’s peuteropvang ... 24

10. Financiële afwegingen ... 30

11. Doorrekeningen van toekomstgerichte scenario’s ... 35

12. Financiële gevolgen voor ouders ... 46

13. Subsidieregeling(en) ... 48

14. Implementatie ... 52

Bijlage 1. Doorrekening groepsfinanciering gemeente Coevorden ... 57

(5)

4 Sardes 2019

Samenvatting

De gemeente Coevorden heeft Sardes gevraagd onderzoek te doen en advies te geven betreffende de vraag of een voorschoolse voorziening voor alle peuters (reguliere peuters en doelgroeppeuters van 2,5 tot 4 jaar) haalbaar en betaalbaar is. Een zogeheten

‘basisvoorziening’ van 16 uur per week voor alle peuters (640 uur op jaarbasis) is al een tijdje de inzet van de landelijke belangenorganisaties (VNG, PO-Raad, BK, BMK, SWN, BOinK) en wordt geadviseerd door diverse landelijke adviesraden (bijv. SER,

Onderwijsraad).

Aanleiding voor de vraag wordt gevormd door de bekendmaking van de actualisatie van de gewichtenregeling en het nieuwe budget voor het (gemeentelijk) onderwijsachterstanden- beleid (GOAB), waaruit blijkt dat de gemeente Coevorden vanaf 2019 t/m 2022 (gefaseerd in 4 jaar) een veel groter budgetvolume krijgt; plus € 605.000 t.o.v. het budgetniveau in 2018 voor het voorkomen en tegengaan van (ontluikende) onderwijsachterstanden bij kinderen uit minder sociale, culturele en economische thuisomstandigheden (de zogeheten

‘doelgroepkinderen’). Momenteel ontvangt de gemeente een bedrag ter grootte van

€ 428.000, maar dit loopt uiteindelijk op naar € 1.033.000. In 2019 is al een bedrag ter grootte van ruim € 956.000 beschikbaar. Let wel, dit zijn indicatieve jaarbedragen. Er kunnen jaarlijks fluctaties in de bedragen zitten.

Tegelijk ligt er een zwaardere taakstelling voor de gemeente, namelijk de uitbreiding van 10 naar 16 uur per week voorschoolse educatie (VE) per 2020 voor doelgroeppeuters. Dit brengt vanzelfsprekend extra kosten met zich mee.

Sardes is gevraagd om samen met het voorschoolse veld in Coevorden diverse scenario’s te ontwikkelen en door te rekenen. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met de aanbieders van gesubsidieerde peuteropvang, zijn diverse cijfermatige (beschikbare) gegevens opgevraagd en geanalyseerd en zijn toekomstgerichte scenario’s ontwikkeld die tegemoetkomen aan de gedeelde ambities van de gemeente en haar voorschoolse partners. Bij de scenario’s is rekening gehouden met de a) algemene toegankelijkheid, b) kwaliteit, c) betaalbaarheid voor ouders en d) financiële haalbaarheid voor de gemeente, welke als uitganspunten voor het nieuwe peuterstelsel zijn aangehouden. Ook zijn er financiële afwegingen gemaakt die ondersteunend zijn aan de uitgangspunten en de ‘stip aan de horizon’. Een conceptversie van het rapport is besproken op 6 december 2018 met alle stakeholders, gemeente en voorschoolse partijen. Op 28 januari 2019 is een vervolg op deze bijeenkomst geweest.

Uiteindelijk zijn er vier scenario’s ontwikkeld. Ze staan in onderstaande tabel, inclusief de

kosten van de gemeente Coevorden.

(6)

5 Sardes 2019 Tabel S1. Vier toekomstgerichte scenario’s en hun kosten voor de gemeente

Scenario Omschrijving Kosten gemeente

Scenario 1 Extra kwaliteit POV met VE voor reguliere peuters en hoge kwaliteit POV met VE voor doelgoeppeuters, doelgroeppeuters 16 uur per week en reguliere peuters 8 uur per week

€ 805.013

Scenario 2 Extra kwaliteit POV met VE voor reguliere peuters en hoge kwaliteit POV met VE voor doelgroeppeuters, alle peuters 16 uur per week

€ 1.177.522

Scenario 3 Hoge kwaliteit POV met VE, doelgroeppeuters 16 uur per week en reguliere peuters 8 uur per week

€ 913.993

Scenario 4 Hoge kwaliteit POV met VE, alle peuters 16 uur per week € 1.242.889

De kosten voor de gemeente kunnen ongeveer € 180.000 per jaar lager zijn, als besloten wordt dat alle ouders voor alle uren moeten betalen en er dus geen ‘gratis’ uren en dagdelen worden geschonken aan doelgroeppeuters en hun ouders.

De gemeente Coevorden wil met haar voorschoolse partners in eerste instantie gaan voor scenario 3, waarbij de allerhoogste kwaliteit wordt geboden die in dit rapport is

gepresenteerd. Doelgroeppeuters krijgen een dubbel aantal uren ten opzichte van reguliere peuters (16 versus 8 uur per week). Dit betekent een flinke verandering ten opzichte van de huidige situatie waarin reguliere peuters twee dagdelen / vijf uur per week (200 uur op jaarbasis) en doelgroeppeuters vier dagdelen / 10 uur per week (400 uur op jaarbasis) VE krijgen. Mogelijk is scenario 3 een opstap naar scenario 4, op de wat langere termijn.

Op termijn is voorkeursscenario 3 haalbaar en betaalbaar, mits er in gemeentelijk verband goede keuzen worden gemaakt en nageleefd. Het meest progressieve scenario (scenario 4) is waarschijnlijk alleen betaalbaar als de gemeente ook eigen middelen uit het

Gemeentefonds inzet, iets wat ze nu niet doet. Verder is het van belang om rekening te houden met het feit dat de gemeente naast hoge kwaliteit POV met VE ook andere matregelen en projecten inzake het tegengaan van onderwijsachterstanden / bevorderen van gelijke kansen bij doelgroepkinderen wil treffen, want dat zal ook uit het GOAB-budget gefinancierd moeten worden.

We stellen voor om over te stappen op een andere wijze van subsidiëren. Nu wordt aan kindplaatsbekostiging gedaan. In het nieuwe subsidiestelsel worden twee vormen van subsidies voorgestaan: verstrekken van 1) startsubsidie voor nieuwe aanbieders en

verstrekken van 2) periodieke subsidie voor gevestigde aanbieders op grond van (variabele) groepsbekostiging voor een hoge kwaliteit POV met VE. Hierdoor ontstaat een open peuterstelsel waarin plaats is voor nieuwe aanbieders van gesubsidieerde POV met VE door de gemeente.

Er liggen nog een aantal belangrijke zaken voor die van belang zijn voor de

(door)ontwikkeling naar 16 uur POV met VE van hoge kwaliteit voor doelgroeppeuters en 8 uur POV met VE van hoge kwaliteit voor reguliere peuters.

Zo zal besloten moet worden of het nieuwe Coevordense peuterstelsel op 26 augustus

2019 (begin van het nieuwe schooljaar) of op 1 januari 2020 (wettelijke invoeringsdatum)

(7)

6 Sardes 2019

van kracht gaat worden. Hoe pakken we dit stapsgewijs aan? In welk tempo willen we het gewenste scenario realiseren?

Omdat het peuteraanbod in uren toeneemt, zullen ouders natuurlijk in absolute zin meer gaan betalen, maar daarvoor krijgen ze ook een hogere kwaliteit. Dit zal echter niet zonder slag of stoot gaan, en vraagt veel informatievoorziening en communicatie met de ouders.

Moeten alle ouders voor alle uren betalen, of wil de gemeente extra uren ofwel derde en vierde dagdelen ‘gratis’ beschikbaar stellen voor doelgroeppeuters omwille van een hoog doelgroepbereik?

Omdat er veel extra geld bijkomt voor een hogere kwaliteit, zullen er met de voorschoolse partijen goede afspraken moeten worden gemaakt over die extra kwaliteit. Hoeveel extra taakuren krijgen beroepskrachten voor voorbereiding en permanente scholing, hoe intenstief wordt de hbo’er op of rond de groep ingezet?

Een andere vraag die van belang is, is hoe de uitbreiding van respectievelijk 5 en 10 uur per week naar 16 uur per week (960 uur tussen 2,5 en 4 jaar) zinvol kan worden ingevuld.

Vroeger beginnen, stel vanaf 2 jaar? Langere dagdelen (4 of 5,5 uur?), meer dagdelen (3, 4 of 5?), meer weken (46 i.p.v. 40) in het jaar? Een constant aantal uren per week vanaf een bepaalde leeftijd, of het aantal uren per week mee laten groeien met het klimmen der jaren (oudere peuters meer uren)? Hier zal goed over nagedacht moeten worden. Voorschoolse partijen en gemeenten willen de indeling van uren en dagdelen in principe vrijlaten, zodat er naar wensen en behoeften van ouders en (doelgroep)peuters kan worden gehandeld.

Tot slot is een (globaal) implementatieplan ontwikkeld waarin diverse opdrachten en werkzaamheden zijn geformuleerd die gefaseerd toewerken naar het nieuwe peuterstelsel.

Het is van groot belang dat het implementatieplan als een gezamenlijk project van gemeente en voorschoolse partners wordt uitgevoerd, weliswaar met een duidelijke regierol voor de gemeente.

