• No results found

De wijze waarop de toekomstgerichte scenario’s worden ingericht, kan niet alleen

verschillende financiële consequenties voor de gemeente Coevorden hebben, maar ook voor de verschillende typen ouders (naar arbeidspositie en doelgroepstatus). Daarover gaat dit hoofdstuk. Benadrukt wordt dat het hier gaat om ‘het grote plaatje’, een ruwe schatting van de financiën in de nieuwe situatie op het niveau van de gemeente Coevorden.

We maken in dit hoofdstuk enkele opmerkingen en aannames. Bijvoorbeeld over kostprijzen van POV met VE en vraagprijzen aan ouders hiervoor. Deze zijn van invloed op de kosten en baten die de toekomstgerichte scenario’s in hoofdstuk 11 en verder met zich meebrengen.

Kostprijzen en vraagprijzen

Er zijn diverse kostprijzen van reguliere POV en POV met VE (zie tabel 10.1) beschikbaar. Deze bedragen kunnen richtinggevend zijn bij de vergoeding van de gemeente Coevorden aan de aanbieders van de POV met VE.

De gemeente kan andere (lagere én hogere) tarieven hanteren bij de bekostiging, daar is ze vrij in. Het is maar net wat de gemeente aan extra kwaliteit wil realiseren (extra kwaliteit kost geld!) en wat ze ervoor over heeft. Maar het is ook belangrijk om na te gaan of de (nieuwe) aanbieders tegen de voorgestelde kostprijzen kunnen werken. Zij zullen immers

kostendekkend een peuteraanbod moeten kunnen verzorgen voor de gemeente.

Tabel 10.1 Kostprijzen per uur kindplaatsen reguliere POV en POV met VE (aantal voorbeelden)

Aanbod Kostprijs per uur

Kostprijs van uur reguliere POV in KDV (kwaliteit conform Wet IKK)* € 7,45 / € 8,02 Kostprijs van uur reguliere POV (geen doelgroeppeuters in groep van 16 peuters) (2

dagdelen/5 uren per week)** € 8,91

Kostprijs van uur POV met VE (30% doelgroeppeuters in groep van 16 peuters)** € 9,59

Kostprijs van uur reguliere POV bij willekeurige aanbieder*** € 9,38

Kostprijs van uur POV met VE bij willekeurige aanbieder*** € 10,12

(Geïntegreerde) Kostprijs van uur POV (reguliere POV én POV met VE) bij willekeurige

aanbieder*** € 11,10

Kostprijs van uur POV met VE voor reguliere peuters (minimaal 3 dagdelen/15 uren per

week)**** € 9,65

Kostprijs van uur POV met VE voor doelgroeppeuters (minimaal 3 dagdelen/15 uren per

week)**** € 11,45

Kostprijs van uur POV met VE voor doelgroeppeuters (minimaal 3 dagdelen van maximaal 6

uur per dag/16 uren per week gedurende 40 weken)***** € 12,00

* Dit is de maximale uurvergoeding vanuit het Rijk voor een uur kinderdagopvang (en dus reguliere POV) in Nederland, in respectievelijk 2018 en 2019.

** Sociaal Werk Nederland (2017). Vergelijking kostprijs Peuteropvang & Dagopvang 2,5-4. Utrecht: SWN.

*** Volgens eigen opgaaf.

**** Kostprijzen 2018 in landelijk peuterplan van G4. Elke gemeente heeft zo haar eigen kostprijs die afhankelijk is van vele factoren (al dan geen commerciële huurprijs betalen, extra taakuren beroepskrachten, inzet van hbo’ers, opbouw personeelsbestand, cao Welzijn e.d.). Deze kostprijs is gebaseerd op 15 uitvoeringsuren VE en 5

voorbereidingsuren van beroepskrachten (20 contracturen per beroepskracht), maar dit zou ook omgezet kunnen worden naar 16 uitvoeringsuren VE en 4 voorbereidingsuren (eveneens 20 contracturen per beroepskracht). Komt

31 Sardes 2019 neer op ca. € 2,20 per uur extra voor reguliere peuter (€ 1.400 kost een reguliere kindplaats) en ca. € 4,00 extra per uur voor doelgroeppeuter (€ 2.600 kost een VE-kindplaats).

