• No results found

Uitdagingen voor de Europese biologische landbouw

In document Zicht op dierlijke biologische ketens (pagina 56-60)

3. Ontwikkelingen op de Europese markt

3.5 Uitdagingen voor de Europese biologische landbouw

Figuur 3.2 geeft de belangrijkste drijvende krachten, die een positief effect op de marktontwikkelingen hebben, volgens de Organic Monitor (2004).

Rangorde Uitdagingen Invloed op marktontwikkelingen 1-2 jaar 3-4 jaar 5-7jaar 1 Zorg voor evenwicht tussen vraag en aanbod middel hoog hoog 2 Preventie van frauduleuze praktijken middel middel middel 3 Geharmoniseerde internationale standaarden middel hoog hoog 4 Ondersteunen van internationale handel middel hoog hoog 5 Creëer een wereldwijde vraag laag middel hoog

6 Vermijdt 'commodities' laag hoog hoog

7 Verzeker ondersteuning door de overheid middel middel middel

8 Beperk industrialisatie middel hoog hoog

9 Vermijdt fragmentatie middel middel hoog

Figuur 3.2 Uitdagingen van de internationale biologische landbouwsector en in de invloed op de marktontwikkelingen voor de periode 2003-2009

Bron: Organic Monitor (2004).

De Organic Monitor (2004) noemt de huidige beperkte omvang van kopers als

aandachtspunt. Slecht een klein percentage van de kopers van biologisch producten is verantwoordelijk voor het merendeel van de omzet. In het Verenigd Koninkrijk is 7% van de kopers van biologische producten verantwoordelijk voor 61% van de omzet. In Nederland en Denemarken is het vergelijkbaar. De Organic Monitor wijst erop dat dit percentage kan worden vergroot door de penetratie binnen het gangbare grootwinkelkanaal, ondersteund door marketingcampagnes. De belangstelling voor voedselkwaliteit en voedselveiligheid gaat samen met het imago van biologische landbouw. Consumenten percipiëren de biologische producten als zijnde 'gezonder' en passend binnen 'voedselveilig'. Echter, de Organic Monitor ziet hierin ook een keerzijde: het verlies van het vertrouwen van de positieve eigenschappen door consumenten, vooral omdat er te weinig onafhankelijk bewijs is geleverd dat biologische producten inderdaad gezonder en voedzamer zijn. Het is gebleken dat biologische producten ook onrust op het gebied van voedselveiligheid kunnen veroorzaken (Organic Monitor, 2004). Ook aan de kant van de producenten constateert de Organic Monitor de noodzaak tot acties. De overschotten van biologische producten ondermijnen het vertrouwen in de sector en maakt het onaantrekkelijk om biologisch te produceren vanwege de lage prijzen. Opvallend zijn de uitdaging die gericht zijn op een internationalisering van de biologische landbouw.

De Organic Monitor (2004) maakt daarbij overigens een belangrijke kanttekening:

'This industrialisation of the organic food industry is not welcomed by all sectors of the organic food industry. Whilst positive in that the "organic church" has become broader and gained wider appeal, some fear that the craft origins of the industry are being compromised. Many puritans in the organic food industry, especially the traditional organic farmers, are sceptical of the new converts. Some of these puritans have been practicing organic agriculture for decades and were not motivated by higher profits and increasing sales revenues.'

De Organic Monitor constateert de daaruit voortvloeiende aandachtspunten voor een gezamenlijke strategie in deze.

De uitdagingen die de Organic Monitor voorstelt laten ook enige onderlinge tegenstrijdigheden zien. Er wordt enerzijds gepleit voor meer standaardisatie, internationale handel en 'het vermijden van fragmentatie' en anderzijds moet ervoor worden gewaakt dat de biologische producten 'commodities' worden en als 'geïndustrialiseerd' worden bestempeld. In wezen pleiten ze voor sterk gedifferentieerde producten in een topsegment.

3.6 Conclusies

Nederland behoort tot de middenmoot van de EU waar het gaat om de biologische landbouw. Het heeft een beperkt aandeel biologisch in zowel het aanbod als in de consumptie. Ook de groei is 'middelmatig'. Er zijn andere EU-landen waar productie, consumptie en groei (fors) hoger ligt, maar er zijn ook EU-landen waar de markt van biologische producten minder ontwikkeld is.