IJsbrand Jepma en Janneke Schilder, maart 2019, Utrecht

(8)

7 Sardes 2019

1. Inleiding

De gemeente Coevorden wil haar peuters (2 à 2,5 tot 4 jaar) een goede toekomst bieden via een passend peuteraanbod van hoge kwaliteit met een groot bereik van zoveel mogelijk (doelgroep)peuters. Een kwalitatief goed peuterstelsel kan worden gezien als een krachtig (preventief) beleidsinstrument binnen de transformatie van het sociaal domein. Door de voorschoolse voorzieningen een belangrijke rol te geven in de ontwikkeling van jonge kinderen, kunnen risico’s op het ontwikkelen van problemen op latere leeftijd worden voorkomen. De gemeente is en wordt hierbij geconfronteerd met een combinatie van landelijke ontwikkelingen. Denk aan:

• de Wet harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

1

per 1 januari 2018 (harmoniseren van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk qua a. kwaliteit, b. toezicht en c. financieringsstructuur voor tweewerkende ouders die kinderopvangtoeslag- gerechtigd zijn),

• de extra peutermiddelen van Asscher (invoering van 2016 t/m 2021) voor éénwerkende en niet-werkende ouders (ouders die niet kinderopvang-

toeslaggerechtigd zijn, vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente)

2

,

• de nieuwe bekostigingssystematiek (actualisatie en herverdeling) van het GOAB (gefaseerd per 1 januari 2019) waaruit de voorschoolse educatie voor

doelgroeppeuters goeddeels wordt gefinancierd

3

,

• de toename van het (G)OAB-budget van € 15 miljoen per jaar (vanaf 2018) en de realisatie van 16 uur per week voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters met

€ 170 miljoen per jaar extra (vanaf 2020), waarvan € 150 miljoen voor een ruimer aanbod en € 20 miljoen voor kwaliteit

4

.

Hoe en in welke mate deze ontwikkelingen het huidige peuteraanbod in de gemeente Coevorden precies beïnvloeden, is lange tijd onzeker geweest. Recent is er een politiek besluit genomen over de nieuwe bekostigingssystematiek van het GOAB, zoals voorgesteld door het CBS

5

. De gemeente Coevorden weet nu waar ze budgettair aan toe is vanaf 1 januari 2019. Het is duidelijk dat de gemeente Coevorden (gefaseerd in 4 jaar tijd)

beduidend meer ruimte krijgt om een kwalitatief hoogwaardig voorschools stelsel neer te zetten voor (doelgroep)peuters

6

.

1 In de gemeente Coevorden is het peuterspeelzaalwerk inmiddels al omgevormd tot peuteropvang en als kinderopvang geregistreerd in het Landelijke Register Kinderopvang (LRK), waardoor het in technisch opzicht al voldoet aan de wettelijke eisen van de Wet kinderopvang. Tweewerkende ouders kunnen voor peuteropvang kinderopvangtoeslag (KOT) aanvragen, bijvoorbeeld. Toch zijn er misschien nog andere zaken die nader geharmoniseerd kunnen worden. Dat wordt in dit rapport meegenomen.

2 Ministerie van SZW, Brief Tweede Kamer, Bestuurlijke afspraken: een aanbod voor alle peuters, 26 april 2016.

3 Ministerie van OCW, Brief aan Tweede Kamer, Investeren in onderwijskansen, 31 januari 2018.

4 Vertrouwen in de toekomst, Regeerakkoord 2017-2021, VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, 10 oktober 2017.

5 CBS (2015). Herziening Gewichtenregeling voor het onderwijsachterstandenbeleid Primair Onderwijs. Den Haag: CBS.

CBS (2016). Herziening van gewichtenregeling primair onderwijs - Fase 1. Den Haag: CBS.

CBS (2017). Herziening van gewichtenregeling primair onderwijs. Fase 2: resultaten voor scholen en gemeenten.

Den Haag: CBS.

6 Ministerie van OCW, Aanpak van onderwijsachterstanden, 26 april 2018.

(9)

8 Sardes 2019

Ook de gefaseerde verruiming van de KOT met structureel € 250 miljoen per jaar vanaf 2021, zoals opgenomen in het Regeerakkoord, beïnvloedt de voorschoolse voorzieningen in de gemeente Coevorden. Kinderopvang en peuteropvang (met voorschoolse educatie) zullen hierdoor goedkoper worden voor tweewerkende ouders (en ook de éénwerkende en niet-werkende ouders op grond van de gekoppelde inkomensafhankelijke

ouderbijdragetabel van de VNG, waardoor het waarschijnlijk is dat de vraag toeneemt.

Het is tegen de achtergrond van bovengenoemde ontwikkelingen zaak om de richting en inrichting van het huidige peuterstelsel van de gemeente Coevorden tegen het licht te houden. Is het peuterstelsel in de gemeente Coevorden toekomstbestendig? Past het bij de ontwikkelingen in het kader van de harmonisatie? Wat zijn de mogelijkheden voor de basisvoorzienig van 16 uur per week VE voor alle peuters, gelet op de nieuwe financiering?

Zijn daar organisatorische, praktische en/of financiële veranderingen voor nodig? Waar

zitten de kansen en uitdagingen? En welke doelen stellen de gemeente en de voorschoolse

partners zichzelf?

(10)

9 Sardes 2019

2. Onderzoeksvragen en opbrengsten

De gemeente Coevorden wil haar peuters (2,5 tot 4 jaar) een goede toekomst bieden via een passend peuteraanbod van hoge kwaliteit met een groot bereik van zoveel mogelijk

(doelgroep)peuters. De gemeente wil onder meer weten hoe er met het nieuwe groeibudget zoveel mogelijk (doelgroep)peuters kunnen worden bereikt en hoe ze een kwaliteitsimpuls kunnen geven aan VVE. Hieruit kunnen diverse deelvragen worden afgeleid:

1) Wat betekent de verandering van de indicatoren van de gewichtenregeling voor de (zwaarte van de) doelgroep in de gemeente Coevorden? (OAB-scan

7

)

2) Is een basisvoorziening voor alle peuters haalbaar en betaalbaar? Welke

toekomstgerichte scenario’s zijn denkbaar en wat betekenen ze voor de a) algemene toegankelijkheid, b) kwaliteit, c) betaalbaarheid voor ouders en d) financiële

haalbaarheid voor gemeente?

3) Hoe kan de financiering van de subsidie aan de voorschoolse voorzieningen voor (doelgroep)peuters efficiënter worden ingericht, zonder daarbij informatie te verliezen over de individuele peuters?

4) Welke werkzaamheden moeten door de voorschoolse partijen worden verricht? Welke periode moet er voor de veranderingen in acht worden genomen? En hoe past dit bij het (oplopende) budget?

Het ligt voor de hand dat als uitvloeisel van deze verkenning er wijzigingen nodig zijn in de huidige opdrachtverlening / subsidieverstrekking aan de aanbieder(s) van het peuteraanbod.

De gemeente Coevorden wil dat bij de toekomstige richting en inrichting van het peuterstelsel de voorschoolse partners actief worden betrokken.

De opbrengst van deze opdracht is een door de betrokkenen gedragen helder geschreven rapportage (onderzoek én advies) met:

• inzicht in de verandering van de nieuwe gewichtenregeling en de consequenties hiervan voor vraag naar (behoefte) en aanbod van VE-voorzieningen (OAB-scan);

• diverse scenario’s (minimaal 3 en maximaal 5) voor de (gefaseerde) uitbouw van de respectievelijk 5 uur voor reguliere peuters en 10 uur voor doelgroeppeuters naar 16 uur VE voor alle peuters, een voorkeursscenario, doorrekeningen van de scenario’s en gevolgen voor a) algemene toegankelijkheid, b) kwaliteit, c) betaalbaarheid voor ouders en d) financiële haalbaarheid voor de gemeente;

• aanbevelingen om de VE-kwaliteit structureel te verbeteren en hoe dat te faciliteren

• advies om de huidige bekostigingssystematiek van bekostiging van individuele

reguliere en VE-kindplaatsen om te buigen naar een meer passende financieringswijze (bijv. groepsbekostiging);

• een opzet van een implementatieplan voor het nieuwe peuterstelsel (16 uur VE voor alle peuters) onder andere financiële condities (bijv. groepsbekostiging voor één hoge kwaliteit voor alle peuters).

7 De OAB-scan is in een aparte publicatie opgenomen.

(11)

10 Sardes 2019

3. Aanbod peuteropvang

In de gemeente Coevorden zijn acht commerciële kinderopvangorganisaties actief met in totaal 22 locaties. Zes organisaties met in totaal 15 locaties bieden door de gemeente gesubsidieerde POV met VE voor 2,5- tot 4-jarigen

8

. Dit zijn ze:

1) Stichting Kindontwikkeling en Kinderopvang Coevorden (SKKC): twee locaties met VE 2) Stichting Kinderwereld: 13 locaties, waarvan vijf zonder en acht met VE

3) Kids First: twee locaties met VE 4) De Rollebol: één locatie met VE 5) Gans Anderz: één locatie met VE 6) L.O.L. kinderopvang: één locatie met VE

De twee overige organisaties met elk één locatie (zonder VE) zijn:

7) Kaartje Kakel: één reguliere locatie 8) ‘t Armhoes: één reguliere locatie

De gemeente realiseert in 2018 93 plekken

9

op basis van de gemeentelijke subsidieregeling

10

voor de aanbieders van VE van minimaal 10 uur per week in minimaal 3 dagdelen (400 uur op jaarbasis). De subsidie bedraagt € 3.750 per jaar per doelgroeppeuter bij een subsidieplafond van € 348.750. De maximale (inkomensonafhankelijke) ouderbijdrage voor de VE-uren

bedraagt € 90 per jaar, dit is de laagste ouderbijdrage peuterwerk 2018 uit de adviestabel van de VNG.

Daarnaast heeft de gemeente een regeling voor niet-KOT-ouders. Deze subsidie bedraagt

€ 1.490 per jaar per reguliere peuter voor minimaal 5 uur per week in minimaal 2 dagdelen (200 uur op jaarbasis), bij een subsidieplafond van € 104.300. Van de niet-KOT-regeling maken 30 peuters gebruik. Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van de eerdergenoemde VNG-adviestabel.