***** Dit is de kostprijs per uur door het ministerie van OCW opgevoerd in de aprilbrief van 2018 (Aanpak onderwijsachterstanden, 26 april 2018).

De kostprijzen betreft all in bedragen. Dus: loonkosten (gemiddeld zo’n 70% van alle kosten) van elk uitvoerend en coördinerend personeel, inclusief directie en management, bij- en nascholing, vervangings- en verletkosten bij ziekte, uitvoering van VVE-programma,

voorbereidings- en tutortijd, organisatie van ouderactiviteiten, huisvesting (water, licht, gas, inventaris, schoonmaak) en overhead

23

. Er wordt in de bedragen uitgegaan van een bezetting van rond de 90%.

POV (al dan niet met VE ) is vaak duurder dan dagopvang (0 tot 4 jaar) in een kinderdagverblijf

24

. Hiervoor zijn meerdere redenen aan te wijzen:

• Het aanbod betreft minder uren per jaar. Daardoor kunnen vaste kosten (bijv. overhead) door organisaties over minder uren verdeeld worden.

• Personeel komt bij omvorming van peuterspeelzaalwerk naar POV (met VE) veelal uit de (duurdere) cao Welzijn en heeft relatief veel ervaringsjaren opgebouwd (het personeel in het peuterspeelzaalwerk is gemiddeld beschouwd wat ouder dan het personeel in de dagopvang), waardoor het relatief hoog wordt ingeschaald in de cao Kinderopvang.

• Meer taakuren voor pedagogisch medewerkers, omdat de dagdelen kort zijn en daardoor een deel van de extra werkzaamheden deels buiten de openingstijden uitgevoerd moeten worden.

Omdat de kostprijs hoger is, zou een hogere vraagprijs aan ouders gevraagd kunnen worden.

Dit kan er echter toe leiden dat die ouders vervolgens de overstap maken naar de

kinderdagopvang, waar de uurprijs (vaak veel) lager ligt. Consequentie is evenwel dat ouders dan op één of meerdere dagdelen of langere dagdelen zullen moeten afnemen (meer uren dus en gedurende meer weken per jaar), want het aanbod van POV (met VE) kan vaak niet één-op-één worden afgenomen in de dagopvang zoals die nu vaak is geregeld. Alleen bij zeer flexibele vormen van kinderopvang kan dat wel.

De gemeente Coevorden doet er daarom verstandig aan de kosten voor deze ouders niet op de genoemde kostprijzen per uur te stellen, maar af te toppen op de € 8,02 per uur die de overheid maximaal vergoedt aan ouders in 2019. Dit drijft de kosten voor de gemeente

23 Dit verschilt per samenstelling (% doelgroeppeuters) van de groep. Ter illustratie: het aantal extra taakuren per beroepskracht is naast de 2 dagdelen / 5,5 uren per week respectievelijk 1,1 uren (bij 0% doelgroep op de groep) en 1,7 uren (bij 30% doelgroep op de groep) per week.

24 Dagopvang is opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar, vooral bedoeld om ouders die allebei werken in de gelegenheid te stellen om arbeid en zorg te kunnen combineren (‘arbeidsmarktinstrument’). Ouders kunnen naar behoefte dag(del)en afnemen (vraaggestuurd, gedurende het hele jaar open). De laatste tijd maakt de dagopvang een transitie door naar ‘ontwikkelingsinstrument’, omdat het besef groeit dat de kinderdagopvang een belangrijke bijdrage levert aan de brede ontwikkeling van kinderen. Peuteropvang heeft een andere oorsprong, komt veelal voort uit het gemeentelijk welzijnswerk. Het is meer aanbodgericht (korte dagdelen, gedurende de schoolweken) en kleinschalig, duidelijk ontwikkelingsgericht ter voorbereiding op de basisschool. Peuteropvang met subsidie van de gemeente is toegankelijk voor alle ouders en peuters, terwijl de kinderdagopvang (zonder subsidie van de gemeente) enkel toegankelijk is voor tweewerkende ouders en kinderen.