Binnen de EU is vooral de biologische zuivel en rundvleessector evenals de eiersector van enige betekenis binnen de dierlijke sector. Het aandeel van deze productietakken bedraagt 1-1,5%.

In een aantal landen is het grootwinkelbedrijf een belangrijk afzetkanaal voor de biologische producten. Het marktaandeel ligt rond de 80% in die landen. Daar is de biologische consumptie ook relatief hoog. Het grootwinkelbedrijf heeft - vooral wanneer het in een vroeg stadium betrokken is - een positief effect op de consumptie. In een tweede groep landen is het marktaandeel van de grootwinkelbedrijven om en nabij 40% en hebben natuurvoedingswinkels een soortgelijk marktaandeel. In nagenoeg alle EU-landen ligt de directe verkoop van biologische landbouw op 10 tot 20% van het totaal.

De betrokkenheid van de grootwinkelbedrijven wordt gezien als belangrijk middel om de consumptie van biologische producten te vergroten. In 2004 blijkt een beperkt deel van de consumenten het grootste deel van de biologische producten te verorberen. Daarbij wordt gewezen op de noodzaak om in te spelen op de wensen van allerlei consumenten en niet alleen de beperkte, direct betrokken groep consumenten. Daarnaast is harmonisatie van internationale standaarden voor biologische landbouw van belang, evenals toenemende internationale handel. Dit laatste wringt enigszins met de intenties van IFOAM.

4. Consumptie

4.1 Inleiding

Dit hoofdstuk beschrijft de consumptie van biologische producten, waarbij de consument centraal staat. Eerst wordt deze nader getypeerd naar demografische kenmerken. Vervolgens worden de aankoopargumenten uitgediept. De daaropvolgende paragrafen beschrijven drie van de vier P's van de marketingmix: product, (meer)prijs en promotie. Daarbij heeft de paragraaf 'product' het karakter van beschrijving van de ontwikkelingen voor de verschillende dierlijke producten. De vierde P - plaats en beschikbaarheid - komt in het volgende hoofdstuk uitgebreid(er) aan de orde. Het hoofdstuk sluit af met conclusies.

4.2 Marktomvang

Jaarlijkse beperkte groei

De totale omvang van de biologische afzet in Nederland is in 2004 geschat op circa 419 mln. euro (EKO-Monitor 2004).

Tabel 4.1 Marktomvang en aandeel biologische producten in de periode 2000-2004, in miljoen euro

2000 2001 2002 2003 2004

Marktomvang (mln. euro) 286 343 375 395 419

Marktaandeel (%) 1,20 1,45 1,59 1,65 1,8

Bron: EKO-Monitor, diverse jaargangen.

De gemiddelde groei in de periode van 2000 tot 2003 bedraagt ongeveer 10%. Taen et al. (2004) constateren een nauwe relatie met de economische toestand. Begin 2000 was sprake van hoogconjunctuur en lag het groeipercentage voor de biologische bestedingen hoog; deze is neerwaarts bijgesteld toen de consument minder te besteden had. De verslechterde economie heeft de consument meer prijsbewust gemaakt en - gegeven de prijsverschillen tussen de biologische en gangbare producten - iets minder naar de biologische producten doen grijpen.

Marktaandeel biologische producten beperkt tot 1,8%

Het marktaandeel biologische producten was in 2002 en in 2003 1,6% van de totale omzet aan levensmiddelen in de detailhandel en groeide naar 1,8% in 2004. Vooral aardappelen,

Tabel 4.2 Verdeling van het marktaandeel over de verschillende productgroepen, in procenten

2002 2003 2004 Aardappelen, groente- en fruitproducten 3,9 3,7 3,9

Zuivel 2,5 2,6 2,8

Vlees 1,4 2,0 2,3

Brood 1,8 1,8 2,2

Overig 0,9 0,9 1,0

Bron: EKO-Monitor, diverse jaargangen.

In document Zicht op dierlijke biologische ketens (pagina 56-60)