Er is ook een groep asielpeuters

11

uit het AZC die deelnemen aan de gesubsidieerde VE- voorzieningen. De gemeente ontvangt gelden vanuit het COA die deels worden gebruikt voor het realiseren van een aanbod voor deze peuters

12

. Voor de asielpeuters geldt dezelfde bekostigingswijze als voor de niet-KOT-peuters (zie hierboven).

De gemeente heeft ook een UKKIE-groep voor peuters van 2 tot 2,5 jaar.

8 Samengesteld op basis van www.landelijkregisterkinderopvang.nl en mail van mevr. Doek-Trip van 25 juni 2018.

9 Dit is 75% van de 124 4-en 5-jarige doelgroepkinderen in het basisonderwijs van Coevorden vanwege de leeftijdsgrens 2,5 tot 4 jaar. De gemeente streeft een doelgroepbereik van 100% na.

10 Wijziging Verzamel uitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2016 (7e wijziging).

11 Het aantal asielpeuters in VE-voorzieningen gaan we opvragen via de gesubsidieerde aanbieders.

12 Kadernotitie voorschools- en onderwijsachterstandenbeleid. Gelijke ontwikkelkansen voor alle peuters en leerlingen in het basisonderwijs. November 2016.

(12)

11 Sardes 2019

Icare (JGZ) indiceert of peuters in aanmerking komen voor VE. Alle partijen zijn deelnemer in

overleg van de werkgroep 0-6. Hierin zijn ook alle basisschoolbesturen (Arcade, Catent en

Fiers) vertegenwoordigd, Icare en de gemeente.

(13)

12 Sardes 2019

4. Aantal voorschoolse kinderen naar leeftijdsgroep

In de voorschoolse leeftijd van 0 tot 4 jaar zijn er op peildatum 1 januari 2018 1205 kinderen in de gemeente Coevorden.

Tabel 4.1 Aantal kinderen naar leeftijdsgroepen, in gemeente Coevorden (1 januari 2018)*

0 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar

Totaal 290 315 298 302

* Bron CBS StatLine 2018, bevolking op 1 januari naar leeftijd

Voorschoolse educatie heeft betrekking op de leeftijdscategorie 2,5- tot 4-jarigen. Op basis van

voorgaande zijn er op peildatum 1 januari 2018 naar schatting 451 peuters van 2,5 tot 4 jaar

(schatting op basis van de helft van het aantal tweejarigen plus het aantal driejarigen in de

gemeente Coevorden).

(14)

13 Sardes 2019

5. Ouders in reguliere POV en POV met VE

Gesubsidieerde peuteropvang

Er zijn in het huidige gesubsidieerde peuteraanbod vier groepen ouders te onderscheiden.

Deze vier groepen ouders vormen het zogenaamde ouderkwadrant op basis van de twee dimensies:

1) arbeidspositie ouders (al dan geen recht op KOT)

2) doelgroepstatus peuter (reguliere peuter of doelgroeppeuter)

Hieronder staat het huidig gebruik van peuteropvang bij de zes aanbieders in de gemeente Coevorden, volgens het ouderkwadrant. De gemeente Coevorden heeft ten opzichte van de vier verschillende oudergroepen uiteenlopende financiële verantwoordelijkheden, zoals verderop duidelijk wordt.

Tabel 5.1 Typologie ouders in gesubsidieerde peuteropvang*

Reguliere peuters Doelgroeppeuters Totaal

KOT: ja 284 66 350 (85%)

KOT: nee 30 34 64 (15%)

Totaal 314 (76%) 100 (24%) 414 (100%)

* Gegevens zijn in de zomer van 2018 aangeleverd door de zes organisaties.

Afgezet tegen alle peuters die er in de gemeente Coevorden zijn, betekent dit een bereik van 92% (414 van 451 peuters) in gesubsidieerde POV (met VE). Dit is een tamelijk hoog

deelnamepercentage.

Ouders en hun recht op KOT

Volgens gegevens van het CBS (1 januari 2017)

13

hebben veruit de meeste ouders van peuters recht op KOT omdat beide ouders werken of studeren. Zie de volgende tabel:

Tabel 5.2 Aantal peuters (2,5 tot 4 jaar) van ouders met of zonder recht op KOT, gemeente Coevorden (1 januari 2017)*

Met KOT Zonder KOT Totaal aantal peuters

(2,5 – 4 jaar) (geschat)

361 (80%) 90 (20%) 451 (100%)

* We hebben de percentages ‘omgeslagen naar het geschatte aantal peuters in 2018.

Coevorden heeft regionaal gezien een redelijk gemiddelde groep ouders van peuters die recht op KOT hebben. In de buurgemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn en Emmen zijn deze percentages respectievelijk 86%, 83% en 75%. Landelijk is dit percentage 78%.

13 Buitenhek management & consult (2017). Monitor bereik van voorschoolse voorzieningen in NL 2017 Onderzoek naar effecten bestuurlijke afspraken Aanbod voor alle peuters SZW en VNG. Amersfoort:

(15)

14 Sardes 2019

6. Huidige ouderbijdragen / kosten ouders

Hieronder wordt uitgelegd wat de huidige kosten zijn voor ouders die nu gebruik maken van de gesubsidieerde peutervoorzieningen in de gemeente Coevorden.

Er zijn momenteel voor verschillende groepen ouders aparte financiële regelingen:

• Ouders van doelgroeppeuters (al dan niet KOT-gerechtigd) betalen een vast bedrag van € 90 per jaar (voor 4 dagdelen / 10 uur per week, gedurende 40 weken, dus 400 uur op jaarbasis

14

).

• Niet-KOT-gerechtigde ouders van reguliere peuters betalen naar inkomen

15

o.g.v. een inkomensafhankelijke ouderbijdrage volgens de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2018

16

(minimaal € 90 bij een verzamelinkomen van minder dan

€ 18.849 per jaar en maximaal € 958 bij een verzamelinkomen van meer dan € 108.045 per jaar) (voor 2 dagdelen / 5 uren per week, gedurende 40 weken, dus 200 uur op jaarbasis).

• KOT-gerechtigde ouders van reguliere peuters betalen eveneens een

inkomensafhankelijke ouderbijdrage overeenkomstig de VNG-tabel (voor 2 dagdelen / 5 uren per week, gedurende 40 weken, dus 200 uur op jaarbasis). Echter, de

uurtarieven die door gesubsidieerde aanbieders voor POV met VE worden gehanteerd, verschillen

17

.

14 Bij de gesubsidieerde aanbieders van POV met VE komen naast dagdelen van 2,5 uur ook dagdelen van 3,5 of 3 uur voor, wat bij 3 dagdelen van 3,5 uur tot 10,5 uur per week (420 uur op jaarbasis) bij geïndiceerde

doelgroeppeuters leidt. Reguliere peuters en doelgroeppeuters ontvangen dus een verschillend peuteraanbod voor in principe één en dezelfde kosten, hoewel de onderlinge verschillen tussen de gesubsidieerde aanbieders klein zijn.

15 Het netto uurbedrag dat ouders moeten betalen is afhankelijk van hun verzamelinkomen. Hoe kleiner het inkomen, hoe lager het bedrag (‘breedste schouders dragen de zwaarste lasten’).

16 Deze tabel is afgeleid van de landelijke Kinderopvangtoeslagtabel 2018, welke jaarlijks wordt aangepast. Zie:

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvangtoeslag/bedragen-kinderopvangtoeslag-2018

17 Ter illustratie: Peuterstart van SKKC vraagt voor POV met VE een uurtarief van € 7,25 aan tweewerkende ouders, terwijl De Rollebol € 7,45 per uur vraagt. L.O.L. kinderopvang vraagt € 6,65 per uur. Gans Anderz daarentegen vraagt € 7,00 per uur. Wellicht hanteren de andere gesubsidieerde aanbieders van POV met VE nog andere uurtarieven. Dit kan in de praktijk tot concurrentie op prijs leiden, omdat zowel doelgroeppeuters als reguliere peuters (al dan niet KOT-gerechtigd) gebruik maken van de gesubsidieerde peutervoorziening met extra kwaliteit VE waaraan de gemeente bijdraagt. Bovendien laten gemeente en organisaties daarmee geld liggen bij het Rijk, want ouders kunnen tot € 7,45 in 2018 (en € 8,02 in 2019) gefinancierd krijgen.

(16)

15 Sardes 2019

7. Financiële situatie gemeente Coevorden

Hieronder staat een financieel overzicht van de inkomsten / kosten die de gemeente Coevorden heeft bij de organisatie van het gesubsidieerde peuteraanbod.

Tabel 7.1 Gemeentelijke subsidie reguliere POV en POV met VE in gemeente Coevorden

2018 2019 2020 2021 2022

Gemeentefondsmiddelen voor

POV* € 0 € ?? € ?? € ?? € ??

Specifieke uitkering GOAB**

(geoormerkt) voor VE

€ 427.937 € 956.310*** € 992.000 € 1.007.500 € 1.033.000

Extra (structurele) peuter- middelen (gemeentefonds)

****

€ 80.388

€ 80.388 € 80.388 € 80.388 € 80.388

Totaal € 508.325 € 1.036.698 € 1.072.388 € 1.087.888 € 1.113.338

* De gemeente stopt momenteel geen eigen middelen uit het Gemeentefonds in de peutervoorziening.

** Hiervan wordt POV met VE bekostigd.

*** Dit zijn de indicatieve bedragen van het nieuwe GOAB, zoals per brief aangekondigd op 26 april 2018 en besluit 27 september 2018 inzake specifieke uitkeringen t.b.v. GOAB (zie: www.goab.eu).