32 Sardes 2019

Coevorden dus op (het ‘plusbedrag’, ofwel verschil tussen de kostprijs en de vraagprijs voor o.m. extra kwaliteit van POV met VE, komt daarmee volledig voor rekening van de gemeente).

Zoals gezegd zijn er vier verschillende oudergroepen in POV (met VE). Te weten:

a. Ouders met recht op KOT, reguliere peuter (gemeente heeft in principe geen betalingsverplichting):

Deze ouders betalen de vraagprijs per uur die kan worden vastgesteld op € 8,02

25

in 2019. Dit is een brutobedrag. Na teruggave van de belasting is dit feitelijk een (veel) lager nettobedrag voor de betalende ouders, afhankelijk van inkomsten en aantal kinderen in kinderopvang

26

. Voor de berekening van een basisaanbod reguliere POV gaan we uit van een gebruik van twee dagdelen / vijf uren per week (aantal uren en lengte dagdelen kan mee variëren met

urenaanbod POV met VE).

b. Ouders met recht op KOT, doelgroeppeuter (gemeente heeft alleen betalingsverplichting voor VE):

Deze ouders betalen voor de eerste twee dagdelen bruto € 8,02 per uur voor POV met VE. Hoe lager het inkomen, des te groter de tegemoetkoming van het Rijk in de kinderopvangkosten.

Voor het 3

e

en 4e dagdeel POV met VE kan géén (inkomensafhankelijke) ouderbijdrage worden gevraagd. Dit is echter een keuze van de gemeente. Het betreft hier immers de kwetsbare doelgroep van VE die de gemeente graag wil bereiken wegens de wettelijke verplichting.

Bovendien krijgt deze groep anders te maken met twee ‘betalingssystemen’ (behalve de kinderopvangbetaling ook nog een inkomensafhankelijke ouderbijdrage van de aanbieder van POV met VE). Dat vergroot voor hen de kosten én de bureaucratie.

De kosten voor het derde en vierde dagdeel worden derhalve volledig gedragen door de gemeente, zo kan worden voorgesteld (optie 1). Uiteraard kan de gemeente in samenspraak met de gesubsidieerde aanbieders anders beslissen, want ze laat daarbij KOT van het Rijk liggen. De gemeente kan deze groep ouders ook vragen om KOT voor alle uren / dagdelen aan te vragen om het peuterstelsel financieel haalbaar voor de gemeente te maken (optie 2).

c. Ouders zonder recht op KOT, reguliere peuter (gemeente betaalt met de extra middelen van het Rijk deels twee dagdelen / vijf uren per week) (de zogeheten ‘Asscher-groep’):

Voor deze groep financiert de gemeente deels de basis van twee dagdelen / vijf uren per week, tegen de vraagprijs van € 8,02. Tegelijk betalen deze ouders voor twee korte dagdelen / vijf uren per week circa € 172 per jaar (standaard landelijke inkomensafhankelijke ouderbijdrage bij een modaal inkomen voor één peuter), ofwel € 17,20 per maand (bij 10 betalingsmaanden).

De laagste inkomensgroep betaalt veel minder (ca. € 64 per jaar) dan de hoogste inkomensgroep (zo’n € 1.062 per jaar).