*** Dit zijn de zogeheten ‘Asscher-middelen’.

De kosten die de gemeente Coevorden momenteel heeft aan het peuteraanbod, worden goeddeels betaald vanuit de GOAB-middelen. Vanaf 2019 en verder krijgt de gemeente Coevorden door verandering van de GOAB-bekostigingssystematiek de beschikking over substantieel meer middelen. De gemeente gaat tussen 2019 en 2022 (indicatieve) bedragen ontvangen die oplopen tot € 1.033.000, uitgaande van een doelgroepomvang van 15%, een drempel van 5% voor gemeenten en geen extra deelbudget voor de G4. Dit bekostigingsmodel legt de focus op de grootste risico’s op het ontwikkelen van achterstanden

18

.

Na 2016 ontvangt de gemeente Coevorden nog eens extra middelen van het Rijk voor het creëren van een peuteraanbod voor reguliere peuters van niet-KOT-gerechtigde peuters, de zogeheten Asscher-middelen. Dit bedrag zou aanvankelijk elk jaar (gedurende 6 jaar) toenemen, van 2016 t/m 2021, tot een bedrag van € 160.776.

Er is echter discussie ontstaan over de inzet van de Asscher-middelen, nu is gebleken dat er veel minder reguliere peuters van niet-KOT-gerechtigde ouders zijn die nog niet deelnemen aan een voorschoolse voorziening (non-bereik), dan aanvankelijk gedacht

19

. Onlangs is daarom besloten dat het bedrag niet verder toeneemt dan het niveau van 2018, dus € 80.388 per jaar

20

.

18 Ministerie van OCW, Brief aan Tweede Kamer, Investeren in onderwijskansen, 31 januari 2018.

19 Ministerie van SZW, Verzamelbrief kinderopvang, 8 maart 2018.

20 Zie: Septembercirculaire Gemeentefonds 2018 op www.goab.eu.

(17)

16 Sardes 2019

Omdat het GOAB-budget de komende jaren fors toeneemt, en ook de Asscher-middelen doorgezet worden, ontstaat er dus veel meer financiële ruimte voor een kwalitatief hoogstaand VE-aanbod voor (doelgroep)peuters. Niettemin blijft er dus nog steeds enige financiële onzekerheid over de financiële positie van de gemeente Coevorden per 2019 en verder.

De gemeente Coevorden heeft subsidierelaties met zes aanbieders van POV met VE. Ze koopt VE-kindplaatsen en reguliere kindplaatsen (niet-KOT) in. In totaal gaat het in 2018 om een subsidiebedrag van maximaal € 453.050. In de volgende tabel staan de subsidiebedragen per aanbieder.

Tabel 7.2 Subsidiebedragen per aanbieder in 2018, uitgesplitst naar reguliere peuters en doelgroeppeuters (volgens opgaaf gemeente)

VE jan-feb mrt-april mei-juni juli-aug sept-okt nov-dec totaal

SKKC € 15.009,33 € 11.250,00 € 11.250,00 € 9.999,50 € 8.437,50 € 9.375,00 € 65.321,33 Kinderwereld € 29.687,50 € 33.750,00 € 33.281,25 € 33.790,36 € 35.641,13 € 35.770,85 € 201.921,09 Kids First € 1.250,00 € 1.250,00 € 1.250,0 € 1.250,00 € - € 1.250,00 € 6.250,00 De Rollebol € 3.714,33 € 5.000,00 € 5.312,50 € 4.375,00 €3.593,75 € 3.750,00 € 25.745,58 Gans Anderz € 6.406,25 € 7.812,50 € 9.375,00 € 9.375,00 € 9.687,50 € 10.156,25 € 52.812,50

LOL € - € - € - € - € - € - € -

TOTAAL € 56.067,41 € 59.062,50 € 60.468,75 € 58.789,86 € 57.359,88 € 60.302,10 € 352.050,50

Niet KOT jan-feb mrt-april mei-juni juli-aug sept-okt nov-dec totaal

SKKC € 496,57 € 869,17 € 1.093,66 € 869,17 € 1.554,36 € 1.406,34 € 6.289,27 Kinderwereld € 4.479.43 € 3.930,61 € 3.726,12 € 2.847,64 € 2.584,40 € 3.552,07 € 21.120,27 Kids First € 248,33 € 481,77 € 357,60 € 233,43 € 233,43 € 233,43 € 1.787,99

De Rollebol € 311,15 € 311,15 € 311,15 € 372,50 € - € - € 1.305,95

Gans Anderz € - € - € - € - € - € - € -

LOL € 132,36 € 132,36 € 132,36 € - € - € - € 397,08

TOTAAL € 5.667,84 € 5.725,06 € 5.620,89 € 4.322,74 € 4.372,19 € 5.191,84 € 30.900,56

(18)

17 Sardes 2019

8. Integrale zienswijze op voorschoolse stelsel van de Coevordense veldpartijen

Er is met alle zes de gesubsidieerde voorschoolse veldpartijen, en een organisatie zonder subsidie, gesproken over hun meningen en opvattingen bij het huidige peuterstelsel en hun wensen en ideeën bij het toekomstige peuterstelsel met het oog op de ontwikkeling naar 16 uur POV met VE voor (doelgroep)peuters. Daarvan wordt hieronder integraal verslag gedaan.

Hieruit komen enkele gedeelde standpunten naar voren, maar ook verschillen in opvattingen wat betreft een nieuw financieringsstelsel en de invulling van 16 uur VE. Alle partijen hebben de mogelijkheid gekregen om op de interviewverslagen te reageren. Slechts een partij heeft hiervan gebruik gemaakt, deze opmerkingen zijn verwerkt.

Hoe kijkt men aan tegen het traject?

Er wordt positief tegen de veranderingen aan gekeken. Men ziet de uitdagingen, maar met name de kansen en is blij dat de gemeente opdracht heeft gegeven voor de uitvoering van het onderzoek zodat er een onderbouwd en uitvoerbaar plan komt. Een ideaalbeeld voor de organisaties is een ‘gratis’ voorziening voor alle peuters in Coevorden. Men ziet wel in dat dit waarschijnlijk niet realistisch is. Een wens is dan ook om te kijken wat wel realistisch is en in hoeverre het ideaalbeeld bewerkstelligd kan worden. Enkelen benoemen nog wel als

toevoeging dat 16 uur VE voor sommige (doelgroep)peuters wat veel is. Daar moet ook ruimte en aandacht voor zijn in een nieuw stelsel zodat iedere peuter tot zijn/haar recht komt.

Huidige situatie

Gemengde groepen. De kinderopvangorganisaties in Coevorden streven allemaal naar gemengde groepen. In de praktijk blijkt dit soms moeilijk te realiseren. Voorbeelden van locaties met veel doelgroepkinderen zijn locaties van Kinderwereld in Geesbrug, Schoonoord, Aalden (AZC peuters) en bij de brede school Som, en ook bij de locatie van Gans Anderz. Dit zijn groepen die meer vragen van de pedagogisch medewerkers die op deze groepen staan, evenals de samenwerking met hulp- en zorgorganisaties voor de kinderen en het gezin. Het is een wens om meer niet- doelgroepouders binnen te halen op de ‘zware groepen’. Zoals Gans Anders verwoordt: ‘deze kinderen geven ook een richtlijn aan voor het niveau van de

ontwikkeling van doelgroepkinderen’.

Samenwerking onderling. In de gemeente is er geen organisatie die een monopolypositie bezit.

Dit heeft naar zeggen van de organisaties ook te maken met de kindvolgende manier van financiering voor VE en de niet KOT-peuters. Dit maakt dat de verhoudingen tussen alle organisaties vrij goed is. Wel zijn er vanuit de historie in de gemeente met het faillissement van Drieluik wat spanningen. Enkele oud-medewerkers zijn vanuit dit faillissement hun eigen organisaties gestart. Oud zeer van het faillissement en de hierdoor ontstane

concurrentieposities belemmeren samenwerking maar over het algemeen zijn de

verhoudingen naar eigen zeggen ‘prima’ en ‘on speaking terms’.

(19)

18 Sardes 2019

Een kwestie die speelt bij enkele gesproken partijen is de concurrentie op prijs. Volgens sommigen zijn er organisaties die een lagere prijs vragen voor (gesubsidieerde) peuteropvang.

Dat er geconcurreerd wordt op de prijs van de dagopvang en de BSO wordt prima gevonden door de organisaties, maar dit zou niet moeten gelden voor de prijs van peuteropvang. Op deze manier is er geen ‘level playing field’ voor de gesubsidieerde peuteropvang. Wat betreft het aantal geboden uren en dagdelen is er ook ongelijkheid tussen organisaties. Maar dit wordt niet als probleem gezien. Ouders hebben hierdoor meer keuzemogelijkheden.

Samenwerking scholen. Veel kinderopvangorganisaties zijn zich bewust van het belang van de samenwerking met scholen. Zo zijn er enkele locaties die bij voorkeur inpandig in een school zitten of samenwerking (nastreeft) met scholen die nabij zijn. Een enkeling heeft nog geen samenwerking met een school en heeft hier ook geen behoefte aan. Zij zijn voor het starten van kinderen met een schone lei op de basisschool.

Huidig financieringsstelsel

Keuzevrijheid. Als voordeel van het huidige financieringsstelsel wordt door de meeste

organisaties de keuzevrijheid voor ouders genoemd. Ouders van kinderen met een VE-indicatie kunnen nu bij nagenoeg alle voorschoolse voorzieningen in Coevorden terecht omdat er meerdere aanbieders zijn die subsidie voor kindplaatsen krijgen.

Verhoudingen. Het huidige financieringsstelsel is met name voordeling voor organisaties die betrekkelijk veel VE-kinderen hebben. Voor organisaties met weinig VE-kinderen is het moeilijk(er), al dan niet onmogelijk, om VE-kwaliteit aan te blijven bieden op basis van de financiering die zij voor enkele kinderen ontvangen. “Wanneer een kind met een indicatie naar de basisschool gaat, moeten we maar hopen dat er snel weer een nieuw VE-kind bij onze locatie komt”, is dan ook een uitspraak die we hoorden in de interviews. VE-kwaliteit is een kwaliteitsniveau dat geldt voor de hele groep, niet enkel iets wat je doet wanneer er een VE- kind is. Voor het uitvoeren, en het behouden van de kwaliteit, is er een programma nodig, geschoolde medewerkers en blijvende professionalisering die middelen vragen. In de huidige wijze van financiering zijn met name deze laatste twee punten moeilijk of niet te bekostigen voor organisaties met relatief weinig doelgroepkinderen.

Verantwoording. De huidige wijze van financiering is transparant omdat elke organisatie het aantal kinderen doorgeeft. Hier is ook de bekostiging op gebaseerd. De huidige wijze van verantwoording kost wel veel tijd. Elke twee maanden wordt het aantal kinderen en de middelen verrekend. De systemen van de organisaties en de administratie van de gemeente komen nooit helemaal overeen. Ook voor de gemeente brengt dit veel werk met zich mee. Dit systeem zou gemakkelijker en exacter kunnen.

Nieuw financieringsstelsel

Groepsfinanciering. De meeste organisaties zijn positief over groepsfinanciering. Dit is een

mogelijke oplossing voor het probleem dat eerder werd genoemd bij het huidige

(20)

19 Sardes 2019

financieringsstelsel; het tekort aan middelen om VE-kwaliteit te waarborgen wanneer slechts enkele VE-kinderen de locatie bezoeken.

Een nadeel van groepsfinanciering is dat er goed gekeken moet worden welke groepen hoeveel middelen krijgen. Een gevaar volgens een van de organisaties is dat er te veel geld gaat naar groepen terwijl dit niet nodig is. De ene organisatie kan bijvoorbeeld met minder geld uit dan de ander, maar biedt toch een hoge kwaliteit. Dit kan toe te schrijven zijn aan slim organiseren van het aanbod. Een voorbeeld is de oude grote peuterspeelzaalorganisaties die volgens sommigen geïnterviewden verhoudingsgewijs te veel middelen kregen. Er moet dus erg nauwkeurig gekeken worden naar de benodigde middelen, zodat de gemeente niet te veel geld uit gaat geven dat wellicht beter besteed kan worden.

Bekostiging en organisatie van scholing. In een nieuw stelsel zou er ook gekeken moeten worden naar de (bij)scholing om te voldoen aan VE-kwaliteit. Voor kleine organisaties is dit nu bijna niet te betalen. Een gezamenlijke scholing en voor training beschikbare middelen zouden een oplossing kunnen zijn. Dit geldt met name voor bovenwettelijke eisen die in de gemeente worden afgesproken.

Administratieve last. Alle organisaties benadrukken dat een nieuw stelsel zo weinig mogelijk last op moet leveren voor ouders, maar ook voor de organisaties zelf en de gemeente.

Kinderwereld noemt een voorbeeld van de gemeente Emmen waarin elke school een kinderopvang in huis heeft en een overkoepelende stichting de middelen verdeelt over de kinderopvangorganisaties. Deze manier van financiering blijkt nu toch omslachtig en momenteel onderzoeken zij alternatieven zoals groepsfinanciering.

Verantwoording. In een nieuw financieringsstelsel moet er ook aandacht zijn voor de wijze van verantwoording. Zowel voor administratielast als de inhoud van de verantwoording. Op dit moment zijn er naar zeggen van geïnterviewden slechts enkele organisaties die

verantwoording aan de gemeente overleggen wat betreft de inzet van de VE-middelen.

16 uur VE

Voor wie? Een gelijk aanbod voor alle peuters is voor de meeste organisaties het ideaal. Er hoeft dan geen onderscheid meer te worden gemaakt tussen reguliere en doelgroeppeuters, peuters hoeven ook geen ‘stempel’ meer te krijgen.

Dagdelen. Organisaties willen de 16 uur VE verschillend invullen. Kinderwereld heeft

bijvoorbeeld de voorkeur voor drie dagdelen van ruim 5 uur. Ouders hebben dan iets meer tijd voor zichzelf en wellicht ook ruimte om te gaan werken. Kinderwereld verwacht dat ouders een peuteraanbod van 16 uur verdeeld over vier dagen (te) veel zullen vinden.

Financiën. Het liefst worden er zo weinig mogelijk drempels voor ouders en peuters

opgeworpen. Elke drempel is er weer een. Bureaucratie is lastig voor ouders en schrikt af. Er

(21)

20 Sardes 2019

zijn twee uitgangspunten wat betreft de eigen bijdrage die ouders zouden moeten betalen in een nieuw stelsel.

Een groep organisaties vindt dat ouders naar inkomen zouden moeten betalen en zijn tegen

‘gratis’ dagdelen voor VE-kinderen. Op deze manier creëer je juist ongelijkheid en zou je in de hand kunnen werken dat ouders gaan ‘hengelen’ naar een indicatie. Daarnaast ‘bestaat gratis niet’ en als ouders zelf ook iets betalen voelen ze zich meer verbonden en zijn ze eerder geneigd om te komen. Deze groep erkent wel dat het lastig kan worden om alle ouders dan wel te behouden maar staat achter de uitspraak: ‘De breedste schouders dragen de zwaarste lasten’.

Er is echter een andere groep organisaties die vindt dat alle ouders hetzelfde zouden moeten betalen in een nieuw stelsel. Zij vinden het, net zoals bij het onderscheid tussen doelgroep en niet-doelgroepkinderen, niet wenselijk dat er onderscheid gemaakt wordt tussen ouders. Deze groep beargumenteert ook dat KOT-gerechtigde ouders van doelgroepkinderen meer moeten gaan betalen, omdat ze voor meer uren KOT aan moeten vragen en hun eigen bijdrage dus omhooggaat. Het risico bestaat dan dat zij geen 16 uur af willen nemen. Ook zijn er ouders die geen inzicht willen geven in hun inkomsten of voor wie dit lastig is, en dit zijn vaak juist de ouders die je niet kwijt wilt raken. Deze groep organisaties is bang dat groepen ouders

wegblijven wanneer het stelsel voor iedereen inkomensafhankelijk wordt en/of te ingewikkeld.

Ouders. Er zijn meerdere locaties die denken dat ouders 16 uur VE wel veel zullen vinden. Een goede argumentatie waarom het zo belangrijk is (de gemeente zou hier ook in kunnen helpen), is dan belangrijk. Het is dan ook cruciaal dat er goed wordt nagedacht over de communicatie richting ouders. Anderen denken dat het geleidelijk geaccepteerd zal worden, dit was immers ook zo bij de invoering van 10 uur VE enkele jaren geleden. Bijvoorbeeld bij Gans Anderz was er ook sterke inzet nodig om ouders te overtuigen van het belang van 10 uur VE. Inmiddels hebben organisaties hier ervaring mee opgedaan. Deze ervaring kan ook ingezet worden om ouders te overtuigen van 16 uur VE. Ouders willen uiteindelijk toch vooral het beste voor hun kind. Het aanbod moet vooral betaalbaar, en niet te ingewikkeld zijn en de tijden moeten praktisch zijn voor ouders.

Medewerkers. De meeste organisaties verwachten dat hun medewerkers het heel prettig zullen vinden als ze meer kunnen werken wanneer er een aanbod komt van 16 uur. Op dit moment zijn contracten voor de peuteropvang immers erg klein, en dit maakt het lastig om (goede) medewerkers aan te nemen die dit willen.

Als uitdaging wordt gezien om voldoende en goede medewerkers aan te nemen wanneer dit nodig is voor een ruimer aanbod. Er is een tekort aan geschoolde VE-krachten en bijscholen vraagt veel geld. Met name voor kleine organisaties zijn de kosten van het bijscholen een probleem.

Ruimte. Voor sommige locaties en de ruimte is de uitbreiding naar 16 uur een probleem. Maar

geen een organisatie ziet dit als een onoplosbaar probleem. Kinderwereld bijvoorbeeld heeft

(22)

21 Sardes 2019

locaties die gedeeld worden met de BSO, daar kan het aanbod alleen in de ochtend geboden worden.

Instapleeftijd. De Ukkiegroep geeft de mogelijkheid om te starten met VE vanaf 2 jaar. De subsidie voor VE-kinderen is echter pas vanaf 2,5 jaar en de meeste organisaties starten dan ook pas vanaf 2,5 jaar. De gemeente heeft wel eens een uitzondering gemaakt voor kinderen om eerder te beginnen. Maar dit gaat om een enkeling. Ook zijn er volgens sommige

organisaties die voor de leeftijd tussen 2 en 2,5 jaar een prijsafspraak maken, zodat kinderen met een indicatie toch alvast kunnen beginnen.

Pedagogisch gezien zijn er twee groepen. De grootste groep vindt dat een instroom vanaf 2 jaar wenselijk is omdat hoe eerder er begonnen wordt met het werken aan een

taalachterstand in het Nederlands, hoe meer effect dit heeft.

Een andere, kleinere groep, vindt het niet wenselijk dat kinderen vanaf 2 jaar al in de peutergroep komen. Er is immers een groot verschil tussen 2- en 2,5-jarigen. De jongere kinderen zijn nog niet in staat om op hun stoeltje in de kring te zitten en mee te doen met het programma. Zij vragen wel veel aandacht van de pedagogisch medewerkers en leiden de oudere kinderen af. Beide groepen benoemen wel dat er grote verschillen zijn tussen kinderen.