25 Het is verstandig om de vraagprijs voor ouders af te toppen op de maximum uurprijs van € 8,02 (2018). Als ouders een hogere uurprijs moeten betalen, bestaat de kans dat ze afhaken of overlopen naar andere vormen van

(in)formele opvang. Het ‘plusbedrag’ (het verschil tussen de landelijke, maximale uurprijs en de feitelijke kostprijs per uur) komt voor rekening van de gemeente. Het maximum tarief varieert per jaar en is de afgelopen jaren alleen maar meer geworden. Anders: de kinderopvang / peuteropvang is steeds goedkoper geworden voor de ouders vanwege de verruiming van de KOT. Op grond van het Regeerakkoord van 2017 wordt de KOT nog verder verruimd.

26 Per inkomensklasse is bekend welk percentage van de kinderopvangkosten het Rijk vergoedt, zie: VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2019. Bij een modaal inkomen van rond de 35 duizend euro per jaar betalen ouders maar € 0,86 per uur, terwijl de feitelijk kostprijs vele malen hoger is.

33 Sardes 2019

De precieze (inkomensafhankelijke) ouderbijdrage per ouder wordt vastgesteld a.d.h.v. de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2019 (jaarlijks verschijnt een nieuwe tabel), waarbinnen zeven inkomensgroepen worden gehanteerd die voor het eerste en tweede kind e.v. een uurbedrag betalen.

Als deze ouders meer dan twee korte dagdelen / vijf uren willen afnemen, dan betalen ze ‘het volle pond’, dat wil zeggen de vraagprijs van de aanbieder. Ze hebben geen recht op

tegemoetkoming in de kosten. Aangenomen wordt dat géén van de ouders meer dan twee dagdelen / vijf uren per week afneemt.

d. Ouders zonder recht op KOT, doelgroeppeuter (gemeente betaalt in principe de basiskosten van alle vier dagdelen / 10 uren per week VE, met aanvullend een kleine inkomensafhankelijke ouderbijdrage):

Deze ouders betalen voor 4 korte dagdelen / 10 uren per week eveneens circa € 172 per jaar bij een modaal inkomen, ofwel € 17,20 per maand (10 betalingsmaanden). Ook hier geldt dat de eigen bijdrage afhankelijk is van het inkomen.

Bovenstaande in tabelvorm:

Tabel 10.2 Overzicht van type ouders en peuters, peuteraanbod, financiële regeling voor ouders en financiële dekking

Type Standaard peuteraanbod* Financiële regeling ouders Financiële dekking a. Reguliere peuters van

ouders met KOT (tweewerkende ouders)

twee dd / vijf uren per week (200 uur per jaar)

KOT (inkomensafhankelijk) KOT

+ vijf uren per week (200 uur per jaar)

* Op basis van de ambities van de gemeente Coevorden wordt het aantal uren / de lengte van een dagdeel per week (zogeheten ‘ verlengde peuteropvang’) uitgebreid. Dit wordt verderop ook in een aantal scenario’s gedaan.

** De gemeente Coevorden zet nu geen eigen middelen uit het Gemeentefonds in, vandaar dat dit tussen haakjes staat.

34 Sardes 2019

Omschrijving aanbod

Er wordt hierboven uitgegaan van een standaard (kort) dagdeel van 2;30 uur (2 uur en 30 minuten), waarbij er 2,5 uur in de ochtend en 2,5 uur in de middag wordt aangeboden. Twee dagdelen van 5 uren betekent 200 uren op jaarbasis. Vier dagdelen per week komen dan neer op 10 uren per week (400 uren op jaarbasis) voor doelgroeppeuters. Dit sluit (enigszins) aan bij de bestaande openingstijden van de peuteropvang in Coevorden.

Vanwege de gewenste toekomstige ontwikkelingen van de gemeente Coevorden en de

afspraken in het Regeerakkoord inzake 16 uur POV met VE voor doelgroeppeuters worden

diverse doorrekeningen toegepast met een uitbreiding van het peuteraanbod in uren.

35 Sardes 2019