Kwaliteit. Er is geen organisatie die met 16 uur VE een nieuw aanbod op zou zetten.

Organisaties willen liever meer ruimte geven aan onderdelen van VE waar nu vaak te weinig tijd voor is, zoals ouderbetrokkenheid en extra aandacht voor individuele kindontwikkeling en voorlezen.

Kwaliteit hangt volgens organisaties ook samen met het aantal taakuren dat beroepskrachten in het nieuwe stelsel krijgen om voor te bereiden, nieuwe thema’s in te zetten en

ontwikkelplannen op te stellen. Organisaties zijn het echter niet eens met het aantal uren dat zij hiervoor graag beschikbaar zien. Er zijn namelijk ook organisaties die vinden dat er niet (te) veel taakuren moeten worden gegeven omdat efficiënt werken het mogelijk maakt om veel in korte tijd te doen.

Gemeente

Samenwerking met de gemeente. Alle partijen benadrukken dat zij het erg prettig vinden dat zij betrokken worden om mee te denken over een nieuw stelsel. De gemeente is snel met reageren en meedenken wanneer er vragen zijn.

Verwachting van de gemeente. De verwachting is dat iedere organisatie zijn eigen weg zoekt in het aanbieden van 16 uur VE. Sommige organisaties hebben daarbij meer ondersteuning nodig van de gemeente dan andere. Zo ging het ook bij de harmonisatie volgens sommige

betrokkenen. De ervaring is dat de gemeente Coevorden heel goed helpt en begeleidt

wanneer organisaties hierom vragen.

(23)

22 Sardes 2019

Kleine organisaties zouden het prettig vinden als er een oplossing wordt bedacht wat betreft de hoge eisen aan (bij)scholing. Een oplossing zou een gezamenlijke scholing kunnen zijn die door de gemeente gefaciliteerd wordt.

Overlegstructuur. De werkgroep functioneert goed volgens de betrokkenen. Alles wordt besproken en er wordt goed samengewerkt. Op niveau van de uitvoering werkt dit goed en er zitten ook scholen bij. Er is voldoende ruimte om mee te denken.

Enkele organisaties benoemen wel dat zij in de overleggen graag wat meer het gezamenlijke gesprek zouden willen voeren over de kwaliteit. Wat vinden wij kwaliteit en wat vinden wij belangrijk voor onze peuters? Het zou goed zijn om hier over te discussiëren en tot een gezamenlijke ambitie te komen.

Voor enkele organisaties is het moeilijk om aan te sluiten bij de overleggen. Dit geldt met name voor de kleinere organisaties waar leidinggevenden ook op de groepen staan. Het zou volgens hen prettig zijn als de overleggen gepland kunnen worden op rustige momenten in de opvang en niet ‘op donderdag om 13:00 uur’.

Over 5 jaar…

“Dan kunnen we terugkijken op wat er nu heel serieus opgezet wordt. Het zijn geen losse flodders hier in de gemeente. Het zal dan dus goed functioneren. En aan wat nog niet functioneert wordt gewerkt. Dit is ook de ervaring in Coevorden bij eerdere trajecten.”

Kinderwereld

“Zijn wij een heel goede VE-locatie waar jullie graag willen komen kijken. Iedereen is gekwalificeerd. De organisatie is dan verder gegroeid. De peutergroep zal dan een sterke samenwerking hebben met de school. Er is hierdoor een mooie doorgaande lijn naar school.”

Kaartje Kakel

“Heeft elk kind in Coevorden gelijke kansen, er is geen onderscheid meer voor wel of geen doelgroepkind. We waken ervoor dat er (te)veel geld uitgegeven wordt, er is een lange termijnvisie zijn zodat de situatie enigszins stabiel is. Voor de organisaties zou dat fijn zijn,

maar ook met name voor ouders en kinderen is stabiliteit belangrijk.”

De Rollebol

“Zijn er gemengde groepen en is het voor alle ouders vanzelfsprekend om je kind naar de peuteropvang te brengen.”

Gans Anderz

(24)

23 Sardes 2019

“Gaan alle peuters met een sterke basis naar de basisschool. Er zijn warme overdrachten en het basisonderwijs pakt dit ook serieus op. De scholen gaan dan verder waar de peuterstart is gestopt. Ouders vinden het dan gewoon om hun kind te brengen en realiseren zich hoe mooi

het aanbod is dat er in de gemeente is.”

Kids First

“16 uur peuteropvang is dan normaal geworden, net zoals naar school gaan. Als je kinderen 2,5 jaar zijn, dan gaan ze automatisch 16 uur naar de peuteropvang. Ook is er een doorlopende

leerlijn en een sterke samenwerking met de scholen.”

L.O.L.

“Dan zijn wij, als groep organisaties voor kinderopvang in de gemeente Coevorden, trots op de kwaliteit die wij dan hebben bereikt. De doorgaande lijn staat dan sterk en een peuter gaat in een vloeiende lijn naar de basisschool. Het niveau van alle peuters gaat omhoog en we zijn dan

een voorbeeld voor de rest van de provincie en het land. Alle doelgroeppeuters worden bereikt en mensen kunnen dan bij ons vragen hoe hebben we dat gedaan hebben. Wij kunnen dan het

goede voorbeeld verspreiden.”

SKKC

(25)

24 Sardes 2019

9. Uitgangspunten toekomstscenario’s peuteropvang

De gemeente Coevorden wil in samenspraak met de voorschoolse partijen een volgende stap zetten in het harmonisatieproces en de ontwikkeling naar 16 uur POV met VE voor alle peuters (‘basisvoorziening’). De belangrijkste redenen worden gevormd door de harmonisatie-

wetgeving en het nieuwe GOAB-budget, maar ook de wijze waarop momenteel het lokale peuterstelsel is georganiseerd. De gemeente:

• wil in principe voor alle in Coevorden woonachtige peuters (dus ongeacht

arbeidspositie van ouders en doelgroepstatus van peuters) een hoge(re) kwaliteit realiseren (en zo mogelijk ook meer aanboduren en voor nog jongere kinderen door de startleeftijd voor VE te vervroegen) (de ‘basisvoorziening’ voor peuters);

• volgt de keuze(n) van overige gemeenten inzake de betaalbaarheid voor ouders, d.w.z.

de vraagprijs voor ouders (maximale vergoeding KOT vanuit Rijk / Belastingdienst, jaarlijkse indexering) en het kostenniveau voor de ouders (de inkomens(on)-

afhankelijke ouderbijdrage op basis van de landelijke adviestabel KOT met jaarlijkse indexering);

• wil net als overige gemeenten de financiën beheersbaar houden en extra kansen creëren voor (doelgroep)peuters (of nog jongere kinderen met een verlaging van de startleeftijd voor VE) als daartoe financiële ruimte bestaat

21

en

• wil voor alle (gesubsidieerde) aanbieders van POV met VE een gelijk speelveld creëren.

In de kern gaat het binnen het (toekomstige) Coevordense peuterstelsel om:

1) de algemene toegankelijkheid, 2) de kwaliteit,

3) de betaalbaarheid voor ouders en

4) de financiële houdbaarheid voor de gemeente.

Hieronder wordt verkend hoe dat er voor het huidige peuterstelsel uitziet, maar ook hoe het nieuwe peuterstelsel met 16 uur POV met VE voor alle peuters er uit zou kunnen zien, alsmede de overwegingen die daarbij een rol kunnen spelen. Het jaar 2019 kan als overgangsjaar worden gezien, als opmaat naar 2020.

21 Na actualisatie en herverdeling het GOAB-budget is het duidelijk dat er een substantieel groter GOAB-budget beschikbaar is per 1 januari 2019. Gelijkertijd wordt de inzet hoger. Doelgroeppeuters zullen vanaf 1 januari 2020 16 uur POV met VE per week moeten kunnen krijgen (nu is dat 10 uur per week). Dit vraagt een fors grotere inzet van GOAB-middelen.

(26)

25 Sardes 2019 Tabel 9.1 Algemene toegankelijkheid

Huidig peuterstelsel

Alle peuters (reguliere peuters en doelgroeppeuters) kunnen in principe naar de zes gesubsidieerde

kinderopvangorganisaties die subsidie ontvangen van de gemeente voor een kwalitatief goed peuteraanbod met VE.

Reguliere peuters uit kostwinnersgezinnen (de zgh. ‘Asscher-peuters’ of niet-KOT-gerechtigde ouders) en doelgroeppeuters kunnen alleen naar de gesubsidieerde peutervoorzieningen voor deelname aan een

peutergroep.Ze kunnen niet naar de andere twee kinderopvangaanbieders, omdat hun ouders niet in aanmerking komen voor KOT én omdat deze kinderopvangorganisaties geen gemeentelijke subsidie krijgen.

VE voor doelgroeppeuters is ook mogelijk in verticale groepen in kinderdagopvang (0 tot 4 jaar).

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020) Vanaf 2019:

Eventueel kunnen nieuwe aanbieders zich via cofinanciering of incidentele / eenmalige subsidieverstrekking van de gemeente kwalificeren voor POV met VE (conform de Coevordense kwaliteitsnorm). Dit kan worden beschouwd als soortement ‘pilot’.

Vanaf 2020:

Alle peuters (onafhankelijk van arbeidspositie ouders en doelgroepstatus kind) kunnen naar (meerdere) gesubsidieerde aanbieders van POV met VE, mits ze voldoen aan meerjarige subsidiecriteria voor groepen (o.a.

deelname voldoende peuters en kwaliteit) van de gemeente.

Overwegingen

Maximale keuzevrijheid voor ouders van reguliere peuters en doelgroeppeuters.

Geeft een kwaliteitsimpuls aan kinderopvangaanbieders om POV met VE aan te bieden (hoge(re) kwaliteit in horizontale peutergroepen).

Grotere dekkingsgraad, betere spreiding en hoger voorzieningenniveau van peutervoorzieningen over de gemeente.

Betere condities voor voorkomen en wegwerken (eventuele) wachtlijsten van reguliere peuters en doelgroeppeuters (grotere plaatsingsgarantie).

Tabel 9.2 Kwaliteit Huidig peuterstelsel

De zes gesubsidieerde aanbieders bieden voldoende kwaliteit van 1) reguliere POV (ca. 5 uur per week, 2 dagdelen, 40 weken per jaar) voor reguliere peuters en van 2) POV met VE (ca. 10 uur per week, 4 dagdelen, 40 weken per jaar) voor doelgroeppeuters.

Daarnaast bestaat er nog kinderopvangkwaliteit (conform Wet IKK) voor peuters binnen overige niet gesubsidieerde twee kinderopvangaanbieders.

De gemeente Coevorden heeft dus eigenlijk twee uiteenlopende kwaliteitsniveaus voor (doelgroep)peuters.

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020)

Er wordt een hoger kwaliteitsniveau van POV met VE gesteld voor alle aanbieders die subsidie (willen) krijgen voor het verzorgen van een peuteraanbod met VE.

Vanaf 2019:

Er komt een hogere kwaliteit POV met VE voor peuters, welke afhankelijk kan zijn van de samenstelling van de groep (aantal peuters en aandeel doelgroeppeuters daar binnen). Dit maakt differentiatie in kwaliteit mogelijk:

meer kwaliteit op ‘zwaardere groepen’.

(27)

26 Sardes 2019 Er kan evt. ook cofinanciering voor VE-scholing worden gevraagd van nieuwe aanbieders (ze hebben immers professionaliseringsbudget). Denk bijv. aan realiseren van taalnorm 3F.

Vanaf 2020:

Nieuwe aanbieders (mits gekwalificeerd op basis van gesprekscyclus, monitoring en evaluatie in 2019) krijgen (meerjarige) periodieke subsidie voor 16 uur POV met VE.

Het is goed om de 16 uur POV VE per week niet als ‘blauwdruk’ (bijv. overal 4 dagdelen van 4 uur gedurende 40 weken per jaar) uit te rollen, maar aanbieders de ruimte te geven om aan te sluiten bij wensen en behoeften van ouders en peuters (3 langere dagdelen van 5;20 uur maakt immers ook 16 uur per week).

Reguliere peuters kunnen deelnemen voor de helft van genoemde aantallen uren (8 uur per week) of krijgen evenveel uren als de doelgroeppeuters (16 uur per week) conform de uitgangspunten voor de ‘basisvoorziening’.

Veel vangt af van financiële haalbarheid van gemeente.

Overwegingen

De huidige kwaliteit van POV met VE kan met het nieuwe (ruime) GOAB-budget (vanaf 1 januari 2019) en de opdracht van 16 uur VE voor doelgroeppeuters (mogelijk) worden opgehoogd. Dit is goed voor de ontwikkeling van de doelgroeppeuters en de arbeidsomstandigheden van de beroepskrachten (bijv. meer taken en uren).

Het nieuwe peuterstelsel staat altijd open voor nieuwe aanbieders. De gemeente krijgt subsidierelaties met mogelijk meer (nieuwe) aanbieders.

De hogere kwaliteit POV met VE bij meerdere aanbieders biedt goede mogelijkheden voor menging van reguliere peuters en doelgroeppeuters.

Volg de landelijke ontwikkelingen inzake de 16 uur VE voor doelgroeppeuters vanaf 1 januari 2020 en stem daarop af. Wat mag, wat moet?

Tabel 9.3 Betaalbaarheid voor ouders Huidig peuterstelsel

Er zijn diverse financiële regelingen voor ouders:

• Ouders van doelgroeppeuters betalen een vast bedrag € 90 per jaar, ook als ouders recht hebben op KOT.

• Niet-KOT-gerechtigde ouders van reguliere peuters betalen naar inkomen o.g.v. de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2018).

• KOT-gerechtigde ouders van reguliere peuters betalen diverse uurtarieven bij diverse gesubsidieerde aanbieders (en betalen vervolgens naar inkomen).

Ouders van doelgroeppeuters (al dan niet KOT-gerechtigd) betalen niet volgens een inkomensafhankelijke tabel.

Dit kan druk geven bij Icare, omdat er (financiële) voordelen zitten aan een VE-indicatie voor hun peuter (groter aanbod, lagere kosten). Ouders van doelgroeppeuters kunnen bovendien relatief goed verdienen (meer dan een niet- of éénverdiener), maar toch lage kosten hebben aan gebruik van het gesubsidieerde peuteraanbod. Er wordt niet gekeken naar hun inkomen. Dit kan als ‘oneerlijk’ worden gepercipieerd.

Er worden nu ‘gratis’ dagdelen weggegeven aan ouders van doelgroeppeuters (hoewel dat niet zo wordt benoemd), wat een positief effect kan hebben op doelgroepbereik.

KOT-ouders hebben diverse kosten aan het gebruik van (gesubsidieerde) peuteropvang, want aanbieders vragen diverse uurtarieven (ergens tussen € 6,65 en € 7,45 per uur).

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020)

Eén vraagprijs voor alle ouders van (gesubsidieerde) POV met VE (de maximale vergoeding van het Rijk voor KOT, in 2019 is dat € 8,02, jaarlijkse indexering).

(28)

27 Sardes 2019 Ouders betalen de kosten voor de toegang (tot maximaal € 8,02 per uur in 2019) en gemeente betaalt de kosten voor de extra kwaliteit (alles boven de € 8,02). De gemeente subsidieert in alle gevallen het ‘plusbedrag’ voor alle ouders (POV met VE is in uitvoering immers duurder dan dagopvang vanwege de hogere kwaliteit). De gemeente subsidieert de ouders (via de aanbieders) van reguliere peuters die niet-KOT-gerechtigd zijn voor deelname aan POV met VE (extra kwaliteit).

Tweewerkende ouders krijgen o.g.v. inkomen tot de vraagprijs (€ 8,02 in 2019) terug van Rijk / Belastingdienst. Ze kunnen evt. meer uren POV met VE inkopen als ze dat willen, evenwel tegen de vrije vraagprijs van de aanbieder.

Niet-KOT-ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage die gebaseerd is op de landelijke adviestabel KOT (jaarlijkse indexering).

Doelgroeppeuters betalen op basis van inkomen (inkomensafhankelijke ouderbijdrage of KOT, afhankelijk van arbeidspositie) voor twee dagdelen, de andere twee dagdelen krijgen ze ‘gratis’.

OF:

Alle ouders betalen voor POV met VE van 16 uur per week, via KOT of inkomensafhankelijke ouderbijdrage (geen

‘gratis’ uren / dagdelen).

Eventueel kan er een overgangsregeling voor zittende ouders met deelnemende peuters worden ingesteld (in 1,5 jaar tijd zijn alle peuters uitgestroomd).

Overwegingen

Alle ouders (ook ouders van doelgroeppeuters) naar rato van het inkomen laten bijdragen aan het nieuwe peuterstelsel (inkomensafhankelijke ouderbijdrage) wordt over het algemeen als rechtvaardiger ervaren. Dit is in lijn met de bedoeling van de harmonisatie en conform de keuze van overige gemeenten. Consequentie kan zijn dat ouders van doelgroeppeuters meer moeten gaan betalen, maar dat komt doordat ze ook meer verdienen.

Tegelijkertijd zullen ouders met lage inkomsten minder hoeven te betalen.

Alle ouders, van welk gesubsidieerd peuteraanbod van welke aanbieder ze ook gebruik maken (keuzevrijheid), worden gelijk behandeld (volgens het principe ‘breedste schouders dragen de zwaarste lasten’) door voor iedereen dezelfde vraagprijs te hanteren (de maximale vergoeding van € 8,02 in 2019, jaarlijkse indexering).

Een ruimer aanbod van 16 uur POV met VE per week, betekent hoe dan ook hogere kosten voor (nagenoeg alle) ouders. Nu betalen ouders immers voor het gebruik van een kleiner peuteraanbod. Dit kan nadelig effect hebben op bereik. Ook is het zaak om het betalingssysteem duidelijk in te richten en te communiceren naar ouders, Complexiteit zou een extra drempel op kunnen werpen voor ouders.

‘Gratis’ uren / dagdelen voor doelgroeppeuters kan voorkomen dat (kwetsbare) ouders wegblijven van POV met VE (vergroting van non-bereik).

(29)

28 Sardes 2019 Tabel 9.4 Financiële haalbaarheid voor gemeente

Huidig peuterstelsel

In de gemeente wordt het huidige peuterstelsel bij de gesubsidieerde aanbieders uit de volgende inkomsten gefinancierd:

• Rijksbijdrage (G)OAB voor doelgroeppeuters

• Asscher-middelen voor reguliere peuters van ouders die geen recht hebben op KOT (en nog niet deelnemen aan een voorschoolse voorziening)

• KOT voor tweewerkende ouders

• Inkomensonafhankelijke ouderbijdrage voor reguliere peuters en voor doelgroeppeuters

Er worden geen eigen middelen uit het gemeentefonds ingezet.

De gemeente koopt volgens een subsidieregeling kindplaatsen in voor VE-peuters (€ 3.750 per jaar) en niet-KOT- peuters (€ 1.490 per jaar), elk met een eigen subsidiebedrag22.

Mogelijk toekomstig peuterstelsel (resp. vanaf 26 augustus 2019 of 1 januari 2020)

Zet de huidige subsidieverordening (inkopen van kindplaatsen) in 2019 door tot 26 augustus 2019 of 1 januari 2020 (afhankelijk van invoeringsdatum van de 16 uur VE per week voor doelgroeppeuters).

Er wordt uitgegaan van een jaarlijks (geactualiseerd) subsidieplafond, bestaande uit rijksbijdrage (G)OAB, Asscher- middelen, KOT en inkomensafhankelijke ouderbijdragen (en evt. gemeentefonds). Dit dwingt de gemeente om keuzen te maken binnen de financiële mogelijkheden (bijv. voorrang aan (bestaande) groepen POV met VE in bepaalde wijken).

N.B. De gemeente krijgt de komende jaren veel meer bestedingsruimte, maar deze wordt opgebouwd over meerdere jaren (2019 t/m 2022), terwijl de uitbreiding van 10 naar 16 uur VE voor doelgroeppeuters vanaf 2020 moet zijn gerealiseerd.

Er komt (zo mogelijk) (variabele) groepsbekostiging voor de uitvoering van POV met VE. De hoogte van de periodieke subsidie hangt dan af van a) aantal reguliere peuters en b) aantal doelgroeppeuters op de groep voor POV met VE. Ook komt er mogelijk een incidentele startsubsidie om het aanbieden van POV met VE op een groep met peuters mogelijk te maken.

Overwegingen

22 Bij 16 uur VE voor doelgroeppeuters zouden deze bedragen worden vermenigvuldigd met factor 1,6. Dan gaat het om respectievelijk € 6.000 voor een doelgroeppeuter en € 2.384 voor een reguliere peuter. Het benodigde subsidiebudget zou dan € 724.880 zijn, als al het overige hetzelfde zou blijven.

(30)

29 Sardes 2019 Het nieuwe peuterstelsel is in financieel opzicht meer in lijn met de harmonisatie. Daardoor zijn er betere financiële garanties voor de houdbaarheid en toekomstbestendigheid ervan.

Bij een (dreigend) budgettekort kan de gemeente het volgende overwegen:

1) verklein de omvang van de groep doelgroeppeuters,

2) minder aandacht voor reguliere peuters met KOT-ouders (zij kunnen immers naar een KDV) (focus op reguliere peuters van niet-KOT-ouders én doelgroeppeuters).

Bij een ruimer GOAB-budget kan de gemeente het volgende overwegen:

1) verruim de omvang van de groep doelgroeppeuters (verlaging startleeftijd naar 2 jaar of ruimere definitie) 2) verlaag de financiële drempel voor (bepaalde groepen) ouders en hun peuters

3) investeer extra in vroegschoolse educatie bij basisscholen met achterstandskinderen (doorgaande lijn VVE) (of zomerscholen, schakelklassen, taalprojecten, ouderbetrokkenheid of onderwijstijdverlenging)

4) bied extra of hoge kwaliteit POV met VE (bijv. extra taakuren, hbo’ers op de groep, meer uren / langere dagdelen)

Groepsbekostiging heeft enkele voordelen boven individuele kindplaatsbekostiging. Het doel is om kwaliteit te bieden aan alle peuters op een groep. VE-kwaliteit komt ten goede aan een groep, niet aan individuele peuters binnen een groep. Kleine organisaties met één of enkele peuters en grote organisaties met meerdere peuters staan voor dezelfde opdracht: hoge VE-kwaliteit bieden aan groepen. Dat lukt met groepsbekostiging beter dan met individuele peutergebonden financiering, zeker als aanbieders maar kleine aantallen (doelgroep)peuters in kleine kernen hebben. Er is dan relatief weinig extra budget beschikbaar. Groepsbekostiging vraagt bovendien minder bureaucratie (er zijn immers minder groepen dan individuele peuters, dus minder bekostigingseenheden).

Bij groepsbekostiging is de uitdaging om transparantie bij de subsidieopbouw te betrachten en differentiatie in bekostiging adequaat toe te passen (bij ‘zware’ peutergroepen een royalere bekostiging, passend bij de zwaardere taakstelling). Differentiatie in bekostiging maakt mogelijk dat er een lokaal peuterstelsel kan komen waarin de kwaliteit op de groep afhangt van de samenstelling van de groep.

(31)

30 Sardes 2019

10. Financiële afwegingen

De wijze waarop de toekomstgerichte scenario’s worden ingericht, kan niet alleen

verschillende financiële consequenties voor de gemeente Coevorden hebben, maar ook voor de verschillende typen ouders (naar arbeidspositie en doelgroepstatus). Daarover gaat dit hoofdstuk. Benadrukt wordt dat het hier gaat om ‘het grote plaatje’, een ruwe schatting van de financiën in de nieuwe situatie op het niveau van de gemeente Coevorden.

We maken in dit hoofdstuk enkele opmerkingen en aannames. Bijvoorbeeld over kostprijzen van POV met VE en vraagprijzen aan ouders hiervoor. Deze zijn van invloed op de kosten en baten die de toekomstgerichte scenario’s in hoofdstuk 11 en verder met zich meebrengen.

Kostprijzen en vraagprijzen

Er zijn diverse kostprijzen van reguliere POV en POV met VE (zie tabel 10.1) beschikbaar. Deze bedragen kunnen richtinggevend zijn bij de vergoeding van de gemeente Coevorden aan de aanbieders van de POV met VE.

De gemeente kan andere (lagere én hogere) tarieven hanteren bij de bekostiging, daar is ze vrij in. Het is maar net wat de gemeente aan extra kwaliteit wil realiseren (extra kwaliteit kost geld!) en wat ze ervoor over heeft. Maar het is ook belangrijk om na te gaan of de (nieuwe) aanbieders tegen de voorgestelde kostprijzen kunnen werken. Zij zullen immers

kostendekkend een peuteraanbod moeten kunnen verzorgen voor de gemeente.

Tabel 10.1 Kostprijzen per uur kindplaatsen reguliere POV en POV met VE (aantal voorbeelden)

Aanbod Kostprijs per uur

Kostprijs van uur reguliere POV in KDV (kwaliteit conform Wet IKK)* € 7,45 / € 8,02 Kostprijs van uur reguliere POV (geen doelgroeppeuters in groep van 16 peuters) (2

dagdelen/5 uren per week)** € 8,91

Kostprijs van uur POV met VE (30% doelgroeppeuters in groep van 16 peuters)** € 9,59

Kostprijs van uur reguliere POV bij willekeurige aanbieder*** € 9,38

Kostprijs van uur POV met VE bij willekeurige aanbieder*** € 10,12

(Geïntegreerde) Kostprijs van uur POV (reguliere POV én POV met VE) bij willekeurige

aanbieder*** € 11,10

Kostprijs van uur POV met VE voor reguliere peuters (minimaal 3 dagdelen/15 uren per

week)**** € 9,65

Kostprijs van uur POV met VE voor doelgroeppeuters (minimaal 3 dagdelen/15 uren per

week)**** € 11,45

Kostprijs van uur POV met VE voor doelgroeppeuters (minimaal 3 dagdelen van maximaal 6

uur per dag/16 uren per week gedurende 40 weken)***** € 12,00

* Dit is de maximale uurvergoeding vanuit het Rijk voor een uur kinderdagopvang (en dus reguliere POV) in Nederland, in respectievelijk 2018 en 2019.

** Sociaal Werk Nederland (2017). Vergelijking kostprijs Peuteropvang & Dagopvang 2,5-4. Utrecht: SWN.

*** Volgens eigen opgaaf.

**** Kostprijzen 2018 in landelijk peuterplan van G4. Elke gemeente heeft zo haar eigen kostprijs die afhankelijk is van vele factoren (al dan geen commerciële huurprijs betalen, extra taakuren beroepskrachten, inzet van hbo’ers, opbouw personeelsbestand, cao Welzijn e.d.). Deze kostprijs is gebaseerd op 15 uitvoeringsuren VE en 5

voorbereidingsuren van beroepskrachten (20 contracturen per beroepskracht), maar dit zou ook omgezet kunnen worden naar 16 uitvoeringsuren VE en 4 voorbereidingsuren (eveneens 20 contracturen per beroepskracht). Komt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gemeente en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs in Rotterdam werken hard aan inhoud en vorm, om Rotterdamse leerlingen binnen het (voortgezet) speciaal onderwijs, snel

Het PBL kreeg bijvoorbeeld tegengeworpen dat het de kosten had doorgerekend voor maar één soort huis om van daaruit te concluderen dat het voor niemand rendabel zou zijn om zijn

Alle beweegmogelijkheden voor kinderen tussen de 2 en 6 jaar in de gemeente Ooststellingwerf.. PEUTERS

 De 4 ingrediënten van effectieve EU beïnvloeding: De eigen organisatie op orde.  De 4 ingrediënten van effectieve EU beïnvloeding: EU Instellingen

Dan krijgt de gemeente nog steeds betaald voor de werkzaamheden (de leges zijn dan dus kostendekkend) maar wordt het plafond niet overschreden. In nauw overleg met de organisatie

Nummer 2009 2010 2011 2012 Totaal Totaal Externe kosten Kosten totaal.. Ambitie MRA Bergen MRA Bergen MRA Bergen MRA Bergen MRA Bergen Ukosten MRAUkosten B proj

In Almelo hebben ze iets wat de doorsnee middelgrote gemeente al lang niet meer heeft: een eigen bomenploeg die nagenoeg alle werk- zaamheden uitvoert.. Over drie jaar moet de

Achtergrond huurvergoeding en bekostiging onderhoud en exploitatie vanuit het ministerie In de tweede paragraaf vraagt D66 welk geld de gemeente van het ministerie krijgt en